zoogenaamde actieve zeemacht in 't leven wil roepen. Ten opzichtevan de stukken van Atsji herhaalde hij zijne schriftelijke verklaring, dat er na de gegeven ia- lichtingen omtrent de gebeurtenissen tot aan den oor log, niets meer was mede te deelen. Den heer Cremers antwoordde hij ten slotte, dat, terwijl door ongesteld heid van een der ministers de inzending van al de regeeringsantwoordeu was vertraagd, de roden voor spoed met de inzending vervallen was nadat de kamer besloten bad toch eerst 12 Januaii terug te keeren. De minister van financiën verdedigde zijn standpunt. Aan zijne beginselen was hij getrouw geblevenal erkende bij vroeger te veel van voorgangers te hebben geëiscbt. Hij deelde mede dat de opbrengst der mid delen over 1873 de raming met 8 millioen heeft over troffen, zoodat de dienst over dat jaar een vermoedelijk overschot van 3 ton zal opleveren. Voor 't oogenbïik achtte hij derhalve nieuwe belastingplannen niet noodig. Eerst wanneer er groote uitgaven in 't verschiet zonden zijn vastgesteld, zou naar nieuwe bronnen van iakornst moeten worden omgezien. Ten opzichte der comptabi liteitswet wees de minister op de moeielijkheid eener keuze uit verschillende stelsels. Na afloop der algemeene beschouwingen werd hoofd stuk II (booge collegiën van staat) eenparig aangenomen. Bij hoofdstuk III (huitenlandsche zaken) bespraken de beeren Hartsen en Rahusen de suiker- en muntquaes- tien. De heer Borsius besprak het ont,kennend antwoord der regeering, op üe vraag of de pogingen waren her haald tot wijziging van het Nederlandsch-Belgisch loods- reglement voor de Schelde? De regeering verklaaide dat die pogingen niet zijn herhaald, omdat het, blijkens de ondervinding, toch vruchteloos zou zijn. Hij laat daar in hoever het sluiten van een internationaal ver drag, gelijk onlangs heeft plaats gehad, niet de ge schikte gelegenheid ware geweest om die pogingen te herhalen. Het t enige middel tot redres zal zijn, dat de minister van marine de zaak ter harte neme en de distantie-gelden afschaffe. Thans worden de vreemde schepen ten koste der Nederlandsche bevoordeeld. De tijd tot regeling langs diplomalieken weg is nu voorbij. Do heer van Goltstein vroeg overlegging van de stukken betrekkelijk de spoorwegaausluiting in het noorden. Dit laatste werd door den minister van buitenland- sche zaken toegezegd, die „op goede gronden" der kamer ontried op dit oogenbïik verder in deze zaak te Treden. Ten opzichte van de suikerquaestie moet de termijn worden afgeschaft, waarop de conventie van 18G4 afloopt, en omtrent de munt-aangelegenbeid hadden deskundigen het internationaal overleg ontraden. De zaak van het loodsreglement zou de minister bij de eerste daartoe geschikte gelegenheid weder ter sprake brengen. Ook hoofdstuk III werd daarna met algemeene stem men aangenomen. eerste kamer. Zitting van "Woensdag 14 Januari. (Per telegraaf.) Hoofdstuk IV (justitie) der staatsbegrooting voor 1874 werd met algemeene stemmen aangenomen. Op eene vraag van den heer Prins omtrent de be weerde ^«'-gevangenzetting van een omgekocht persoon, om den verdachte de Jong uit te höoren in zake den moord van mevrouw van der Kouwen, verklaarde de minister van justitie later te zullen antwoorden. Inmiddels gaf hijvoor het geval het feit mocht blijken te hebben plaats gehad, zijne hooge afkeuring daarover te kenneD. De spoorwe&begrooting voor 1874 werd aangenomen. De minister van binneslandschs zaken berhaalde zijne vroegere toezeggingen omtrent een nieuwe overeenkomst met ds Maatschappij tot exploitatie van staatsspoor wegen. Hij verklaarde zich bereid tot een spoedige behan deling van een wet op de politie op do spoorwegen, en gaf zijn hoop te kennen op een spoedigen gunstigen aflcop der onderhandelingen betreffende de aansluiting te Ihrhove. Met de beraadslagingen over hoofdstuk V (binnen- landsche zaken) is een aanvang gemaakt. Gemeenteraad van Goes. Zitting van lOinsdag 13 Januari. Voorzitter de heer Blaaubeen. Afwezig de beeren van Renterghem en de Meule- meesiei. Na mededeeliug van de ontvangst van een paar boek geschenken en van den uitslag der aanbesteding voor het onderhoud van het plaatsoen gedurende 1874; waarover eene kléine discussie ontstaat tusschen de heeren Fransen van de Putte en kallenfels, worden als ingekomen stukken ter tafel gebracht en voor ken nisgeving aangenomen: missives van gedeputeerde sta ten tot goedkeuring der raadsbesluiten omtrent den afstand van grond aan de geïnteresseerden in de mee stoot De zon en omtrent de overeenkomst met M. J. Harincb c. s. betrekkelijk het leggen van een riool; berichten, dat J. J. H. Timmermans is benoemd tot onderboekhouder in de bank van leeniug, alsmede dat mevrouw van Maeoen-Metgier als regentes van het gasthuis, de heeren den Boer en Timans als leden van het armbestuur en mevrouw Vervenne-Burger als regentes van het weeshuis zijn geïnstalleerd. De rekening van de bank van leening over 1873, sluitende met een kwaad slot van /T70.17J, wordt i esteld in handen van de financieelo commissie tot nderzoek, bericht en advies. De specificatie van kosten der gemeente apotheek over 1873 ad f 1425.06 wordt zonder beraadslaging goedgekeurd en vastgesteld. Als lid der commissie van toezicht op de scholen voor middelbaar onderwijs wordt herbenoemd mr. J. I. Del Baere met 9 stemmen. Er waren 2 stemmen uit gebracht op mr. Liebert. Van het burgerlijk armbestuur is ingekomen eene aanvrage om grond in erfpacht ter werkverschaffing aan valide armen, te weten: de gronden van de Ooster schans, kleine schans eo schansdijk met aacbehooren, teneinde die af te graven en in de voorliggende vest te werpen. Burgemeester en wethouders adviseeren tot inwilliging voor f 125 'sjaars, na voorafgaande ver klaring dat die gronden 'niet meer ten openbaren dienst bestemd zullen zijn. Op voorstel van den heer van Hoek worden de stukken verzonden naar defiaan- cieele commissie. Aan burgemeester en wethouders wordt toegestaan een krediet van p. m. f 800, om het nog open vak van de vest aan de Koebarrière te dempen, door af graving van een gedeelte wal aan de Ganzenbarrière. Voorts wordt beslotenop voorstel van burgemeester en wethouders, naar aanleiding van een door den hefr de Witt Hamer geopperd denkbeeld, om voortaan de hulponderwijzers te benoemen zonder bepaalde aandui ding van school, zullende zij den naam dragen van hulponderwijzer bij het lager onderwijs. Eenige aanvragen om remission van aanslag in den hoofdelijken omslag en de belasting op de honden, wegens vertrek, worden zonder hoofdelijke stemming ingewilligd. De beer de Witt Hamer vestigt de aandacht op den slechten toestand van het stationsplein en vraagt of burgemeester en wethouders reeds pogiugen hebben aangewend om daarin verbetering te brengen. De voorzitter zegt, dat reeds vóór 4 of 5 weken geschreven is aan den sectie-ingenieur van den spoor weg en daarop het plein is uitgepaalddoch dat bur gemeester en wethouders vernomen hebber», dat er ver schil is tusschen het rijk en de exploitatie-maatschappij, wie de herstelling moet bekostigen. Na eenige discussie wordt op voorstel van den heer de Witt Hamer besloten, dat de raad zich tot de be voegde autoriteit zal wendenom verbetering in den toestand te verkrijgen. De vergadering is daarna gesloten. öuite. laitö. Algemeen overzicht. Een belangrijke tijding werd Maandag avond in de Sp&ansche hoofdstad ontvangen: Carthagena is in de handen der belegeraars gevallen. Waarschijnlijk hebben de opstandelingen na den val van het fort AfcaJaya inge zien dat elke tegenstand verder nutteloos zou wezen, en daarom van de aangeboden amnestie gebruik gemaakt. Generaal Dominguez had, zooals men zich zal herinne ren, Zondag den opstandelingen 24 uren tijd gelaten om de stad over te geven, en van het hervatten van het bombardement wordt in geen enkel bericht melding gemaakt. In het vermoeden, dat de stad zich uit eigen beweging overgaf, wordt men gesterkt door eenige andere telegrammen, Maandag uit Murcia naar Madrid gezonden. Het eerste betreft eene poging van Galvez aan het hoofd van 200 man om het loit Atalaya met geweld te hernemen, welke poging natuurlijk mislukte. Bij het bericht omtrent dit feit voegt de opperbevelhebber der regeeringstroepen„Wij koesteren de hoop dat Cartha gena zich heden zal overgeven." Aan een hervatten der vijandelijkheden werd dus van die zijde toen nog niet gedacht. Verder meldt een twiele telegram dat Zondag avond eene deputatie van het Roode kruis met drie officieren der insurgenten zich in het hoofdkwartier van generaal Dominguez aanmeldden en een brief van Galvez over brachten, waarin de staking der vijandelijkheden en de benoeming eener commissie gevraagd werd, welke over de overgave beraadslagen zou. De generaal weigerde aan dit verzoek te voldoen en herhaalde zijn eisch dat de stad zich binnen 24 uren onvoorwaardelijk had over te geven. Slechts beloofde hij dat allen, die zich vóór het verstrijken van dien termijn met hunne wapens over gaven, geamnestieerd zouden worden, met uitzondering echter van de leden der junta en van hea, die zich aan daden in striyd met het gemeene recht schuldig maakten. De veroordeelden nit het bagno moesten terstond weder de hun vroeger opgelegde straf ondergaan, terwijl de soldaten ter beschikking van den minister van oorlog gesteld zouden worden. Naar het schijnt hebben velen der opstandelingen van deze gunstige voorwaarden gebruik gemaakt, althans de Numancia heeft Maandag, met de junta en de hoofden van den opstand aan boord, de haven van Carthagena verlaten. Hetzelfde bericht, dat van de inname der stad spreekt, meldt dat dit schip der insurgenten in een ge vecht gewikkeld is met het Spaansche regeeringseska- der. Ernstig schijnt dit gevecht echter niet geweest te zijn, want een telegram van gisteren uit Oran in Algerië meldt reeds dat de Numancia, met ruim 2500 vluchte lingen aan boord, het anker op de reede heeft laten vallen. Eet regeeringseskader heeft das tot het laatste oogenbïik in de dubbelzinnige rol volhard, die het ge durende het gansche drama van Carthagena speelde. Ontelbare malen hief het de blokkade op om steen kolen te halen, hoewel het rneerendeel der schepen houten fregatten zonder stoom vermogen waren! Thans heeft het éen schip zelfs niet kunnen beletten de haven van Car thagena te verlaten Uit Oran wordt dan ook verder gemeld dat de Nu mancia te midden van vijf fregatten van het regeerings eskader de haven van Carthagena verliet. Het garni zoen van Oran is op de been om de landing te beletten, totdat de Fransche autoriteiten ten aanzien van de vluch telingen de noodige bevelen gegeven zullen hebben. De Fransche kamer heeft gisteren de discussiën over de wet op de benoeming der maires begonnen. Louis Blanc en Christophe hebben het wetsontwerp bestreden, dat door den onder-secretaris van staat aan het minis terie van binnenlandsche zaken, den heer Baragnon, ver dedigd of liever verontschuldigd werd wegens zijn zuiver provisioneel karakter. Heden zullen de discussiën wor den voortgezet, die zonder twijfel met bitterheid ge voerd zullen worden. Krachtige argumenten zullen er weinig tegen deze wet worden aangevoerd, in de eerste plaats omdat zij zich zelve veroordeelt en eindelijk om dat het der oppositie niets zou baten. De meerderheid is door haar votum van vertrouwen van gisteren gedwongen om de kroon te zetten op hare eigene vernedering door het repressieve en vrijheid doodende wetje aan te nemen. De Broglie kan er zeker van zijn dat hij binnen wei nige dagen in het bezit zal wezen van zijn machine de guerre tegen republikeinsche verkiezingen. In de ge daanten van maires en politieambtenaren zal het land overgoten worden met officieele verkiezingsagenten, wier roeping hierin zal bestaan dat zij de verdoolde natie terug voeren in de armen der Orleanistische intriganten. Opmerking verdient de depcche in cijferschrift, welke de Broglie daags na de nederlaag yan het ministerie in de zitting van Donderdag aan de prefecten zond. „De stemming van gisteren zegt hij heeft op geheel Frankrijk een diepen indruk gemaakt." Dit is zeker volkomen juist, maar in een anderen zin dan de Broglie bedoelt. Maandag zal de ware meerderheid der kamer gekend worden, schreef hij, zoodat hij reeds Vrijdag onbeschaamd genoeg was om aan zijne ambtenaren te melden, dat de kamer op haar besluit terugkomen en voor het ministerie bukken zou„De orde is niet ge stoord, en het ministerie zal, zoolang het op zijn post blijft, met de meeste energie voor het behoud daarvan waken." „Zou er, behalve in regeeringskringen, iemand in Frankrijk aan gedacht hebben vraagt le Temps dat de materieele orde in't minst ter wereld gestoord zou kunnen worden door den val van het kabinet, zelfs wan neer die definitief ware Een officieel overzicht van den uitslag der Duitsche verkiezingen is nog niet verschenen. Berlijn heeft zijn ouden liberalen naam gehandhaafd en de zes Fortschritls- mannen: Hagen, Ivlotz, Duncker, Eberty, von Hover- beck en Schultze-Delitsch tot zijne afgevaardigden in den rijksdag met groote meerderheid gekozen. Jrrtijöigcïï. Eergisteren nacht is de Engelsche bark Valetta, ge zagvoerder Huister, geladen met graan van Cuxhaven en bestemd naar Antwerpen, op da kust bij Terheyde gestrand. De uit 10 mau bestaande equipage is door de reddingsboot der Zuid-Hollandsche maatschappij tot redding van schipbreukelingen behouden aan wal ge bracht, doch schip en lading worden als verloren be schouwd. Cjanörlsbmcijtc:? Graanmarkten enz. Rotterdam, 13 Januari. Ter markt van heden war n aangevoerd runderen, vette, nuch tere kalveren, schapen, varkens en biggen. Runderen le qual. 90, 2equal. 70; kalveren le qual. 105, 2C qual. 85schapen 85 cent. Aanvoer nog niet bekend. .amsterdam, 14 Januari. Raapolie op zes weken 36. Lijnolie op 6 weken f 34f. Prijzen van eïfecten. Amsterdam 14 Januari. Nederland *Certific. Werkelijke schuld. 2£ pet. 58£ *dito dito dito 3 68| *dito dito dito .4 „92^ *Aand. Handelmaatschappij 41? 135| dito exploitatie Nea. Staatssp. 114 Belgie. 'Certificaten bij Rothschild - {frankrijk. *Icschrijvingen8 'dito 5 Rusland. *Obligatiën 1798/1816 5 *Certific. adm. Hamburg 5 *dito Hope C°. 1855 6e serie 5 89£ *Cert. f 1000 1864 5 99| *dito. f 1000 1866 5 99j *Loten 18665 *Oblig.Hope&C°.Leening I860 4^ 92f *Certific. dito4 *Inscript.Stieglitz&C°.2ea4L. 4 75£ *Obligatiën 1867—69 4 79*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 3