MIDDELBURGSCHE F 45. Zaterdag 1874. COURANT. 21 Februari. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2** Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per S/m., franco is f 3.50. Middelburg 20 Februari. EX NIHILO NIHIL. De kiezers te Gouda hebben den heer van der Heim niet tot hun vertegenwoordiger gekozen. Zoodanige feiten vallen te dikwijls voor, dan dat wij er, gezwe gen nog van de onaangename stof, veel over zouden schrijven. Maar de weigering van de Goudsche kiezers om dezen candidaat te kiezen verdient meer aandacht dan andere dergelijke uitspraken om den persoon wien zij gold en om de omstandigheden. De heer vau dtr Heim is namelijk de ziel van de bekende Algemeene kiesvereeoiging, in 1868 opgericht om „het vaderlaud zoo mogelijk te behoeden voor radicale leiders, die.... de grondwet slechts beschouwen als een mijlpaal op den weg Daar de republiek der nieuwere tijden, onze nationaliteit slechts willen bewaren, zoolang de stoffe lijke belangen daarin voordeel zien, enz." (gelijk bet in de oproeping tot deelneming luidde) en die dat (volgens hetzelfde stuk, waarschijnlijk om eene contra dictio in terminis te geven) zou doen met vermijding „van valsche voorstellingen van personen en zaken"; deze candidaat werd dus, om 't zoo eens te zeggen, gesteld om den verstokten Gouwenaren de maat volte meten en hun, die van Goltstein niet goed genoeg achtten, den eerst aanwezigen conservatief in eigeu per soon beschikbaar te stellen. Daarenboven had de heer van der Heim een pompeus manilest uitgevaardigd, waarin verkondigd werd dat deze puike candidaat aan vankelijk geaarzeld had zich de candidatuur te laten welgevallen, omdat in de laatste jaren „kleingeestige partijschappen do overhand hebben verkregen boven waarachtige, op beginselen gegronde staatkundige par tijen". Hier was dus A n° 1 van den conservatieven staf in het veldde vertegenwoordiger eener „waarachtige, op beginselen gegronde staatkundige partij", en toch laten de Gouwenaars hem alleen staan om over twee mannen van „kleingeestige partijschappen", een liberaal en een anti-revolutionairte gaan overstemmen. Wat dorperheid is dit? onedele gemeente! Eigenlijk draagt alleen do heer van der Heim zelf de schuld van zijn fiasco. In de eerste plaats omdat hij conservatief is; sedert, na het overlijden van den heer Hoffman, de invloed op het niet-liberale platteland van het kiesdistrict door den heer Wassenaer geërfd is, zal de rij van de conservatieve vertegenwoordigers van Gouda wel voor gesloten mogen worden gehouden. Wanneer men dus conservatief is, en dat is do tegenwoordige president der Algemeene kiesvereeni. ging! dan heeft men het zich zelf te wijten zoo men als candidaat te Gouda het onderspit deift. Maar de heer van der Heim kan nog meer op zijne eigene rekening zetten. Hij heeft in zijn manifest meer gedaan dan zich zei ven tegenover de andere can- didaten bet monopolie van „waarachtige begiosolen" aan te matigen; hij heeft kort (doch niet duidelijk) gezegd wat dan eigenlijk die „waarachtige beginselen" zijn, en dit is zeer onvoorzichtig. Zóo ver kan en mag een conservatief niet gaan; w;l een conservatief een programma gevendan moet hij het voorbeeld volgen van Jeiöme Paturot's vriend den schilder Oscarp. „Je sOscar, ma naissance est coxnue!" luidden de plak katen, waarin deze zich aan de kiezers aanbeval; en zoo bad de conservatieve candidaat te Gouda niets meer moeten zeggen danIk bon van der Heim de man der waarachtige beginselen. In waarheid en waardig heid was dit korte woord te verkiezen geweest boven de lange woerden, die de conservatieve candidaat door middel der dagbladen tot de mannen van Gouda sprak. Wat toch zijn volgens bet manifest die „waarachtige beginselen" van den beer van der Heim: 1° De gewetensvrijheid moet, vooral in deze rfageD, ongeschonden worden bewaard; elke uiting van gods dienstig leven moet worden geëerd en ontzien; vrijheid van kerkgenootschappen en vrijheid van ouderwijs m oet bestaan 2° eene belasting op het iukomeu of het vermogen is eene ongerijmdheid in ons land, maar herziening van het belastingstelsel is eene dringende behoefte des tijds 3* stabiliteit van regeeriog3beleid ten aanzien van Indië, waarbij de aard en de behoefte van den inlander niet moet worden miskend eu geene stelsels onbesuisd worden toegepast, is noodig, zoo mede de onttrekking van zoo ingewikkelde vraagstukken op dit gebied aan de wisseling vau politieke kansberekening 4° handhaving der grondwet in den geest en bedoe ling harer ontwerpen, eeren van Oranje eu dienen van de zaak des vaderlands. Ziedaar wat, ia tegenstelling van al die kleingeestig heden, dan eigenlijk de waarachtige beginselen zijn! Men heeft den heer van der Heim geprezen om deze „staatkundige geloofsbelijdenis"liberale bladen zelfs nebben dit gedaan en er bijgevoegd dat bijDa ieder liberaal het stuk koD onderteekeud hebben. Wij ge- looven niet dat die lofspraak ironie was; anders zou ze zeer verdiend zija geweest. De scherpsto veroor- deeliag van het programma eens politiekam tegeustan- ders ligt in de woordenik zou mijn naam wel onder dat stuk kuaueu zeilen. En inderdaad stelt de heer van der lleim de naakt heid van het conservatisme in zijne „staatkundige ge loofsbelijdenis" op de meest treffende wijze ten toon. Wat conservatisme is nihilist; het verkeert, politiek ge sprokenin het geval van Peter Schlemihl, den man die geene schaduw had; het is niets, doet niets en kan niets. Het conservatisme heeft geen politiek geloof, ongeloof, verloochening van elk politiek stelsel is zijn eenige kracht; vandaar het- onvermijdelijk fiasco van elke waarlijk conservatieve regeering zoo hier als el ders, en vandaar ook het onvermijdelijk fiasco van ieder conservatief, die het ongeloof van zijn clubje iu eene geloofsbelijdenis tracht te formuleeren en uit een fond van beginselloosheid een programma van „waar achtige beginselen" distilleeren wii. Wat de heer van der Heim van gewetensvrijheid zegt kunnen we voorbijgaan, was hij daartegen dan leefde hij vijf eeuwen te laat op de wereld en iu een verkeerd kerkgenootschap. Eveneens wat hij van hand having der grondwet en eerbiedigiug van het huis vau OraDje zegt; ziedaar moreele vereischten van ieder staatsburger, even noodzakelijk als do meerderjarigheid voor den kiezer, en die dus niet als aaubeveling bij eene verkiezing kunnen dienen. Maar wat zija de „waarachtige beginselen" op het gebied der praktijk, waar vooral politieke begiuselen dienen uit te komen. De heer van der Heim zegt ten aanzieu van het ouder wijs, dat de vrijheid niet beperkt mag worden en dat het gehalte goed moet ziju wat is dit anders dan een paar groote woordendie alle beteekenis inisseu omdat hij noch het begrip van „vrijheid van onderwijs" verduidelijkt, noch duidelijk maakt of hij van net openbaar of sectariscli onderwijs het gehalte verbeterd wil zien. Ten aanzien der financicele q.iaestie van den dag leert de „staatkundige geloofsbelijdenis" ons dat de steller een tegenstander is van do inkomstenbe lasting, maar de herziening van het belastingstelsel voor noodig houdtis dit een zuiver politiek vraag- sink? Wij hebben er vrede mee, uiaar dan is Let niet genoeg, zelfs overbodig, te zeggen waarvan men een tegenstander is, maar is het daarentegen noodig dat men de „waarachtige beginselen" waarop du herziening van het belastingstelsel behoort te rusten aanwijst. Einde lijk de koloniale quaestiemaar ook bier lossen de waar achtige beginselen" zich op iu groote woorden, onbe duidend door hunne onduidelijkheid. Alleen, de heer vau der Heim wil de ingewikkelde koloniale vraagstuk ken „aan de wisseling der politieke kansberekening" onttrekken; maar dit is ons niet recht duidelijk. Gij treedt op met zoogenaamde „waarachtige politieke be ginselen," gij tracht ons die op te noemen, en wanneer go die op het belangrijk punt der koloniale wetgeving hebt aangeduid, geeft ge den wetsch te kennen dat deze categorie van „waarachtige beginselen" buiten de „wisseling van politieke kansberekening," dus buiten do politiek moeten blijven! Dit is waarlijk niet conse quent, niet verstandig, en niet heusch van een poli tiek man. Dit verwijt mogen wij echter aan den heer van der Heim niet doentegen elk ander politiek man zou het scherp maar verdiend zijn, tegen den conservatief niet. 11 subit son sorthij kan zijnen aard niet veranderen. Een conservatief moge zich zelf in de hoogte steken, zich het monopolie toeëigenen vau vaderlandsliefde, van gehechtheid aan het huis van Oranje, van Btaatsmans- wijsheid; maar verder moet hij niet gaan. Hij kan niet nederdalen in de sferen der alledaagsche, praktische politiek en geen programma geven, omdat zijn programma alleen is een program van oppositie, en zjne leuze uit sluitend: niet zóo, maar anders, zonder ooit te kunnen zeggen hoe. De aanleiding tot het feestelijk aanzien dat Middel burg heden oplevert is de herinnering aan een in de geschiedenis der vestiging van Nederland's onafhanke lijkheid zeer gewichtig feit: de bevrijding der stad uit do handen der Spanjaarden, op den 20en Februari 1574, door prins Willem I. Door die overwinning, welke de prins voornamelijk aan den moed en da volharding van de Zeenwsche zeelieden te danken bad, werd h^ meester van geheel Zeeland en, wat voo al van belang was, van de Zeenwsche stroomen, zoodat hij krachtiger tegen den vijand kou optreden en weldra zelfs een plan smeedde tot verovering van Antwerpen, hetwelk echter mislukte. Voor de zoo lang geteisteide stad was die bevrijding een ontwaken tot een nieuw tijdvak van welvaart en bloei, waarin handel en zeevaart zich krachtig ontwik kelden, en nu Middelburg na driehonderd jaren die gebeurtenis herdenkt is het opwekkend dat de eerste groote Oost-lndië-vaarders die hunne vrachten aan de nieuwe loskade komen lossen of laden, met vlaggen en wimpels getooid deelnemen in bet feest van den dag. Vau die deelneming getuigen ook de Nederlandsche vlaggea die met of zonder oranjewimpels van alle openbare gebouwen en van de meeste particuliere wo ningen wapperen, terwijl zich nu en dan het carillon' doet hooren. Gisteren middag werd van Router's Office het volgende telegram ontvangen: Singapore, 19 Februari. De Holjandsche consul deelt mede dat de verster kingen veroverd en de vijandige hoofden van de Ateji- neezen gevangen genomen zijn; de Hollanders hebben drie dooden en dertien gekwetsten. De artillerie van de Hollanders verlaat Atsji met een deel van de troepen. Een ander gedeelte biijtt achter om den kraton te versterkeu. Men verzekert dat de blokkade door de Hollanders gedurende de aanstaande moussou zal voort duren. De Staats-courant van beden meldt hieromtrent niet?, Te Zierikzee is gisteren de jaardag van Z. M. den koning mede door het uitsteken van vlaggen en klok kenspel herdacht. Tevens werd eene inspectie gehouden over de schutterij, die vervolgens met het muziekkorps eene promenade door de stad deed. Het voorstel van dou heer Oldenhuis Gratama, waar over in do zitting van de tweede kamer van Maandag a. eene beslissing zal worden genomen, luidt aldus: „Ik stel voor aan den koning een adres to richten van hulde en Z. Al. geluk tc wenschen met de door leger en vloot in Atsji betoonde dapperheid. „Voorts stel ik voor, den dank der vergadering te betuigen aan de troepen, aan de zeemacht en aan den grijzen bevelhebber der expeditie." In de Nieuwe Rotterdarasche courant heeft d*. Kuyper van Amsterdam medegedeeld dat het niet zijn voorne men is om als godsdienstonderwijzer of leider eencg catecheten-school op te trodeD. Het schijnt dat men in

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 1