MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 309.
Dinsdag
1873.
30 December.
NIEUWJAiRSWENSCHEIV
Dit Wad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 24* Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
33e prijs per 3/ra., fraaoo is f 3.50.
kunnen «onder de advertentiën in het Woens
dag avond verschijnende nommer van dit
blad worden geplaatst tegen den vermin
derden prijs van 15 Cents per regel, mits
aan het bureau bezorgd zijnde des voor
middags vóór 10 uren.
DE UITGEVERS.
Middelburg 29 December.
Een buitengewoon bijvoegsel tot de Staats-courant
van Zondag 28 en Maandag 29 December bevat het
volgende bericht, waarvan wij den hoofdzakelijken in
houd gisteren middag bij bulletin aan onze geabon-
neerden in de stad hebben bekend gemaakt.
„Heden (Zondag 28 December) morgen is bij het de
partement van koloniën ingekomen een regeeringstele-
gram van Buitenzorg, meldende dat van den luitenant-
generaal van Swieten was ontvangen een telegram, den
26en dezer te Singkel westkust van Sumatraaan
geboden (dus den 24tn, zes dagen na het laatst bekend
gemaakte telegramvan Atsji verzonden), waarin het
navolgende werd medegedeeld:
.Het bivouac was betrokken op den rechter oever
der At8jiriviertegenover kampong Djawaniet ver
van den kraton.
„Eöd bataljon, op den liüker oever in kampoDg Djawa
gelegerd, had door eene houten brug gemeenschap met
den hooidtroep.
„Zoowel onder de koelies als onder de troepen waren
vele ziekendie in veldambulances werden verpleegd
om de hospitaalschepen niet te besmetten.
„Het dientengevolge ondervonden gebrek aan koelies
was oorzaak dat de samentrekking in het bivouac drie
dagen had geduurd.
„Wegens de cholera, die echter verminderde, moesten
de troepen rust hebben. Daardoor veraterken wij ons,
zegt de generaal van Swieten terwijl de benden
van den vijand, wien levensmiddelen ontbreken, zullen
verloopen.
„Er was nog geeno aanraking met den sultan ver
kregen."
Nu de laatste familiebetrekkingen hier te lande, van
de twee, volgens het jongste regeeringstelegram uit
PenaDg, bij de expeditie tegen Atsji overleden officie
ren, met die treurige tijding zijn bekend gemaakt, kan
worden medegedeeld dat de overledenen genaamd waren
W. H. Voorman (kapitein der infanterie, gedetacheerd
van het Nederlandsche bij het Indische leger) en J. H.
Sorber (paardenarts), en dat de eerste aan zijne wonden,
de tweede aan de cholera is overleden. Staats cour.)
3 Gisteren avond werd in de groote zaal van het Schut
tershof alhier door de vereeniging Uit het volkvoor
het volk de derde volksvoordracht gegeven, die door
een talrijk publiek werd bijgewoond.
De heer G. A. Vorstermau van Oijen, uit Aardenburg,
die als spreker was opgetreden, wist zijne hoorders zeer
te boeien door de voordracht van twee stukjes getiteld
„Kermis" en „Trouwen".
Door de commissie te Utrecht, belast met het afnemen
van het examen voor apotheker, is o. a. met gunstig gevolg
geëxamineerd de heer F. H. L. Clercq, van Middelburg.
der tweede kamer, in plaats van het aftredend lid,
den heer Luybende heer m*. J. H. van Mierlorech
ter in de arrondissements rechtbank te Breda, verkozen.
In de Staats-courant van Zondag en Maandag 28 en
29 dezer is opgenomen het koninklijk beslnit van den
19cn dezer tot regeling van de belooning der leden en
plaatsvervangende leden van de commissiën voor de
herziening der belastbare opbrengst van de gebouwde
eigendommen en van de kosten van berscbatting.
Door de liberale kiesvereeniging Eendracht maakt
macht, te Breda, is tot candidaat voor het lidmaatschap
Naar men verneemt hebben de kweekelingen van
de Kweekschool voor de zeevaart, te Amsterdam
aan-den--*rce-admiraal Fabius hunne portretten toege
zonden, als een blijk van erkentelijkheid voor het
vleiend oordeel, door hem in de tweede kamer bij de
discussie over het middelbaar onderwijs over hen uit
gesproken.
In een tweede artikel wijst Het Vaderland op het
slot der door den heer Moens over het onderwijs uit
gesproken rede, waarin hij den wensch uitdrukt, dat
niemand zijner mede-leden zal vergetendat hij beloofd
heeft voor het onderwys te zullen zorgen en dat onder alle
belangen van verheven aard, .Velke in de kamer te be
hartigen zijn, die van het onderwijs bij ieder hunner
bovenaan mogen staan als de eerste stapdie het zekerst
en het veiligst tot volksontwikkeling en volkswelvaart
leidt.
Uit dat oogpnnt wordt het onderwijs niet voldoende
beschouwd. Zij, die zich het meest ongerust maken
over de woelingen in de arbeidersbeweging, zijn ge
woonlijk het minst geneigd om- tot verbetering van het
volksonderwijs mede te werken. Toch zien zij hun
belang slecht in, want een goede lagere school oefent
een gunstigen invloed uit op den maatschappelijken
toestand van een volk. Juist in die landen waar aan
het volksonderwijs het minst werd gedaan, was steeds
het gevaar voor het spook der revolutie het grootst.
En hoe zou het ook anders? Gelijkheid voor de weten
vrije concurrentie is tegenwoordig regel in beschaafde
landen. In plaats van het stelsel van aartsvaderlijke
bescherming en voogdijschap wordt thans het stelsel
van gelijke vrijheid van allen zonder inmenging van
den staat gehuldigd. Geen slavernij meer, geen onder-
hoorigheid: vrijheid voor allen om als gelijkberechtig-
den meê te strijden in den grooten strijd om zelfbehoud
en welvaart.
Dat was reeds een groote stap vooruit, maar die
uitwendige rechtsgelijkheid is niet voldoende om alle
klassen der maatschappij tot een verhevener standpunt
op te voeren en in de zegeningen der beschaving te
doen deelen, want om in den grooten strijd der nijver
heid staande te kunnen blijven en vooruit te komen, om
te kunnen concurreerenzijn wapenen noodigdie velen
nog ontbreken, en vandaar toenemende ongelijkheid.
Waar die toestandwaarin de klove tusschen arm en rijk
steeds grooter wordt, blijft voortduren, daar wankelt
het staatsgebouw. De staat heeft er het grootste belang
bij dar die strijd om zelfbehoud niet gevoerd wordt
met al te ongelijke krachten en niet tot gewelddadighe^
den overslaat. Het is niet mogelijk dat in een staat, die
ai zijn burgers gelijke rechten verleentop den duur zeer
ontwikkelde en beschaafde menschen vreedzaam samen
leven met goheele klassen van half-wildeo. Indien niets
gedaan wordt oen den overgang van laag tot hoog te
vergemakkelijken, staat de revolutie voor de deur.
Bijna overal wordt dat meer of min ingezien maar
bij ons wordt te weinig gedaan om te voorkomendat
de ongelijkheid zoo groot wordt, dat zij groote onte
vredenheid, ellende onder geheeie klassen der bevol
king, ja burgeroorlog teweeg brengt.
Toch wordt ook bij ons van staatswege wal iets
gedaan,* onze grondwetgever heeft uitdrukkelijk voor
geschreven, dat overal voldoend lager onderwys zal
worden gegeven. Men heeft die bepaling „overal" bespot
telijk trachten te maken, maar de natie heeft de
beteekenis er van zeer goed begrepen. Overal, niet
alleen in steden en dorpen, maar zelfs in gehuchten is
de gelegenheid geopend, evenzeer voor de kinderen
van den handwerksman als voor het kind van den
kapitalist, om op de schoolbanken, van overheidswege
voor hen ingericht, voorzien te worden met het wapen
der kennis, dat hun straks in den maatschappelijken
strijd zoozeer te stade zal komen.
Heeft de natie de beteekenis van het woordje „vol
doend" even goed begrepen? Die vraag kan niet toe
stemmend worden beantwoord. Wij stellen allen in de
gelegenheid eenige kennis op te doen, maar op vele
scholen is de mate van kennis, die zelfs de ijverige
scholieren kunnen meenemen in de maatschappij, zoo
gering dat wijhen in al hun bekrompenheid en onbe
holpenheid nagaande, gedwongen worden tot de vraag:
hebben die menschen nu inderdaad onderwijs ontvan
gen? Dit kan niet overeenkomstig de bedoeling van
den grondwetgever zijn, die behalve de verplichting
tot het geven van lager onderwijs, ook heeft voorge
schreven, dat het „voldoend" moet wezen, en onder
dat voldoend kan toch wel niets anders verstaan wor
den dan dat het zoo moet ingericht zijndat een kind
met gewonen aanleg, die alle klassen trouw heeftdoor-
loopen, geacht wordt bij voortdurende oefening zich in
de maatschappij te kunnen redden. Dat is toch ai het
geriDgste, wat men kan vorderen, en aan dieu eisch
wordt bij ons in de verste verte nog niet voldaan. Als
de oude sleur niet wordt verlaten, kunnen de treurige
gevolgen niet uitblijven. Onze werklieden beginnen zelf
in te zien, dat zij allengs in treuriger positie zullen ge
raken, indien de staat niet beter voor hunne kinde
ren zorgt, en beginnea daarom op leerplicht aan te
dringen.
Ons volk is vreedzaamonderworpen, maar men moet
daarop niet te veel vertrouwen. Op de dommeonont-
wikkelde massa hebben de gevaarlijke volksleiders, die
haar idealen voorspiegelenden meeaten invloed. Alleen
verbeterd volksonderwijs kan Nederland ook in de toe
komst voor revolutie behoeden.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
huizen van arrest. Benoemd tot vise-president der
commissie van administratie over het huis van arrest te
Zierikzee mr. P. Paulus en tot lid van die commissie
J. M. Bouvin.
ministerieele departementen. Eervol ontslag uit
's lands dienst verleend, op verzoek, aao F. J. Carré,
referendaris honorair bij het departement van buiten-
landscbe zaken, onder dankbetuiging voor de goede
diensten gedurende vele jaren den lande bewezen, be
houdens aanspraak op pensioen.
marine. Benoemd tot adelborst 1® klasse de adel
borst 2e klasse jonkheer D. van Heemskerk van Beest.
Eervol ontslag verleend, op verzoek, aan jonkheer
H. P. F. Hooft, uit zijne betrekking van inspecteur van
financiën bij het loodswezen bij het departement van
marine, behoudens aanspraak op pensioen ea onder
dankbetuiging voor zijne langdurige en trouwe diensten
aan den lande bewezen; en als zoodanig benoemd de
commies bij het genoemd departement J. G. C. Wiemans.
KERKNIEUWS.
Bedankt voor het beroep tot predikant bij de Neder-
duitsche hervormde gemeente ie Vrouwcpolder door den
heer J. A. de Vlieger, predikant te Oosterlaad.
MARINE EN' LEGER.
Volgens een by het departement van marine ontvan
gen telegram, was Zr. M". sehroefstoomschip Deli, onder
bevel van den luitenant ter zee le klasse P. Swaan
op zijne reis naar Oost-Indië, den 25en dezer te Aden aan
gekomen. Aan boord was alles wel.
Met den len Januari a. worden geplaatst: aan
boord vau ZM«. wachtschip te WiUsm.ooïd de adel
borsten 1» klasse J. D. Woiterbeek en D. A. Kraijen-
hoff vau de Leur, met intrekking hunner plaatsing aan
boord van Zr. M\ transportschip Java; en aan boord
van laatstgenoemd schip de adelborsten 1® klasse P. T.
M. van Leeuwen en F. C. Granpré Molière.
Naar aanleiding van Zr. M8. besluit van den 25™ De-