matisck buizennet, tot afvoer van faecale stoffen en van de riolen voor huis- en hemelwater, in de buurt gelegen tnsschen den Bagijnhof en de Kromme Elleboog- en Vriezestraatverder de gedétailleerde plannen met ra ming van kosten te leveren voor een centraal-machine- gebouw met al do noodige machinerie, voor de toepas sing van het pneumatisch rioolstelsel in de geheele ge meente, en voor de bereiding der te verzamelen stoffen tot pondrette. Betreffende het standbeeld van Thorbecke wordt aan de Zntphensche courant het volgende uit den Haag ge schreven: Binnen weinige dagen zal de Haagsche gemeente raad beslissen waar het standbeeld van Thorbecke te staan zal komen Eerst heeft de commissie aan het rijk gevraagd om het te mogen oprichten op het Binnen hof, de aangewezen plaats, maar de minister van finan ciën heeft als vertegenwoordiger van 's lands domeinen allerlei voorwendsels gezocht om er af te komen; teen is aan de gemeente verzocht om het te plaatsen op de grens van den Vijverberg en het Tournooiveld, maar daartegen had de commissie van bijstand voor plaatse lijke werken groot bezwaar en nu hebben burgemeester en wethouders eindelijk voorgesteld om toestemming te geven tot het oprichten op de Plaats met het front naar den Vijverberg. „De politieke tegenstanders van den overleden staats man zijn echter met dat voorstel niet ingenomen en willen het standbeeld verwijzen naar een achterafhoek, voor welke eer de commissie echter zeer wijselijk be dankt. Het Dagblad gaat nog verder en raadt in tal van ongeteekeude stukjes den gemeenteraad aan om in het geheel geen gemeentegrond voor het sierlijke monu ment af te staan. Dat die raad zon worden opgevolgd is echter niet denkbaar. „Zcoals gy weet had de commissie eerst het plan om ook het huis op de Koninginnegracht aan de kinderen van Thorbecke ten geschenke te geven: dat plan schijnt echter opgegeven, want eerstdaags zal het publiek worden verkocht" BENOEMINGEN EN BESLUITEN. ministerieele departementen. Pensioen verleend, ten bedrage van 1934 's jaars, aan R. J. C. van Ha- mersvelt, eervol ontslagen referendaris b'j het departe ment van justitie. ONDER, WIJS. De minister vaa binnenlandsche zaken heeft ter kennis van gedeputeerde staten der onderscheidene provinciën gebrachtdat, tengevolge der verandering, welke het tijdschrift Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding enz. met 1°. Januari 1874 zal ondergaan, de betrekkiag, die tot dasverre tasscheu de regeering en dat blad bestond, op dat tijdstip zal cphouden, en dat dientengevolge voortaan geen berichten omtrent schoolvervullingen enz. meer aan het departe ment van binnenlandache zaken behoeven te worden ingezonden. KERKNIEUWS. Uit het thans verkrijgbaar gestelde „rapport van de commissie van advies ter zake eener reorganisatie van kerk en kerkbestuur, benoemd door de algemeene synode der Nederlandsche hervormde kerk in 1873", blijkt o. a. dat de commissie drie sectiën heeft benoemdde eerste bestaande uit de heeren Cramer, van Lijnden en van Toorenenbergende tweede uit de heeren Feith, Franc ken en van Griethuizen, en de derde uit de heeren Hu- genholtz, Junius en de Kauter. De drie sectiën hebben ieder een advies uitgebracht, terwijl bovendien nog een afzonderlijk advies werd ingediend door den heer Junius, die met de beide andere leden zijner sectie niet had kunnen samengaan. Geen der voorstellen mocht een meerderheid in de commissie verwerven. Die voorstal len worden gezamenlijk in het rapport medegedeeld on der bijvoeging van de volgende woorden: „Hoe gaarne had uwe commissie u een advies willen geven! Met u overtuigd dal de toestand van onze kerk allertreurigst is, en aan doortastende maatregelen de dringendste behoefte heeft; met u geloovende dat al het mogelijke moet worden beproefd om den weerzin weg te nemen, dien de handhaving van het statu quo van zoovele zijden ontmoet, en de partijschappen in onze kerk te doeu ophouden, die haren bloei in den weg staan, zouden wij u zoo gaarne een weg hebben aan gewezen, die tot triomf der waarheid en tot bevestiging van den vrede in onze kerk kon leiden. Maar het heeft ons niet mogen gelukken. Wij zeggen het met smart. Toch vleien wij ons met de hoop, dat onze arbeid in ieder geval zal kunnen dienen om de gedachten over dat aangelegen onderwerp tot meer bepaaldheid en hel derheid te brengen." ProvOverijss. en Zio. ct.) MARINE EN LEGER. Met den l5n Januari a., worden geplaatst: aan boord van Zr. M*. wachtschip te Willemsoord de adelborst 1® klasse W. A. Palm en de officier van gezondheid 1* klasse W. C. A. Hajenins; in de rol van Zr. M*. wachtschip te Amsterdam en belast met de waarneming van den geneeskundigen dienst bij 's rijks werf en het gedeelte mariniers aldaar, de officier van gezondheid le klasse P. J. Feitkamp; aan boord vaa Zf. M*. ram- schip Buffel, de officier van gezondheid 2® klasse J. O. Harthoom, en bij het hospitaal der marine te Willems oord, de officier van gezondheid 3° klasse G. P. J. Theunissenterwijl de officier van gezondheid 2e klasse J. Mijers met den laatsten dezer op nonactiviteit wordt gesteld. De officier van administratie 3® klasse G. H. Slot, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië en den 17en dezer in Nederland teruggekeerd, wordt met dien datum op nonactiviteit gesteld. RECHTZAKEN. De arrondissements-rechtbank (kamer van burgerlijke rechtzaken) te Amsterdamheeft gisteren aan regen ten van het burgerweeshuis aldaar ontzegd hunne vor dering tegeE het gemeentebestuur van Amsterdam, strek kende om dat weeshuis te rangschikken onder de in alinea C van art. 2 der armenwet, genoemde instellingen door bijzondere personen of door bijzondere niet ker kelijke vereenigingen geregeld en bestuurd. De rechtbank heeft namelijk overwogen dat wel door een particuliere, Haesje Claes dochter in 1521, door het inrichten van eenige huisjes tot verplegiDg van 10 a 12 arme wees meisjes, de kiem voor het tegenwoordige burgerwees huis is gelegdmaar dat gemelde stichting reeds sinds 1523 onder het stedelijk bestuur is gekomen, dat haar, door belangrijke geldelijke ondersteuning, tot het thans bestaande weeshuis heeft doen worden, en dat ook sinds dien tijd daarover verordeningen heeft gemaakt. Die instelling is mitsdien, als door de burgerlijke overheid geregeld en van harentwege bestuurd, door het ge meentebestuur terecht gebracht onder de ia are. 2 alinea 2 der armenwet genoemde gemeente-instellingen. Regenten zijn in gemelde qualiteit veroordeeld in de kosten van dit proces. KOLONIËN. Omtrent de samenstelling der tweede espeditie naar Atsji wordt uit Batavia gemeld, dat de geheele sterkte der troepenmacht naar men verzekert met inbe grip der koelies, 13,000 man bedraagt. Het Algemeen dagblad van Nederlandsch Iudië stelt de sterkte op 5500 man benevens 3000 dwangarbeiders en koelies. Militair opperbevelhebber tevens civiel regeerings com missaris: De luitenant-generaal J. van S wieten, adjudant des koniugs in buitengewonen dienst. Adjudanten: Kapitein der infanterie, W. J. Ver vloei, luitenant ter zee lc klasse C. J. MarinkelJe. Officieren, toegevoegd aan den staf van den opper bevelhebber, le luitenant der artillerie van het Neder landsche leger J. E. N. baron Sirtema van Grovestins, ordonnance-officier van Z. M. den koning. Kapitein der infanterie van het legioen van Mangkoe Negoro, Pan- geran Ario Gondo Sisworo. le luitenant der infanterie van het legioen van Pakoe Alam, Rxdben MasPandjie Pakoening Prang. Ritmeester der cavalerie van den Barissan van Bangkallang, PaDgeran Prawiro Adie Ne goro. 2e luitenant der infanterie van den Barissan van Sumanap, Radhen Ario Pratali Kromo. 2 Japansche officieren. Tweede bevelhebber: Genei aal-majoor G. M. Ver8pijck, adjudant des konings in buïtengewonen dienst. Adjudant: 1® luitenant der infanterie W. C. Nieu- wenhuizeD. Algemeene staf. Chef: kolonel der infanterie G. P. de Neve; sous-chef: majoor der infanterie C. Schiifer; adjoints: kapitein der infanterie J. P. van Lier, kapitein der artillerie J. Schneither, le luitenant der infanterie M. Segov, le luitenant der artillerie G. de Wijs. Totaal 18 officieren (12 Europeesche en 4 In- landsehe) benevens eenige minderen. Personeel toegevoegd aan den regeerings-commis- saris. Ambtenaar voor de betrekking met deinlandscho staten op noordelijk Sumatra, controleur der le klasse R. C. Kroesen. Secretaris: de referendaris ter algemeene secretarie mr. H. J. Cauter Visser. Adjudant-secretaris: de ambtenaar ter beschikking van het binrtenlandsch bestuur op Java en Madura H. F. van Swieten. Maleische correspondentie. De ambtenaar J. Dias. Een inlandsch schrijver. Auditeur militairmr. J. C. C. Alberd». Veldprediker: de predikant H. Reuleman Voget. Almoezenier pastoor F. A. de Bruijn. Een Panghoeloe postdirecteur: commies le klasse A. J. H. Paijen en de twee post- commiezen W. H. H. Soell en L. J. Berlijn. Gedelegeerden van het centraal-comité in Nederlandsch- Indië van Het roode kruis: de heer G. von Bultzings- löwen en de veldprediker en aalmoezenier. Gidsen, tolken en spionnen. Staven der brigades. 1® brigade. Kommandant: kolonel der infanterie C. L. St. A. M. de Roy van Zuydewijo. Adjadant: 1® luitenant der infanterie E. E. E. Okten. Chef van den staf: kapitein der infanterie J. A. Vetter. Adjoint: 1® luitenant der infanterie E. J. T. Gobée. Schrijvers en ordonnancen. 2e brigade. Kommandant kolonel der infanterie G. B. T. Wiggers van Kerchem. Adjadant: 1® luitenant der in fanterie H. R. Beijen. Chef van den stafkapitein der infanterie G. C. E. van Daalen. Adjoint: 1® luitenant der infanterie H. E. Munniks de Jongh. 3® brigade. Kommandantkolonel der infanterie K. F. Schultze, Adjudant: le luitenant der infanterie J. H. van der Veen. Chef van den staf: kapitein der infanterie J. J. W. E. Verstege. Adjoint: 2e luitenant der infanterie E. W. Bischoff van Heemskerck. De landings-divisie bestaat uit een bataljon infan terie, samengesteld uit een half bataljon (twee coinpag- niën) mariniers, een half bataljon (twee compagniön) matrozen, een halve batterij artillerie en ambulance. De sterkte der divisie is 873 officieren, onderofficieren en minderen, waarvan 1 kapitein ter zee, 3 luitenants 1® klasse, 13 luitenants 2® klas9o en 14 adelborsten; 316 matrozen, 300 mariniers met 1 kapitein en 2 lui tenants der mariniers; 144 man tot bediening van het geschut. De landings-divisie voert mede 8 stukben ge schut, waarvan 4 mortieren. Vijf officieren van gezond heid zijn aan de divisie toegevoegd. Het contingent door de verschillende schepen voor de landings-divi8ie te leveren is als volgt: Zr. M\ oor logschip Zeeland 189, Metalen kruis 97, Citadel van Antwerpen 81, Vice-admiraal Koopman 95, Watergeus 47, Soerabaya 64, Borneo 32, Sumatra 31, Timor 30, Banda 25, Amboina 25, Riouw 25, Bommelerwaard 26, Schouwen 25, Maas en Waal 26, Coehoorn 25, den Briel 24, Admiraal van Kinsbergen 6 man. Totaal 873 man. De lijst van schepen, door het gouvernement van Nederlandsch-Indië ingehuurd voor de expeditie tegen Atsji, benevens de daarvoor gecontracteerde prijzen, bevat de volgende: Voor minstens 1 maand: Nederlandsche stoomschepen Jason en Holland, ieder 1500 per dag, Ariadne 800, Sumatra 1G00Engelsche stoomschepen St. George /1000, Scotland 1400, John Bramall 1000, Chan cellor ƒ1200; Italiaansch stoomschip Maddaloni ƒ2800; Nederlandsch-Iudisch stoomschip Luiteuant-generaal van S wieten 1300, allen per dag. Voor 6 maandenNederlandsch Indische schepen Prins Alexander der Nederlanden, Baron Mackay, Baron Sloet van de Beele, gouverneur-generaal Mijer, Koningin Sophia, Willem, kroonprins der Nederlanden, ieder 1200 per dag; Nederlandsche zeilschepen Kosmopoliet III ƒ20,000, Philips van Marnix ƒ16,000, Nancy ƒ12,000, allen per maand. De Locomotief meldt uit Samarang: „In 'slands algemeene pakhuizen zijn tegenwoordig een menigte voor de expeditie tegen Atsji noodige en tot het de partement der genie behoorende goederen geborgen veldhospitalenrails en ander materieel van tramways, enz. enz. Wel een bewijs dat in die magazijnen te genwoordig orde heerseht. Vroeger, toen de hoeveel heid goederen en de massa producten zeker niet groo. ter waren daD than3, was het steeds noodig, drie pak huizen van particulieren te huren; nu zijn do gouver- nemeuta-magazycen niet alleen ruim genoeg voor de berging van de daarin gewoonlijk aanwezige artikelen, maar zelfs van talrijke andere, een groote plaats inne mende goederen, 's Lands kas wordt daardoor met zeer vele honderden bevoordeeld." De Eastern and Australian mail steam Company limited kondigt eeu geregelde vaart aan tnsschen Sin gapore, Java, Queensland en New South Wales via Torrestraat. Om de vier weken zal een stoomboot van Singapore vertrekken en JavaSomersetCardwell, Bowen, Gladstone en Brisbane aandoen. De eerste boot, de Sunfoo, is reeds van Singapore naar Batavia onder weg en zal waarschijnlijk de volgende week van hier naar Australië vertrokken GEMENGDE BERICHTEN. Heden morgen werd in de vest te Goes het lijk van een pas geboren kind gevonden; de justitie doet daar omtrent nasporing. Te Brielle is in de vorige week een aanvang gemaakt met de voorbereidende werkzaamheden voor het bouwen van het asyl voor de invaliede zeelieden. De publieke aanbesteding daarvan was niet gegund en nu is het uit de hand aangenomen door den heer W. Loeh, teSteeu- bergen. Het Utrechtsch dagblad meldt, dat iu den nacht van eergisteren een geweldige storm op de Zuiderzee heeft gewoed; verscheidene schepen, onder Schokland gelegen, sloegen van hnn ankers en werden her- en derwaarts verspreid. Blijkens nader bericht uit Frankenthal is bij de verdere ontblooting der keizersklok voor den Keulschen Dom nu toch gebleken, dat ook de tweede gieting, niet tegenstaande het aanvankelijk gunstig resultaat, mislukt is. De klok is zeer fraai uitgevallen, maar in het bo-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 2