tot 29 November, 28 in de week van 16 tot 22 No vember, 39 in de week van 9 tof 15 November, 36 in de week van 2 tot 8 November, 31 in de week van 25 October tot 1 November, 26 in de week van 19 tot 24 October, 21 iu de week van 12 tot 18 October, en 9 in de week van 5 tot 11 October. Bij de beraadslagingen over he wetsontwerp tot wij ziging van het muntstelsel in de tweede kamer heeft in de zitting van 21 Februari jl. de heer Gratamaeene rade gehouden tot bestrijding van dat wetsontwerp, en daarin ook gewezen op da in korten tijd herbaalde- lijk veranderde opinie van professor Vissering, waarna hij vroeg: „Ia zijne betrekking tot do Noderlandsche bank wellictit de reden, dat die gevierde en geleerde staathuishoudkundige zoo drie keeren yhd gevoelen is veranderd Tegen deze insinuatie verdedigt professor Vissering zich in een ingezonden artikel ia de Nieuwe Rutter- damsche courant, voornamelijk dcor te wijzen op zijn steeds vasthouden aan het alles bebeerschende beginsel uitgedrukt in n° 283 van zijn Handboek voor prakti sche staathuishoudkunde: „dat de beslissiug der keuzo van den standaard moet afhangen van het antwoord cp de vraag, welk van de twee motalen het meest uit zicht geeft op eo.i betrekkelijke vastheid zijner eigene innerlijke waarde." Nog verscheidene andere argumenten worden door den hoogleeraar in zijn zeer scherpe verdediging voor de verandering van zijne zienswijze aangevoerd, doch wij bepalen oi.s thans tot ce medodeeling van het slot der woorden van den heer Vissering, waarin hij meer over de houdiog der tweede kamer in haar geheel spreekt, en die hare waarde niet verloren hebben al is reeds het lot der muntwet beslist en ook zij tot de papiermand veroordeeld. „Ziedaar, weledelgestrenge heer zegt de heer Vis sering mijn afgedwongen antwoord op uwe kwet sende verdachtmaking. Ik mag mij wel zonder aan matiging veroorloven, er nog een ernstig woord van mijne zijde aan toe te voegen. De discussie over de muntwet heeft tot heden op mij een bedroeveuden indruk gemaakt; eaik kan het u verzekeren op mij niet alleen. Er is een kwaad, dat meer en meer ia onze staatsvergadering om zich grijpt en dat wel ge schikt ia om den eerbied voor do vertegenwoordiging niet te vermeerderen. Er komt geene groote quaestie ter sprake, of elke indivi.iueele opvatting, ook de meeat oppervlakkige (om geen harder woord te gebruiken), acht zich bevoegd, zich als advies aan de regeeriug en aan de leden der kamer op te dringen. Men roemt er in, dat oien geeu deskundige is, en neemt daaruit aan leiding om in het breede voort te redekavelen, zonder eonig licht over de aanhangige vraag te verspreiden. Zelfs het: in dukiis abitine wordt ter motiveering van een beslist afkeurend oordeel aangevoerd. Had dit alles geen ander nadeel dan dat do diacussiën tot in het eindelonze gerekt en schromelijk verward worden, het ware nog te verdragen. Maar elk houdt liefst aan zijne eenmaal uitgesproken meening vast en eindigt met .alles te verwerpen, omdat zijne meening niet kan zegevieren. Zój is het in de laatste jaren gegaan wet weer dan éon gewichtig voorstel van wetgeving. Zoo zal het, naar allen sckijD, ook uu weer gaan. De een is en blijft gehecht aan den zilveren standaard, de ander wil deu dubbelen, een derden den gouden, mits onder voor waarde van aansluiting aan het frankenstelsel, een vierde wil den sovereign, eeu vijfde de mark, een zesde wil het volwichtig zilvergeld als pasmunt behou den, een zevendo eischt papieren pasmunt, en elk drijft z ij b e opvatting door, onder bedreiging van afstemming van het voorstel. Zoo komt er ten slotte niets tot stand. Elke groote maatregel van wetgeving, met hoeveel ernst en zorgvuldig overleg ook voorbereid, wordt onder dies stroom van beginsellooze, individueele meenin gen onmogelijk. De wetgevende macht in den staat geeft zichzeive een brevet van onvermogen. Het land kan daarbij niet wèl varen. En de gehechtheid des volks aan zijne staatsinstellingen wordt op eeno zeer gevaarlijke proef gesteld. „Het kan, meen ik, zijn nut hebben, dat gij en eenige andere leden der kamer weten, boo men buiten de kamer denkt en spreekt." rfeuoemingen en besluite i RIDDERORDEN. Bevorderd tot komman deur der orde van deu Nederiandschen leeuw jonkheer mr. P. J. Elout van Soeterwoude, lid van den raad van state. raad VAK state. Eervol ontslag verleend, op ver zoek, aan jonkheer mr. P. J. Elout van Soeterwonde, als lid vaa den raad 7aD state, met dankbetuiging voor zijne aan dea lande bewezeD diensten. Koloniën. BERICHTEN VAN HET 00BL0G3T00NEEL A&n de uit Nederlandsch-Iudië ontvangen berichteD, loopeude tot 22 Jann?rijl., ontleenen wij het volgende. De Penang Gazette van 29 Januari jl, behelst een brief, welke betrekking beeft op 't door genoemd blad eenigen tijd geleden verkondigd bewereD, dat het ver- dragin 1857 tusschen Nederland en Atsji gesloteQ, niet echt zou zijn. Het ig een brief aan do Penang Gazette, ondertes- kend door Shah Ahmadtin Hnji Cassim Alnajarl, gewezen Baja Batihara of eerste minister van Atsji. Per telegraaf werd den 31cn Januari jl. reeds van dezen brief melding gemaakt. Na tc hebben verhaald, dit hij ongeveer 60 jaren geleden Penang verliet en naar Atsji vertrok en on geveer 33 jiren geleien d>or den sultaa van dat rijk tot eersten minister werd aangesteld gaat bij aldus voort: „Dat gedurende den tijd, waai in ik dienst deed als eevsio minister van Atsji, alle wetten cn verdragen, dror den sultan gemaakt ten behoeve van zijn land, niet gemaakt konden worden zoader mijn raad en zon der de onder teekeningen eD zegels van de Tiga Sagi van Atsji, ook bekend als Enram Muda n° 26 Sitia Dolaarah n° 28 en Sri Muda Parkas ih n°22, uitgezon derd wetten en verdragen, gemaakt raet de Enge'sche legeering, welke de sultan was gemachtigd alleen te uiiken, indien hij 't verkoos. Geen wetten of verdragen werden ooit door een van de laatste twee sultans, Mo- hatred Shah en Munshcor Shah, gemaakt met eenigen Europeeschen staat, zeker niet met Holland of de rcgcc- ring v.in NedfrJandsch-Indië, gedurende deu tijd, dien ik in Atsji was, of sedert ik dit verliet. Wijlen sultan Manshoor Shah schreef mij altijd om raad, zc-lf's nadat ik naar Penang was teruggekeerd, eu de tegenwoordige sultan Mohamod Shah heeft, sedert hij den troon vau Atsji beklom tot 't. tegenwoordig oogenblik, geen be sluit, van welken aard ook, dat do betrekkingen tus- s :hen Atsji en een audere mogendheid betrof, genomen, zinder mij schriftelijk om raad te vragen; tot bewijs waarvao ik een brief hierbij voeg, dien hij mij geschre ven heeft den 22cn Juli 1873, volgens de Engclsche tijdrekening, sedert welk tijdstip hij niet meer in staat is geweest met mij te correspondeeren. Ik heb onlangs gehoord, dat de rege.'ring van Nederland eeu verdrag heeft openbaar gemaakt uit den jare 1857; zoodanig verdrag is voor mij vertaald en uitgelegd cn ik ontken in toto dat dit of eenig zoodanig verdrag tnsschcn 't Nederlandsch ea 't Atsjioeesch gouvernement ooit is gemaakt of uitgevoerd door den sultan van Atsji of door een zijner geaccrediteerde ambtenaren te zijnen be hoeve, en ik ben bereid deze verklaring met een eed te bevestigen, wanreer ik daartoe mocht worden opge roepen. Vervolgens verzeker ik, dat indien de gouver neur van deze nederzetting of een ambtenaar te zijnen behoeve bij den sultan van Atsji wilde onderzoeken of deze mijne verklaring waar>is, zij dan zullen bevinden dat het zoo is, en ik vorder hen op zoo te doen, alleen om te toocen dat ik tie waarheid spreek." Do bijgevoegde brief van den sultan van Atsji luidt: „Van sultan Alaidan Mohamed Sbah, zoon van sul tan Ali Iskancler Shahaan grootvader Rej ih Banduara, zoon van Toean Haji Cassim en aan vader Ibrahim, zoon van Tuuku Rajah Pakoh Ali. „Wij zenden dezen brief aan u beiden om u mede te deolen, dat Tuuku ICeehee Talip door ous is gezon den met brieven aan de Engelsche en Amerikaansche regeering en aan den Rajah van Keddah zoodat waa neer gezegde Tunka K>ekee Tulip te Penang komt, gij beiden zorgvuldig moet overleggen nopens de Ne derlanders, dat wij nooit op eenige manier worden genomen door de Nederlaudere; indien dc Engelechen weigeren tusschen bei den te komen voor Atsjilaat dan andore volken Atsji binnentrekken, maar aan de Neder landers Atsji te geven, daarin zullen de hoofden eD het volk nooit toestemmen zij zullen liever allen sterven. „Ons vertrouwen is eerst in God en zijn gezant ea dan hi u beiden." Het Dagblad van Nederlandsch Indië zegt, dat de ordonnantie tot regeling der conversie van het commu naal in individueel grondbezit, in bewerking is. De adviezen der ambtenaren bij het binnealacdsch b: stuur over dat onderwerp zijn reeds ingewonnen. Volgens de Locomotief schijnt de uitbreiding van het leger toch ernst te zijn en met eeu vermeerdering der bataljons infanterie aan te vangen. Van Ambarawa zal ten minste binnenkort eeao compapnie sappeurs naar Magelaug vertrekken, om daar aaa te vangen met den bouw yan eea kampement voor het op te richten 18e bataljon. De yoor die standplaats benoodigde gronden zijn reeds van de bevolking gekocht en de daarvoor bedongen prijs is reeds door eeno commissie aan haar uitbetaald. Bij ordonnantie van den gouverneur-generaal is bepaald, dat ten behoeve van de magnetische en mo;eo- rologieche waarnemingen in Nederlandsch Indië words in dienst gesteld eeu rekenaar, op eene jaarlijkscbe bezoldigiug van ƒ2400, met eeno jaarlijkscbe verhoo ging van 6C0 's jaars, totdat een bedrag van 4200 zal zijnbereikt. Gemengde berichten. Ondanks de aanbieding van den: minister van binnenlandecbe zaken, om de muurschildering iu de kerk te Bathmen voor kosten van het rijk te restau reren, blijven de kerkvoogden bij hun besluit, het stuk eerstdaags weer met kalk te bedekken, daarvan geen kant de gevraagde som (men weet, dat de kerk voogden aangeboden hebben, het stuk te restaureereD, als der kerk eenc som, groot genoeg om een nieuw orgel aan te schaffen, geschonken werd) aangeboden is* Artihcour.) In dc nabijheid van Heerde heeft de Geldersche maatschappij tot lan.iontginning ongeveer 500 hectaren heide aangekocht. Thans heeft zij een paar duizend hectaren woesten giond in bewerking, waardoor gedu rende de laatste drie maanden aan ruim 500 personen werk en brood i3 verschaft. Woensdag zijn door eenige jachtliefhebbers van Zwolle, Kampen ea Elburg, in de omstreken van laatst genoemde stad 4 vosson geschoten, 3 moer- en 1 rekel vos. De boeren aldaar hebben uit eigen beweging bij het drijven de behulpzame hand geboden, daar zij dozen winter van die dieren veel schade hebben geleden. Niet mïBder dan 300 ki;pen zijn door de -vossen verslonden. Zondag had te Parijs een groote schaakpartij plaats, waarvan ds held was de heer Rosenthal, de bekende Fransche schaakspeler. De heer Rosenthal heeft tegelijkertijd tegen 27 van de beste Par'ijscbe spe lers de partij aanvaard. Van die 27 partijen verloor hij 1, won 23, terwijl 3 van onwaarde werden verklaard. De jury in den tooneelletterkundigen prijskamp, uitgeschreven door bet gemeentebestuur van Antwerpen, heeft thans uitspraak gedaan over de ingezonden 47 drama's en 46 comedie's. Van drama's werd de eerste prijs van 1000 franken behaald door GLnor, van'sGra- venhage, met „Zijn geheim." Er werden twee tweede prijzen toegekend: de (en aan het stuk „Bertrand van Rains", door den heer Jan Roeland, van St. Pieters- Jette, bij Brussel; de andere aan „Philippina van Vlaan deren," door den heer Désiré Delcroix, van St Jesse ten-Noode. Insgelijks werden twee derde prijzen toe gewezen: een aaa het Btuk „Felix Waldenberg," door den heer Ant. Bosch; een aan „Hun z. on", van den heer Justus Mannek Jz,, beiden van Airsterdam. Voor comedie's werden geene eerste en tweede prijzen toe- g- kend. Do derde prijs werd in deeling toegekend 1° aan den heer Cunstantijn Simillian, van Antwerpen, wiens stuk voorloopig ongetiteld is; 2° aan den heer Rosier Faas-en, van 's Gravenhag6, met „De oude kassier." net stadhuis vau St. Nicolaas is door brand ge heel vernield's avonds te 5 ureu zag men uit het dak van het gebj.uw vlammen opstijgen. In weinige oogen- blikken was de gehoele bevolking op de been, de alarmklok luidde en een ieder beijverde zich om midde len tot blus3ching aan te brengen. De brand werd steeds heviger; vlammen en vonken drongen door het dak van het gebouw en werden door den wind in de richting der Nieuwe kerk gedreven, die ernstig met gevaar bedreigd werd. Alle pogingen, om den voort gang van het vuur te stuitenbloken vruchteloos te ziju, en men begon te vreezea voor de aangrenzende huizen en de Nieuwe kerk, toon gelukkig te 6 uren een zachte regen vielwelke do daken nat hield en veel van het gevaar wegnam. Te 6£ uur werd naar Antwerpen en Gent om hulp getelegrapbeerd. De pom piers van Antwerpen kwamen te 8 uren en slaagden er in de daken van de aangrenzende huizeD, die op sommige plaatsen vuar begonnen te vatten, to redden; te 10 urea kwam d8 brandweer van Gent ea bracht ook het haro bij tot wegneming van faet gevaar. Het stadhuis is geheel afgebrand, de registers van den bur gerlijken stand, benevens akten en bescheiden, zoo ook de meubelen en voorwerpen van het museum vanond- hedeD, die der Société littéraire enz. ziin gedeoltelyk gered. Het dejöt van het 4° regiment infanterie, dat zich insgelijks in het stadhuis bevond en voor meer dan een millioen franken aen kleedereu en wapeuea be vatte, heeft vrij aanzienlijke schade geleden. Al het geen men maar koa meester wordeu werd uit de ven sters op straat geworpen. De oorzaak van deze ramp wordt aan schoorsteenbrand toegeschreven. In de Neue freie Presse wordt een verhaal ge leverd van een berenjicbt, door keiz r Fmuz Jozef bijgewoond, waurbj de keizer den beer, die juist naar hem werd toegedrevon, doodschoot. Thermomefcerstniid. 2 Mrt.'sav. 11 u.40gr. o 'smoig. 7u.38gr. s'midd. lu.48gr. 'sav.tfu. 44 ^r. Staten-generaal. TWEEDE KAMER. Zitting van Maandag 2 Maart. {Nader verslag.) Nadat gem:wen tijd was beraadslaagd over de ai of niet splitsing van artikel l en 2 van het wetsontwerp

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2