kort begrip van zijn militaire loopbaan tot het oogenblik waarin hij het toppunt van zijn roem bereikte. In hom is het gezegde vervuld, dat ieder soldaat den maar schalkstaf in zijn ransel draagt. „Desniettemin zoo leest men in een artikel in De globe van November 1870, waaraan wij gedeeltelijk de volgende bijzonderheden ontleenen „desniettemin gevoelen wij eene soort van weerzin om dien man te schilderen, die, door een onge hoord geluk, tot den hoogsten militairen rang in zijn vaderland opgeklommen is. Konden wij slechts éen enkele eervolle of groote episode in het leven van dezen maarschalk vinden, of leverde het, gelijk dat van den ouden maarschalk Blücher, eene reeks van heldendaden en anecdotes op, dan zouden wij gaarne prijzen wat te prijzen was. Doch niets van dit alles is hier het geval". FranQois Achille Bazaine, de jongste van twee broe ders, is den 13ca Februari 1811 te Versailles geboren, al waar zijn vader als gepensioneerd officier woonde. Hij bezocht de gewone lagere school en werd daarna schrijn werkersleerling, doch nam in 1831 dienst als vrijwilliger bij bet 37e regiment van linie en werd kort daarna als fourier bij het vreemdenlegioen geplaatst. Meestal plaatst men daarbij zulke onhandelbare, doch niet on bruikbare onderofficieren en soldatendie in andere regimenten een slechte rol zouden spelen, en toen hij er bij kwam bestond dat legioen uit zulk een hoop canaille, dat aan een Franschman die maar iets op school had geleerd bevordering niet kon ontgaan. In Maart 1833 werd hij dan ook reeds tot 2" luitenant benoemd. Gedurende de groote expeditie naar de Makta in 1835 kreeg bij zijne eerste verwonding, en zijne laatste, indien wij ons niet bedriegen, in 1859 in den slag van Melc- gnano. Nauwelijks 24 jaren oud en na slechts vier jaren dienst ontving hij reeds het kruis van het legioen van eer. In 1835 ging, bij bet uitbreken van den grooten Carlistischen opstand, het geheele legioen over in den dienst der koningin-regentes. De dapperheid van het legioen in dien oorlog is bekend en Bazaine kwam er door in de gelegenheid om in Navarre, Catalonië en Ar- ragon te vechten, en de taktiek en de heldendaden van Zumalacarreguy en Cabrera, maar ook de misslagen van Valdez, Cordova, Espleta, Evans en zelfs Espartero te bestudecren. Na zijne terugkomst in Frankrijk in 1838 als luitenant bij het 4e regiment van li Die geplaatst, ging hij daar mede naar Afrika en onderscheidde zich bij het beleg van Milianak, doch gedurende de volgende zes jaren ver neemt men niets van hem, en eerst na dien tijd vindt men hem op de legerlijsten als bataljon-chef; in 1845 kreeg hij het officierskruis van het legioen van eer. Als chef van een der zoogenoemde „bureaux arabes" muntte hij in 1850 uit door sluwheid en neiging tot intriges. Na de onderwerping van Abd-el-kader werd hij tot luitenant-kolonel bevorderd en in 1850 als kolonel aan het hoofd van het 55c regiment van linie in Frankrijk geplaatst. Het eentonige en niet voordeelige garni zoensleven in Frankrijk beviel hem echter niet, zoodat hij het ministerie van oorlog bestormde met aanzoeken, om weder naar Afrika gezonden te worden. Dit werd ingewilligd en men plaatste hem dus bij liet le vreemden regiment, dat hij in 1854 in den Krim-oorlog aanvoerde. In het laatst van dat jaar werd hij tot brigade-generaal benoemd en als zoodanig met het bevel over de beide vreemden-regimenten belast. Zijne brigade, die tot de 3e divisie van het le legerkorps behoorde, nam een werk dadig deel aan de operatiën van dien oorlog. Bazaine moet zich met zijne beide regimenten bijzonder in de veldslagen aan de Alma en bij Inkerman en bij den aanval op het centrale bastion onderscheiden hebben; doch de Fransche officieele berichten bewaren er het diepste stilzwijgen over, hetzij dat men de wapenfeiten van de vreemden-regimenten niet loffelijk vermelden wilde, betzij dat hun aandeel in den algemeenen loop van zaken te onbeduidend was om afzonderlijk in 't licht te worden gesteld. Wat de reden ook zij, wij vinden Bazaine en zijne brigade niet vermeld vóór de inneming van den Malakoftoren. Onmiddellijk daarna werd hij met zijne soldaten in de veroverde stad gelegd en tot kommandant van Sebastopol benoemd, waaruit af te leiden is dat hij en zijne brigade weinig of geen deel aan de bestorming hebben genomen, maar tot de reserve behoorden, en nu gebezigd werden om de troepen af te lossen, die den 8«» September in zulk een heet vuur hadden gestaan. Den 22"> September 1855 werd Bazaine tot divisie- generaal bevorderd en kommandeerde als zoodanig de landingstroepen bij de inneming der kleine vesting Kinburn. Van den terugkeer der Fransche troepen uit de Krim tot aan den Italiaanschcn veldtocht stond hij met zijne divisie in Frankrijk en werd dikwijls met in spectiën belast. Toen het leger naar Italië werd gezon den, behoorde hij bij het le legerkorps onder maarschalk Baraguay d'Hilliers, Ofschoon Bazaine zich niet in die mate als Canrobert en Mac-Mahon onderscheiden had, moet men erkennen dat hg bij zijne meerderen boog aangeschreven stond. In den slag van Melegnano den 5en Juni 1S59, waar hij voor de tweede maal gekwetst werd, legde hij onmiskenbaar moed en militaire talenten aan den dag. Aan zijne han delingen heeft men voornamelijk de overwinning in dien slag te danken gehad. In den slag van Solferino bestuurde Bazaine onder het oppertoezicht van Baraguay d'Hilliers den aanval op bet kerkhof dier plaats en zijn juist op het geschikte oogenblik gegeven bevel om de 6 stukken geschut die bij zijne divisie behoorden te laten aanrukken, schijnt veel tot de vermeestering van deze zoo heldhaftig ver dedigde en niet minder heldhaftig bestormde plaats te hebben bijgedragen. Na afloop van den veldtocht bleef Bazaine nog eenigen tijd met zijne divisie in Italië en keerde eerst in I860 naar Frankrijk terug. Hiermede is het eerste tijdperk van Bazaine's leven gesloten, en sedert ontmoeten wij hem op een geheel ander terrein, waar hij gelegenheid had om van al zijn aangeboren gaven partij te trekken: in Mexico. Den 24<n September 18G2 had generaal Forey zich met 40,000 Franschen te Vera-Cruz ontscheept, met de generaals Felix Douay en Bazaine tot zijne onderbevelhebbers. Forcy marcheerde met het grootste gedeelte zijner troe pen dadelijk naar Orizaba, waar generaal Lorency nog met 2000 Franschen stond, die tot het bezettingsleger der bondgenooten behoorde en zulk eene bloedige ont vangst te Puebla ondervonden haddenBazaine zelf bleef te Vera-Cruz met liet 3* regiment zouaven, hetzelfde dat in den slag van Wörth in 1870 bijna geheel vernie tigd werd. Van October 1862 lot Februari 1863 bleven de Franschen geheel werkeloos, totdat generaal Forey ein delijk besloot naar Puebla op te rukken, waar men den 18™ Maart zoover gevorderd was, dat men de eigenlijke belegeringswerken tegen die stad kon beginnen. Tijdens het beleg van Puebla, dat op den 18PD Mei 1863 met de inneming der stad eindigde, leverde Ba zaine het wapenfeit dat hem den meesten roem ver schafte, nl. het verdrijven van den Mexicaanschen gene raal Comonfort uit zijne positiën bij San Lorenzo. Nadat Forey tot maarschalk benoemd en teruggeroe pen was, nam Bazaine den len October het opperbevel des legers en de leiding van het burgerlijk bestuur op zich. Bij bet leger, inzonderheid bij de gewone soldaten, was hij zeer bemind, want zijn oogenschijnlijke goedhar tigheid en de toon, dien hij bij den omgang met de sol daten wist aan te slaan, won hem aller vertrouwen. Vooral echter waren de Mexicanen, bovenal die der libe rale partij, hem genegen, want zij vestigden een groote hoop op hem, te meer daar hij (tengevolge van zijn vroe ger verblijf in Spanje) hunne taal met eene vaardigheid sprak, die hen verbaasde en verheugde. Bazaine die dit zeer goed zag en, zoo ver van zijn vaderland verwijderd, zich vrij van alle toezicht gevoelde, begon van dit oogen blik af zijn talent voor intriges te ontwikkelen. Wellicht is de gedachte bij hem opgerezen, dat hij, door het leger en de liberalen ondersteund, het wel tot den presidents zetel, zoo niet tot den troon van Mexico zou kunnen brengen. Zijn eerste stap was dat. hij geheime onderhan delingen met generaal Doblado en den gewezen presi dent Comonfort trachtte aan te knoopen,om hen tot zijne belangen over te balen, en verder Almonte en Sallas, die tot den raad van regentschap behoorden, te verwij deren en hen door hoofden van de liberale partij te doen vervangen. Dit plan viel echter in duigen; Comonfort werd vermoord en Doblado wilde met den vreemden indringer niets te doen hebben. Zooveel mogelijk legde hij er zich op toe om de inboorlingen vrede te doen krij gen met de vreemde bezetting, en toen keizer Maximi- liaan met zijne gemalin in Mexico aankwam heerschte oogenschijnlijk een goede verstandhouding tusscben den maarschalk en den keizer, doch het is gebleken, dat Ba zaine het leven van Maximiliaan van het eerste oogen blik zijner aankomst trachtte zuur te maken. Overa- was hij, en hij alleen, de booze geest, die de beste bedoel lingen van Maximiliaan dwarsboomde. Misschien hoopte bij het door die kuiperijen zoo ver te brengen, dat de onervaren en zwakke monarch zich tot een spoedigen troonsafstand zou bewogen gevoelenen wie zou dan nog tusscben Bazaine en den presidentszetel staan? De middelen en intriges waartoe Bazaine zijn toevlucht nam te beschrijven is onmogelijk, doch reeds in Februari 1865 zond keizer Maximiliaan den generaal Wolf naar Napoleon om de terugroeping van Bazaine te verzoeken; Napoleon weigerde. Het geheim hoe men een man van Bazaine's karakter op zulk een post kon laten zal wel met Morny ten grave zijn gegaan. Als een staaltje van Bazaine's lage hebzucht is het volgende karakteristiek. Toen hij er door allerlei intri ges in geslaagd was een jonge dame uit eene der rijkste, doch aan het nieuwe keizerrijk meest vijandige familiën van Mexico, tot zijne echtgenoote te bekomen, wilde Maxi miliaan hem het eerst voor Forey bestemde en geheel gemeubeleerdepaleis Buena Vista als huwelijksgeschenk geven. Bazaine wees het van de band, doch gaf aan ge neraal Almonte, die hem namens den keizer de oorkonde van schenking kwam overhandigen, duidelijk te ver staan, dat er voor zijne echtgenoote geen beletsel bestond om het geschenk aan te nemen. De keizer gaf gevolg aan dien wenk en mevrouw Bazaine werd eigenares van die vorstelijke bezitting. En wat was nu het doel van al dien omslag Het stedelijk bestuur moest de huishuur

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 3