In het provinciaal blad n° 114 is opgenomen het be-
slnit van gedeputeerde staten van Zeeland van 12 De
cember jl. tot afkondiging van eene wijziging van
het reglement op het gebruik van de provinciale stei
gers ia Zeeland, van den 9den Juli 1852.
Blijkens bekendmaking van den minister vanbinnen-
land8che zaken in de Staats-courant van heden zijn in
de week van 7 tot 13 December jl. aan Aziatische
cholera overleden 9 personenwaarvan in Zuid-Holland
te Aarlanderveen 2, te Alphen 1, te Delft 1, te Gouda
2, te Oudshoorn 1, en te Rotterdam 1, en in Drentbei,
namelijk te S milde.
Het totaal der in de week van 30 November tot 6
December in het rijk aan die ziekte overledenen be
droeg 11 per ionen, tegen 24 in de week van 23 tot 29
November, 28 in de week van 16 tot 22 November,
39 in de week van 9 tot 15 November, 36 in de week
van 2 tot 8 November, 34 in de week van 25 October
tot 1 November, 26 in de week van 19 tot 25 October,
21 in de week van 12 tot 18 October, en 9 in de week
van 5 tot 11 October.
In de Staats-courant van heden brengt de minister
van financiën met vermelding der voorwaarden
ter kennis van belanghebbenden, dat in de maand April a.,
in het lokaal van het departement van financiëneen
vergelijkend onderzoek zal plaats hebben van adspiran-
ten voor de betrekking van snrnnmerair bij het vak
der posterijen, waartoe minstens twaalf plaatsen ter
vervulling worden opengesteld.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
SCHOOLOPZIENERS. Eervol ontslag verleend, op ver
zoek, aan dr. P. J. Andreae, te Zierikzee, als school
opziener in het 2e schooldistrict van Zeeland, met
dankbetuiging voor de door hem bewezen diensten.
KERKNIEUWS.
Uit Vlissingen schrijft men ons:
Zooals bekend is, is in dit voorjaar door den kanton
rechter alhier uitgemaakt, dat kerkvoogden derNeder-
duitsch hervormde gemeente alhier niet gerechtigd
waren tot heffing van hoofdelijken omslag van de ge
meenteleden, op grond dat het reglement, krachtens
hetwelk die heffing geschiedde, wegeu9 eene informa
liteit niet geacht kon worden wettig le zijn vastgesteld.
Daarna is het feitelijk bestaand college van kerk
voogden en notabelen door de leden der gemeente bij
meerderheid van stemmen gemachtigd tot het ontwerpen
en voorlcopig vaststellen van een nieuw reglement om
daarna door de gemeente te worden goed- of afgekeurd.
Niettegenstaande het te verwachten was dat dit
nieuwe reglement aan kerkvoogden en notabelen weder
de bevoegdheid zou geven tot de sterk afgekeurd wor
dende heffing van hoofdelijken omslaghebben slechts
een tiental leden gebruik gemaakt van hun recht om
van het reglement inzage te nemen.
Gisteren is het reglement aan de stemming der ge
meenteleden onderworpen en zijn slechts 86 leden ter
stemming opgekomen. Bij de openiDg der stembus is
gebleken dat 84 stemmen vóór, 1 stem tegen het re
glement waren uitgebracht, terwijl 1 briefje van onwaarde
was. Het reglement is alzoo definitief vastgesteld.
Beroepen tot predikant bij de Nederduitscbe her
vormde gemeente te Domburg, de heer D. G. Eïcher,
predikant te Warnsveid.
Bedankt voor het beroep tot predikant bij de
Nederduiisch hervormde gemeente te Ophemert (Gelder
land) door ;den heer J. C. Eijckman Jr., predikant te
Koudekerke.
Volgens hetUtrechtsch dagblad werden eergisteren
morgen door den gees.elijke in de kerk van den H.
Dominicus te Utrecht dc namen der kinderen afgelezen,
die niet trouw hunne kerkplichten waarnemen; de gees
telijke zeide tevens, dat als dit middel van publiciteit
niet voldoeude mocht blijken, bij tot het aflezen van de
namen der ouders van die kinderen zon overgaan.
RECHTZAKEN.
De arrondissements rechtbank (kamer van burgerlijke
zaken) te Amsterdam heeft, overeenkomstig de con
clusie van het openbaar ministerie, toegewezen de door
den burgemeester van Amsterdam tegen den heer Victor
Driessens, pachter van den stadsschouwburg, ingestelde
vordering, en alzoo onthouden verkla rd de tusschen
partijen op 27 Jnni jl. gesloten pachtovereenkomst, op
grond van wanpraestatie des pachters, en den laatste
veroordeeld tot schadevergoeding deswege. Da recht -
bank heeft dat vonnis uitvoerbaar verklaard bij voor
raad, niettegenstaande verzet of hooger beroep.
GEMENGDE BERICHTEN.
De hoogleeraar Bierens de Haan te Leidenis be
noemd tot lid van de Academie der wetenschappen te
Kopenhagen.
Eergisteren had op het Vreeburg te Utrecht de
inspectie p'aais over de dienstdoende schutterij (infanterie
en artillerie) bij welke gelegenheid een drietal officieren
werd geïestalleerd en eereteekenen werden uitgereikt.
Een zeer talrijke menigte mecschen was daarbij tegen-
dig, waaronder velen die door sterken drank zeer opge
wonden waren. Het gedrang en rumoer werden zoo
groot, dat de politie tusschenbeide moest komen; eene
worsteling volgde, waarbij de politie van hare wapenen
gebruik moest maken en een agent onder de voet raakte.
De kommandant liet het bataljon een voorwaartache
beweging maken, waardoor eenigte ruimte ontstond, en
toen de schutterij afmarcheerde was de rust spoedig
hersteld.
De gezondheidscommissie te Deventer heeft dezer
dagen groen gordijnpapier onderzochtdat schweinfurter-
groen bleek te bevatten, tengevolge waarvan zij het
publiek waarschuwt voor het gebruik van zulke gordij
nen.
Naar men uit Maastricht meldt, zijn door den
heer Ubags aldaar dezer dagen in den St. Pietersberg
ontdekt de versteende overblijfselen van twee voorwe
reldlijke dieren. Het eene dier behoort tot de hage
dissen en het andere is eene groote zeeschildpad.
Te Waddinxveen braken Dinsdag jl. twee voor
een wagen gespannen paarden los en holden, juist toen
de school uitging, met de zwinhouten achter zich voort,
met het gevolg dat éen kind een arm, een ander het
borstbeen brak, twee ernstig aan de oogen bezeerd
werden, en daarenboven nog verscheidenen meer of
minder zware kwetsuren aan het hoofd, armen of bee-
i_en bekwamen. Nabij de brug over de Gouwe werden
de paarden gegropen.
Eenigen tijd geleden ontstond te Liverpool brand
en de spuitgasten wierpen balen wol uit het brandende
magazijn op straat. De kooplieden, die daarbij tegen
woordig warenbespraken met elkander wat die half
verbrande wol nog waard zou zijn. Een van hen ver
wedde eeu guinje dat de wol nog voor meer dan 15
pond sterling zou worden gekocht. Daar deze prijs
ontegenzeggelijk te hoog was, hielden dadelijk een twin
tigtal anderen de weddenschap. Hij kocht toen zelf de
wol voor 16 pond en betaalde haar nu wel 4 pond te
hoog, maar kreeg 20 pond van de tegenpartij, omdat
hij de weddenschap gewonnen had.
Ré,'nier, de mysterieus© verschijning in het gere-
trancheerde kamp van Metz gedurende de insluiting
van het Rijnleger door de Duitscbe troepen, tegen wien
een bevel tot aanhouding is uitgevaardigdheeft de
redactie van the Times uitgenoodigd om met de redactie
van een paar andere Engelsche bladea een raad van
eer te beooemen, die in zijne zaak uitspraak zal doen.
The Times beeft echter voor de eer bedankt ondanks
de vreeselijke bedreiging van Régnier, dat hij in Engeland
geen domicilie zal nemenzoolang hij door de Engelsche
pers niet van alle schuld is vrijgesproken. Engeland zal
dus van de groote eer moeten afzien om Rógnier onder
zijne ingezetenen te rekenen.
Als eene bijzonderheid wordt medegedeeld, dat de
stad Koningsbergen niet de eenige plaats in het konink
rijk Pruisen is, die nog gebukt gaat onder den schul
denlast, tengevolge van de oorlogseontributie, door de
Franschen vóór meer dan een halve eeuw in het land
geheven. Djor de inwoners van Neumark, een stadje
in de provincie Pruisen, iseeu verzoekschrift ingediend,
strekkende om uit 's lands schatkist, op de wijze als
de stad Koningsbergen, te worden ondersteund tot del
ging vau het Dog aanmerkelijke gedeelte dor leening,
door de stad indertijd aangegaan, om de oorlogschuid
te betalen staande de Fransche overheerscliing haar
opgelegd.
T 3EEMOM3 ?SRST AND.
1-5 Dec. '8 av. 11 u. 36r.
16 'a morg. 7 u,45gr. 'smidd. 1 u- ölgr.'sav. 6 u. 49gr.
STATEN-GENER A AT».
TWEEDE KAMER.
Zitting van Maandsg 15 December.
(Nader verslag.)
De beraadslagingen over hoofdstak VIII (oorlog)
der staatsbegrooticg voor 1874 worden voortgezet.
De heer Rutgers geeft de hoop te kennen, dat deze
minister eindelijk licht zal brengen in de duisternis der
militaire zakenen verwondert er zich niet over, dat,
na de teleurstellingen door zoovele ministers van oor
log ondervonden, de kamer eenigszins sceptisch is ge
worden ten opzichte van ministers van oorlog. Er kun
nen, volgens zijne meening, twee wegen worden inge
slagen: dien van niets doen, en dien om ons in verde
digbaren staat te brengen en daarvoor de noodige
gelden toe te staan. Hij wil den breeden weg op, en
vraagt waaroor nu maar 6 ton is uitgetrokken voor de
Utrechtsche linie in plaats van 13 ton in het vorige
jaar. Hij wenscht verhoogicg der soldijen en verbete-
ring der kazerneeritg, en vraagt waarom de minister
zoo weinig geschut- wil aanmaken.
De heer Godefroi dringt zeer aan op hervorming der
militaire strafrechtspleging, die hij nader bespreekt.
De heer Stieltjes geeft den heer Bredius niet toe, dat
er weinig gevaar is, en dat het Duitscbe volk vrede
lievend is, ook niet dat Nederland onverdedigbaar zon
zijnhet tegendeel is reeds meermalen bewezen. Hij toont
aan, dat wat de hser Bredius wileen leger dat op de
grenzen onze neutraliteit zal kunnen handhaven en een
actieve marine onmogelijk zijn. Onze sterkte zit juist
daarin, dat wij onze troepen in de Utiechtsche linie
kunnen opstellen. Hij heeft den minister met genoegen j
zien optreden, maar kan zich Diet vereenigen met diens
defensie-plannen. Ook hij is voor verbetering van kazer-
nec-ring, soldijen en der militaire sirafwetpleging.
De beer Saudberg betreurt het dat de minister geen
schadelijke vestingen wil biechten, voordat de vesting
wet zal zijn aangenomen.
De heer de Bieberstein meent, dat de bezwaren tegen
plaatsvervanging zouden zijn weggenomen indien men
geen plaatsvervangers aannam dan die 5 jaren bij het
kader zijn ingedeeld geweest en kunnen lezen en schrijven.
De heer Heydenrijck bespreekt ook de quaestie der
schadelijke vestingen en vraagt of de minister niet ge
neigd zou zijn om de kamer t9 verzoeken de vestingwet
terstond na het reces in behandeling te nemen.
De heer Messehert wijst op het misbruik van ster
ken diank bij het leger, èn is van oordeel, dat dit door
een aangenamer verblijf in de kazernes minder zou
worden. Ook moest de staat de heiliging van den
Zondag bevorderen; dit geschiedt niet genoeg. Zoo
zijn onlangs op Zondag troepen van Harderwijk naar
Nieuwediep vervoerd. Hij dringt aan op strafbepalin
gen tot wering der dronkenschap.
De heer de Roo meent, dat de minister recht heeft
te vorderen dat men geduld heeft, want hij is nog te
kort aan het bewind. Hij doet meer dan zijne voor
gangers daar hij de aanhangige wetsontwerpen niet
terstond heeft ingetrokken, zoodat er uitzicht is, dat
men ten opzichte van de regeling der defensie met
dezen minister verder zal komen. Verwerping van zijne
begrooting zou een votum van wantrouwen zijn, waartoe
geen reden bestaat. Spreker vraagt een suppletoire be
grooting voor verbetering van de kazernes en verhooging
der soldijen, en dringt aan op een spoedige indiening
der militiewel. Wijzende op de door den minister aan
gevraagde gelden, vraagt hij of de minister de fiuan-
cteele quaestie met zijne ambtgenooten en vooral met
den minister van financiën heeft besproken en of deze
bereid is om de noodige middelen te verschaffen.
De heer Fabius bespreekt de militaire academie te
Breda en zou het wenschelijk achten dat de leer
lingen die een driejarigen cursus aan een hoogere bur
gerschool hebben doorloopeD, aan de academie konden
worden geplaatst.
Do minister vau oorlog beantwoordt de verschillende
sprekers en is van oordeel, dat bij ons slechts sprake
kan zijn van een geconcentreerd verdedigingsstelsel, zich
bepalende tot de wijkplaats tusschen de Utrechtsche
linie, de Noordzee en de Zuiderzee. Is de verdediging
van die wijkplaa's voltooid, waaraan hij zijne krachten
hoopt te wijden, dan kan men over de buitenliuiën
beslissen; voorloopig moeten deze behouden blijven.
Wat de vestingwet betreft, hij is niet overtuigd, dat
de schadelijke vestingen dadelijk moeten worden opge
ruimd, maar hij is bereid de vestingwet te verdedigen
zoodra de kamer dit wil. Hij blijft nog altijd van
meening dat de schut terijen geen deel moeten'nemen
aan de eerste handeling onzer verdediging, maar men
moet hen die bij de militie dienden, afzonderlijk ver
eenigen, om daardoor een soort permanente mobile
schutterij te erlangen, die zoodoende, door het bezetten
van liniën en forten, aan de passieve verdediging zal
kannen deelnemen; daardoor zullen de miliiie-conti-
genten niet zoo uitgebreid behoeven te worden. Ten
aanzien van het bronzen geschut zegt lij dat maatre
gelen aanhangig zijn tot uitbreiding der geschutgieterij
mocht men daarin niet s'agen men bezigt nu reeds
particuliere fabrieken dan zal men de hulp van het
buitenland inroepeD. Hij zal nagaan of er meer kan
worden gedaan en zoo ja daaitoe de gelden aanvragen
bij de volgeudo of bij suppletoire begrooting. Da
soldij-verhooging der miliciens acht hij wel noodig,
maar niet dringend, terwijl voor kazerneering-verbete
ring een vaste type dient te worden aangenomen. Ver
der bestrijdt hij de redevoering van den heer Bredius. Met
den heer Godefroi vereenigt hij zich wat de militaire
rechtsspraak betrelt, gaarne zal hij mGt zijn ambtge
noot van jastitie de zaak overwegen. De minister ia
persoonlijk vijand van iederen dronkaard, maar meti
bevordert de oprichting van cantines juist om de sol
daten in de kazerne te houdenterwijl wat de Zondag
betreft, slechts in het uiterste geval van de betreffende
bepaling wordt afgeweken. Wat de vraag van den
heer de Roo aangaat, alle bijzonderheden omtrentzijce
plannen heeft de minister voor zijn optreden met zijn ambt
genooten besproken. Ia 't algemeen hebben zij zich
met zijn zienswijze vereenigd en zich bereid verklaard
hem financieele en andere kuip te verstrekken, zoodat
de kamer zich in dat opzicht volkomen gerust kan
stellen.
De heeren Bredius, Storm en C. van Nispen voeren
verder het woord. De heer van Zuylen z>,l tegen de
begrooting stemmen, niet om den minister maar om dieu3
solidariteit met het kabinet.
De minister verduidelijkt nader zijn zienswijze en
verklaart, bij verwerpiug der vestingwet, te zullen trach
ten de schadelijke vesiingen op te ruimen.
Zitting van Dinsdag 16 December.
(Per telegraaf.)
De nieuwe conclusie van het rapport op het adres
van den heer Magnin, strekkende om onder dankbe
tuiging aan den minister van koloniën, de nadere inlich
tingen op dat adres voor kennisgeving aan te nemen,
werd aangenomen.
Vervolgens werden de beraadslagingen over hoofd-
VIII (oorlog) der staatsbegrootiqg voor 1874 voortgezet.
De minister van oorlog handhaafde hoofdzakelijk de
gisteren door hem afgelegde verklaringen en gaf daarbij
als zijne meeniug te kennen, dat het niet aangaat oai
geschriften van vroeger tijd. aan te halen.
Nadat nog verschillende sprekers het woord haddon
gevoerd werden de algemeeoe beraadslagingen gesloten.
Ingekomen zijn wetsontwerpen tot bekrachtiging van
den onderhandschen verkoop van grond langs den staats
spoorweg o. a. te Ojst- en West Souburg en Vlissingen
aan M. Fak Brouwer te, Middelburg; te Oo3t-en West-
Souburg aan J. A. du Buisson Becius, weduwe A. J
van Teijlingen, aldaar.
GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN.
Zitting van Maandag 15 December.
Voorzitter de heer Winkelman.
Na goedkeuring der notnleu van het verhandelde in
de laatste gewone en buitengewone zittingen van den
raad, deelt de voorzitter mede dat hij, ter voldoening
aan den hem opgedragen last, zich naar 'sGravenhage
begeven heeft om bij deu minister van koloniën de
gemeente Vlissingen aan te bevelen als plaats van ves
tiging der op te richten Indische brigade. Hij heeft