geschiedt. Het komt hem dan ook voor» dat men het in
zoover eens kan zijn met den adressant, dat die toestand,
zooals hij nu blijkt te bestaan onhoudbaar is, en daarom
geelt hij zonder zich tegen het voorstel van den voor
zitter namens burgemeester en wethouders te verzetten,
den wen8ch te kennen, dat die onhoudbare toestand zoo
«poedig mogelijk moge gewijzigd worden.
De voorzitter antwoordt, dat bij de politie-verorde
ning niet bet schuren van stoepen en het wasschen van
glazen verboden ismaar strafbaar wordt gesteld het
laten loopen van water langs de straat uit de huizen,
waarvan de stoepen een deel uitmaken. De opvatting
der verordening door de politie is dan ook altijd zooda
nig geweest dat zij niet let op het schuren van stoepen
en wasschen van glazenals maar niet zooveel water
langs de straat loopt dat de passage daardoor belemmerd
wordt. Het al ol niet wenschelijke eener wijziging der
bestaande bepaling laat hij in het midden; eene herzie
ning der verordening wordt reeds voorbereid, maar op
dit oogenblik kan, naar hij gelooft, geen ander besluit
omtrent het adres genomen worden dan hij zoo even
namens burgemeester en wethouders heeft voorgesteld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt alsnu dat voor
stel aangenomen, zoodat het adres wordt gesteld in han
den der commissie voor de strafverordeningen.
Wordt overgelegd eene voordracht tot verplaatsing
en benoeming van hulponderwijzers op de scholen
F en G voor kinderen van min-enonvermogenden, waar
op de beslissing tot het einde der zitting wordt aange
houden.
Blijkens mededeeling van den voorzitter hebben
de kosten der ontvangst van Z. M. den koning alhier
op 8 September jl. /494.581 bedragen, welk bedrag
zal worden voldaan uit den post voor onvoorziene
uitgaven der begrooting voor het loopende jaar.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen een
voorstel van burgemeester en wethouders tot af- en over-
achrijving uit het hoofdstuk voor onvoorziene uitgaven
der begrooting voor 1873 eener som van 101.754. Deze
af- en overschrijving is noodig ter betaling van het meer
dere dan geraamd was van het door de gemeente ver
schuldigd aandeel in de kwade posten op de grond- en
personeele belasting en het der personeele belas
ting.
Van de weduwe D. van Ireu, pachtstev van het elfde
perceel der grasetting in deze gemeente, is een verzoek
ingekomen om vermindering evenals ten vorigen jare
van de pachtsom voor dat perceel. Op voorstel van bur
gemeester en wethouders is besloten, gunstig op bet
verzoek te beschikken en de pachtsom over het loopende
jaar met f 50 te verminderen en alzoo te bepalen op 76.
Daarna komt in behandeling het in de vorige zitting
ingekomen adres van den heer A. A. Sanders, commies
ter gemeente-secretarie, houdende verzoek om eene per
soonlijke toelage uit de gemeentekas boven zijn pen
sioen. Blijkens het rapport van burgemeester en wet
houders en de financieele commissie, zijn beide colleges
van oordeel dat het verzoek voor geen inwilliging vat
baar is. Werd aan het verzoek voldaan, dan zou het in
April 1871 aangenomen beginsel van vaste regels voor
-het pensioneeren van gemeente-ambtenaren geheel ver
laten en de deur weder wijd geopend worden voor
willekeur. Evenmin schijnt op grond van billijkheid iets
voor de inwilliging van het verzoek aan te voeren te
zijn. Het pensioen van gemeentewege is toegestaan zon
der eenige opoffering van de zijde an den gepensio
neerde, en moge hij ijverig en trouw zijne plichten ver
vuld hebben iets wat volgaarne erkend wordt juist
daarom wordt hem dan ook een pensioen tot twee der
den zijner jaarwedde toegekend. Burgemeester en wet
houders stellen alzoo voor, het verzoek af te wijzen.
De heer Nagtglas zegt dat het volgen van vaste
regels vooral moeilijk is bij het toekennen van pensi
oen aan verdienstelijke bejaarde ambtenaren. Hij kan
zich het advies van burgemeester en wethouders ver
klaren, maar hij vindt het toch hard da voor een
meer dan 70jarig ambtenaar, die 53 jaren met spreek
woordelijken ijver naar zijne krachten do gemeente
heeft gediend, niet anders zou kunnen gedaan worden
dan hem te pensioneeren met eene bezoldiging waar
van de man in den stand waarin hij gewoon was te
leven, eigenlijk niet leven kan. Men heeft hier niet
met een regel, maar met een zeldzame uitzondering te
doen. Hij stelt daarom voor om den heer Sanders,
met het oog op zijn 53jarigen diensttijd, nu in eens
af en zonder aanspraak voor het vervolg over 1874
eene gratificatie van f 200 te verleenen.
Dit voorstel van den heer Nagtglas wordt bij om
vraag met 12 tegen 4 stemmen verworpen. Vóór
stemden de heeren van Eekelen, Nagtglas, van Hoek
en van Berlekom. De heer Damme hield zich buiten
stemming. Het voorstel van burgemeester en wet
houders tot afwijzing van het verzoek werd daarop
met algemeene stemmen aangenomen.
Vervolgens komt in behandeling het rapport der
commissie van fabricage betreffende het in de vorige
zitting ingekomen voorstel van burgemeester en wet
houders tot oprichting van een pontveer bij de voor
malige Slijkpoort of Haven barrière. De commissie
meent dat eerst moet beproeid woiden o1 bij het
publiek geene geneigdheid zou bestaan vooreene
exploitatie, zonder dat de gemeente daarvoor het
materieel leverde. Burgemeester en wethouders hebben
daartegen geen bezwaar, en stellen thans, met wijzi
ging van hun vroeger gedaan voorstel, voor 1° con
cessie aan te vragen tot exploitatie van een pontveor
op de voorwaarden in hun eerste voorstel gedaan, en
2° na verkregen concessie te beproeven de exploitatie
van het veer publiek te verpachten.
-Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkom
stig besloten nadat de voorzitter vooraf op eene vraag
van den heer Snijders geantwoord had, dat liet de be
doeling is bij eene publieke verpachting van het veer
den pachter, mits onder de noodige waarborgen, zooveel
mogeljjk vrijheid te laten in de keuze der pont, hetzij
voor voetgangers,paarden en rijtuigen enz., hetzij alleen
voor voetgangers.
Wordt gelezen een, onder dagteekening van 21 Fe
bruari jl. ingekomen adres van den raad van toezicht
der Commercie-compagnie alhier, die verzoekt:
1° Dat art. 12 van het contract van erfpacht, de dato
3 September 1839, en de in art. 5 van dat contract op
den 25 November 1870 gebrachte bijvoeging, worden
gewijzigd als volgt
a. dat de Commercie-compagnie wordt ontheven van
de verplichting tot onderhoud en oplevering in behoor
lijken toestand bij het eindigen van het contract van
die inriehtingen en gebouwen, welke door haar niet
meer kunnen worden gebruikt of benoodigd zijnmet
bevoegdheid om deze, voor zooveel betreft de houten
loodsen, de hellingen van aanbouw, de kielkade, het
droogdok, de thans bestaande beschoeiingen en omras
teringen des verlangd te sloopenen de opbrengst ge
durende den loop van het contract ten haren bate te
gebruiken, onder verplichting echter, om bij het eindi
gen daarvan die opbrengst in de gemeentekas over te
storten.
6 dat alles wat met het oog op den vasten waterstand,
ten behoeve van den aanbouwhet te water laten of
herstellen van vaartuigen en het bewerken van ijzer
reeds gemaakt is of in het vervolg door haar zal gemaakt
worden, het eigendom der Commercie-compagnie blijft,
zoodat de gemeente afstand doet van de bevoegdheid
om de inrichting voor ijzerfabricatie tegen taxatie over
te nemen.
2° Dat de Commercie-compagnie het vrije en onge
stoorde gebruik van het dok verkrijge, met dien ver
stande dat geene vaartuigen buiten hare toestemming
daarvan gebruik mogen maken, en
3° Dat van wege de gemeente do toegang te water
naar het dok tot eene breedte van 15 meters worde ver
wijd en tot een gelijk peil als de bodem van het dok
worde gebracht.
Dit adres is overwogen door de commissie van fabri
cage en de financieele commissie, wier uitgebreide rap
porten achtereenvolgens worden voorgelezen.
De concluBiën der commissie van fabricage zijn de
volgende. Aangaande punt 1 stelt een lid der commis
sie voor om dit, behoudensampliatiezoowel sub «als
sub b toe te staando overige vier leden evenwel meen
den eenparig de aanneming in ieder geval te moeten
ontraden. Met betrekking tot punt 2 adviseert zij eenpa
rig tot aanneming van het daarin gedane voorstel, ech
ter met deze wijziging, dat burgemeester en wethouders
steeds de bevoegdheid zullen hebben in het dok andere
schepen toe te laten on de gemeente zich het recht voor
behoudt om in het dok al die werken te doen uitvoeren
die zij nuttig eu noodig acht. Ten aanzien van het 3e
punt is het algemeen gevoelen der commissie dat dit ver
zoek van de hand moet worden gewezen.
De financieele commissie heeft, zooals zij in haar
rapport zegt, de zaak aileen beoordeeld uit het punt van
billijkheid en alle rechtspunten voor het tegenwoordige
geheel ter zijde gelaten. Omtrent het verzoek 1 a is zij
gunstig gestemd, doch zij acht het bepaald noodig daar
bij vast te stellen over welke zaken de verleende vrijheid
loopt en de waarde daarvan door taxatie vast te stellen.
Hetzelfde geldt ten aanzien ven hot puüt 1 b, terwijl met
betrekking tot de punten 2 en 3 zij van hetzelfde gevoe
len is als de commissie van fabricage.
Naar aanleiding der genoemde rapporten stellen bur
gemeester en wethouders voor
Punt 1 a toe te staan, maar daaraan toe te voegen, dat
geene slooping van de bestaande gebouwen of inrich
tingen mag geschieden dan met voorkennis en na schrif
telijke goedkeuring vau burgemeester en wethouders,
terwijl de bepaling vervat in art. 12 van het contract
van 3 September 1839 van kracht moet blijven
voor alles wat niet gesloopt wordt. Van de voorwerpen
evenwel die niet in het openbaar verkocht, maar gesloopt
of ter slooping aangewezen worden, moet de waarde
worden bepaald door twee van weerszijden te benoemen
deskundigenmet het recht van toevoeging van een
derde bij verschil van gevoelen. Van de schriftelijke
goedkeuring van burgemeester en wethouders wordt
aan den raad kennis gegeven.
Punt 1 b toe te staan mits reeds nu een staat worde
opgemaakt, waaruit bij het eindigen van het contract
blijkewat eigendom der gemeente, wat van de Commer
cie-compagnie is.
Punt 2 in te willigen, onder voorwaarde dat burge
meester en wethouders steeds de bevoegdheid zullen
hebben, in het dok, zulks noodig oordeelende, andere
schepen toe te laten en de gemeente zich het recht voor
behoudt om in het dok al die werken te doen uitvoeren
die zij nuttig en noodig acht.
Eindelijk, het verzoek n° 3 niet in te willigen.
Deze voorstellen van burgemeester en wethouders
kwameu achtereenvolgens in discussie.
Het voorstel betreffende verzoek Ia werd op verschil
lende gronden breedvoerig bestreden door de heeren
Jeras, Dronkers en Snijders, doch verdedigd door den
heer Lambreehtsen. De heer Snijders stelde als amende
ment voor om, voor het geval het voorstel van burge
meester on wethouders mocht aangenomen worden, te
bepalen dat een staat van de te sloopen gebouwen zal
overgelegd en aan de goedkeuring van den raad onder
worpen worden, alvorens goedkeuring door burgemees
ter en wethouders verleend worde. Dit amendement
werd met 10 tegen 6 stemmen aangenomen. Tegen stem
den de heeren Nagtglas, Luteyn, de Jonge, Fokker,
van Visvliet en Snouck Hurgronje.
Uet alzoo geamendeerde voorstel werd daarop aange
nomen met 11 tegen 5 stemmen. Tegen stemden de hee
ren van Eekelen, Jeras, Snijders, van Hoek en Dron
kers. Bij beide stemmingen was de heer Lambreehtsen
afwezig.
De heer Jeras verzoekt aanteekening in de notulen
dat hij zich met het genomen besluit niet vereenigt.
Het voorstel van burgemeester en wethouders betref
fende punt IA werd door de heeren Dronkers en Snijders
bestreden als zijnde huns inziens onbillijk tegenover an
deren die na afloop van het contract over tien jaren moch
ten willen concurreeren. Met 9 tegen 7 stemmen werd
het evenwel aangenomen. Tegen stemden de heeren van
Eekelen, Jeras, .Snijders, Damme, van Hoek, van Berle
kom eu Dronkers. Dc heer Lambreehtsen was afwezig.
De voorstellen van burgemeester en wethouders be
treffende de punten 2 en 3 werden zonder beraadsla
ging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Naar aanleiding van een daartoe ingekomen adres van
het bestuur der naamlooze vennootschap Nijverheids-
vereeniging alhier, stellen burgemeester en wethouders
voor, om aan die vennootschap ten behoeve van den
uitspanning8tuin op het Noord-bolwerk alhier, in huur
af te staan het terrein dat zich aansluit aan den thans
aan die vennootschap in huur afgestanen grond tot aan
de noordelijke grenslijn van den kruidtuin der rijks
hoogere burgerschool, op dezelfde voorwaarden als voor
het vroeger verhuurde terrein zijn bedongen.
De mindeiheid der financieele commissie kan zich
met dit voorstel niet vereenigen, omdat zij meent dat
door opheffing der thans bestaande laan achter hctsocië-
teitsterrein aan hef publiek een groot ongerief zal ver?
oorzaakt worden, daar die laan des zomers eene lommer
rijke wandelplaats aanbiedt; bovendien vreest zij dat
door wijziging van den thans bestaanden schoonen
aanleg het schoone geheel daar zal verbroken worden.
Deze bezwaren werden gedeeld door den heer de Jonge,
terwijl de heer de Wind zich togen het voorstel ver
klaarde ook omdat zij die geen lid van den tuin zijn dan
verstoken zullen wezen van het hooren der muziek als
muziekuitvoeringen plaats hebben, en bovendien zijns
inziens nog gelegenheid genoeg bestaat om, zonder weg
neming der bedoelde laan, eene muziektent, te plaatsen.
Nadat de voorzitter en de heer Nagtglas do geopperde
bedenkingen bestreden hadden, werd het voorstel van
burgemeester en wethouders met 12 tegen 5 stemmen
aangenomen. Tegen stemden de heeren van Hoek,
Luteijn, de Jonge, de Wind en vau Visvliet.
Door den voorzitter wordt namens burgemeester en
wethouders medegedeeld, dat zij bezwaar zien om eeu
voorstel te doen omtrent eene feestviering op den
12cn Mei a., den dag van het 25jarig koningschap van
Z. M. Willem III. Huns inziens moet die feestviering
uitgaan van de ingezetenen, niet van het gemeen
tebestuur. Geen officieele vreugde, maar wel eene
van de burgerij, die ongetwijfeld dankbaar is voor al het
goede, dat ons vaderland gedurende die 25 jaren genoten
heeft, voor de talrijke bewijzen van belangstelling en
toegenegenheid die ook onze gemeente van den koning
heeft mogen ondervinden, luistere dien dag op. Mocht
zich evenwel, wat burgemeester en wethouders hopen en
onderstellen, uit de ingezetenen eene commissie tot het
beoogde doel vormen en deze de hulp van het gemeente
bestuur verlangen, dan zullen zij bereid bevonden wor
den een nader voorstel aan den raad te doen. Deze
mededeeling is voor kennisgeving aangenomen, nadat
de heer Matbon zijn vertrouwen had uitgesproken, dat
de wensch van burgemeester en wethouders zal vervuld
worden.
Voor kennisgeving worden aangenomen de mede-
deeliDgen des voorzitters van den (reeds vroeger in deze
eonrant vermelden) afloop der veiling enz. vau gron
den bij den stationsweg en van de verpachting der
tollen op den Vlissingschen straatweg.
Ter vervulling vau door periodieke aftreding te
ontstane vacatures in verschillende colleges worden
de vereischte voordrachten overgelegd en de benoe
ming tot een volgende zitting aangehouden.
Do hierop gevolgde bevordering en benoeming van
hulponderwijzers op de scholen F en G is reeds in
het vorig nommer dezer courant medegedeeld. Abu
sievelijk is echter gemeld dat de heer J. Poldermau
is benoemd tot eersten hulponderwijzer, dit moest zijn
tot zevenden hulponderwijzer op school G.
De heer Nagtglas vestigt nog de aandacht van het
dagelyksch bestuur op het verschil iu tijd tusscbeu
het uurwerk van den Abdijtoren en dat van het sta
tion. Het eerste loopt menigmaal verscheidene minuten
achter, waardoor menigeen, gelijk hem zelf gebeurd
is, den trein misloopt. Kon door eenige contröle
gezorgd worden dat die uurwerken overeenkwamen,
dan zouden velen voor teleurstelling bewaard worden.
De voorzitter zegt een onderzoek toe.
De heer Snijders vraagt of bij burgemeester en wet
houders ook iets naders bekend is omtrent den toestand
der sluizen te Veere, daar hij voorziening hoog noodig
acht, want de vorige week is het gebeurd dat het water
als met stroomen door den bazaltmuur drong. De voor
zitter betuigt zijn genoegen dat de heer Snijders deze
mededeeling heeft gedaan, daar die bijzonderheid hein
onbekend was. Burgemeester en wethouders zullen de
zaak met alle attentie onderzoekeu en doen wat moge
lijk is.
Den heer Fokker zegt de voorzitter een scheikundig
onderzoek toe naar de tegenwoordig schier zwarte kleur
van het water in de kaaien en binnengrachten, waarna
de zitting gesloten wordt.
GÏPRUKT BIJ HE GEBRSEDETIS ABRAHAMS TB MIDDELBURG.