MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 295.
Vrijdag
1873.
12 December.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2" Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
13e prijs per 3/m., franco is ƒ3.50,
Middelburg 11 December.
De leden van de eerste kamer der staten-generaal zijn
ter vergadering bijeengeroepen tegen Woensdag den 17tn
dezer, des avonds te acht uren.
De Staats-courant van heden bevat het koninklijk be
sluit van den 5eu dezer, houdende eenige nadere bepa
lingen omtrent het postverkeer tusschen Nederland en
België, en zulks met wijziging der koninklijke besluiten
van 20 Juni en 6 December 1865 (Staatsblad nos 67
«n 138).
De gisteren avond alhier gehouden vergadering
van het Middelburgseh departement der Maatschappij
tot nut van 't algemeen werd door den waarnemenden
voorzitter, mr. P. Romeijngeopend met eene toespraak,
waarin hij herinnerde dat het gisteren juist 80 jaren
geleden was dat het departement werd opgericht. Al
had die herdenking niet plaats onder feestgejuich of
hekergeklanktoch achtte hij het feit herinnering waard.
De toekomst van het 80jarige departement stelde hij
op rekening der leden en hunne nazaten. Daarbij merkte
hij op dat voor zijn bloei voortdurende toeneming van
het ledental een noodzakelijk ingrediënt is, zoodat hij
de zorg daarvoor allen ten zeerste aanbevalin de hoop
dat bij een volgende herdenking van het verlengd be
staan van het departement de vruchten dier zorg zul
len mogen blijken.
In de April-vergadering dezes jaars werd, zooals wij
destijds mededeelden, een zeer belangrijk rapport uit
gebracht door de commissie belast met het onderzoek
van een door eenige leden gedaan voorstel, om te trach
ten alhier een bad- en zweminrichting tot stand te
brengen. Toen werd besloten, de commissie alsnog uit
te noodigen tot het instellen van een onderzoek naar
de vermoedolijke kosten van onderhoud en exploitatie
eener inrichting zooals door haar werd aangegeven.
Aan die uitnoodiging is door de commissie voldaan en
in de gisteren avond gehouden departements-vergade-
ring heeft zij, iu don vorm van rapport, de resultaten
van haar nader onderzoek kenbaar gemaakr. We ont-
leenen daaraan de volgende bijzonderheden.
In de eerste plaats heeft de commissie de wijze be
sproken waarop het oprichtiDgsfonds zou te verkrijgen
zijn. De vraag reesdoor wie zal de zaak ten uitvoer
worden gebracht? Zal het eene onderneming zijn geheel
van het departement uitgaande, onder beheer eener
afzonderlijke commissie, of wel zal het departement,
na de zaak onderzocht en besproken te hebben, het al
of niet wenschelijke harer voltooiing uitspreken en haar
daarmede overlaten aan hen die ze zouden willen op
vatten De commissie kon die vraag niet beantwoorden,
evenmin als deze: zullen de oprichters mogen rekenen
op subsidiën van het departement, van de gemeente of
van anderen? Zij meent te moeten volstaan met de
betuiging dat subsidiën, op welke wijze dan ook, voor
do oprichting eener bad- en zweminrichting gegeven,
zeker nuttig zouden besteed zijn. In die onzekerheid
beveelt zij de zaak aan in de bijzondere sympathie van
hen die iets voor baar zouden kunnen doen, doch stelt
zij overigens, zonder op liberaliteiten te rekenen, een
plan voor van negotiatie der vereischte 9000.
De genoemde som zou de commissie willen geplaatst
zien in aandeelen van 100, tegen een jaarlijksche
rente van 4 pet. en met een jaarlijksche uitloting van
minstens drie aandeelenzoodat de geheele leening in
30 jaren zou afgelost zijn. Zij laat in het midden, of
ook rentelooze aandeelen zullen uitgegeven worden,
waaraan zekere voorrechten zullen verbonden zijn.
Wat de exploitatie der zaak betreft, gelooft zij dat
zij op de meest eenvoudige wijze moet worden aange
vangen. Naar aanleiding van hetgeen zij van andere
inrichtingen heeft vernomen, acht zij aanvankelijk vol
doende een personeel bestaande uit éen zwemmeester,
een oppasser en een jongen, die over 26 weken een
loon genieten respectievelijk van 86 en f 2 's weeks,
samen ƒ416. Voor onderhoud van gebouwen, bassins,
zwembenoodigdheden enz. rekent zij een jaarlijksch be
drag van 100. De jaarlijksche rente van het geoego-
tieerde kapitaal bedraagt 360, en hierbij gevoegd de
jaarlijksche aflossing van f 300 maakt een en ander,
met ƒ24 voor onvoorziene uitgaven, eene jaarlijksche
uitgaaf van 1200. Die uitgaaf 'moet worden gedekt
door de abonnementen. De commissie heeft de tarieven
van elders geraadpleegd en neemt een gemiddelden
abonnementsprijs aan van 6. Voor hen die zwemles
ontvangen zal die prijs hooger moeten zijn en daaren
tegen die voor geoefende zwemmers en baders lager
behooren gesteld te worden. Volgens dien middelprijs
zouden noodig zijn 200 abonnementen, een getal dat
de commissie voor deze gemeente, waar geen gelegen
heid bestaat tot het nemen van een eenigszins behoorlijk
bad en waar nergens met de noodige veiligheid kan
worden gezwommen, geen onoverkomelijk bezwaar acht
voor eene onderneming, die zeker in een door velen
gevoelde behoefte zou voorzien en, mocht zij tot stand
komen, tot lof van het departement verstrekken zou.
Bovenbedoeld rapport werd in een vorige vergade
ring in handen van het bestuur gesteld tot het uit
brengen van een praeadvies. Het advies, door den
voorzitter der vergadering kenbaar gemaakt, strekt om
het volgende besluit te nemen. De bad- en zwemin
richting zal worden opgericht vanwege het departement,
onder toezicht en beheer van een bijzondere commissie,
nadat zal zijn gebleken dat voldoende deelneming be
staat tot dekking der jaarïijksofae kosten van exploitatie,
begroot op f 1200, alsmede dat de voorgestelde water-
verversching voldoende zij. Voorts meent het bestuur,
dat in het plan moeten worden opgenomen eenige afge
sloten kamertjes tot het nemen van baden, waardoor de
kosten eenigszins zullen verhoogen; dat de voorge
stelde geldleening moet worden aangegaan tegen 3 pet.,
of liever nog renteloos, doch daarentegen met meer
dere aflossing; dat het departement een gedeelte der
kosten van oprichting, bijv. 2000, voor zijne rekening
zal nemen, en dat eene toelage van de gemeente behoort
verzocht en verkregen te worden.
Daar de quaestie van watorverversching in deze zaak
alles afdoet, is na eenige discussie op voorstel van een
der leden besloten, om het bestuur uit te noodigen tot
het instellen van een onderzoek of van de zijde van het
rijk en de verder daarbij betrokken besturen vergun
ning tot die waterverversching zal worden verleend.
De uitslag van dit onderzoek wordt in de volgende
vergadering tegemoet gezienis die uitslag bevredigend,
dan zal het plan verder een punt van beraadslaging
uitmaken, terwijl in het tegenovergestelde geval het ge
tal der vrnchtelooze pogingen om hier eeu bad- en zwem
inrichting tot stand te brengen weder met éen zal zijn
vermeerderd.
Door eene daartoe benoemde commissie bestaande
uit de heeren P. de Marei; Tak, J. P. van Visvliet en
F. M. C. van Deinse is een rapport uitgebracht
omtrent een haar opgedragen onderzoek naar eene door
P. Bostelaar, oud 44 jaren, werkman alhier, den
16en April ji. gedane redding van het 7jarig zoontje
van I. Kandel, dat nabij de aanlegplaats der spoorboot
in de kaai was gevallen. Uit dat rapport blijkt dat
Bostelaar zich, hoewel niet kunnende zwemmen, te
water zou hebben begeven, doch dit niet noodig was,
daar het kind niet ver van den wal dreef, zoodat hij,
op den ondersten trap tot omtrent ue knieën in hot
water staande en van achteren door twee personen
vastgehouden, zich voorover gebogen en zoodoende het
kind gegrepen heeft. Voorts is der commissie gebleken,
dat Bostelaar, behalve in 'tgenoemde gevalnog twee
maal een kind heeft gered, onder andereu een drietal
jaren geleden een kind van O. J. Bruker, dat hij is
nagesprongen, waardoor hij zelf in levensgevaar heeft
verkeerd, daar hij dien drenkeling niet boven water kon
houden, zoodat men hem toen een boei heeft toegeworpen,
waarna hij met een boot aan wal gebracht is. Hoewel
de laatste daad van Bostelaar van betrekkelijk weinig
be teekenis is, beschouwt d6 commissie het andere feit
als een buitengewoon blijk van edelmoedigheid en zelf
verloochening, die Bostelaar een bewijs van goedkeuring
en onderscheiding vanwege de Maatschappij doet waardig
zijn. Op voorstel van het bestuur is besloten, ge
noemden persoon bij het hoofdbestuur voor eene be
looning aan te bevelen.
De heer J. C. Altorffer gaf ter vergadering verslag
als afgevaardigde van. het departement ter jongste algemee-
ne vergadering der Maatschappij, doch slechts van den
eersten dag, daar, uithoofde van de vele aan de orde
zijnde werkzaamheden, op verzoek van het bestuur de
mededeeling vau hetgeen op den tweeden dag heeft
plaats gehad tot de volgende vergadering is uitgesteld.
Daar ook de heer F. Nagtglas voor de benoeming
tot bestuurslid heefc bedankt, is als zoodanig benoemd
de heer mf. J. W. T. S waters van Sehaumburg, die zich
deze betrekking liet welgevallen.
Als lid der commissie voor de spaarbank werd op
nieuw benoemd het aftredende lid de heer H. Rekker.
Daar genoemde heer sinds vijftig jaren lid is van het
departement en zich jejens het departement altijd ver
dienstelijk heeft betoond, is op voorstel van den secre
taris beslotenaan hem bij de kennisgeving zijner her
benoeming de sympathie van het departement bij zijn
50jarig lidmaatschap te betuigen.
Tot lid der commissie voor de volksbibliotheek werd
benoemd de heer J. H. Doorenbos, en tot leden der com
missie voor de hulpbank de heeren mr. G. A. Fokker,
aftredend lid, en J. J. van der Harst Az., de laatste
in de plaats van den heer H. Rekker, die verzocht had
voor deze betrekkiDg niet meer in aanmerking te komen.
Uit den Haag wordt ons medegedeeld dat aldaar
voor het nationale geschenk aan den koning op 12 Mei
1874, door de commissie ad hoe omstreeks 6000 is in
gezameld: Er waren oorspronkelijk twee commissiën,
eene zoogenaamd uit de burgerij, welke echter zich
zelve had gevormd, en eene ofïïcieele, door den gemeen
teraad benoemd. Die beide commissiën hadden zich
vereenigd en huis aan huis inschrijvingsbiljetten rond
laten bezorgen, die in de afgeloopeu week door de
leden der vereenigde commissie twee aan twee waren
opgehaald. Men meldt er ons bij dat over deze wijzo
van inzameling nog al eenige ontevredenheid heerschte;
men vond dit persoonlijk huisbezoek voor zulk eene
zaak een weinig in delicaat.
Door den gemeenteraad van 's Gravenhage is besloten
de exploitatie der restauratie vau het gemeentebadhuis
te Scheveningen weder voor vijf jareu voor eigen reke
ning te doen plaats hebben.
Dezer dagen werd ie Groningen eene vergadering
gohouden waaraan 35 personen deelnamen, meest allen
leden van gemeenteraden, uit 23 gemeenten van die
provincie. Het doel was om op te komen tegen het plan
van gedeputeerde staten om de traktementen van burge
meesters, secretarissen en gemeente-ontvangers te ver
hoogen, ook waar de gemeenteraden daar tegen zijn.
Iu dien zin werden adressen vastgesteld aan gedepu
teerde staten en aan den koning.
Eergisteren heeft een aantal broodbakkers te Amster
dam eene vergadering gehouden, waarin besloten werd
aan den minister van financiën een adres te zenden va i
de volgende strekking:
Daar het inkomend recht van elk last tarwe ƒ1.50
bedraagt, en dat van elke 100 kilogram gebuild meel
40 ct., wordt de eene concurrent bevoordeeld boven den
anderen. Immers, de broodfabrieken zijn tevens meelfa
brieken, terwijl de bakkers, door de tijdsomstandigheden
gedwongen zijn, gebuild meel te koopen, en dus van een
last tarwe circa 7 betalen, of ongeveer 5,50 meer
dan de broodfabrieken. Dit is onbillijk; daarom wordt
in het adres gevraagd algeheele opheffing van die be
lasting.
De directie der Rotterdamsche handelsvereniging
heeft een open brief gericht aan den heer van Zuylen
van Nyevelt, lid der tweede kamer, naar aanleiding
van hetgeen door hem iu de zitting dier kamer van