bet saluut voor de Amerikaansche vlag, en 2° een straf
rechtelijke vervolging in te stellen tegen de eigenaars,
bevrachters, opvarenden eDz. enz. van de Virgïnius.
Aanvankelijk prees men de bezadigdheid, waarmede
de regeering te Washington in deze zaak te werk ging
vooral omdat men er geen oogenblik aan twijfelde of,
in verband met de bekende partij name der Yankees
voor de Cnbascho" opstandelingen, was de Virginius
een Amerikaansch schip en de eisch van Spanje, om
eerst naar de nationaliteit van het schip onderzoek te
doen, niets dan een uitvlucht om tijd te winnen.
Nu de feiten echter aan Spanje gelijk geven, verandert
dat gunstig oordeel over de Amerikaansche regeering
geheel en blijkt integendeel dat zij zich zonder on der-
zoek door de opgewonden massa liet mcêslepen. Het
valt thans voorzeker moeilijk haar wegens onpartijdig,
heid en welwillendheid te prijzen jegens de Spaansche
zuster-republiek, die zij, misbruik makende van do
moeilijkheden waai in drie verschillende opstanden in
het moederland en de koloniën haar plaatsen, nood
zaakte om ter wille van den vrede een vernederende
overeenkomst te sluiten!
SpaDje mag echter nog niet van de Virginius qnaestie
bevrijd zijn. The New-York Times namelijk verzekert
dat de Engelsche consul te Havana bevel ontvangen
heeft om het geheele Engelsche eskader in de Cubasche
wateren te vereenigen, omdat de regeering de bestraf
fing van den gouverneur van Santiago, Burriel, eischt.
De bron waaruit dit bericht vloeit is echter eenigszins
apocrief; te New-York is men Spanje zeer weinig genegen.
De eisch van EDgeland zon trouwens zeer ontijdig zijn,
want de overeenkomst tuaschen Fiah en Polo gesloten
legt in elk geval aan Spanje de verplichting op, om
eene enquête Daar het gedrag zijner ambtenaren in te
stellen en ben, wanneer zij de wetten geschonden heb
ben, met alle gestrengheid te straffen.
In de Fransche kamer wordt de discussie over de
begrooting van financiën voortgezet. Het contract door
de regeering en den liquidateur der keizerlijke civiele
lijst gesloten, dat vooral wat de uitkeering van ongeveer
3 millioen francs betreft veel ontevredenheid heeft veroor
zaakt, werd gisteren door den heer Fonrcaud ter
sprake gebracht. Hij vroeg of de regeering niet voor
nemens was een wetsontwerp in te dienen tot bekrach
tiging dezer overeenkomst. De minister van koophan
del, de heer Deseilligny, antwoordde in naam van zijn
ambtgenoot Magne, die wegens ongesteldheid niet tegen
woordig was. dat de regeering gemeend had door een
loyale transactie een einde aan de te dien aanzien be
staande moeilijkheden te moeten maken. Deze transactie
raakte de geldmiddelen van den staat en zou derhalve
aan de goedkeuring der kamer onderwerpen worden.
Van Kerst-reces is nog maar geen sprake, vooral nu
do regeering de wet op de benoeming der mai-
reswelke haar bovenal in staat moet stellen om
de maatschappij te redden, in behandeling genomen wil
zien vóór het reces. Een Kerst-reces in den waren zin
van het woord zal het zeker niet wezenen hoe dankbaar
de natie baren vertegenwoordigers ook zij voor hun
buitengewonen ijver, wanneer het slechts wegens deze wet
is, die tegelijkertijd de gemeentelijke en de kiesvrij-
heid belaagt, dan zou zij hen zeker gaarne daarvan
ontslaan en hun een lang reces gunnen.
In alle andere landen, waar de parlementen met niet
minder arbeid overladen zijn, denkt men er blijkbaar
anders over. De Belgische kamers zijn voor ruim drie
weken gesloten; het Italiaansche parlement hervat zijne
zittingen den 20en Januari, de Oostenrijksche rijksdag
is tot den 21ca verdaagd en de Pruisische landdag komt
den 12en eerst weder bijeen. Ook de Duitsche bonds-
raad zal zijne zittingen schorsen, niettegenstaande hij
midden in het onderzoek der drukperswet voor het
Duitsche rijk is blijven steken. In het oorspronkelijk
ontweïp der rijkskanselarij heett hij verschillende wij
zigingen gebracht, zooals uit Berlijn gemeld wordt.
Die wijzigingen moeten echter van dien aard zijn, dat
het geheele systeem der wet verauderd is, wil het Dra
conische ontwerp van von Bismarck eenigszins op een
liberale wet gaan gelijken. De rijkskanselier beant
woordde in de voorgaande week het verwijt van von
Gerlacb, dat hij niet slechts vóór 25 jaren, maar nog
zeer onlangs geheel anders over de invoering van het
burgerlijk huwelijk dacht, met de opmerking dat een
minister vaak persoonlijke meeningën voor het algemeen
welzijn en den bloei van het vaderland moest opoffe
ren. Het ware te wenschen dat hij die wijze les ook op
ander gebied in toepassing bracht, b. V. bij uo uïüfc-
perswetgêving en ten aanzien van den herhaaldelijk ge-
uiten wen8ch om aan de rijksafgevaardigden reis-en ver
blijfkosten toe te kennen. Die inschikkelijkheid van von
Bismarck is trouwens in de quaestie van hot burgerlijk
huwelijk voor de eerste maal gebleken. Houdt men
echter daarbij in het oog dat reeds de constitutie van
1851 de invoering voorschreef, dan laten zich die buig
zaamheid en toegevendheid naar waarde schatten, wan
neer reeds aan het einde van 1873 door den drang
der tijdsomstandigheid aan dat voorschrift voldaan wordt!
Belgische brieven.
Brussel21 Decemler.
Monsieur Alphonsemonsieur Alphonse, die in werke
lijkheid monsieur Octave heet, is niet de meest saillante,
maar de meest curieuse, de origineelste figuur der nieuwe
comedie van Alexandre Dumas fils.
Tot heden kende men op het tooneel de types van
den iticroyableden lionden cocodèsmaar de type van den
gommeux is nog nooit met zoo verschrikkelijke en aan
grijpende waarheid ten tooneele gevoerd.
De gommeux? wat is dat, zal menig naïef lezer vragen.
Het is de type der jeunesse dorée zooals het tweede
keizerrijk met zijn bedorven zeden die aan het Frank
rijk van beden beeft nagelaten.
De tHcrogalle onder de eerste republiek was zotgeaf
fecteerd, maar hij geloofde tenminste nog in iets; zocht
men goed dan vond men nog een hart, diepverborgen
onder een dikke laag van egoïsme, dat er zich slechts
in verheugde wanneer zijne slagen hem maar niet
veel hinderden in de voldoening zijner behoeften, in
zijne afleiding en in zijn genoegen te midden van eeD
opgewonden en veelbewogen tijd.
De lioneene variatie van het genrewas met een
lichte tint van godsdienstigheid en feudaliteit overgo
ten onder de restauratie en van Yoltairianisme onder
de Juli-monarchie.
Een sterk ontwikkeld eergevoel was hem van nature
eigen en wanneer hem dit een oogenblik verliet, werd
bij onmiddellijk door zijne vrienden verloochend. Hij
was tamelijk ijdel, maar beminlijk, beleefd en wel op
gevoed en niet al te los van zodeD.
Die losheid vindt men bij de cocodesdie er zonder schaam
te en met cynisme openlijk mede voor den dag komen.
De prikkel van weelde en genot doet de dolle jeugd
alle maatschappelijke schaamte, allen zedelijkeu eer
bied vergeten. Genot tot eiken prijs, dit is hunne leuze.
Zij werken tot het zedenbederf mede en wat nog erger
is, zij leven er van.
Men zou geloofd hebben dat het onmogelijk was nog
dieper te zinkeD. En toch kon men nog éen schrede
lager op die ladder, toch kon men nog dieper vallen.
Uit den cocodès i3 de gommeux voortgekomen, een laf en
gemeen wezen, dat niets gevoelt, nooit verontwaardigd,
maar ook nooit geënthusiasmeerd is, altijd even onver
schillig zoowel ten aanzien van goed als van kwaad,
een schepsel dat bij de grofste beleodigingen even kalm
en koud blijft als zijn hart ontoegankelijk is voor liefde.
Hij is de bloem der ergste verdorvenheid, ontloken op
den mesthoop van het keizerrijk.
Yan de eerste scène vertoont hij zich aan bet publiek
in al zijne walglijkheid en onzedelijkheid, die hoogstens
verontschuldiging vindt in zijn volslagen gemis van
geweten.
«Zijn wij het eens?" zegt hij aan Raymonde, de
echtgenoote van den wakkeren kommandant Montaiglin.
„Neen", zegt Raymonde.
„En waarom niet?"
„Omdat dit te schandelijk zou wezen."
„Ik dacht dat het u genoegen zou doen Adrienne
alle dagen bij u te hebben!"
„Niet op die voorwaarden."
„Dan is er nog een ander middel: beken alles
aan uw echtgenoot."
„Dat had ik voor mijn huwelijk moeten doen
maar ik durfde niet", enz., enz.
Na de eerste woorden zijn wij dan ook reeds midden
in het drama. Octave heett Raymonde vóór haar huwe
lijk verleid en vervolgens verlaten. De vrucht dezer ver
leiding was de kleine Adrienne, die op het platteland
werd opgevoed en die Octaveom zich daarvan vóór
zijn huwelijk te ontdoen, nu door Montaiglin wil doen
aannemendie in zijne bekende goedheid zich der
weeze zonder twijfel zal aantrekken eu haar tevens met
het oog op de aanstaande expeditie, waaraan hij moet
deelnemen, als een aangename rfleiding voor zijne vrouw
kan achterlaten.
Ondanks den tegenstand van Raymonde, die geheel
in de netten van den ellendeling verstrikt is, bereikt
Octave zijn doel. Montaiglin geeft zijne toestem
ming na een onderhoud met Octave, waarin deze
hem mededeelt dat hijalvorens madame Guichard,
vroeger keukenmeid in den Lion d'or, te huwen, er prijs op
stelt dat zijn dochtertje van elf jaren eerst goed verzorgd
is. Montaiglin, die de geheele verhouding tueschen ge-
noemdo keukenmeid en Octave kentdie weet dat
madame Guichard slechts in, extremis gehuwd was en dat
alleen haar fortuin Octave deed besluiten haar te huweD,
stemt er in toe.
Men brengt Adrienne. Het kind is dus nu bij bare
moeder en niemand vermoedt dit, want het meisje is
bescheiden en geslepen; zij heeft reeds jong van
hare moeder het veinzen geleerd.
Octave is boven de wolken van blijdschapmaar
hij had buiten den waard ot liever buiten de ex-keu
kenmeid gerekend, madame Guichard, een ander merk
waardig en waar type. Zij bemint Octave met woeste
jaloezie. Ha8r liefde is wei slechts zinnelijk, maar voor
zijn totaal gemis van karakter is zij volmaakt blind.
Zij gaat zijne gangen dag en nacht na, zij is altijd
wantrouwend en onrustig. „Ik begrijp niet roept
zij uit dat men anders kan beminnen!"
Zij heeft haar Octave gevolgd, gespioneerd en is tot
de ontdekking gekomen dat hij vader van een kind is.
Zij stormt bij Montaiglin binnen. Eerst is zij woedend
en schreeuwt en tiert, maar haar goede natuur her
krijgt de bovenhand, zij gevoelt medelijden en liefde
voor de verlaten wees en verklaart aan haren onthut
sten Octave, dat zij hein niet huwen wil dan met zijn
kind, dat ook het hare moet worden.
Na dit ultimatum laat zij Octave alleen, die zich nu
genoodzaakt ziet Adrienne weder aan hare ouders
die haar adopteerden te ontnemen. Hij aarzelt geen
oogenblik en beduidt Raymonde op streDgen toon dat
hij dit nieuwe offer van haar verlangt. Zij daarentegen,
die in de korte oogenblikkon die zij met haar dochter
doorleefde het hemelsche genot der moedervreugde
smaakte, geeft oogenschijnlijk toe, maar is vast beslo
ten om Adrienne liever te verbergen dan haar aan de
vrouw van Octave over te geven.
Daarop verschijnt Montaiglin. Zij spreekt hem eerst
met diepen smart, dan met wanhoop en eindelijk met
woede van het plan van Octave om haar haar kind te
ontnemen. De kominandaDt hoort haar eerst verwon
derd en daarna met steeds toenemende oplettendheid
aan. RaymoDde ziet en hoort niets. Zij barst in tra
nen uit en de echtgenoot twijfelt niet meer„Ray
monde roept hij uit Adrienne is uwe dochter!"
Raymonde zwygt, maar werpt zich in de armen van
haar echtgenoot. Na eenige oogenblikken zegt Montai
glin: Welaan wij houden haar."
„Wat zegt gij daar?" vraagt Raymonde haastig.
„Wy houden haar."
„Gij zoudt daarin kunnen toestemmen! gij zoudt
mij kunnen vergeven?"
„Ik behoef niets te vergeven. Ik had u niets
gevraagd, gij hebt niet gelogen."
„Ik bid u, bestraf mij
„Creatuur van God, levend en denkend wezen,
dat gezondigd en geleden hebt, dat berouw gevoelt, be
mint en smeekt, waaraan zou ik bet recht ontleenen om
u te straffen?"
Deze scène is bovenmatiggevoelvol; zij ontlokt tranen
zelfs aan de minst weeke gemoederen.
Maar ik hervat den draad der geschiedenis.
Montaiglin is niet alleen edelmoedig, maar ook prac
tisch. Zijn plan staat reeds vast; hij besluit Adrienne
als zijn natuurlijk kind te erkennen.
Madame Guichard is echter ook op hetzelfde denk
beeld gekomen. Van Parijs teruggekeerd toont zij Mon
taiglin de akte, waarbij zij Adrienne als hare dochter
erkent. In zijne verwondering toont Montaiglin haai
de akte, die hij heeft laten opmaken en waarin aan het
slot Octave en een matroos van Montaiglin als getuigen
voorkomen.
Ia de scène die op deze wederzijdsche productie van
akten betreffende het kind volgt, dat eerst geon ouders
en nu er meer heeft dan noodig is, is de gelegenheid
aangegrepen om madame Guichard als type met onver
gelijkelijke juistheid te schilderen.
Maar zij is slim en gelooft het verhaaltje van Mon
taiglin maar half. Door list komt zij achter de waarheid
en thans moet Octave daarvoor boeten.
„Ilebt gij mij dan voor zoo dom gehouden vraagt
zij hem. „Ik begrijp thans allesdat kind is het uwe.
die vrouw hebt gij verleid en verlatendien man,
uwen vriend, hebt gij gedwongen het kind te adopteeren,
om de eer zijner vrouw te redden. En dat alles teneinde
met de kliokende daalders van Victoria, de ex-keukeu
meid van den Lion d'orden grooten heer te kunnen
uithangen! Do eene berooft hij van hare eer, de andere
van haar geld! Waar zijn de wetten, die zulke schan
dalen straffen? Zij bestaan niet; men heeft vergeten
die te makenEu dat is dan de liefde! Zulk een
hansworst wilde ik huwen! Scheer je weg, of ik sla
u tot ge neêrzinkt! Ia den Lion d'or heb ik nog wel
harder hout gekloofd.... Va, jtie!
„Zij begrijpt mij niet", zegt Octave heengaande.
„Iu zijne laaghartigheid is hij nog gewetenloos
tot het einde
De actie in het stuk is snelgeen afwijkingen, geen
phrasesgeen enkel onnut woord! De moraal ontwikkelt
zich met de actie, die geen oogenblik ophoudt levendig
te zijn.
Alexander Dumas fils heeft zichzelven overtroffen.
Het theater, zooals hij het begrijpt, en de maatschappij,
zooals bij die opvat en beschouwt, alles heeft hij saam-
gevat en iu een ongehoord beknopten vorm gegoten.
Hij treft en sleept ziju publiek mede; hij doet het
tranen storten, maar beleedigt het ovk vaak in zijne
edelste gevoelens.
Misschien is ook dit kunst, maar zeker is het geen
kunst in hoogeren zin. Het is de kunst die van ver
val getuigt, de kunst der demi-monde!