ooze particuliere of publieke museums worden vertoond
ik geloof ook niet dat meD over een honderd jaar er
zoo heel veel belang in stellen zal hoe de studeerkamer
van Thorbecke er heeft uitgezien. Het door Thorbecke
bewoond huis is bovendien in het gewone formaat der
tegenwoordige huizen, en 't komt mij voor dat we geen
moeite genoeg kunuon doen om die architectonische
ondingen zoo spoedig mogelijk te doen verdwijnen.
Gelukkig dat de bouwmeesters van dezen tijd daarvoor
zeiven genoeg zorgen door slechte materialen, te zwakke
fundeeringen, te dunne muren en binten enz. enz.
„De Thorbecke commissie is begonnen met eene over
eenkomst te sluiten met den eigenaar van het huis,
waarbij haar de voorkeur in geval van verkoop gege
ven werd; uit de omstandigheid dat het huis thans ge
veild is, maak ik op dat de termijn is verstreken of
dat de commissie van dit deel van haar plan heeft
afgezien, 't zij uit gebrek aan genoegzame fondsen, 't zij
omdat zij zelve ingezien heeft dat dit gedeelte van
het plan aan zekere onbestemdheid laboreerde, en zij
de bijeengebrachte gelden nuttiger en meer in den geest
van Thorbecke zei ven zou kunnen besteden op eene
andere wijze dan door het koopen van het huis. De
bibliotheek van Thorbecke, heb ik wel eens hooren
zeggen, is dan ook niet van zooveel omvang of belang
dat ze zonder een zeer groot daarnevens bestaand fonds
als keru voor eene openbare boekerij zou kunnen aan
gemerkt worden. Hij was geen boekenverslinder, de
groote staatsmanhad hij niet meer in zijn eigen
hoofd dan in de meeste boeken van den dag te vinden
is ik herinner mij daaromtrent een geestig gezegde
van hem. Toen men zich eens verwonderde dat hij
zekere sensatie makende brochure niet gelezen had,
merkte hij op: de vrijheid welke iedereen heeft om
zijne gedachten zonder voorafgaande toestemming door
de drukpers bekend te maken is ongetwijfeld zeer groot,
maar ik heb mij de vraag wel eens gedaan of de vrij
heid niet oneindig grooter is ora al datgene ongelezen
te laten, wat anderen gelieven te laten drukken."
Te Delfshaven heelt men sedert de algemeene ver
kiezingen in Juli 1873, met eene grootere tusschen-
ruimte in de maand November, geregeld om de veertien
dagen eene verkiezing voor leden van den gemeenteraad
gehad, daar de gekozen candidaten telkens bedankten.
Thans moet weder eene herstemming plaats hebben
tusscheu twee beeren, zonder dat men weet of een van
beiden bij een eventueele benoeming het lidmaatschap
zal aanvaarden.
Het Januari-nonuner van de Tijdspiegel bevat een
beschrijving van de eerste expeditie tegen Atsjidoor
kolonel Gerlach. De schrijver onthoudt zich voorals
nog een oordeel te vellen over de leiding der expe
ditie, maar vermeldt de gronden voor zijn twijfel aan
hare goede leiding. Over den kraton schrijft hij het
volgende
„Op ongeveer een paar honderd meter van den lin
keroever van Atsji gelegen, beslaat hij een groot vier
kant, aau alle zijden door een natte gracht ingesloten,
en hoewel do afmetingsndoor onze inlandsche bericht
gevers medegedeeld, als approximatief te beschouwen
zijn, zoo schijnt toch de kraton een oppervlakte van
150 a 160 duizend vierkante meter te beslaan.
„Op den buitensten wal, drie meter hoog met een
berm van zes meter breedte en geheel met bamboe-
doérie beplantstaat aan de noordzijde een twintigtal
stukken in batterijdie tevens een gedeelte der rivier
en het terrein voor de missigit bestrijken terwijl aan
de zuid- en de west-face eenige onbruikbare stukken
op den grond liggenbehalve éen kanon van zwaar
kaliber, dat van den laatstgenoemden wal den weg
naar pasar Moekim IV bestrijkt.
„Op ongeveer 140 a 150 meter afstands van de ooste
lijke grens stroomt de Koerong Daroe aan de noord
zijde naar binnen, loopt evenwijdig aan die oostelijke
grens in zuidelijke richting voort, werdt zich dan op
een vijftigtal meter van en evenwij dig aan de zuidelijke
gracht van den kraton naar bet westen en verlaat den
vierhoek aan de zijde, met een bocht langs de daar ter
plaats van steen opgetrokken kotta Patjoet, om zich
daarna in de rawahs te verliezen. Deze moerassen, die
zich tot dicht bij de zuider-buitengraebt uitstrekken,
zijn bij vioed met kleine schuiten bevaarbaar.
„Bezijden de zooeven genoemde punten van in- en
uiistrooming bevinden zich de toegaDgen tot de inwen
dige ruimte van den kratonaan weerszijden door
wachthuizen en eenig geschut beschermd. Omstreeks
50 meter aan de oostelijke face loopt een gracht, 3 meter
breed en 1.5 meter diepvan het noorden naar het zuiden,
in welk afgesneden gedeelte de verblijfplaats der vrou
wen en de vorstelijke begraafplaats zijn gelegen. West
waarts van die gracht wordt door een hoogen wal, op
een afstand van ongeveer 100 meter van de noord- en
westelijke, en 30 meter van de zuidelijke grens, een
tweede vierkant ingesloten, in welks midden, dooreen
iets minder hoogen binnenwal, een derde vierhoek
gevormd wordt, waarin tegen de zuidzijde de woning
des sultans, benevens het raad- en kruithuis, zich
bevinden. Vóór het raadhuis staan eenige stukken op
den daartegenover liggenden, geheel vervallen wal
gericht.
„Die binnenwallen (van muren wordt niet gesproken)
zijn vooral aan de noord- en zuidzijde geheel of groo-
tendeels vervallen, zoodat ze geen 'tminste defensief
vermogen bezitten. Waarschijnlijk zullen in de hier
boven beschreven binnenruimten nog andere woningen
gevonden worden, waarvan echter geen melding wordt
gemaakt. Midden voor het noorderfront staat een hooge
katapaog (waarschijnlijk de boomwaarvan reeds vroeger
gesproken is), en de uitgang aldaar wordt door een
droge gracht met een dubbele rij randjoes gedekt, ter
wijl de linkervleugel van de versterkte positie, welke
de missigit omringt, dit vermoedelijk front van aanval
tevens tot voorwerk dient."
Benoemingen en besluiten.
ee bet eekenen Verleend de bij koninklijk besluit
van 22 September 1855 ingestelde bronzen medaille,
alsmede een loffelijk getuigschrift, aan J. van den
Bogaerde, te Haarlem, als blijk van Zr. M». goedkeu
ring en tevredenheid wegens de redding van een dren
keling aldaar op 23 Augustus 1873.
Vergunning verleend aan G. van Duingezagvoerder
van de reddingsschokker n° 2, gestationeerd te Zierik-
zee, tot het aaunemen en dragen van de zilveren medaille
hem door de Fransehe regeeriDg vereerd wegens de
redding der schipbreukelingen van het Fransche schip
le Jeune Noémi.
Vergunning verleend aan den voor den dienst in
Oost-Indië bestemden soldaat C. F. L. Nemitz, van het
koloniaal werfdepot, tot het dragen van du navolgende
onderscheidingsteekenen: het ijzeren kruis, 2e klasse,
hem door Z. M. den keizer van Duitschland, koning
van Pruisen, geschonken; het Pruisische herinnerings-
kruis voor het deelnemen aan den veldtocht tegen Oos
tenrijk in 1866; en de Duitsche medaille, ingesteld ter
herinnering aan den veldtocht tegen Frankrijk in 1870
en 1871.
BBtiA-STINGES. Benoemd tol ontvanger der directe
belastingen en accijnsen te Domburg c. a. P. A. Broers,
thans ontvanger derzelfde middelen te Hilvarenbeek c. a.
Onderwijs.
Naar de Goesscbe courant verneemt bevindt het comité
tot wering van schoolverzuim te Goes zich in de nood
zakelijkheid de inschrijvingen op de spaarbankboekjes
voor de kinderen der verschillende scholen, die daar
voor in de termen vallen, beduidend te verlagen. Het
verzuim op de scholen in de gemeente is, en zeker
grootendeels tengevolge van de werking van het comité,
in 1873 dertig pet. minder dan in 1872, waardoor na
tuurlijk de uit te reiken belooningen voor getrouw school
bezoek in dezelfde mate gestegen zijn. Vooral is het
getal der kinderen, die in 1873 geen enkelen schooltijd
verzuimdeu, zóo toegenomen, dat, indien de inschrijvin
gen op de spaarboekjes op hetzelfde bedrag als vroeger
bepaald bleven, deze alleen de inkomsten van het comité
zouden overschrijden. Hier doet zich dus het zeker
zeldzame geval voor, dat eene nuttige inrichting, ten
gevolge van het goede succes harer pogingen, zich in
de noodzakelijkheid gebracht ziet om maatregelen te
nemen, die op dat succes verder van invloed kunnen
zijn.
Kerknieuws.
Bij de hervormde gemeente te Amsterdam is een plan
aanhangig om die gemeente te verdeelen in kerspelen.
Dat plan is uitgegaan van den predikant A. Kuyper,
en strekt om de gemeente in 5 kerspelen te splitsen,
waarvan elk twee kerken zal in bezit nemen. Twee
kerspelen zijn voor de modernen, twee voor de confessio-
neelen en éen is voor de middel-partij bestemd. De
iukomsten van diaconie en kerk worden naar evenre
digheid verdeeld. De kerkeraad staat boven alle ker
spelen en houdt toezicht op alles. Ieder kerspel kiest
uit zijn midden commiasiënzoowel voor bestuur als
beheer. De gemeenteleden verklaren, bij welk der
kerspelen zij zich verkiezen aan te sluiten en de
predikanten worden ingedeeld. Dit voorstel komt in
de hoofdzaak neer op hetgeen door de beeren Hugen-
holtz en de Kanter, leden der moderne sectie uit de
negende commissie, aan de Algemeene synode is gead
viseerd.
Marine en leger.
Aan de naam- en ranglijst der officieren van het leger
hier te lande, voor 1874, i3 de volgende statistiek ont
leend
De groote staf van het leger bestaat uit 1 opperbe
velhebber (Z. M. de koning), 1 veldmaarschalk (Z. K. H.
prins Frederik), 1 generaal der infanterie (Z. K. H. de
prins van Oranje).
Aan het ministerie van oorlog zijn, behalve de minis
ter, werkzaam: 1 gen.-majoor,2 luit. kolonels, 3 majoors,
12 kapiteins en 11 luitenants.
Het leger telt 15 generaal-majoors, 23 kolonels van
verschillende wapenen. Generale staf: lgen.maj.en chef,
1 kolonel, 3 luit.-kol., 4 majoors, 11 kapts. Prov. staf:
5 luit.-kolonels, 5 majoors. Plaatselijke staf1 gen.-maj.,
2 kolonels, 3 luit.-kolonels, 5 majoors, 7 kapiteins 14
le en 15 2® luits.
Militaire administratie; 1 hoofdintendant (gen.-maj.);
1 intendant 1® kl. (kolonel); 1 idem 2e kl. (luit-kol.);
4 onder-intendanten le kl. (majoors); 8 idem 2ekl. (kapts.);
kwartiermeesters: 1 majoor24 kapts., 35 le en 25 2®
luits.; administrateurs van kleeding en wapening: 9 kapt.,
7 1® en 5 2® lnit.directeurs militaire hospitalen7 kapts.,
I 1® luit.
Geneeskundigen dienst: 1 kolonel-inspecteur; 4 1*
officieren van gez. 1® kl. (1 kolonel, 3 lnit.-kolonels);
5 1® officieren van gez. 2e kl. (majoors); 41 officieren van
gez. 1® kl. (kapts.); 47 idem 2e kl. (1® luits.); 7 idem
3e kl. (2® luits.); 1 majoor 1® apotheker; 6 apothekers
1® kl. (kapts); 11 idem 2e kl. (1® luits.); 6 idem 3® kl.
(2® luits.); 6 paardenartsen 1° kl. (1 majoor, 5 kapts.);
7 idem 2e kl. (1® luits); 8 idem 3® kl. (2® luits).
Infanterie: 5 gen. majoors; 7 kols.; 14 luit.-kol.; 39
maj.; 246 kapts., waarvan 83 1®, 85 2°, 78 3e kl.; 348
lc luits.; 269 2e luits.
Cavalerie: 5 kols.; 4 luit.-kols.10 maj. 35 ritm.,
zijnde 11 le, 12 2® en 12 3® kl.; 53 1® en 30 2® luits.
Artillerie: 2 gen.-maj.; 8 kols.; 9 luit.-kols.; 19 maj.;
105 kapts, te weten: 36 1®, 37 2® en 32 3® kl.; 114 1®
luit.; 68 2® luits. Van deze officieren zijn bij het reg.
veld-artillerie: 1 kol.; 1 luit.-kol.; 4 maj.; 30 kapts.;
30 1® en 15 2® luits.
Ingenieurs, mineurs en sappeurs: 2 gen.-maj., 2 kols.j
5 luit.-kols., 8 maj., 32 kapts., waarvan 10 van de 1®,
II van de 2® en 10 van de 3® kl.; 28 1® en 13 2®luits.,
39 fortificatieopzichters.
Kon. maréchausseé2 maj., 3 kapts., 4 l®en2 2® luit.
Gemengde berichten.
Uit Amsterdam wordt gemelddatindien geen
moeilijkheden in den weg komen, de nieuwe stedelijke
schouwburg aldaar op den 17en Januari a. zal worden
geopend.
Te Assen is een voorschotbank of spaarkas voor
den handwerksman tot stand gekomen volgens de regle
menten van die te Goes.
De te Zwolle gebouwde inrichting voor veestalling
en veeverzending op het stations-emplacementnabij de
nieuwgebouwde dubbele vcelading, zal heden worden
geopend. De geheele inrichting, voorzien van restaurant
en logies, en gelegenheid tot het houden van wisselkan
toor wordt zeer geroemd.
Te Roubaix zijn eenige personen gearresteerd wegens
het werven van soldaten voor Nederlandschen dienst;
het gerechtelijk onderzoek is indeze zaak aange
vangen.
Le Gaulois levert de beschrijving van een der cos
tumes, besteld voor grootvorstin Maria van Rusland,
bruid van den hertog van Edinbuxg. Dit kleed, een
toonbeeld van élégance, rijkdom en eenvoudigheid te
gelijk, zegt le Gaulois, is vervaardigd van hemelsblauw
velours êpinglédaarover een tuniek van mousseline des
Indes in antieken stijl opgemaakt. Deze stof is zoo
fijn, dun en zacht, dat de geheele tuniek, in den letter
lijken zins des woords, door een gewonen vingerring
kan gehaald worden. De plooien van het lijf worden
door haakjes van kleine paarlen vastgehouden, en de
rand is gegarneerd met een franje van soortgelijke paar
len. Dit coatuum kost 26,000 francs.
Het cer3te bericht van de Oost-Afrikaanache Living-
stone-Cameron8che expeditie is niet zeer gunstig. Daaruit
blijkt toch, dat de Afrikanen volstrekt niet tot atschaf-
fiog van den slavenhandel aldaar geneigd zijn en die
veeleer tegenwerken, als zij niet met geweld worden
gedwongen. Alleen het vermoeden, dat bedoelde expe
ditie, ook maar eenigszins in de verte, de afschaffing
van den slavenhandel kon beoogen, was reeds voldoende,
om baar allerlei zwarigheden in den weg te leggen;
vooral werd van de Europeanen door de inlanders veel
goud gevorderd voor alles wat zij voor hen deden. Bo
vendien leden de deelnemers aan den tocht veel aan
koortsen en andere klimaat-ziekten.
Te Weenen geraakte op Nieuwjaar, 's nachts te
twee uren, het Giand-Hötel in de Ringstrasze in vollen
brand. Ongeveer tegen half éen uur zagen een politie
beambte en een kellner uit de vensters van de ver
trekken der vijfde verdieping op den hoek der Maxi-
miliaan- en Academiestraten, vlammen naar boven
stijgen. Men gaf hiervan onmiddellijk kennis aan
den hotelhouderterwijl de torenwachter van de
St. Stepbansketk de stedelijke brandweer opriep. Het
vuur nam steeds grooter afmeting aan, en spoedig stond
het geheele dak in lichterlaaie. Niet minder woedde de
vlam naar binnen, vooral in de vertrekken van het
dienstpersoneel en in de aangrenzende gedeelten. Men
streed onvermoeid tegen bet woedend element en gaf
zooveel water als men konmaar eerst na vier volle