gever die uitgaven heeft goedgekeurd, naar middelen
zal zoeken.
Na sluiting der algemeene beraadslagingen worden do
artikelen 1 tot 36 aangenomen.
Bij art. 37 klaagt de heer van Zinnicq Bergmann
over het slechte, onbruikbare zegelpapier.
De minister verklaart niet te kunnen beloven dat
er een ander soort papier zal genomen worden.
Artt. 37 tot 40 worden aangenomen.
Bij art 41 vraagt de heer Wintgens eenige inlichtin
gen omtrent uen toestand van het Haagsche boscb.
De mimister geeft hierop te kennen dat thans de
ontvanger der domeinen met het beheer van hetbosch
is belast, die ook van boscb-cultuur verstand heeft.
Artt. 41 tot 51 worden aangenomen.
Bij art. 52 bespreekt de heer Godefroi de wensche-
lijkbeid van verbetering en uitbreiding van het tele
graafkantoor te Amsterdam.
De minister geeft daaromtrent eenige inlichtingen.
In verband tot het vroegere plan betreffende den bouw
van een nieuwe beurs had bij 3 ton subsidie toegezegd,
behoudens goedkeuring door de wetgevende macht,
maar het gemeentebestuur verlangde het dubbele en
daarin kon de regeering niet treden. Verbouwing van
het thans bestaande gebouw is echter noodzakelijk,
doch daarmede wordt niet gezegd, dat, wanneer een
nieuwe beurs wordt gebouwd, daaraan geeD telegraat-
kantoor zal worden verbonden.
De hetr Begram droDg aan op het invoeren van
telegramzegels.
De minister zal dit punt in overweging nemen en
onderzoeken.
Artt. 51 tot 56 worden aangenomen.
De heer van HouleD vraagt stemming over art 64,
daar hij nog eene poging wil wagen om op het verlee-
nen van steeds hooger subsidiën aan de kerkgenoot
schappen terug te komen.
Het artikel wordt aangenomen met 44 tegen 18 stemmen.
Na goedkeuring van de overige artikelen, wordt het
geheele hoofdstak in stemming gebracht en aangeno
men met 39 tegen 17 stemmen.
Tegen stemden de heeren: Stieltjes, Schimmelpen-
ninck, de Brauw, Haffmans, van den Bercb, Heyden-
rijck, Jonckbloet, Kerens, van Lijnden, Kops, van Hou
ten, Lambrechte, van Zinnicq Bergmann, van Kuijk,
Messchert van Vollenhoven, Verheyen en Nierstrasz.
Vervolgens komt in behandeling hoofdstuk VIII
(oorlog).
De heer Berg3ma is verwonderd, dat de minister
vóór alles denkt aan traktementsverhooging voor de
officieren en niet aan de materieele belangen der troe
pen, en dit 6temt hem reeds terstond niet gunstig voor
het beleid van dezen minister. Waarom heeft de minis
ter niets gedaan tot verbetering der kazerceering en
tot verhooging van de soldijen der miliciens? Hij weet
nog niet of hij vóór of tegen zal stemmen.
De heer Bredius bespreekt het treurige verschijnsel
dat alle natiën, zelfs kleine, zich wapenen tot de
tandenj en gebukt gaan onder de lasten die daaruit
voortvloeien. De honderde millioenen, die wij in de
laatste 25 jaren hebben uitgegeven voor delensie, zijn
grootendeels verspild geworden; men heeft geen vast
stelsel en vraagt toch telkens uieawe millioenen; dat
is met deze begrooting precies hetzelfde. Hij gelooft
niet aan de verdedigbaarheid van ons land en vree3t
ook geen plannen tot annexatie. Hij is tegen nitbrei-
van het militarisme, maar als er geld besteed moet
worden voor militaire zaken dan deed men z. i. beter
een actieve marine in het leven te roepen. Hij zal
tegen deze begrooting stemmen, maar niet omdat hij
dezen minister niet vertrouwt, wiens antecedenten hem
vertrouwen waardig maken. Hij zou wenschendat het
militaire stelsel, hetwelk men*nu verlangt, in korte
stellingen werd geformuleerd, opdat ieder zou kunnen
beoordeelcn of hij tot toepassing daarvan kon mede
werken.
De heer de Bieberstein klaagt over verslapping van
tucht en discipline bij het leger en hoopt dat de minis
ter zal trachten daarin verbetering te krijgen. Hij zal
den minister steunen als deze maar niet meer vraagt
dan de financieele krachten der natie toelaten.
Zitting van Maandag 15 December.
(Per telegraaf.)
De beraadslagingen over hoofdstuk VIII (oorlog) der
staatsbegrooting voor 1874 werden voortgezet.
Verschillende sprekers, onder anderen de heeren
Stieltjes en de Roo van Alderwerelt, verklaarden een
afwachtende houding te willen aannemen in vertrouwen
op den minister.
De minister gaf te kennen, dat hij voor een gecon
centreerd vestingstelsel was en bereid te zijn om de
vestingwet te verdedigen wanneer de kamer wil. Mocht
de vestingwet worden verworpen dan zou hij tot het
opruimen van schadelijke vestingen willen overgaan.
De heer van Zuylen zal tegen deze begrooting stem
men omdat ae minister van oorlog zich niet kan los
maken van zijne collega's.
Op een bepaalden vraag van den heer de Roo ver
klaarde de minister, dat zijne ambtgenooten hem finan
cieele en andere hulp hadden toegezegd tot uitvoering
van zijne plannen.
6uttrnian&.
ALGEMEEN OVEBZZGHT.
Terwijl de nationale vergadering in hare openbare
zittingen de behandeling der begrooting voor 1874 voort
zet, zonder dat de diBcussiën veel belangrijks opleve
ren, is het zwaartepunt der Fransche binnenlandsche
politiek verlegd naar de commissiën voor de wet tot
wijziging der gemeentewet en voor de constitutioneele
wetten. De loop dien de werkzaamheden in beide com-
missiën nemen is voor het liberale en vrijheidlievende
Frankrijk weinig bemoedigend. In de commissie van
dertig zooals de commissie voor de constitutioneele
wetten gewoonlijk genoemd wordt in navolging van de
eerste commissie van dertig, treuriger nagedachtenis,
welke vóór ongeveer een jaar ontelbare en vaak de
onmogelijkste middelen uitdacht om Thiers als presi
dent der republiek in zijne beweginsen te belemmeren
in de commissie van dertig heeft de meerderheid voor
het onderzoek van bet eigenlijk constitueerende wets
ontwerp, betreffende de machten in den staat, eene
subcommissie benoemdhetgeen gelijkluidend is met
bet onbepaald verdagen der quaestie, en zich onmid
dellijk op het terrein begeven, waarop de vrijheid ten
gerieve van het „sociaal behoud" het dringendste be
snoeiing behoeft. Terwijl de openbare meening bovenal
de constitueering en vestiging van de definitieve repu
bliek eischt, schuift de commissie deze quaestie ter
zijde en beraamt zij wijzigingen in de kieswet, waar
van de rechterzijde meent te mogen verwachten dat zij
de vervulling van den volkswensch onmogelijk zullen
maken.
In dienzelfden geest is de commissie voor de wet
der maires werkzaam. Het ontwerp van den heer Broglie
was in hare oogen blijkbaar nog te weinig centralis
tisch; op voorstel van den heer Clapier bepaalde zij
dat het gouvernement niet alleen bij demissie en ont
slag, maar altijd het recht zou hebben de maires
buiten den gemeenteraad te verkiezen. Het voor
beeld van Nederland bewijst dat dit stelsel niet abso
luut illiberaal is, zooals de Fransche liberale dagbla
den het noemen. Ook bij ons benoemt het centraal
gezag de burgemeesters en toch werkt deze wijze van
benoeming niet belemmerend op de gemeentelijke vrij
heid. Doch in Frankrijk is dit geheel iets anders.
Zeer terecht vindt dit stelsel dan ook hevige bestrijding
bij den vrijzinnigen Franschman. Want voor niemand
is het een geheim dat de partij die op het oogenblik
aan het bewind is, inet dit stelsel tegelijk de vrijheid
der verkiezingen en de onafhankelijkheid der gemeen
ten aanrandt onder het voorwendsel, dat de maatschap
pelijke orde in gevaar verkeert. De verkiezingen van
October en November, en zonder twijfel ook die welke
gisteren plaats haddenleeren den mannen van 24 Mei
dat gehoorzame prefecten en sous-prefecten niet voldoende
zijn „pour faire les electionsmaar dat de kiezers ge
dwee gemaakt moeten worden door de maires en poli-
tie-bearabten.
Door de binnenlandsche politiek der meerderheid
wordt de kwaal die Frankrijk's krachten sloopt steeds
erger. De onderlinge haat der partijen wordt er door
aangeblazen; partijbelang en partijhaat treden op den
voorgrond en het belang van het vaderland wordt
daarbij uit het oog verloren. Voor deze nationale fout
moet Bazaine boeten, de debatten inzijoproces hebben
bewezen dat zijn misdaad geene andere was dan dat
ook hij duor die nationale kwaal was aangetasten
toch schijnt Frankrijk evenmin als Bazaine zelf iets uit
dit proces geleerd te hebben. Aan Mac Mahon schreef
hij Vrijdag: „Gij hebt u den tijd herinnerd toen wij
naast elkander het vaderland diendenik vrees dat de
raison d'ét at uw hart beheerscht heeft. Ik zou zonder spijt
gestorven zijnwant het verzoek van gratie dat mijne
rechters tot u richtten heeft mijn eer gewroken." Maar
ook de politieke partijen hebben den diepen zin van het
proces en vonnis tegen Bazaine niet begrepen, hare va
derlandsliefde heeft daardoor den ouderlingen partijhaat
niet overwonnende republikeinen en Bonapartisten
tasten den hertog van Aumale aan, beschuldigen hem
van lage en eerzuchtige bedoelingen waaraan hij de
leiding van het proces dienstbaar maakte, de Orleanis-
ten denken er ernstig over om, aangemoedigd door het
resultaat van Bazaine's proces, Gambetta, Trochu, Jules
Favre en hunne ambtgenooten wegens de revolutie van
4 September en de overgave van Parijs ia staat van
beschuldiging te stellen.
In de Pruisische kamer was Zaterdag de verkiezing
van het bureau aan de orde. De slimme leider der
clericalen, de beer Wicdthorst, volgde tot zelfs hierin de
tactiek, die het centrum sedert den aanvang der zitting
volgt. Hoewel het centrum bij de eerste verkiezing
geen harer candidates in het bureau kou brengen, was
WiDdthorst ook hierin de liberalen weder voor: „ikge
loof van de algemeene instemming zeker te zijn, zeide
hij, wanneer ik de herkiezing der presidenten met
acclamatie voorstel". Hoe onbeteekenend dit feit ook
op zich zelf zij, in verband met het geheele optreden der
clericalen is het niet geheel van gewicht ontbloot. Voor
de herkiezing van het liberale bureau nam het centrum
weder het initiatief evenals van alle liberale voorstellen,
die in deze zitting reeds aan de orde waren. Der
regeering wordt het hierdoor hoogst moeilijk gemaakt
en de zoogenaamde liberale meerderheid stelt het op
de proef. Met de quaestie der reis- eu verblijfkosten
voor de afgevaardigden van den rijksdag had het reeds
de voldoening dat het een 80tal van de liberale
meerderheid afscheidde, en zelfs eenmaal slaagde het er
in om de regeering slechts met een zestal stemmen
tegenover de geheele kamer te plaatsen, namelijk bij de
beslissende stemming over het voorstel tot afschaffing
der zegelbelasting.
Naar aanleiding van dit laatste votum zegt de Ber-
lijnsche correspondent van the Daily News zeer terecht,
dat in eiken waarlijk constitutioneelen staat het minis
terie na zulk een verpletterende nederlaag zou moeten
aftreden. In Pruisen denkt bijna niemand daaraan.
„Wat zou men er in Engeland van denken zoo
schrijft hij wanneer een troepje Iersche katholieke
leden er in slaagden om het geheele huis, liberalen en
conservatieven, te vereenigen tegen de regeering in eene
politieke quaestie? Wat zou men denken van een minis
terie, dat dom genoeg was om den wensch van het
huis en de natie niet te begrijpen, of stijfhoofdig ge-
noeg om zich daaraan niet te storen? Maar bovenal,
wat zou men denken van de parlementaire tactiek en
den parlementairen moed eener meerderheid, die zoo
duldde dat zij door eene kleine factie opgezet werd
tegen de regeering harer keuze De oorzaak is dat de
nationaal-liberale partij den schok van 1866 nog niet
is te boven gekomenNa Sadowa boog zij zich
met onnoodigen spoed voor den god der overwinning.
Zij legde zich bij eene apologie der regeering neer,
waarin den verdedigers der constitutie nog hevig do
les werd gelezen en namen de bill of indemnity aan. In
de parlementaire annalen is geen laf hartiger partij-over
gave te vinden. De ministers hadden op een dozijn
punten de constitutie geschonden en vroegen hoegenaamd
geene vergiffenis voor hun misdaad; tnen zij voor het
lagerhuis verschenen spraken de buigzame afgevaardig
den hen zonder eenig gewetensbezwaar vrij
De Virginius-quaestie nadert nu inderdaad haar einde.
Het schip beeft Havana verlaten zonder tot eenige
ongeregeldheden in de stad aanleiding te geven, en is
naar Bahiapouaa gebracht, waar het aan de gevol
machtigden der Unie overgegeven zal worden. Door
den kapitein-generaal Jovellar is bovendien Vrijdag
bevel gegeven dat de nog in leven zijnde manschap
uit de gevangenis ontslagen en uitgeleverd zou worden.
Van de Goudkust luiden de berichten minder gun
stig dan die der vorige weken. In een telegram van
Cape-Coast-Ca3tle wordt zonder omwegen gezegd, dat
de gezondheidstoestand aan boord van de schepen
slecht is, en de aanleg van een spoorweg ten behoeve
van het vervoer van materieel en manschappen groote
moeilijkheden ondervindt. Generaal Wolseley, die ook
aan koorts leed, neemt echter in beterschap toe.
3ectijhmgm.
Gisteren is te Vlissingen binnengekomen de Noord-
sche bark Scandia, gezagvoerder Larsen, van Neuzen
om te dokken.
Volgens telegram is het stoomschip Holland, ge
zagvoerder Hoefman, eergisteren te Aden aangekomen.
Aan boord alles wel. Het stoomschip zou gisteren de
reis naar Batavia voortzetten.
^awöielsbmcljtm.
GRAANMARKTEN ENZ.
Rotterdam, 15 December. Tarwe metruimenaan-
voer 30 cent lager; rogge met goeden aanvoer flauwer;
wintergerst 40 en zomergerst ruim 20 cent lager;
witte boonen met redelijken aanvoer 25 cent lager;
bruine boonen met ruimen aanvoer 25 cent lager;
erwten met grooten aanvoer 50 cent lager; koolzaad
20 cent hooger; overigens onveranderd.
Amsterdam, 15 December. Raapolie op zes weken
36}. Lijnolie op 6 wekon f 35$.
PRIJZEN VAN EFFECTEN.
Amsterdam 15 December 1873.
Nederland *Certific. Werkelijke schuld. 2} pet. 57$
♦dito dito dito .3 „68
*dito dito dito 4 89$
♦Aand. Handelmaatschappij 4} 133}
♦dito exploitatie Ned. Staatssp. 109
Belgie. ♦Certificaten bij Rothschild 24
Frankrijk. *Inschrijvingen8 55}
'dito 5 87$
Rusland. *Obligatiën 1798/1816 5 100}
♦Certific. adm. Hamburg 5
♦dito Hope C°. 1855 6e serie 5 88J-
♦Cert. f 1000 1864 5 99}}
♦dito. f 1000 1866 5 „99$
♦Loten 18665
♦Oblig.Hope C°.Leening 1860 4} 91$
♦Certific. dito4
♦In8cript. Stieglitz (X2e a 4 L. 4
♦Obligatiën 186769 4 78$
♦Certificaten6
♦Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. 5 233
♦Oblig. dito4
Obl. spoorweg Poti-Tifiis 5 96}
dito dito Jelez Orel. 5 96
dito dito Charkow Azow. 5 93}
Polen. ♦Schatkistobligatiën 4
Oostenrijk. *Oblig.metall.in zilverJan./Juli. 5 64
♦dito dito April/Oct. 5 64
♦dito in papier Mei/Nov. 5 60}
"dito dito Febr./Aug. 5 59$
Italië. Leening 18615
Spanje. ♦Obligatiën Buitenl. 186771. 3 16}
dito Binnenlandsche 3 13^$
Portugal. ♦Obl. 185669 3 42$
Turkije. dito (binnenl.)5 44}
Egypte. Obl. 1868 7 81$
Amerika. *Obl. Vereenigde Staten (1874) 5 97$
♦dito dito dito (1904) 5
♦dito dito dito (1882) 6 99
♦dito dito dito (1885) 6 101$
♦Obl. Illinois7
♦dito dito Redemtion 6 83
Obl. Atl. Gr. W. Spw. Ohiosec. (7p)
dito dito geconsolideerde .7
dito dito debentures. 8
Obl. St.Paul&Pac. Spw.lesec. 7
dito dito dito 2esec. 7 16$
dito dito 1869 dito 7 x 19}
Brazilië ♦Obl. 1863 4} 88$
♦dito 1865 5 „97
Mexico dito 1851 3 15$
Grenada dito atgestempeld6 17$
Venezuela ditoI 3 10}
Ecuador, dito. 1 9