Bchen den tien dpi ïcbtige en den tiendheffer, wordt ge steld in de eerste plaats het twintigvond van de jaarlijk- sche opbrengst der- laatste 15 jaren, na aftrek der twee voordeeligste en der twee nadeeligste jaren, welke waarde eerst dan, als zij niet door jaarlijksche ver pachtingen kan worden bepaald,'uit de landelijke markt prijzen wordt opgemaakt, terwijl, ala ook zoodanig middel tot begrooting der waarde ontbreekt, de af koop prijs door den rechter, na verhoor van deskundigen, wordt vastgesteld, zoodat bij blokt-enden, waar gedu rende minstens 15 achtereenvolgende jaren verpachting van de geheele opbrengst der tiendschuldplichtigheid heeft plaats gehad, de prijsbepaling niet kan rusten èn op die verpachting èo op schatting. De rechtbank overweegt hierna, dat het uit de stukken van het proces is gebleken dat het onderhavige tiendb'.ok, „de Noord- tiende", gedurende de laatste achtereenvolgende 15 jaren, telkens in haar geheel, zonder splitsing is verpacht geworden; die verpachting is derhalve de wettelijke maatstaf ter bepaling der waarde van de schuldplich tigheid, zonder dat op die waarde van invloed kan zijn de omstandigheid, dat een deel daarvan gedurende enkele dier jaren, of zelfs gedurende al die vijftien jareü, geen tiendbare vruchten heeft opgeleverd. Naar bet systeem der wet ontvangt de tiendheffer, bij afkoop, slechts zooveel kapitaal als in rechtmatige verhouding staat tot het door hem genoten vijftienjarig revenu van zijn tiendeigendom in zijn geheel, met welk systeem niet zal zijn overeen te brengen vergoeding van het in een tiendblok aanwezige zoogenaamde slapende tiendrecht, daar alsdan bet revenu van den tiend heffer, ten koste van den plichtige, die afkoopt, zou worden vermeerderd. Terwijl de eerste slechts aanspraak heeft op vergoeding der werkelijke waarde van zijn eigendom, welke hij ten volle ontvangt als hem het twintigvond van zijne jaarlijke revenuen wordt uitge keerd, zoude, indien de bewering van het kroondomein opgiDg, dat bij bloktienden van den afkoop van het tiendrecht op weiland en boomgaard afzonderlijk moet worden betaald, den tieadplichtige willekeurig een last worden opgelegd, die noch vóór, noch bij het aanbod inhaerent was aan zijne schuldplichtigheid. Ten slotte overweegt de rechtbank nog, dat het overbodig moet worden geacht den wil des wetgevers uit de geschie denis der wet op te sporen, vermits zooals Liervoren is betoogd uit de woorden der wet ondubbelzinnig blijkt, dat de schuldplichtigheid van tienden rust op het geheele tiendblok, op weiland en boomgaard, zoowel als op bouwland, en dat de volle waarde van die schuldplichtigheid in haar geheel in kapitaal wordt vertegenwoordigd door het twintigvond der ge middelde opbrengst van de laatste vijftien jaren. Ruim een jaar geleden is de opperwachtmeester, dienstdoende kwartiermeester bij de maréchaussée van Noord-Brabant en Zeeland, Postumus, naar België ge deserteerd, later hier te lande teruggekomen, werd hij aangehouden, om voor den krijgsraad te 's Hertogen bosch terecht te staan, wegens desertie, enz. Een zon derling incident is echter in deze zaak opgekomen. Postumus beweert namelijk, dat hij niet is gedeserteerd, maar eenvoudig is heengegaao, aangezien bij zijn ver trek ziju engagementstijd reeds jaar en dag geëindigd was, zonder dat hij zich opnieuw had geëngageerd. Hij heeft dus ook gedurende een jaar onwettig geadmini streerd en soldij getrokken. Koloniën. De uit Nederlandsch-Indië ontvangen berichten loo- pen tot den 6en December jl. Aan het algemeen overzicht van de Indiër ontleenen wij het volgende: De tijdingen van de expeditie houden nog geen ge lijken tred met het ongeduld van bet publiek. De vloot ligt ter reede van Atsjidat is al wat wc tot heden weten. Het weder belet operation. Uit telegrammen en brieven van Singapore was 't be kend, dat de meeste schepen een gering aantal zieken hebben gehad. De Sloet eu de Kroonprins maken daarop uitzondering. De regeering hield vier dagen achtereen een telegram, geheim, dat omtrent de Sloet ontvangen was, en wij zagen ons genoodzaakt te publiceeren wat daarvan uit gelekt was. De Sloet kwam aan met 56 gevallen van cholera eu cholerine, maar er waren 9 personen over leden, 6 Earopeanen en 3 inlanders; 40 waren hersteld; 7 bleven in behandeling. Had men dit terstond open baar gemaakt, veel onrust ware bespaard. Uit brieven vernam men nog, dat het stoomcchip Sumatra te Singapore reeds geen behoorlijken proviand had en daar voor f 3000 moest inkoopen. Wie aan boord was, had het er slecht. De machine is den 24en, op het cogenblik van vertrek, gebleken onklaar te zijn en men heeft die boot naar Atsji moeten sleepen, ter wijl men veel last bad met de bemanning, die hier zijnde alleen onder gunstiger voorwaarden naar het oorlogs- tooneel verkoos te vertrekken en dienst weigerde, het geen door den Eogelscben consul echter geschipperd is. De cholera neemt hier ter plaatse en te Samarang af, maar maakt nog menig slachtoffer in het binnenland en op de andere kustplaatsen. De ziekte is nu ook tot de Preanger en Pasoeroean doorgedrongen. Te Sama rang bevioden zich 2 dokters djawa, van hier gezonden om 100,000 inlanders, verspreid over ongeveer 36 vier kante mijlen, geneeskundige hulp te bieden. Wij hebben in het vo ige mail-overzicht, op grond van berichten van Padaog, gemeld, dat de telegraaf tot Singkel niet biDnen eene maand gereed is. Met zeker heid kunnen wij thans zeggen, dat elk oogenblik het bericht te wachten staat, dat de lijn voltooid is. Het is gebleken dat de telegraafkabel tusschen Pinang en Singapore opgehaald en meteen bijl doorgekapt was. Het bestuur der Straits Settlements heeft eene premie van 250 dollars uitgeloofd voor de aanwijzing van den dader. Sommigen zagen daarin het werk van Atsjineezen te Pinaug, om de communicatie met Batavia fe verbreken. Veeleer moet men die stoornis toeschrijven aan de ge makzucht van een schipper, wiens anker toevallig in den kabel gehaakt zijnde, goedvond maar terstond met een bijl er op in te kappen. In de Indiër worden in groote trekken de inzich ten medegedeeld, die de luitenant-generaal van Swieten over de bij den Atsjineeseben oorlog te voeren tactiek in het breede zou hebben uiteengezet. Wij deelen daaruit het volgende mede Waren de toestanden in Indië gelijk aan die, welke zich in Europa voordoen, dan zou het voldoende zijn naar de algemeene beginselen van krijgskunde, welke ginds gevolgd worden, te verwijzen. Doch de beide toe standen zijn in vele opzichten nog al uiteenloopend. In Europa opereeren de legers op eene uitgebreide basis met goede steunpunten en magazijnen, beschik ken zij voor hunne bewegingen over vele wegen en be slaat de orde van bitaille eenige uren gaans, hetgeen in Indië nimmer het geval is. Wat daar deugdelijk is, kan dus hier niet altijd worden toegepast. Een der eigenaardigen zijde van de oorlogen in deze gewesten is, dat de inheemsche volken noch georgani seerde legers, magazijnen, goede wapeneD, krijgskunde noch tactische kennis bezitten. Hunne levende strijdkrachten kunnen dos niet lang vereenigd blijven, waarom ook het zoeken eener spoe dige beslissing niet noodig is, als wij het geschiktste jaargetij in ons voordeel hebben. Eene systematische wijze van opereeren komt dus is ons voordeel en in het nadeel van den vijand. Hij wordt daardoor meestal genoopt uiteen te gaan. De inheemsche volken hebben wijders zelden meer dan éen steunpunt tot basis van bunne verdediging, en dit is meestal de hoofdplaats of zetel van den vorst. Verdringt meu de verdedigers van dat steunpunt, dan verspreiden zij zich en kunnen zij den strijd niet vol houden. De onderwerping is dan nog wel niet verkre gen, maar de hardnekkigheid van den tegenstand is grooten deels gebrokeD. Ook de tactiek der Oosterlingen is zeer eenvoudig. Van manoeuvreeren naar ons begrip hebben zij geen denkbeeld: hunne hoofdgedachte is: gebruik te maken van hunne numerieke meerderheid, om ons te overvleu gelen en ia den rug te bedreigen. Mislukt die poging die ook in den regel door hunne minder goede bewapening geen ernstig gevaar kan aan brengen dan zijn zij ten einde raad en ls detegenstaid in het open veld niet meer van groote beteekenis. De voorzorgen daartegen te nemenzijngoed ver eenigd te blijven en onze macht niet te versnipperen of in kleine afdeelingen op te lossen. Onze numerieke minderheid en de eisch om aan onze eigen troepen vertrouwen te geven, zouden het reeds noodzakelijk maken, indien het ook Diet een hoofdbe ginsel der krijgskunde ware: steeds het grootste gelal troepen vereenigd op hetzelfde oogenblik op het slag veld te brengen. Als wij ods niet laten entameeren en den vijand steeds eene imposante macht tegenoverstellen, zal hij in spijt van zijne getal meerderheid niets ernstigs tegen ons kunnen uitvoeren; hij zal ontzag voor onze krijgskunde, vrees voor onze wapenen krijgen en zich moreel overwonnen achten. Het zij dus een vaste regel, geene geïsoleerde aan vallen met kleine afdeelingen te ondernemen, als de aard van het terrein het niet volstrekt Doodig maakt. Laat de begreeidbeid van den bodem de bewegiDg van groote troepen-af deelingen niet loe, dan moeten wij ons getroosten de beleiselen op te ruimen, of min stens door bnssehen en kampongs breede kolonce-wegen aan te leggeD. Dit zal den marsch wel vertragen en lastig oponthoud geven, maar als men geduldig te werk gaat en zieh den tijd daarvoor geeft, zal de moeite ruim beloond worden door de meerdere zekerheid, dat het bedoelde oogmerk bereikt zal worden, zoDder zich aan groote verliezen bloot testellen. Dealdu3geopende wegen zullen bovendien van blijvend nut zijn voor de gemeenschap met het strand. Wat voor het geheel goed iamoet ook op de afzon derlijke wapenen, infanterie, artillerie en cavalerie wor den toegepast. Gemengde berichten. Blijkens een telegram in de Nieuwe Rotterdamsche courant, heeft gisteren avond in de Jodenhonttuinen, achter de Jodenbreestraat, te Amsterdam, een zware brand gewoed. Hat pakhuis met hout en turf van de weduwe Content is geheel uitgebrand en de aangren zende gebouwen zijn zwaar beschadigd. De brandmees ter Asdonk en vermoedelijk nog drie andere personen zijn bij den brand omgekomen. Ook zijn eenige per sonen gekwetst. De diepgraving van een drinkwaterput aan den St. Jansdwinger te Gravenhage, waarmede de Gebr. van Wetteren een paar jaren zijn bezig geweest (met inbe grip van eenige tijdelijke werkstakingen), schijnt thans geëindigd. Althans heeft de genoemde firma het werk gestaakt. De put was tot ruim 112 meters geboord, maar nog werd geen goed water aangetroffen. Opmer kelijk is het, dat op deze groote diepte nog voortdu rend stukjes hout voorkwamen. Het zou zeer te betreu ren zijn, als de vele duizenden guldens, die de gemeente aan deze onderneming heeft besteed, nutteloos uitgegeven bleken; te meer, omdat juist in dat gedeelte der stad de beboeftè aan goed drinkwater zoo groot is. {N. Rott. cour.) De Haagsehe Nieuwsbode bevat het volgende in gezonden stuk: A. Z. vraagt of er in Nederland kin dereu zijndie op 12 Mei jarig zijn. Voor de uitvoe ring van een bepaald plan is er éen noodig, liefsteen jongentje, die den naam des konings, Willem, draagt. Doch A. Z. verzoekt allen kinderen, die op 12Mii jarig zijn, niet ouder dan 14 jaren, zich franco onder het motto „12 Mei" aan de redactie der Haagsehe Nieuws bode te willen adresseeren. Op alle brieven zal ge antwoord worden. Eergisteren namiddag, te ruim 3 uren, is de expres- trein, die te 2 uren van Luik vertrokken was, nabij het station Hasselt gederailleerd, tengevolge van het breken van een rail. De locomotief met tender en twee wag gons werden uit het spoor geworpen en de schok, daar door veroorzaakt, was vrij hevig. Daar de trein in de nabijheid van het station wa3, had de machinist reeds gestopt. De passagiers kwamen door het oponthoud te laat te Eindhoven, om nog met den op Holland cor respondeerenden trein te kunnen doorgaan. De inschrijving voor de geredde passagiers der Ville du Havre heeft te Havre 136,000 francs opge bracht. Te Bolton in Eugeland heeft een ernstig onge luk plaats gehad in de Atlas ijzerfabriek van dea heer Walmsley. In een der gebouwen stonden acht verticale stoomketels, elk van 20 voet lang, die met elkander door pijpen verbonden zijn. Bovendien waren er een paar groote horizontale ketels. Een nieuwe verticale ketel, die voor het eerst gebruikt werd, sprong op het oogenblik toen de meeste werklieden buiten het gebouw aan het schaften waren in de lucht. Het ijzeren dak van het gebouw werd vernield. De eene helft werd in haar geheel met al de pijpen, die de ketels met de machinerie in gemeenschap stellen en met de ijzeren pijlers, waarop het dak rustte, hoog in de lucht gewor pen en viel met een onzettenden slag, alles ver morse - lende, op enkele ellen afstands neder. In den muur, welke op Fletcherstreet uitkomt, werd een gat van tien meter middellijn gemaakt en „een wolk" leienpaonen en baksteenen werd hoog in de lucht over de stad gewor pen, en de top van den ketel, drie duizend pond zwaar, werd 150 meter ver boven op de smelterij van een andere fabriek geworpen. Een jongen van 17 jaren genaamd Thomas Barlow, werkte op den spoorweg, die niet ver van de fabriek loopt, toen de ontploffing plaats had. Hij liep weg zoo hard als hij Uoo, toen een der ijzeren platen door de lucht snorde en hem, zoo glad als geschiedde het met een bij!, onthoofde. Groote stuk ken van den ketel werden honderd© meters ver over den spoorweg geworpen, en daar al de pijpen stuk werden geslagen, spoot de stoom met woeste kracht overal om hoog, een dichten nevel makende, die belette dat men iets zag. Vijf dooden en twintig zwaargewonden wer den ten laatste gevonden. Verschrikkelijke verwoesting werd aangericht. Overal werden ruiten gebrokenen een gedeelte van St. Mark's church werd, op vyf minu ten afstand van de fabriek, verwoest. Burgerlijke stand. Middelburg. Eerste huwelijksafkondiging van den llcn Januari: P. J. Tisserand, wedr. van C. M. de Krijger, 51 j. met P. de Rijke, wed®, van W. duBois, 45 j. M. J. Guldenberg, jm. 25 j. met C. F. J. Plan- keel, jd. 37 j. (Van 310 Januari.) Vlissingen. Gehuwd: C. J. Terwoert, jm. 26 j. inet M. C. Baan, jd. 25 j. J. de Rijcke, jm. 36 j. met J. Bostelaar, wedc. van J. Baart, 29 j. Bevallen: A. M. Vader, geb.Brand, z.A.C.Tromp, geb. Antheunissen, d. P. Gillissen, geb. Fritz, d. M. J.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1874 | | pagina 2