militaire autoriteit, zonder dat te vena nadere aandui ding geschiedt van degenen, die djor hen voer de schuldigen worden gehouden. Eene andere opmerking geldt de straffen, door som mige militie-commissarissen opgelegd. Enkele dezer ambtenaren verkeeren omtrent hunne bevoegdheid dien aangaande nog altijd in het onzekere. Omtrent bet straffen door de militie-commissarissen kan verwezen worden naar hetgeen daaromtrent in 's ministers missive van 15 November 1872 n° 186, is aangevoerd. Door sommige militie commissarissen is aangedrongen op de aanwijzing, door de gemeentebesturen, van loka len tot het houden van het onderzoek, inzonderheid voor het "geval van ongunstige weersgesteldheid. De wenschelijkheid van dergelijke aanwijzing, reeds vroe ger aangetoond, schijnt geen nader betoog te ver- eischen. Opnieuw is door een der militie-commissarissen de aan dacht gevestigd op bet zwak samenstel der zakboekjes van de verlofgangers. Onlangs werden, volgens mededeeling van den minis ter van oorlog, vanwege zijn departement bevelen ge geven om, zoodra do tegenwoordige voorraad zal zijn verbruikt, aan de manschappen der nationale militie een zakboekje uit te reiken van hetzelfde model als dat voor de vrijwilligers bestemd, hetwelk voorzien is van een stevig perkamenten omslag. Hierdoor is, gelijk vertrouwd mag worden, aan het geopperd bezwaar betreffende de zakboekjes der verlofgangers zooveel mogelijk tegemoet gekomen. Eindelijk is uit verschillende verslagen gebleken, dat door vele burgemeesters bet voorgeechrevene in art. 77 van Zr. M\ besluit van 8 Mei 3862 (Staatsblad n° 46) niet wordt opgevolgd. Eene aansporing tot naleving vau dat artikel schijnt uit dien hoofde niet overbodig. Wat de miliciens betreft, in de termen van oproeping vallende, die zich reeds voor de najaarsoefeningen bij hunne korpsen in werkelijken dienst bevonden, heeft de minister van oorlog medegedeelddat hij d9 kommandeeren de officieren der betrokken korpsen in tijds beeft aangeschreven om hen, te rekenen van den dag waarop zij anders in het genot van groot verlof zouden hersteld zijn, ter zake van hunne over treding der militiewet, gedurende drie maanden in dienst te houdeD. Van het bataljon mineurs en sappenrs te Utrecht zijn eenigê onderofficieren en manschappen gedetacheerd op de forten te Hanswijk, te Schalkwijk en te Vechten, teneinde ten behoeve vau de verschillende werken der genie aldaar werkzaam te zijn. Gemengde berichten. De kapitein van de Engelsche bark Mizpa, die jl. Maandag met vier zijner manschappen ter reode van Vlissingen gered werd door de manschappen van het Belgische loodswezen, heeft aan zijne redders eene be looning van f 100 toegekend. De groothertog van Luxemburg heeft tot ridder der orde van de Eikenkroon benoemd den beer Ferdinand von Hellwald, te Weenen. Bij Heerlen is weder een steenko'enlaag ontdekt. Er hebben nog verdere onderzoekingen plaats. Uit Luik wordt gemelddat van 5 tot 15 Januari de prijzen der steenkolen aanmerkelijk zijn gedaald. Donderdag jl. heeft op last der regeering van het groothertogdom Luxemburg een jacht op wilde zwijnen plaats gehad in de bosschea van Eransdorff, daar de bevolking veel schade leed door de verwoestingen door die dieren aangericht. Benige jagers eu twaalf gedres seerde honden Blaagden er in 6 wilde zwijnen af te maken, ieder van ongeveer 45 a 50 kilogrammen. In het geheel zijn thans sedert 15 November in het groot hertogdom 33 wilde zwijcen gevangen. De architect Scaramozzi heeft te St. Nicolas in Torraice een tafel gezien, nit een enkel stuk note- boomhoat vervaardigd en die 8 el breed en naar even redigheid lang was. In 1724 gaf keizer Frederik III een prachtigen maaltijd op dit reusachtig blok bout Volgens berekening van een geleerde moet de noteboom waaruit deze tafel vervaardigd is, ten minste negen honderd jaar cud geweest zijn. liet arrondissement Louhacs (Saone-et-Loire) wordt sedert eenigen tijd verontrust door Bohemers, die bet land afloopen en bedden, rooven, dreigen, ja zelfs de lieden, die zich c.p bun weg bevinden, uitplunderen Een bende van die Iacdloopers is op dit oogenblik in het kanton Cuiseau en de aangrenzende gemeenten en boezemt den bewoners ernstige ongerustheid in. Volgens de Courrier de Saöae et Loire zijn verscheidenen van hen aacgevalleo en van alles beroofd. Fracsche paardenkoopers reizen tegenwoordig weder het platteland der provincie Utrecht af, om bij de landlieden tegen goede prijzen paarden te koopen. Niet zelden geven zij tot /800 per slak. De aangekochte paarden worden onmiddellijk naar het buitenland ver voerd. Voor emigratie naar Soïiname worden weder ver schillende ambachtslieden gevraagd, alsmede landbou wers. De laatsten vooral zonden in de kolonie in een groote behoefte voorzien, terwijl de aldaar reeds geves tigde landbouwers meerendeels goede zaken moeten doen. De Duitsche bondsraad heeft bepaalddat de Nederlandsche halve guldenstukken niet meer bij de openbare staatskassen in betaling zullen wordc-n aan genomen. Aan de nationale bank te Kopenhagen is een be hendige diefstal ontdekt, die aan den dader 200,000 kronen of ongeveer 300,000 francs opbracht Een der bedienden, die belast was met het tellen der bankbil jetten, welke aan de circulatie werden onttrokken, bad het middel uitgevonden om van afgesneden stukken nieuwe biljetten te maken, waarvan hij het geld op streek. Daar hij het volle vertrouwen van zijn chefs genoot, heeft hij dat bedrog een geruimen tijd straffe loos kunnen plegen. Een heer te Parijs, die met zijn jonge vrouw en zijn schoonmoeder uit zijn rijtuig stapte om in de Société Générale eenige coupons te ontvangen, vergat bij bet verlaten van het gebouw zijn parapluie, liep terug naar boven, maar kon die nergens vinden. Toen hij echter knorrig beneden en op straat kwam, was zijn lijtuig met paard, vrouw en schoonmoeder verdwenen. Tot nogtoe is noch het rijtuig, noch de inhoud terugge vonden. Yerkoopingen en aanbestedingen. Gisteren is te Koudekerke te koop aangeboden een huis en erf, aan het Zand, wijk C n° 31. Verkocht voor f 1380. Therraometerstand. 29 Jan. 'sav.llu.44gr. 30 'smorg.7u.45gr.'smidd.lu.46gr.'sav,6 u.45gr. Öuitcnlcmö. Algemeen overzicht. Door de Spaansche regeering is een stap gedaan om de Europeesche mogendheden tot de erkenning der republiek uit to noodigen. Een uitvoerig memorandum is door haar aan de buitenlandsche mogendheden ge zonden, waarin zij het karakter en den oorsprong van het nieuwe bewind uiteenzet. Haar politiek programma vat zij in korte woorden samenin hoofdzaak komt het hierop neêr dat zij de constitutie vau 1869 hand haaft, behoudens de bepalingen die betrekking hebben op het koningschap en die bare kracht verloren ca den troonsafstand van den laatsten koning. Zij zal wat de organisatie der openbare machten betreft den regeerings- vorm houden dien zij gevestigd gevonden heeftvoor- loopig zal zij de dictatuur, die door het vorige minis terie uitgeoefend werd, voortzetten. Om haar doel te bereiken acht zij het noodig vooralsnog bevrijd te blijven van parlementaire controle; zij zal alle beschik bare middelen aanwenden om een einde aan den burger oorlog te maken eu de onstuimige hartstochten der demagogie te bedwingen. Daarna zal de publieke opinie, van de onrust welke de oproeren veroorzaken en van het juk der gewapende massa's bevrijd, bare stem uit brengen voor de Cortes die de natie in waarheid zullen vertegenwoordigen. De regeering zal in de leemte voorzien die door de abdicatie van den koning ontstaan is. Verder zal zij in de constitutie die verbeteringen voorstellen welke noodzakelijk gebleken zijn. Zij iden tificeert zich met de roemrijke revolutie van 1868 en in haar bestuur zal de politieke beteekenis daarvan duidelijk zichtbaar blijven. Aan een herstel der Bourbons, waarvoor men zich na den staatsgreep van den 3fD Januari eenigszins bezorgd maakte, wordt dus door de regeering van Serrano niet gedacht. Zij zal handhaven wat zij gevonden heeftde republikeinsche dictatuur ais voorbereidster van de constitutioneele republiek. Tegen dit programma kan bij de Europeesche t ogendheden weinig bezwaar bestaan slechts blijft het de vraag of der regeering de tijd ge laten wordt om haar programma fsn uitvoer to leggen. Ongetwijfeld geeft de rc-geering van Serrano zonder Cortes meer waarborg van stabiliteit dan die van Cas- telar met eene onhandelbare volksvertegenwoordiging, maar een verzekerd bestaan heeft- zij evenmin. En al kan zij aan den eenen kant ook bogen op het bedwin gen van den Carthageenschen opstand, aan de andere zijde is haar door den val van Portugalete een gevoelig verlies door de Carlisten toegebracht. Weet zy deze nederlaag te wrekendan zal de erkenning der Spaan- scbe republiek door Europa niet lang meer uitblijven. Generaal Meriones heeft zijne operatiën tegen de Carlisten hervat, aldus meldt een telegram van Dins dag uit Madrid. Wat heeft hij dan vóór den 27cn dezer gedaan? Was hij vellicht met zijn leger in het noor den om lijdelijk toe te zien dat de Carlisten belang rijke vorderingen maakten? Onbegrijpelijk is het dat de regeering znlk een bericht laat bekend maken; bet vertrouwen in Moriones zal er zeker niet bij winnen, wanneer de regeering zelfs erkent dat hij eerst zijne operatiën begintnu de Carlisten belangrijke voordeelen behaalden, in plaats van dit te beletten. De rol door Moriones gespeeld tijdens en sedert den coitp cCélat van den 3ea Januari is zoo dubbelzinnig geweestdat het wellicht zeer wenschelijk ware, wanneer het gerucht bevestigd werd dat Moriones zijn ontslag als opperbe velhebber van het noorderleger heelt ingediend en Serrano zelt zich aan het hoofd van het operatieleger zal stellen. Ook Gladstone beeft de critiek van zijn politieken tegenstander beantwoord. In eene redevoering aan zijne kiezers te Greenwich heeft hij gisteren zijne beginselen uitvoerig uiteengezet en de verwijten van Disraeli be antwoord. De bijzonderheden zijner redevoering zijn voor niet-Engelschen van minder belang, zoodra meu met de hoofdquaestiën, waarover de verkiezingsstrijd zal loepen, bekend is geworden. Alleen de uitslag van dit politiek tournooi tusschen Gladstone en Disraeli boezemt in het algemeen belang invermelding verdient in dit opzicht de ruiterlijke verklaring van Gladstone, dat hij het bewind zal neerleggen wanneer blijkt dat de liberale partij onderling verdeeld is. Die verdeeld heid in zijne partij veroorzaakte hem reeds de neder laag op de Iersche universiteitswetaan een tweede nederlaag wil hij zich niet blootstellen. Of echter de kiezers zich door deze bedreiging zullen laten weer houden om hunne stemmen op de meer geavanceerde liberalen uit te brengen, zal nog te bezien staan. Opnieuw hebben eenige herstemmigen voor den Duit- schen rijksdag plaats gehad, namelijk te Hamburg, te Ber lijn, te Kiel, te Mainz enz. Ia het algemeen is de uitslag dezer herstemmingen gunstig voor de regeering. Ia het le district zoowel als in het 2e district van Ham burg werd de sociaal-democraat Hartmann door de liberale tegen-candidaten Moering en Schmidt met groote meerderheid geslagenin het district Kiei moest dezelfde demagoog wijken voor den FoHschrills man Hauel, te Berlijn bleef de befaamde Hasenclever verre weg in de minderheid tegen den volksman Schultze- Delitsch, die slechts aan eene herstemming werd bloot gesteld door de onverschilligheid der kiezers in het 6* district van Berlijn, waar 20,000 van de 28,000 kiezers bij de eerste stemming te huis gebleven zijn. Te Mainz :3 de liberale candidaat gevallen voor den ultramontaan- schen geestelijke Moufang, die door de scciaaldemocraten gesteund, er in slaagde een kleine meerderheid te ver krijgen. Naar het zich tot dnsverre laat aanzien, is door de herstemmingen de verhouding dor Reich f rund- liche partijen tot de oppositie gunstiger geworden. Von Bismarck cn lamarmora. Na de voorloopige mededeeling van den Daitschen Reichs-Anzeiger en de Norddeutsche Allgemeine Zei- tung, dat de Italiaansche generaal en minister-president in 1866, generaal Lamarmora, in zijn bekend boek „Een weinig meer licht", officïeele bescheiden verminkt en I waarschijnlijk zelfs verdicht heeft, is weinig meer van dit incident vernomen. Alleen the Evening Standard bracht een telegram uit Rome, waarvan ook wij melding maakten, dat der Italiaansche regeering niets bekend was V2n een verzoek der Duitsche kanselarij om de aangehaalde depêches met het origineel te vergelijken. Dit bericht is tot- dusverre niet bevestigd en zal ook waarschijnlijk niet nader bevestigd worden. De mede deeling van den Reichs Anzeiger cn van het orgaan van den rijkskanselier toch stammen direct van ven Bismarck, die zeker niet zoo grof liegen zal. vooral wanneer de leugen onmiddellijk aan het licht moet komen. Eet bericht in het Engelsche blad is dus zeker een canarddoor een of anderen ultramont-ianscheD vijand van von Bismarck vevzonnen. Afgeloopen is de zaak echter nog geenszins, en beide partijen, zoowel von Bismarck als Lamarmora, zullen zeker niet rusten voordat niet „een weinig meer licht", maar geheel licht over de quac-stie verspreid is. Voor beidon is hun pertoonlijke eer iu het spel; bovendien voor von Bismarck zijne populariteit en voor Lamarmora het belang zijner partijnamelijk der ultramontanen. Dat in Italië de quaestie bijzonder de aandacht trekt wordt door den bekenden correspondent van le Temps, den heer A. Erdan, geconstateerd. Onder dagteekening van den 24cn dezer schrijft hij o. a. „Generaal Lamarmora is te Florence gevestigdwaar hij in eenigszins hooghartige en droefgeestige eenzaam heid leeft en gewoonlijk aan niemand zijne indrukken en plannen toevertrouwt. Ik beschouw daarom nog slechts als eene voor het overige zeer waarschijnlijke onderstelling wat men van hem schrijft. Men meldt dat hij gezegd zou hebben, dat hij in een zeer krassen brief den heer von Bismarck uitlegging zou vragen van zijne woorden en voornamelijk van dezen: „Ik zou vau zijne politiek veel meer en veel onaangenamer zaken kunnen schrijven dan hij van do mijne geschreven hoeft.""

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 3