MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 27.
Zaterdag
1874.
31 Januari.
Dit Wad verschijnt dagelijks
met uitzondering van den Zondag, den 2« Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.£50.
Middelburg 30 Januari.
KIEUWB POLITIEK?
II.
Heeft de liberale partij, als zoodanig afgescheiden
van de verklaringen en handelingen van de weinigen
nit haar midden die in de laatste jaren tot een meer
bedrijvig aandeel in de politiek geroepen weidenhaar
programma verloochend om, hetzij den door den heer
van Rhemen ingeslagen weg t9 volgenhetzijgelijk
de heer van Goltstein verklaardeeene nieuwe politiek
te volgen van beginselloosheid, transactie en loven en
bieden? Om deze vraag te beantwoorden moeten de
handelingen der liberale partij aan haar programma
worden getoetst. Ook de heer van Rhemen sloeg dien
weg in, en werd tot een bevestigend antwoord geleid;
waarom? Omdat bij de weinig oordeelkundige manier
volgde van alleen op eigen verbeeldingskracht te reke
nen van zich eene karikatuur te maken van de liberaal
koloniale partij en haar programmaenziende dat de
liberale partij de dwaze eischen van dat excentriek
programma niet inwilligdeterstond tot ontrouw
aan hare beginselen besloot. Waar staat geschreven
dat a coup de baguette Westersche begrippen den Javanen
moeten worden ingegoten"? waar dat „de inkomsten
van den staat in de beurzen der particulieren moeten
worden gestort"? waar dat „alle3 wat in Europa goed
of wijs wordt geacht met ontstuimigen ijver ook in
Indië moet ingevoerd worden" De heer van Rhemen
kan deze „liberale beginselen" alleen gevonden hebben
ia de producten der overdrijvende reactionaire dagbla
den maar niet in de geschriften der denkende man
nen van de liberale richtingook niet in de serieuse
liberale organen in de pers. Wij drukken op de woorden
denkend en serieus, omdat het ons wel bekend is dat
sommige overdrijvers nu en dan met excentrieke eischen
zijn voor den dag gekomendie aan de eerste en laatste
der door den heer van Rhemen gefingeerde liberale
beginselen beantwoorden; wij herinneren ons ook de,
gelukkig tijdig ontspoorde voorloopster der Calorado-mijn-
compagnie, de West-Javakoffiecultuur-maatschappij, die
naar het in de tweede plaats genoemde beginsel opge
zet scheen. Die overdreven eischen zijn echter door
de serieuse liberale mannen óf geïgnoreerd óf uitdruk
kelijk bestreden, en de opgezette monstermaatschappij
heeft, zelfs bij den minister die de cultuurwet ontwor
pen had, zoo weinig steun gevonden, dat ze in de
geboorte is gesmoord. Wanneer een zoogenaamd liberaal
minister opgetreden was met plannen in de richting
van het programma waarmede de heer van Rhemen
ons tracht op te sierendan zou hij misschien vah den
heer van Rhemen een complimentje hebben ontvangen
voor de beginselvastheidwaarmede hij zijn grotesk
programma trachtte ten uitvoer te leggen, maar wij
kunnen den Gelderschen afgevaardigde de verzekering
geven, dat de liberale partij dien man niet aan het
werk zou hebben gelaten.
Maar wat is dan het liberaal programma op liberaal
gebied? Wij willen de algemeene richting, waarin de
liberaal koloniale partij zich beweegt wedergeven in de
dezer dagen gebezigde woorden door iemand, wiens
getuigenis noch door den heer van Goltstein noch door
den heer van Rhemen zal worden gewraakt. De heer
's Jacob, van de tweede kamer, gaf dezer dagen onder
den titel „Waarheid of vuurwerk?" eene brochure uit,
waarin bij het streven der liberale partij in de volgende
trekken schetst:
„Zoo ik wel zie, dan werd door de hoofdmannen die
wisten wat ze wilden, het navolgende bedoeld: de
vaststelling van een verband vaD regels en voorschriften
waardoor eene vervormde inrichting van het Oostersch
huishouden, eene wijziging van den privaatrechtelijken
toestand en van enkele publiekrechtelijke instellingen
der aborigines inzonderheid met betrekking tot land
bezit en gemeentewezen met de vestiging van het
grondrecht op den bodem van het geschreven Neder-
landsch burgerlijk recht, werd verzekerd. Eene maat
schappelijke inrichting, toegerust met levendiger krachteD
en hulpbronnen dan de bestaandemoest daaruit nood
wendig voortvloeien. Zij zou zich vooral in tweeërlei
hoogst gewichtig gevolg openbaren. Vooreerst: in de
verrijzenis van een gezond belastingstelsel, steunende
op den aanslag, naar billijken maatstaf, van iederen
Indischen landbouwervoortaan eigenaar van zijn akker,
in eene algemeene grondbelasting. Deze was bestemd
te worden, zoo al niet de eenige, dan toch de hoofd
bron van staatsinkomst, de sleutel van bet nieuwe
stelsel. Ten anderen: in de wording van eene samen
hangende orde van zaken, waarborgende vrije ontwik
keling door vruchtbare samenwerking van Ëuropeeachen
ondernemingsgeest, Europeesche kapitalen en Europeesch
verstand met inlandsch arbeidsvermogen vrijwillig,
alzoo zonder tusschenkomst der overheid, aangeboden.
De van alle lasten en corveën vrijgemaakte Oosterling
zou, wel niet op eens, maar allengs tot arbeidsleven
ontwaken. De kiemen er van waren voorhanden en
zoowel in hem persoonlijk als in de nieuwe sociale
regeling verscholen. Een talrijke klasse van werklie
den bereid tot dienstverhuur tegen matig loon
zou als van zelve worden gevormd."
Wij gelooven dat de heer 's Jacob hier het streven
der liberalen op koloniaal gebied met scherpzinnigheid
en eerlijkheid schetst Geen plotselinge veranderin
gen, geen coups de baguettegelijk iD de karikatuur van
den heer van Rhemen, maar een streven naar geleide
lijke ontwikkeling onzer bezittingen op politiek en
mercantiel gebied, dus in eene tegenovergestelde rich
ting van die van het oude stelsel dat, al kon het van
alle "mhaerente gebreken worden gezuiverd, altoos dat
onvermijdelijk gebrek had van te rusten op kunstmatige
grondslagen, die bij een of anderen feilen schok aan
het gebouw begeven zonden. Wellicht is het voorop
zetten van het middel, het werken door middel van
het Staatsblad, een trek die de photografie minder
gelijkend doet schijnen, maar wij erkennen dat het
ietwat doctrinair streven naar wetten van vele woord
voerders der liberaal-koloniale partij daarvan tot zekere
hoogte de schuld draagt. Velen hebben uitsluitend in
het Staatsblad heil gezocht, on voorbijgezien dat elke
maatregel tot verbetering van den cnaterieelen toestand
der bevulking moet bijdragen om de geleidelijke sociale
hervorming in de hand te werken. Eu men verlieze
daarbij niet uit het oog dat die hervorming niet ligt
in den geest der liberalen alleen, maar in de geheele
richting van den tijd. Komen zal ze eenmaalzelfs
de heer van Rhemen erkende dit; het onderscheid tus-
schen liberaal en conservatief ligt hierin dat de eerste
haar een weg wil banen en haar wil in de hand wer
ken terwijl de conservatief zich tegen haar verzet op
gevaar van overvleugeld en vernietigd te worden, of
wel, evenals het eerste kamerlid uit Gelderland, uit
vrees of uit aangeboren traagheid de onvermijdelijke
maatregelen aan zijne achter-achterkleinkiuderen over
laat. Wie het de taak van den wetgever acht den
weg voor de beweging der tijden geleidelijk te maken
en dus zijn land voor scbokken en ondergang te be
waren zal, dunkt ons, erkennen dat de liberale koloniale
politiek, in beginsel althans, de verstandigste is.
Maar nu van de beginselen tot de praktijk overgaande
enmet het aangeduid voorbehoud's Jacob's programma
vasthoudende, vragen wij: heeft de liberaal-koloniale
partij zich in de laatste jaren in eene andere richting
bewogen? Wij weten het, zij is, aan de regeering
zijnde, nu en dan werkeloos gebleven waar de omstan
digheden gunstig waren voor stappen op den goeden
weg, en heeft ons daarom in de verwachtingen omtrent haar
staatsbeleid teleurgesteld. Goed handelen toch is een
groote kunst, maar tijdig handelen en juist zoover te
gaan als de omstandigheden gedoogen is nog grooter
kunst; welke niet ieder staatsman verstaat. Wat do
liberale partij dus aan de liberale ministers van kolo-
Verder citceren wij niet. Alleen terloops wijzen wij op
eene dwaling van den lieer 's Jacob, die bierop volgen laat:
„Dit ingewikkeld maatschappelijk probleem heet opgelost dooi
de wetten van 7 April en 21 Juli 1870, de zoogenaamde
agrarische wet en suikerwet." Geen enkel liberaal, „die weet
wat hij wil" ziet in de agrarische wet iets anders dan een
eersten stap, eene eenvoudige vingerwijzing, welke op zich
zelve niet van zoo heel veel waarde ia of van groote gevolgen
zal kanneu z$c.
niën verwijten kan, is dat zij nu en dan wat te be
schroomd zijn geweest en gunstige oogenblikken hebben
voorbij laten gaanmaar dat zij hun kunnen verwijten
aan de beginselen hunner partij ontrouw te zijn ge
worden en eene andere richting ingeslagen zijn is even
onwaar als de liberale partij zich zelve bewust is van
ee „Tiipuwe politiek" te hebben aangenomen of, ge
lijk men het in de eerste kamer uitdrukte: „conserva
tief water in den liberalen wijn te hebben gedaan".
Aan de onzinnigegroteske politiek die de heer van
Rhemen haar toedicht, heeft de liberale partij als zoo
danig nooit hare adhaesie geschonkenal werd ze door
enkelen verkondigd; maar den in het programma van
den heer 's Jacob ingeslagen weg is zij blijven volgen,
en zij zal dat blijven doen zoo laDg haar werk niet
voltooid is, zoolang Iudië niet in het bezit is van al
die politieke eu materieele instellingen, die het land
voor eene gevaarlijke crisis bewaren en zijne ontwikke
ling en welvaart, op breede nieuwe grondslagen, be
vorderen zullen.
Bij de regeering is een telegram ontvangen uit lndië,
waarin gemeld wordt, dat de val van den kraton in
Iudië een goeden indruk heelt gemaakt.
Omtrent verdere krijgsverrichtingen of geleden ver
liezer) zijn geen nadere berichten ontvangen.
Liet clipperschip 's Gravenhage, behoorende aan de
reederij onder directie van de heereo Zeijlen en Decker,
te Rotterdam, is heden middag door de Bluizeu bij
Veere alhier voor de loskade gekomen. Het was bij
zijne aankomst met tal van vlaggen en wimpels ge
tooid en aan boord werden vreugdeschoten gelost,
terwijl het door de hier op de aanlegplaats verzamelde
menigte met een hartelijk hoezee! werd ontvangen.
Met intrekking van zijn besluit van dan 23 dezer,
waarbij de verkiezing in het kiesdistrict Gouda, ter
voorziening in de vacature, ontstaan door het overlij
den van jonkheer de Brauw, was bepaald op Dinsdag
17 Februari a., heeft de minister vau biaaenlaudsche
zaken thans bepaald, dat die verkiezing zal plaats
hebben op Vrijdag den 13" Februari a. en de her
stemming, zoo die noodig is, op Vrijdag 27 Februari
daaraanvolgende.
In het bijvoegsel der Staats courant van gisteren wordt
medegedeeld eene tabelaantoonende verkeer en op
brengst van de kantoren van de rijkstelegraaf gedu
rende het jaar 1873. De opbrengst van het binnen-
landsch verkeer bedroeg f 408,877.47die van het in
ternationaal verkeer f 224,797.79, samen alzoo 631,675.20.
Met de opbrengst van doorgezonden berichten ad
ƒ36,289.954 bedraagt het algemeen totaal f 667,965.21^.
De Staats-courant van heden bevat de wet van den
20" Januari 1874, houdende voorloopige vaststelling
van hoofdstuk VI der staatabegrooting voor het dienst
jaar 1874.
Evenals bet hoofdbestuur der Hollandsche maatschap
pij van landbouw, heeft nu ook het hoofdbestuur van
de Maatschappij van landbouw in de provincie Gronin
gen aan de tweede kamer een adres gezonden, waarin
zijne groote belangstelling in en sympathie voor het
voorstel van de heeren Gratama, Idzerda eu van Kerkwijk,
tot intrekking van de bijzondere bescherming van de
jacht en het jachtbedrijf, worden uitgesproken. Deze
adressanten gaan niet uit van de schade, die door het
wild aan den landbouwer wordt veroorzaakt, maar van
dezen hoofdgrond, „dat het algemeen belang in dezen
beperking van het eigendomsrecht derj grondeigenaren
niet rechtvaardigt."
Door den Nederlaudschcn consul-generaal te Bern is
de beer L. E. Gauchat aangesteld tot zijn vice-consul
aldaar.