Cutiten laats.
dan al de andere. Hij ia bang voor haar vandaar
haar succes."
Voor jachtliefhebbers zal wellicht niet onbelangrijk
zijn het voorstel te vernemen van zekeren G. H. Bates
woonachtig te Saybrook, Maclean county, Illinois, Ver-
eenigde staten van Amerika. Hij meent, dat men met
goed gevolg in Engeland en wij zien niet in, waar
om hetgeen hij beweert vau Engeland niet van toepas
siDg zijn zou op onze duinstreken het prairie-hoen
zou kunnen overplanten. Dit hoen is krachtig van
gestel, volstrekt Diet nadeelig voor den landbouw en
zeer vruchtbaar. Omstreeks het midden van April
beginnen de hennen te leggen. In Juni komen de jonge
vogels uit. Elk broedsel is van 12 tot 30 jongen. Bates
meent zelfs dat soms het getal grooter is. Elk hoen
weegt volwassen ongeveer 5 pond. Do hanen zijn wat
zwaarder. Van December tot April kan men ze in groo-
ten getale levend strikkenen iedere vogel zou, ia een
Engelsche haven afgeleverd, ongeveer 10 shillings kosten.
Bates ziet best kans er in eens een paar duizend levend
naar Engeland te brengen. Worden die daar dan op
goede gronden vrij gelaten, dan zouden er in zeven
jaar meer zija, dan Engeland thans inwoners telt. la-
dien iemand nadere inlichting wenscht, dan is Bates
bereid ze te geven. Dagblad van 's Grzvenhage.)
Miss Eliza Sturge, honorair secretaresse van do
afdeeling Birmingham der Nationale vereeniging voor
het stemrecht der vrouwenheeft tegen 22 Januari a.
een meeting uitgeschreven, teneinde tegen dat de nieuwe
Reform bill in het parlement in behandeling komt, de
uitbreiding van het stemrecht tot de vrouwelijke sekse
opnieuw ter sprake te brengen.
Thermometerstaud.
8 Jan. 's av. 11 u. 38 gr.
9 'smorg.7u.37gr.'smidd.lu.4lgr.'sav.0a.41gr.
Staten-generaal.
Blijkens de memorie van antwoord aan de eerste ka
mer is de regeering met de meeste leden, die zich daar
over in eene afdeeling uitlieten, van oordeel dat eene
algemeene verhooging van de traktementen der ambte
naren niet wenschelijk is, omdat de behoefte a .n die
verhoogiog niet overal bestaat of niet in gelijke mate.
Geleidelijk wenscbt de regeering op den ingeslagen weg
voort te gaan, door de bezoldigiogen te verhoogen waar
de billijkheid dit in de eerste plaats schijot te vorderen.
Wat het census outwerp betreft, herhaalt zij het reeds
vroeger gezegde, dat het niet in hare bedoeling ligt de
behandeling uoodeloos te vertragen, veelmin het ontwerp
in te trekken. Nu echter tengevolge van het overleg
met den anderen tak der vertegenwoordiging nadere
inlichtingen zijn ingewonnen, zal men der regeering zeker
den noodigen tijd wel willen laten om de inlichtingen
behoorlijk te onderzoeken teneinde die tot de meest
mogelijke volledigheid te brengen.
De regeering beaamt geheel bet gevoelen dat het on
voorzichtig zou zijn op de tydelyke ruimte van kasgeld
of op buiteogewoon hooge koffieprijzen plannen te bou
wen die aanzienlijke kosten vereischoc, of om die rede
nen belastingen af te schaffen zonder aequlvalent. Het
ligt ook volstrekt niet in bare bedoeling voorstellen te
doen tot afschaffing van belastingen, teneinde zoodoende
een nood der schatkist in het leven te roepen, die over
de vele bezwaren aan elke nieuwe heffing verbonden,
gemakkelijker zou doen heenstappen.
De overeenkomst van 8 November 1864, tot regeling der
suikerbelastiDg, vervalt eerst met 1 Augustus 1375. Over
de vraag of die overeenkomst tegen dat tijdstip verlengd
zal worden heeft nog geen overleg tussohen de daarbij
betrokken mogendheden plaats gehad. Dat zij voor ons
land slecht zou werken, kan in algemeonen zin niet
worden toegegeven. Uit de alleraanuierkelijksta ver
hoogiug toch van de opbrengst der suikerbelas Ling,
sedert 1864, zoowel als uit de aanzienlijke vermeerde
ring vaa den uitvoer van geraffineerde suikers, schijnt
te kunnen worden afgeleid dat de toepassing der over
eenkomst voor de Nederlandsche nijverheid niet zoo
nadeelig is als verondersteld wordt.
Overigens wordt bij het bestuur der belastingen onder
zocht welko verbetering in de wijze van heffing der
belasting naar het suikergehalte zou aan te brengen
zijn. De regeering moet zich haar oordeel tot den
afloop van dat onderzoek voorbehouden.
Er heefi geen diplomatiek overleg plaats gebad met
andere gouvernementen omtrent het tot stand brengen
van eenigerlei overeenkomst ten aanzien van het munt
wezen. De staatscommissie, die over de in ons muntwezen
aan te brengen wyzigingen ia dit jaar aan den koning
verslag heelt uitgebracht waarvan de conclosën in
hoofdzaak zijn overgenomen in het thans bij de tweede
kamer der staten-generaal aanhangig ontwerp van munt
wet ontraadde aansluiting aan andere landen, en de
regeering, zich met de duor die commissie aangegeven
gronden vereenigende, had geene reden tot het houden
van overleg of het openen van onderhandelingen, waar
door bare vrijheid van handelen allicht zou zijn beperkt.
Met het oog op het vermelde wetsontwerp, dat waar
schijnlijk zeer spoedig bij de tweede kamer in beraad
slaging zal komen, meent de minister zich te mogen
onthouden van de bespreking der overige hier behan
delde punten, welke met de bepalingen van dat ontwerp
in het nauwste verband staan.
In éene afdeeling is de vraag gedaan of bij het tot
stand komen der overeenkomst van 2 Augustus jl. met
België, tot wijziging van het Nederlandsch-Belgisch
lood8regiement voor de Schelde, de pogingen zijn her
haald, om in een dezerzijds gewenscbten zin door België
uitvoering te doen geven aan art. 3 G§ 3 van liet gemelde
reglement. Die pogingen zijn niet herhaald geworden,
omdat do ondervinding vroegerlaatstelijk nog in 1872,
opgedaan, geleerd heeft dat deze toch vruchteloos zou
den geweest zijn.
Indien het bij de behandeling van het wetsontwerp op
de rechterlijke tucht zal blijken, dat de vertegenwoordi
ging tot gedeeltelijke herziening der wet op rechter
lijke organisatie hare medewerking meent te kunnen
verleenen, daa zal de regeering niet in gebreke blijven
om op den ingeslagen weg voort te gaan. Verhooging
van de bezoldiging der leden van de rechterlijke macht
ligt in de bedoeling van den minister. Afschaffing van
de emolumenten, vooral der kantonrechterszal daar
mede gepaard kunnen gaan. Tevens zal in overweging
moeten worden genomen of de vermindering van kan
tongerechten en van rechtscolleges, waarop zoo dikwijls is
aangedrongen, niet tegelijkertijd met de verhoogiug
der bezoldigingen behoort te worden voorgesteld. Tegen
over betere betaling mag eenige vermeerdering van werk
zaamheden staan.
Vermeerdering van hot getal der standplaatsen van
notarissen verdient geene onbepaalde goedkeuring.
Algemeen overzicht.
De Fraosche nationale vergadering heeft gisteren hare
zittingen hervat en met eene hoogst onaangename ver
rassing voor het ministerie-de Broglio gedebuteerd. De
regeering is gisteien in eene stemming naar aanleiding
van het wetsontwerp op het benoemen der maires met
42 stemmen meerderheid geslagen. Na de aanneming
van eenige kleine wetsontwerpen, waaronder dat tot
het verleenen van een krediet ten behoeve van de groote
opera, werden de discussiën over het befaamde wets
ontwerp, waarvan de hertog de Broglie zich zooveel
goeds voor het herstel der moreele orde voorspelde,
geopend door den markies de Franclieu, een lid der
uiterste rechterzijde, tot aanbeveling van het door hem
en eenige geestverwanten iogediend voorstel, om de
discussie dezer wet uit te stellen tot de behandeling
der definitieve gemeentewet. De rapporteur van het
ontwerp, de heer Clapier, en de vice-president van den
ministerraad de Broglie, de vader van het welja waar
door de gemeentevrijheid ernstig bedreigd wordt, ver
zetten zich met kracht tegen dit voorstel, terwijl de heer
Ricard van het linker-centrum daarvoor sprak. Tot
tweemalen toe raadpleegde de voorzitter, de heer Buffet,
de kamer door zitten t:n opstaan tevergeefs over dit
voorstel, daar de uitslag twijleiachtig was, zoodat oeBe
boofdeliike stemming noodzakelijk werd. Alvorens hier
toe over te gaan, werd door een der tegenstanders van
het ontwerp geheime stemming met afrocping der Darnen
gevraagd, teneiude te voorkomen dat de vrienden
der regeering voor hunne afwezige collega's stemden.
Tevergeefs beproefde de heer Haeutjes, toen de kamer
zich hiermede vereenigd had, alle effect aan dezen maat
regel te ootuemen door voor te stellen dat de stembus
tot de volgende zitting geopend zou blijven. Jules
Giévy verzette zich tegen deze nieuwigheid, waarvoor
trouwens geene meerderheid te vinden was. De regeeiing
moest zich dus wel aan de gevaarlijke operatie onderwer
pen, met het voor haar noodlottig gevolg dat 268 stem
men zich voor het voorstel van den heer de Franclieu
verklaarden en slechts 226 daartegen werden uitge
bracht.
Wat zal de hertog de Broglie nu doenhijdie
steeds de voorvechter was van een streng parlemen
tairen regeeringsvorm met ministerieele verantwoorde
lijkheid en er Thiers eene grief van maakte dat hij
zich niet naar de eischen eener parlementaire regeering
gedroeg? Zal by zich door een ongunstig votum eener
nauwelijks voor 2/3 voltallige kamer in zijn reddings
werk, in het herstel der moieele orde laten storen?
Zal bij als parlementair minister voor de meerderheid
der kamer wijken? Hij kan er zich toch zeker niet
op beroepen dat de beslissing der kamer geen beginsel
raakt, want zoowel hij zelf als Mac-Mahon in zijne
bjodschap heeft verklaard deze wet uoodig te hebben
om het openbaar gezag krachtiger te kunnen grondvesten.
Treedt hij af, zal hij dan het geheele ministerie zijner
vorming on misschien ook Mac-Mahon medesleepen, die
verklaarde het lot der conservatieve meerderheid te
zullen deelenen het bewind neêr te leggen, wanneer de
meerderheid zich verplaatste? Of staat Mac-Mahon door
de opdracht van het zevenjarig presidentschap der
republiek boven de partijen, onverschillig hoedanig de
meerderheid in de nationale vergadering ook zij? Op
deze vragen zal de linkerzijde en de meerderheid der
Fransche natie een duidelijk antwoord vaD de regeering
eischen?
Een opmerkelijk staatsstuk is in de Spaansche Gaceta
van eergisteren verschenen. De regeering, voortgespro
ten uit den staatsgreep van den 3en Januari, tracht
daarin te betoogen dat het pronunciamiento van generaal
Pa via geen onwettige daad wasDeze wonderlijke stel
ling wordt door den minister van binnenlandsche zaken,
den unitarischen republikein Garcia Ruizin eene circu
laire aan de gouverneurs der provinciën ontwikkeld.
„De daad van energie en vaderlandslievende belange-
oosheid aldus noemt de minister het gewelddadig
uiteenjagen der vertegenwoordigingis het waardig
begin geweest van de grootsche en moeilijke taak der
regeering. De kamer haddoor de verstandige politiek
van den heer Castelar te veroor deelende ontbinding
van het land gedecreteerd. Van dat oogenblik was de
nationale eenheid vernietigd. Het land verwachtte geen
heil meer dan alleen van de samenwerking van alle
liberale partijen onder de vaan der waarlijk conser
vatieve Spaansche republiek. De geheele natie heeft
met vreugde het nieuwe gouvernement begroet, dat
het vaderland hereenigeu, de orde herstellen, de inte
griteit van het grondgebied waarborgen, het krediet
herstellen, de administratie op hooger zedelijk peil
plaatsen en aller rechten beschermen zal. De regeering
is verzekerd dat zij niets onwettigs deed toen zij zich
tot tolk maakte van de cpeibare meening. De ontbin
ding vaa het vaderlaod, gedecreteerd door eene kamer,
kan nooit wettig wezen; de wettigheid schaart zich in
dergelijke gevallen aan de zijde van den eerste, die
zulk eene ontbinding verhindert en die beter den wil
der natie vertegenwoordigt, zelfs wanneer hij haar
niet vooraf raadpleegt. Het voornaamste doel der regee
ring is de orde te herstellen ea te toonen dat de orde
met de republiek en de vryheid kan samengaan. De
regeering zal daartoe alle middelen aanwenden, die tot
hare beschikking staan."
Met zulk een hoogdravenden onzin tracht de regee
ring van Serrano den onwettigen staatsgreep te wet
tigen. Wij behoeven nauwelijks te zeggen dat haar
betoog niemand overtuigen zal. Het verlies der laatste
Cortes behoeft men waarlijk niet te betreuren, want
sedert hun optreden hebben zij volslagen gebrek aan
politieken zin en tact getoond en hun tijd aan niets
anders gewijd dau aan kleingeestige kibbelarijen, doch
daardoor wordt geweld nooit gewettigd. Da stelling
van de regeering is niet alleen onjuist, maar daarenboven
hoog3t gevaarlijk; zij geeft daarmede aan den eersten
eerzuchtigeD generaal een wapen in de hand om Serrano
en de onder zijn bestuur gekozen wetgevende macht
omver te werpeD, met hetzelfde recht en met dezelfde
redeneering als Serrano de republikeinsche Cortes uit-
eeDjoc-g. Voorloopig bestaat daarvoor wel is waar
weinig gevaar; elke poging tot opstand schijnt spoe
dig onderdrukt te wezen. Maar de vraag is of Serrano
de moeilijkheden overwinnen zal, waarover Castelar
struikelde; Carthagena moge sproedig bedwongen zijn,
maar dan wacht hem nog de taak om met een gedes
organiseerd leger eu een ledige schatkist de Carlisten
ten onder te brengen, die Spanje wel niet geheel kun
nen bemachtigen, maar in het noorden hoogst mosilijk
uit te roeien zijn.
Morgen zullen in geheel Daitschland de verkiezingen
voor den rijksdag plaats hebben. Te Berlijn is men
zeer bevreesd dat het ultramontaansebe centrum een
belangrijke uitbreiding ondergaan zal, een natuurlijk
gevolg Iron wens van de aggressieve politiek jten aanzien
van de katholieke geestelijkheid en de geestelijke orden.
De leuze aan de stembus zal de oude wapenkreet der
Duitsche burgertwisten zijn: Hier Welfen! nier Gibe-
lijnenZoo ooit dan is in dezen verkiezingsstrijd de
eendracht van alle anti-clericale partijen noodzakelijk.
Natiocaal-liberalen en Forlschrittspartei hebbea zich dan
ook bijna overal bij elkander aangesloten, teneinde niet
door versnippering van stemmen een gemakkelijkeover-
winning aan de ultramontanen te geven. De officieuse
Provincial Correspondenz werpt echter ter elfder ure een
twistappel tusschen beide partijen, blijkbaar uit vrees
dat te veel waarlijk liberale mannen in den rijksdag
gekozen zullen worden. Het blad wijst op de nood
zakelijkheid van het behoud der bestaande legerorga-
nisatiewaardoor Duitschland's grootheid verkregen
werd, maar verder ook gewaarborgd moet worden,
en waarschuwt voor de mannen die Duitschland's
macht verminderen willen en daarin met de vijanden
van het rijk zouden medegaaa. Uit het artikel blijkt
dat men in regeeringekringen bijna nog angstiger voor
de liberalen dan voor de ultramontanen is; bet bewijst
hoe gioot die hooggeroemde liberaliteit der regeering
is, die slechts mannen wil, zooals de Provincial-Corres
pondenz uitdrukkelijk zegt, die „genegen zijn de regee
ring op elk gebied der nationale politiek onvoorwaar
delijk te steunen". Het verwijt jegens de Fortschritt*-