De minister van buitenlandsche zaken heeft den heer
H. Roepius erkend en toegelaten als viC8-oonaul van
Chili te Rotterdam, onder de gewone bepalingen van
onderhoorigheid.
Dr. Ludwig Hirt, privaat-docent aan de hoogeschool
te Breslau, bekend door zijn arbeid over de ziekten
der werklieden, waarvan reeds twee deelen zijn ver
schenen, gaf dezer dagen eene brochure uit, getiteld:
„Die gewerbliche Thiitigkeit der Frauen, vom hygieni-
schen Standpunkte aus." Hij zegt daarin betreffende
Nederland: „In Holland zijn de omstandigheden in zoo
verre gelijk aan die in België, als daar geene wettelijke
bepalingen bestaan, die den arbeid van vrouwen, zij
't ook nog zoo weinig, beperken; ten opzichte van den
arbeid van kinderen is onlangs een verslag uitgegeven
(rapport aan den koning over den arbeid van kinderen
in fabrieken), dat ik nog niet heb gezien. De nood
zakelijkheid van eene wetgeving betreffende fabrieken
in het algemeen, is in Holland nog zeer onlangs ont
kend: een feit dat des te moeilijker is te verklaren,
daar juist dit land in sommige inrichtingen van gezond-
heidspolitie, waarover ik hier niet nader kan uitweiden,
en in zijne door de geneeskundige inspecteurs bezorgde
statistieke mededeelingen ten hoogste verdient te wor
den nagevolgd."
BENOEMINGEN" EN BESLUITEN.
ridderordrn. Vergunning verleend aan mr. C. J. A.
den Tex, burgemeester van Amsterdam, tot het aanne
men en dragen der versierselen van kommandeur der
orde van de Kroon van Italië, hem door Z, M. den
koning van Italië geschonken.
waterschappen. Benoemd tot lid van het bestuur
der waterkeering van het calamiteuze waterschap Elle-
woutsdijk en den calamiteuzen polder Borsselen, pro
vincie Zeeland, A. Leysin het bestuur van den polder
Magdalena (Biervliet) tot dijkgraaf W. Maarleveld, en
tot plaatsvervanger van den dijkgraaf M. de Bruyne-
tot gezworen van den polder Thoorn, C. de Smit Dz.:
tot gezworen van den polder Heer Jansz, J. de Kam Cz.;
tot gezworen van den polder Oude Kraai er t, L. Lucasse;
tot gezworen van den polder Vlooswijk, F. de Jonge.
schutterijen. Eervol ontslag verleendop verzoek,
aan J. Slierendregt, als 2° luitenant bij het 2e bataljon
der rustende schutterij in de provincie Zeeland.
legeb. Op pensioen gesteld, op verzoek, ten be
drage van f120 'sjaars, de officier van gezondheid
2e klasse J. van der Scheer, dienstdoende bij het
garnizoen te Leeuwarden, onder toekenning van den
rang van officier van gezondheid le klasse.
Benoemd bij het personeel van den geneeskundigen
dienst der landmacht, tot officier van gezondheid 2e klasse
(naar ouderdom van rang), de officier van gezondheid
3e klasse F. Piekemavan genoemd personeel.
Benoemd tot 2en luitenant-kwartiermeester bij het
leger in Nederlandsch-Indië de met 30 November jl.
op zijn verzoek eervol uit den zeedienst ontslagen
officier van administratie 3C klasse D. J. van Oosterzee.
KERKNIEUWS.
Aangenomen het beroep tot predikant bij de Neder-
duitsche hervormde gemeente te Zierikzee door den
heer W. Bax, predikant te Delden.
KOLONIËN.
De Arnhemsche courant bevat het volgende, ontleend
aan een brief van een der Indische officieren, die aan de
eerBte expeditie naar Atsji heeft deelgenomen:
„Van de enquête gesproken, gij weet misschien niet,
dat de zittingen der commissie gehouden werden in de
groote zaal van het paleis te Weltevreden, dezelfde
waarin op 's konings verjaardag de Toewan basar zich
in al zijn luister vertoont, en die alzoo ieder notabel
Bataviaasch burger althans eenmaal in het jaar, maar
ook zelden meer, doorpatrouilleert, om zijn kompliment
aan Sire's plaatsvervanger af te steken.
„Tegenover den troon had de commissie plaats geno
men aan een lange tafel, buigende onder bet gewicht
van kaarten en documenten.
„Mij werd bij mijn binnentreden in degrootsche zaal,
onder de schaduw van den troon, een groote rood lede
ren armstoel aangeboden, en dit gevoegd bij de rood
fluweelen draperiën van het koninklijk gestoelte achter
mij, vermeen ik een zeer interessante pose te hebben
ingenomen.
„Na beëedigd te zijn en het doel der oproeping mij
was bekend gesteld, begon de ondervraging, die bijna
vier uren duurde, Ik ben zoo vrij geweest trouw ge
bruik te maken van mijn aanteekeningboekje, schier op
het slagveld bijgehouden,om niet af te wijken van mijne
vorige verklaringen en beschouwingen.
„Ik mag in geen nadere bijzonderheden treden, omdat
ik mij plechtig tot geheimhouding verbonden heb.
„Gaarne geef ik alle eer aan de enquête-eomm\$s\e,
wier president op voortreffelyke wijze het onderzoek
leidde, naar het mij voorkwam met de meest mogelijke
onzijdigheid.
„Intusschen kon ik mijn gelaat niet afgewend houden
van de vijftig gouverneurs generaal, wier beeltenis,
zoo ge weet, de groote zaal versieren. Ik had al die
lieden uit den voortijd wel een stem willen geven, om
hun oordeel te zeggen over hetgeen zij hier zagen ge
beuren en hoorden vertellen. Want daar zijn op die
eerste expeditie rare dingen gebeurd
„Intusschen vrees ik, dat na de enquête van de geheele
expeditieh et niemand er ongelukkiger zal afbrengen
dan de commissie van enquête zelve, wier taak even moei
lijk als ondankbaar is.
„Gedurende mijn verblijf te Batavia ben ik nog even
naar Buitenzorg gespoord, en bezocht het oude Gadok,
waar ik den kolonel van Daalen aantrof, wiens naam en
toekomstin het Atsji-drama zoo zeer betrokken zijn.
„Iedereen vertrapt thans den gevallen leeuw, een waar
slachtoffer van het krijgsgeluk; zeker een bekwaam
man, doch die ternauwernood tijd had om te komen, te
zien en niet te overwinnen
„Thans wordt hij nog het meest gecompromitteerd door
zijn neef en naamgenoot, den redacteur van den Java-
Bode, die als razende Roeland tegen alle personen en
feiten vecht, die niet gansch en al in bet voordeel van
den kolonel zijn."
Aan het algemeen overzicht van De Indiër ontleo-
nen wij het volgende
Wij vangen ons overzicht met het oude refrein aan
het nieuws is hoogst onbeduidend: voorvallen van poli-
tieken aard zijn niet te vermelden; van besluiten of be
noemingen van beteekenis, die op den gewonen loop der
zaken eenigen invloed zouden kunnen oefenen, werd
niets vernomen. Zoo ooit, dan leven wij thans in af
wachting van de dingen, die komen moeten: het op
handen zijnde vertrek der expeditionaire troepende
gebeurtenissen op Atsji; de beraadslagingen over de
begrooting van 1874 in de kamers; de mogelijke goed
keuring van sommige zoogenaamde verbeteringen en
hervormingen voor Nederlandsch-Jndië, enhet in
treden van den west-moesson, die aan menseh en dier
en plant eene gewenschte verademing moet brengen, na
de afmattende hitte, die ons maanden achtereen kwelt
en op den landbouw nadeelig werkt.
Van Benkoelen zijn geene nadere berichten door de
regeering bekend gemaakt. Den 20« werd een 25tal
van de gevaarlijkste opstandelingen met de stoomboot
uit Benkoelen onder militair eskorte hier aangebracht.
De door het ministerie van koloniën ingehuurde
stoomschepen Jason, Holland en Ariadne zijn achter
eenvolgens alhier en te Padang aangekomen.
Te Oenarang heerschen zware koortsen, terwijl al
daar gebrek is aan voldoende geneeskundige hulp.
Op de Westkust vah Borneo hebben zich in de maand
Augustus eenige gevallen van cholera voorgedaan. Ook
te dezer plaatse heeft zich de ziekte vertoond.
Te Salatiga is de bamboezen infanterie-kazerne be
nevens een aantal hnizen van Chineezen en inlanders
door brand vernield.
In het Buitenzorgscbe en ook hier ter stede werden
in den nacht van 18 op 19 dezer eenige vrij hevige
schokken van aardbeving waargenomen.
Aan het mail-overzicht van de Java Bode is het
volgende ontleend
Een der hier verschijnende bladen heeft gisteren me-
dedeeling gedaan van twee sterfgevallen aan cholera in
het groot militair hospitaal alhier. Wij meenden daar
over nog niet te moeten sprekendoch nu er melding
van is gemaakt, kan het nuttig zijn er op te wijzen dat
er van een epidemisch karakter nog geen sprake is.
Het weder hier geeft nog altijd reden tot klagen. De
groote hitte is afmattend en wordt slechts in zeer ge
ringe mate getemperd door de weinige regens.
Van eene kentering met flinke westelijke biiien is
nog geen sprake, niettegenstaande de westewinden
langs Java's kusten goed doorstaan. Het weder werkt
minder gunstig op den gezondheidstoestand.
De tweede gewassen kunnen op vele plaatsen niet
rijp zijn en geoogst worden voor de aanstaande be
reiding der sawahs.
Uit de residentie Samarang wordt geschreven, dat de
inlanders in de binnenlanden verklaren dat zij, geduren
de een tijdvak van ongeveer vijftien jaren, niet dikwijls
zulke benarde dagen hebben beleefd als- tegenwoordig,
daar de voorraad van leeftocht zelden zoo schraalde
schaarschte aan geld of goederen om geld te maken zel
den zoo groot was als thans. De handel ondervindt dit
trouwens voldoende, en de fabrikanten in Twente vinden
voor hun goederen hier een slechte markt. Dat dit alles
ongunstig op vele zaken terugwerkt, behoeft geen be
toog. Er schijnt ook gebrek aan zaaipaddi te bestaan,
tengevolge waarvan geheele streken braak zullen blij
ven liggen.
De officieele rapporten omtrent den aanwezigen rijst-
voorraad in verschillende residentiën zijn schoon ge
kleurd maar de werkelijkheid is, dat de rijstvoorraad
daar niet voldoende za! zijn voorde behoeften gedurende
de maanden die nog verloopen moeten, voordat er in
1874 weder geoogst wordt.
In onderscheidene residentiën worden klachten ver
nomen van de bevolking, over het heffen der land»
rente van velden waarop de oogst is mislukt. Daarvan
hoort of leest men natuurlyk niets, vooral niet van
officieele zijde; de kleine man durft zich tegen do
ambtenaren niet uit te laten als tegen particulieren..
Met dat al blijft het betalen van landrente voor velden
die niets opbrachten, treurig voor de bevolking.
Heden zijn de troepen teruggekeerd welke eeniga
maanden geleden naar Deli vertrokken. Zij hebben zeer
veel geleden door ziekteen het was hoog tijd dat zij
hier terugkeerden. Twee compagniën zijn daar achter
gebleven.
Hier ter plaatse werd een particulier schrijven ont
vangen uit Padang, waarin wordt medegedeeld dat da
Atsjineezen langs de Westkust tot aan Singkel alles in
brand hebben gestoken. Het branden van boomen, wo
ningen en struikgewas was ver in zee zichtbaar.
De Samarangsche courant bevat het volgende be
richt: Onze voormalige redacteur, mr. Winckel, is naar
Egypte vertrokkenom te trachten aldaar in de consu
laire rechtbank praktijk te verwervenin afwachting
dat door 's lands vertegenwoordiging omtrent zijn zaak
beslist zij.
GEMENGDE BERICHTEN.
Sedert eenige dagen is men ten oosten van Sas
van Gent druk bezig met de uitbakening voor het
nieuw te graven gedeelte kanaal van Selzaete tot Gent,
ter verbetering van het bochtige en ondiepe thans be
staande kanaal.
Te Utrecht bestaat het plan om bij gelegenheid
van het feest der 25jarige regeering van Z. M. den ko
ning op 12 Mei a. een optocht te houden, waartoe verschil
lende corporatiëa zullen medewerken.
In Drenthe bestaat het plan tot oprichting van
eene maatschappij ter bevordering van landontginning.
Die provincie heeft eene oppervlakte van 266,000 hec
taren, waarvan in 1872 slechts 83,000 hectaren bebouwd
waren en winst opleverden.
De Japansche jongelieden die naar Europa en
Amerika zijn gezonden, met het doel om hunne oplei
ding te genieten tot burgerlijk ambtenaar in hun land,
maken zichvolgens de Japan-Mail, zeer onaangenaam
tegenover hunne bloedverwanten en vrienden door het
airdat zij na hunne terugkomst aannemen en de min
achting waarmede zij hen bejegenen.
Het eindcijfer der uitgaven ten behoeve der Weensche
tentoonstelling is, blijkens de thans openbaargemaakte
balans, 19,700,000 fl. De rijksraad had, zooals men weet,
een krediet van 15,700,000 fl. toegestaan. Het verschil
van 4 millioen fl. wordt nagenoeg door de opbrengst
der entrée-gelden gedekt. Indien er dus al geen gevolg
zal kunnen gegeven worden aan de bepaling der op
deze zaak betrekkelijke wet, om nl. „het overschot
der ontvangsten in de staatskas te storten", wordt
van de andere zijde ook geen voorziening in een deficit
gevorderd.
THERMOMETERSTAND.
3 Dec. 's av. 11 u. 46 gr.
4 'smorg. 7 u. 47 gr. 's midd. 1 u. 47 gr. 'sav. 6 u. 46 gr.
STATEN-GENERAAL.
tweede kamer.
Zitting van Donderdag 4 December.
{Per telegraaf.)
De beraadslagingen over afdeeling VII (onderwijs)
van hoofdstuk V (binnenlandsche zaken) der staats-
begrooting voor 1874 werden voortgezet.
Verschillende amendementen tot verbetering der jaar
wedden van de hoogleeraren werden verworpen met
het oog op de indiening van een nieuw wetsontwerp
tot regeling van het hooger onderwijs.
De discussiën over het middelbaar onderwijs zija
aangevangen.
iüuitmlanö.
ALGEMEEN OVERZICHT.
LeVerde het ongelukkig resultaat der verkiezingen
voor de constitutioneele commissie reeds gedurende eene
week het onwederlegbaar bewijs, dat de Fransche natio
nale vergadering door hare partijverdeeldheden alle
levenskracht mist, de zitting van gisteren heeft de
onmacht van de zoogenaamde meerderheid in het hel
derste licht gesteld. Met de uiterste inspanning was de
rechterzijde er in geslaagd om na den eersten dag der
verkiezing uitsluitend hare geestverwanten tot leden
der commissie te benoemen, zoo dat van de 28 verko
zen leden reeds 25 tot die zijde der kamer behoorden.
Als protest tegen deze verregaande partijdigheid ont
hield de linkerzijde zich gisteren van stemming, met
het gevolg dat de verkiezing wegens te geringe deel
neming nul en geener waarde was.
Io antwoord op een eerste verzoek tot sffiiting van
de stembus zeide de heer Buffet, dat het aantal uitge
brachte stemmen te gering was om de stemming geldig
te doen zijn. De stembus bleef dus open, maar met
weinig succes. Slechts 337 stemmen werd afgegeven,.