alvorens het stortebed over de gevorderde oppervlakte zal zqn weggeruimd. „Met den aannemer K. van Wijngaarden IJzn. werd wegens de uitvoering dier voorzieningen eene overeen komst getroffen, welke op 29 December werd goedge keurd, waarop dadelijk last tot begin dier werkzaam heden werd gegeven. „Zoodra de allereerste verschijnselen van onderloops- heid waren waargenomen, werd als voorloopige voor zorgsmaatregel, tegen den bazaltkolkmuur, scheidende het kanaal van de groote schutkolk, een zand enklei- berm gestort, die September jl.dus na oogeveer zes maanden te hebben gelegen, plotseling gedeeltelijk wegzaktewaarmede daar ter plaatse de onderloopsheid had opgehouden. „Daar het thans door de commissie voorgestelde en uitgevoerd wordende plan eene meer volkomen wijze van zandbestorting is, doet dit hoop op eene gunstige uitkomst tot herstel der sluis voeden." Het bestuur van het 2Se Nederlandsch landhuishoud- kundig congreste Zierikzee te houden, heeft eene circu laire verzonden, houdende mededeeling dat dit coDgres op 23, 24, 25 en 26 Juni a. aldaar zal gehouden worden en o. a. ook verzoek tot medewerking door het indienen van vraagpunten betreffende de op dat congres te be handelen onderwerpen, teneinde het op te maken pro gramma zoo belangrijk mogelijk te doen zijn. Dit be stuur bestaat uit de heeren mr. J. Moolenburghvoor zitter, mr. J. P. N. Ermerins, 3* secretaris, mr. J. A. Bolle, 2° secretaris, J. van der Vliet, penningmeester, jonkheer W. M. H. de Jonge, jonkheer W. van Citters, H. G. Mulock HouwerJ. Hoogenboom Bz. en B. G. van der Have. Ook circuleeren bij de ingezetenen van Schouwen en Duiveland inteekenlijstenom lid van dat congres te worden tegen betaling van f 2. Blijkens een telegrafisch bericht van den minister van koloniën aan de familie te Groningen, is de 2e luitenant der infanterie van het Oost-Indisch leger A. Beekhuis, op 30jarigen leeftijd, bij de expeditie tegen Atsji gesneu veld. De overledene was eerst in Juni 1873 tot officier bij de Indische landmacht benoemd. Hij was een zwager van generaal-majoor Kohier. Blijkens de Staats-courant van heden zijn in de week van 1 tot 7 Februari jl. aan Aziatische cholera over leden: in Zuid-Holland 2 personenwaarvan 1 te Gouda en 1 te Waddinxveen; in Utrecht 1 persoon, en wel te Utrecht. Het totaal der in de vorige week in het rijk aan die ziekte overledenen bedroeg! alzoo 3 personen tegen 2 in de week van 25 tot 31 Januari, 10 in de week van 18 tot 24 Januari, 7 in de week van 11 tot 17 Januari, 5 in de week van 4 tot 10 Januari, 2 in de week van 28 December tot 3 Januari13 in de week van 21 tot 27 December, 19 in de week van 14 tot 20 De cember, 9 in de week van 7 tot 13 December11 in de week van 30 November tot 6 December24 in de week van 23 tot 29 November, 28 in de week van 16 tot 22 November, 39 in de week van 9 tot 15 November, 36 in de week van 2 tot 8 November, 34 in de week van 25 October tot 1 November26 in de week van 19 tot 24 October21 in de week van 12 tot 38 October, en 9 in de week van 5 tot 11 October. Omtrent het plan der Nederlandsche kunstschilders om aan Z. M. den koning op 12 Mei a. een eigenaardig cadeau aan te bieden, verneemt het Dagblad van Zuid- Holland en 's Gravenhage nader, dat dit plan reeds een begin van uitvoering heeft gekregen in een jl. Dinsdag gehouden vergadering van leden en buitenleden der maatschappij Arti et Amicitiae. Het denkbeeld is dus ontstaan in den boezem van voornoemde maatschappij, welker leden en buitenleden zoo werd op de vergadering van Dinsdag besloten uitgenoodigd zouden worden om elk een bijdrage te leveren ter verwezenlijking van het schoone denkbeeld, dat met te meer bijval werd begroet, omdat men tevens vernam, dat Z. M. voornemens is op het Loo een naar alle eischen doelmatig ingerichte schilderijzaal te laten bouwen. De schilderwerken van de deelnemers zouden dan op paneeltjes, zoo mogelijk van dezelfde grootte (16 bij 20 a 22), in fraai gebeeldhouwde en door gouden biezen afgezette kaders geplaatst en daarin doelmatig gegroe peerd worden, zoodat allen een plaats vinden in een der groote kaders, welker aantal natuurlijk nog afhankelijk is van het cijfer der deelnemers. Bovendien moet de commissie voor de kaderB omtrent de uitvoering, die hier in hoofdtrekken is medegedeeld, nog nadere voor stellen ter tafel brengen. Wij behoeven er nauwelijks by te voegen zegt het Dagblad dat mannen van voortvarend initiatief en zeldzame begaafdheden aan deze sympathieke onderne ming eer. krachtigen stoot hebben gegeven. Wij vinden het slechts jammer, dat de artisten, die toevallig geen lid zijn van het Amsterdamsch genootschap, Hitgesloten zullen zijn om ook hun bijdrage te leveren tot verwezen lijking van het uitmuntend denkbeeld, dat ieders goed keuring zal wegdragen, mits ieder kunstenaar ook in de gelegenheid worde gesteld, om er zijn bescheiden krach ten aan ten offer te brengen. Deze afscheiding heeft reeds ten gevolge gehad, dat de élèves en ook de oud-pensionaires van Z. M. den koning, die natuurlijk voor 't meerendeel geen lid van Arti zijn, zich afzonderlijk hebben aangesloten ter ver wezenlijking van de allerloffelijkste gedachte, om hun mil den beschermheer op zijn jubileum een album met teekeningen van hun land aan te bieden. Dat zal een dankoffer zijn, 't welk Z. M. alleraangenaamst zal treffen. In zoo ver is die afscheiding dus zeer verklaarbaar. Reeds een 90tal, waaronder de meest gevierde artisten ook uit den Haag, hebben hun deelneming toegezegd aan het plan van de schilders, dat door een onzer voor naamste genootschappen ter bevordering van schoone kunsten georganiseerd, slechts een korte opwekking noodig had om reeds aanvankelijk te slagen. Naar men verneemt heeft Z. M. de koning het besluit der provinciale staten van Zuid-Holland, in hun laatste najaarsvergadering genomen, tot inrichting van een zelfstandigen provincialen waterstaatsdienst in die pro vincie, goedgekeurd. Benoemingen en besluiten. eereteekenen. Verlof verleend aan m. Coster, consul-generaal der Nederlanden te Parijs, tot het aan nemen en dragen der versierselen van officier van open baar onderwijs (officier de l'instrnction publique), waar toe hij benoemd is geworden door den Franschen minister van openbaar onderwijs, eeredienst en schoone kunsten. Onderwijs. In de Staats-courant van heden is opgenomen het aan den commissaris des konings in Overijsel uitge bracht verslag der commissie, belast met het afnemen van het eind-examen der hoogere burgerscholen in de provincie Overijsel, in het jaar 1873. Een vrij groot aantal hoofdonderwijzers uit Zutfen en omstreken heeft een adres van dankbetuiging gezon den aan den heer A. Moens, lid van de tweede kamer der staten-generaal, voor de woorden, door hem in de vergadering van 3 en 6 December jl. gesproken tot handhaving en bevordering van het goed recht der openbare school. Kerknieuws. Bedankt voor het beroep tot predikant bij de Chris telijk gereformeerde gemeente te Colijnsplaat door den heer A. Brink, te Neuzen. Op het zestal ter beroeping van een predikant bij de Nederduit8che hervormde gemeente te Harlingen zijn geplaatst de heeren: G. A. Fijnvandraat, te Beert; J. van Heerde, te Oudewater; J. A. Gerth van Wijk, te Gronin gen; J. Noordink, te Oene; H. A. E. Heinecken, te Hij- laardG. J. Vos Az., te Middelburg. Marine en leger. Na afgelegd voorloopig examen, gehouden te 's Her togenbosch van 39 Januari tot 4 Februari jl., zijn tot het aanstaand eindexamen voor den rang van 2en luitenant toegelaten de volgende onderofficierenregiment gre nadiers en jagers: van Overveldt, Ten Broek,Steinmetz, de Blauw, Bosboom en van Lente; le regiment infante rie: de Bruine; 3e regiment infanterie: Rolandus Hage- doorn, Driessen, Sanders en Brunette de Rochebrune; 4e regiment infanteriePicard; 5e regiment infanterie: Bal, Leendertz, Taaie, Ten Bosch6e regiment infanterie: Ebeling; 7e regiment infanterie, Makkink, vanDnra, van Bommel, van Vloten, Lodewijks, van Everdinge; 8e re giment infanterie: Jackson, de Man, Schenck, Sikkens, Beets. De minister van oorlog heeft een wijziging ge bracht in het eindexamen voor de officieren, gedeta cheerd bij de stafschool. Bedoeld examen zal na het einde van den vierden wintercursus, in April, ter plaatse waar die school gevestigd is, worden afgenomen door een commissie uit het leger, onder voorzitterschap van den chef van den generalen staf, en waarin als leden zitting zullen nemen opper- of hoofdofficieren ten minste twee en altoos een van elk der wapens, waar toe de le examineeren officieren behooren, en de direc teur der stalschool. Het doel van dit examen is om te onderzoeken: 1« of die officieren hun studiën met vrucht hebben volbracht en bij alle verschillende dienstverrichtingen van hun praktische geschiktheid bewijs hebben gegeven2<> of zij de kennis bezitten, vereischt om als staf-officier te kunnen optreden; en 3» of diegenen hunner welke nog den rang van luitenant bekleeden, in staat zijn om bij het wapen waartoe zij behooren als compagnies-, eska drons- of batterij-kommandant op te treden. De minister van oorlog heeft bepaald dat uit de magazijnen van oorlog voortaan aan de dienstdoende schutterijen, zoolang de voorraad strekt, 10 losse patronen tot achterlaadgeweren per man kunnen worden verstrekt, teneinde die schutterijen tot vermeerdering harer bruikbaarheid oefeningen in het vuur te kunnen doen houden. Door den minister van oorlog zijn bij het wapen der genie benoemd tot hoofdopzichters van fortificatiën: H. N. H. Bakker, A. Hartman, B. W. G. van Ling, W. F. Kappers, thans opzichters van fortificatiën le klasse; tot opzichter van fortificatiën le klasse de fortificatie-op zichter van de 2e klasse W. F. H. Middelkoop, en tot opzichter van fortificatiën 3e klasse don sergeant van het bataljon mineurs en sappeurs J. van Bel. Rechtzaken, Donderdag is voor bet hof van appèl te Parijs een aan vang gemaakt met het proces der erfgenamen van Charles Guillaume Naundorff, zich genoemd hebbende hertog van Normandië en zoon van Lodewijk XVI en Maria Antoinette, tegen den graaf van Chambord. De gerechtszaal was zoo vol, dat de erfgenamen hunne plaatsen ternauwernood konden bereiken. Mr. van Baren, advocaat te Rotterdam, die Jules Favre in de verde diging bijstaat, zat bij dezen, en graaf Gruau de la Barre bevond zich naast de erfgenamen. De eisch strekt tot herziening der akte van het overlijden van den dauphin, zoon van Lodewijk XVI, en tot terug gave der nalatenschap van dien koning en van Maria Antoinette, die in het bezit kwam van den graaf van Chambord. De graaf van Chambord beeft zich ter terechtzitting niet doen vertegenwoordigen. De tegenwoordige eischers zijn: 1° mevrouw Jeanne Amélie, geboren te Spandau den 31cn Augustus 1819; 2° mevrouw Amélie Antoinette, geboren te Crossen in 1829, echtgenoote van den heer Sebastiaan Willem van der Horst; 3° Louis Charles, geboren te Crossen in 1831, zonder beroep; 4° mejuf frouw Auguste Marie Thérèse, geboren in 1835, allen wonende te Breda en bij den burgerlijken stand inge schreven als kinderen van Charles Guillaume Naundorff, horlogemaker, en van mevrouw Jeanne Frédérique E inert, zijne echtgenoote; 5° Adelberth, geboren in En geland den 26en April 1840, le luitenant bij het regiment grenadiers en jagers, te 's Gravenhage in garnizoen, en als Nederlander genaturaliseerd onder den naam van de Bourbon6° do heer Ange Emmanuol, geboren in 1843, machinist bij de Nederlandsche marine. De beide laat- sten zijn bij den burgerlijken stand ingeschreven als kinderen van Charles Louis de Bourbon, hertog van Normandië, en van vrouwe Jeanne Einert, zijne echt genoote. Eindelijk 7° mevrouw Jeanne Frédérique Einert, gehuwd te Spandau den 19 November 1818, weduwe van Cbaxles Guillaume Naundorff. Al deze erfgenamen hebben, onder benefice van in ventaris, de nalatenschap van den vader eu echtgenoot aanvaard, gelijk uit een behoorlijk te 's Gravenhage opgemaakte akte blijkt. Hun eisch is gericht tegen Henri Dieudonné d'Artois, hertog van Bordeaux, „zich thans noemende graaf van Chambord," achterneef van Lodewijk XVI, wonende op het kasteel te Frohsdorf. Iu een schitterend pleidooi heelt Jules Favre alle punten van den eisch uiteengezet en een verhaal] ge leverd der ontvluchting van den daulphin uit den Temple en van zijn verdere lotgevallen, waarin de volgende bijzonderheden omtrent zijn komst ia de Nederlanden voorkomen. Toen Naundorff van Londen, ca zijne uitzetting uit Frankrijk, te Rotterdam aan kwam (de Nederlandsche consul bad hem een pas af gegeven op den naam van Charles Louis de Bourbon), moest hij 48 uren aan boord van de Batavier ver toeven, alvorens aan wal te stappen. Hij verklaarde aan den inspecteur van politie, dat bij in gezel schap van een Eogelsch hoofdofficier reisde; maar de inspecteur antwoordde: gij hebt een pas op den naam van Charles Louis de Bourbon, en gij zijt de hertog van Normandië. De inspecteur nam hem den pas af en zond dien aan den minister van binnenlandsche zaken. Toen wendde Naundorff zich tot den advocaat van Bnren, die stappen deed tot teruggave van den pas. De heer van Buren ontving hierop ten antwoorddat de manvoor wien hij zich in de bres steldeeen aan zienlijk staatkundig persoon was; dat de Nederland sche regeering hem niet als prins kon erkennen, zon der zich in diplomatieke moeilijkheden te wikkelen. Men zocht Naundorff toen te bewegen naar Londen terug te keerendoch hij wilde dit niet. De minister van justitie verklaarde zich toen bereid, aan zijne collega's een voorstel te doen, volgens hetwelk Charles Lonis de Bourbon de ministers van oorlog en van marine zou laten oordeelen over een door hem (Naundorff) uitgevonden nieuw soort v«*n geschut, en bijaldien zijne uitvioding

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2