buitenland:
Brrtijöingm,
Êjcmhelsbrncljtm.
mei bet oog op de bestaande verscheidenheid van mee
ting en op de voordracht, den koning te doen. Bij de
betrekkelijke afdeeliogen zal de minister op de quaes-
tiën van bijzonder onderwijs en spoorwegen antwoorden.
Wat 's ministers vergelijking tusschen Noord en Zuid
betreft, heeft bij omtrent laatstgemelde provinciën niets
kwaads willen zeggen; maar in die streken waar de
-meeste welvaart, bedrijvigheid en aanraking met buiten
bestaat, moet bij ook aannemen, dat de mate van
ontwikkeling grooter isin het noorden is de belang
stelling in het onderwijs dan ook grooter dan in het
zuiden. De geschiedenis der brug te Gennep vermel
dende, meent de minister dat daaruit met veel gemis
aan energie kan worden gemeten. Wat de beschuldiging
van gemis aan zedelijken ernst aangaat gebaseerd op
de bekende zinsnede in de troonrede, hoe kan nu
juist de regeerhig worden aangevallen door ben, die
vroeger gebrek aan belangstelling verweten. Maar zij
die dit vei wijt maken kennen geen ander bewijs van
belangstelling dan wat hun wenschen ten volle bevre
digt en in dien zin heeft de minister nooit verwach
tingen opgewekt.
Nadat nog het woord hadden gevoerd de heeren
Eaffmans, de Bieberstein, Idserda en Heij ienryck, wor
den de algeireene beraadslagingen gesloten.
Bij de 1® afdepling betoogt de heer Schimmelpen-
ninck van der Oije do wenscbelijkheid om de ambte
naren bij de provinciale griffiën deels uit de provinciale
kas te bezoldigen, en daartoe de provinciale wet te
wijzigen.
De heer van den Berch van Heemstede geeft, opgrond
zijner veeljarige ervaring, te kennen dat er wezenlijke
behoefte aan lotsverbetering van de ambtenaren ter pro
vinciale griffie van Zuid Holland bestaat, hoewel het getal
ambtenaren aanmerkelijk is iogekiompen, waardoor dan
ook een iets betere bezoldiging is verkregen. Niettemin
blijven de bezoldigingen nog volkomen onvoldoende.
Omtrent andere provinciën is hij niet zoo goed op de
hoogte. Maar bij berekent, dat, ter voldoening aan het
laatste koninklijk besluit, ƒ2670 voer de provincie Zuid-
Holland zon kunnen toegestaan worden. Dat krediet
wensehfc hij den minister te verleenen; hij stelt daartoe
voor art. 13 met genoemd bedrag te verhoogen en ver
der voer de andere provinciën den post oovoorziene
uitgaven met ƒ20 a 25,000 te verhoogen.
De minister van biunenlandsche zaken erkent, dat de
provinciale ambtenaren evenals de overige ambtenaren
aanspraak hebben op lotsverbetering. Maar daarom juist
is het de plicht der regeering een algemeeoe herziening
vuor te dragen, doch inmiddels mag zij geen partiëele
verbeteringen toelaten. Hierbij merkt de minister op, dat
vermindering van personeel toch wel mogelijk is gebleken;
op dien weg is men een goeden stap gevorderd en daar
op moet men voortgaan. Omtrent bet amendemeut van
den Berch merkt de minister nu reöds op, dat bet ook
bij aanneming zijn doel zou missen.
De heer van Kuyk vraagt dea minister of hij bezwaar
zou hebben de provinciale wet te wijzigen, teneinde op
die wijze in de wet geen beletsel te laten bestaan tegen
noodzakelijk geachte lotsverbetering.
Na repliek van de heeren v. d. Berch en Schimmel-
penniucK v. d. Oye en van den minister, waarbij deze
omtrent het denkbeeld tot wijziging der provinciale wet
zich aan de stukken refereert, worden de beraadslagingen
over de afdeeling gesloten en de voortzetting der dis
cussie nadat de voorzitter had medegedeeld dat er
ook een auueudement is voorgesteld op art. G (Tiakteraen-
ten van gedeputeerde staf en) verdaagd tot Maandag.
Zitting van Maandag 24 November.
Per telegraaf.)
Bij de voortzetting der discussiën over de artikelen
van hoofdstuk V (Binneulandtcbe zaken) is een amende
ment van dên heer Bergsina, tot uittrekking van een
krediet van/- 17 000 tea behoeve van eene traktemoatB-
verhooging der ambtenaren aan de provinciale griüiën,
aangenomen met 42 tegen 1G stemmen.
Verder beeft de minister de indiening eener nieuwe
militiewet toegezegd.
Daarna zijn de beraadslagingen over de afdeeling
Waterstaat aangevangen.
ADGEMEEir OVEBZICH'i.
In het Spnansch Amerikaansche conflict schijnen toch
het gezond verstand en het recht over ziekelijke senti
mentaliteit en willekeur te zullen zegevieren. Voor de
slachtoffers van Santiago leggen de Amerikaansche en
Engelsche regceringen zeer terecht weinig sympathie
aan den dag; hoe streng het vonnis ook zijn moge, de
geëxecuteerden hebben hunne verdiende straf voor
hunne laatste handeling niet alleen, maar zelfs wareD
de meesten reeds vroeger bij verstek ter dood veroor
deeld. Het wapengekletter en snoeven der ultra patrioten
vooral in Noord Amerika, schijnt op de regeeringen
hoegenaamd geen indruk te maken; met alle kalmte
en zender eenigen hartstocht blijven zij de zaak be
schouwen en er bestaat alle reden te ge ooven aat het
geschil in der minne zal worden bijgelegdof, zooals
een bericht uit Madrid van gisteren meldt, aan de
arbitrale uitspraak van eene groote mogendheid on
derworpen zal worden.
Warneer Engeland en Amerika niet opzettelijk Spanje
nadeel willen berokkenen, dau hebben zij vooral ten
aanzien van de Virginias weinig recht van klagen.
Reeds eeuige malen werd dit scbip aangebonden, maar
het kwam Bteeds vrij door zich op hare Amerikaansche
vlag te beroepen en, Dauwelijks van de lastige controle
der Spuanschs oorlogschepen bevrijd, zette zij telkens
hare kostbare ladingwapenen en araunitie en geheele
korpsen vrijwilligers, aan de Cubascbe kust af. Het
schip werd onder de oogen der Amerikaansche regee
ring uitgerust en ontving hare laatste lading te Kings
ton, de hoofdplaats van Jamaica en den zetel van den
Engelschen gouverneur. Ofschoon het doel der reis be
kend was, legde de Amerikaansche evenmin als de En
gelsche auroriteit eeDige moeilijkheid aan haar vertrek
in den weg, en thans zouden Engeland en Amerika
zich beklagendat de Spaansche marine op dezen
blockade-runner jacht maakte
Ongelukkig echter zijn er altijd personen, die bij interna
tionale verwikkelingen de hartstochten opzwer-pen en om
verschillende redenen elke vredelievende oplossing zoeken
te beletten. The New-York Herald, blijkbaar bet orgaan
van de oorlogzuchtigen, verhaalde Vrijdag met den
noodigen ophef en bombast, dat generaal Sickles te
Madrid een hevige woordenwisseling met den Spaan-
schen minister van buitenlandsche zaken gehad had en
door het gepeupel beleedigd was. De onderhandelingen
waren onmiddellijk afgebroken, de oorlog onvermijdelijk.
Dat men te New York zelfs deze manoeuvres onmiddellijk
doorzag blijkt uit een particulier telegram aan the Daily
News van Vrijdag namiddag, waarin gezegd wordt dat die
voorstelling zeker zeer overdreven is, maar dat de heer
Fish wel bericht schijnt ontvangen te hebbes, dat
vijandige manifestatiën voor het hotel van den gezant
te Madrid hebben plaats gehad. Onmogelijk is dit niet,
vooral wanneer men in Spaansche berichten leestdat
de regeering zooveel moeite heeft om de bevolking en
de pers ia toom ie houden, maar van ernstigen aard
waren die manifestatiën zeker niet. Hoe zou de regee-
ging anders gisteren in een telegram, waarin die mani
festatiën worden weersproken, tevens kunnen verzekeren
dat de zaak van de Virginius eene schikking nabij is?
De juistheid van dit bericht wordt zijdelings bevestigd
door den particulieren correspondent van the Evening
Standard, die van Zaterdag morgen uit Madrid aan
zijn blad tolegrapheert, dat generaal Sickles, die alles
voor zijn vertrek in gereedheid had gebracht, zijn post
niet verlaten zal. Een ander bericht van denzelfden
datum meldt als het resultaat van een lange conferentie
van Castelar met den Engelschen gezant, den heer
Layard, dat aan de instandhouding der goede relatiëa
tusschen Engeland en Spanje niet meer getwijfeld be
hoeft te worden.
Het beste bewijs voorzeker van de vreedzame gevoe
lens der Amerikaausche regeering is dat president
Grant Vrijdag avond er in heeft toegestemd, dat aan
SpaDje uilstel verleend zou worden voor het beant
woorden der eischen van de regeering der Unie, totdat
het door nauwkeurige berichten in de gelegenheid ge
steld zal wezen, om een volledig onderzoek naar de
ware toediacht der zaak in te stellen.
Het gevaar voor een buitenlandschen oorlog schijnt
dus over het hoofd der Spaansche republiek voorbij te
zullen drijven. Op Cuba en binnenslands heeft de regee
ring trouwens hare banden nog rijkelijk vol. Van de
Carlisten hoort men in de laatste dagen weinig, alleen
blijkt uit de berichten welke uit die bron vloeien,
dat de republikeinsche troepen het hun niet zeer lastig
makeo, wel een bewijs dat de voordeelen, die generaal
Moriones beweerde behaald te hebben, niet van zeer
groot belang geweest zijn. Te Carthagena schijnt het
er voor de regeering iets gunstiger uit te zien; niet
alleen dat de batterijen der belegeraars voor een bom
bardement gereed zijn, maar ernstige verdeeldheid tus
schen de militaire en buigerhjxe partijen in de stad
komt de overgave der stad verhaasten. Een straatge
vecht tusschen de vrijwilligers van Galvez, sedert een
tiental dagen president der junta, en de soldaten die
zich bij den opstand aansloten, woedde Zaterdag in de
straten. De laatsten eischteu do invrijheidstelling hun
ner chefs, die op enkelen na door Galvez gevangen
gezet zijn. Een blad der iusurgeaten, de Canton Mur-
ciano, bevat een artikel van zekeren Rjque Barcia over
deze oneenigheden, om welke reden hij dan ook aan
kondigt dat bij Carthagena zal gaan veilaten.
Iu het Franeche politieke leven komt na een kortston
dige rust van drie dagen heden, met de interpellatie
van Léon Say, weder eenige beweging. De interpellant
heeft in overleg reet zijne politieke vrienden besloten
ondanks het votum van Donderdag nacht zijne interpel
latie te bandhaven, Hij zal, zooals enkele Fransche
bladen aankondigen, zich direct tot den hertog de
Broglie wenden en in hem de politiek van het kabinet
bestrijden. De heer Befhmont "zal den vice-president van
den ministerraad beantwoorden. Van de zijde der reactie
wordt daarentegen gezegd dat de regeering van deze
iuterpellatie gebruik zal maken, om de noodzakelijkheid
aan te toonen van de schorsing der partieele verkiezin
gen tot het tot stand komen eener nieuwe kieswet. Door
bet besluit der regeeriag om de wijziging van hst ka
binet niet vóór beden in bet Journal officiel openbaar
te maken heeft de handhaving der interpellatie eenig
raiion tféUe, hoewel voor de linkerzijde, dunkt ons,
weinig gunstige resultaten van deze discussie te wachten
zijn.
Gisteren is inmiddels de prorogatie-wet in het Journal
officiel verschenen. Uiterlijk Woensdag zal dus de
commissie van 30 leden voor het onderzoek der consti-
tutioneele wetten in de kamer gekozen moeten wordeD.
Van dit commissoriaal onderzoek, van de daarbij on
vermijdelijke scheuring in de rijën der meerderheid, van
Mac Mahon's loyauteit enz., stellen de republikeinsche
bladen zich gouden bergen voor. Zij vergeten alleen
dat de regeering, de meerderheid en de commissie het
in hare hand hebben, om het onderzoek der constita-
tioneele wetten tot in het oneindige te rekken. Het wacht
woord der republikeinsche pers, waaraan zich blijkbaar
alle nuar.ceeringen, zoowel le Temps als la République
frangaise en le Rappel, aansluiten, is de volgende hoogst
waarschijnlijk van Thiers zei ven afkomstige zinsnede
in le Bien public: „De republiek bestaat feitelijk, met
kalmte aan baar vasthouden en de liberale rechten zoo
goed mogelijk verdedigen, is het eenige wat ons te doen
staat; de toekomst moet ons zegen brengen, wanneer
langs vreedzamen weg de meerderheid zich verplaatst."
Naar alle regelen der waarschijnlijkheid echter, en meer
nog overeenkomstig de gebruikelijke middelen der
reactie, zal o. i. de republiek reeds lang geëscamoteerd
zijn, voordat die vreedzame verplaatsing der meerder
heid een feit is geworden.
Een andere vraag is het, zal de natie zich dit laten
welgevallen? Bij deze vraag kan men den twijfel niet
onderdrukken dat de toevallige meerderheid in de kamer,
die in strijd met de meerderheid der natie Frankrijk
regeeren wil, eene noodlottige ontknoopiDg voorbereidt,
die met en benevens haren ondergang aan het land we
der nieuwe rampen berokkenen zal. De Bonapartisten
zien dit zeer goed in, zij berusten schijnbaar in den
toestand en houden zich op den achtergrond, maar hit
sen in het geheim de partijen tegen elkaar op. Oogen-
schijnlijk is hunne rol afgespeeld, maar zij weten dat de
wanorde en de verwarring in de toekomst hun ten
goede komen.
Zaterdag heeft in de Pruisische kamer de clericale
afgevaardigde Wiadthorst de regeering geïnterpelleerd
over de jongste wijziging in het ministerie. Eea lang
durige discussie had daarover plaats, welke echter zonder
motie eindigde. Dat de vormiDg van miaisteriën in
Pruisen niet altijd den coostitutioneelen toets door
staan kan, behoefde niet bewezen te worden, en dat,
hoewel de regeering die grief kent, zij geenszins van
zins is daarin verandering te brengen, evenmin. Van
gewicht is 'tonder die omstandigheden reeds dat de
vice-president, de beer Camphausen, de verantwoorde
lijkheid der ministers ieder voor zijn persoon erkende;
de benoeming van von Bismarck als president geschied
de op algemeen verlangen der ministers. Over dit mi
nister-presidentschap in het bijzonder zal de heer Duucker
van de Forlschrillsparlei de regeering heden interpel-
leeren.
Zaterdag avond ziju de meubels van drie kamers in
het slot, hetwelk door den aartsbisschop Ledochowski
te Posen bewoond wordt, gerechtelijk iu beslaggenomen
wegens niet voldoening der opgelegde boeten. Hoever zal
de regeering met hare dwangmiddelen gaan en zal zij
ooit daaidoor de stijfhoofdigheid der geestelijkheid
breken? Het antwoord kan niet anders luiden dan dat
het laatste nooit gebearen zal, wanueer zij bij het eerste
volhardt.
Volgens brief van den gezagvoerder van het barkschip
Regioa Maris, D. Ouwehand Sz., was hij, ca den 10eB
October jl. van Tjilatjap te zijn vertrokken, den 14cn daar
aanvolgende te Batavia gearriveerd. Schip en equipage
waren in goeden staat.
Gisteren morgen is voor de vuurtoren te Schevenin-
gen aangekomen een roeiboot, waarin zich vijf
Engelsche schipbreukelingen bevonden, wier schip,
de Jane Mary, een schooner geladen met ijzer, ko
mende van Rotterdam en bestemd naar Hartlepool,
in den vorigen nacht gezonken was.
Den 8en November jl. is te Fredrickstad gearriveerd
bet barkschip Walcheren gezagvoerder M. Th. Larsen,
laatst van Fredficksvarn. Schip en equipage in goeden
staat.
Gisteren is te Vlissingen binnengekomen de Engel
sche stoomboot Jessie &Emilly, gezagvoerder J. Burns,
van Gent bestemd voor Londen.
OB.AANMA RKTF.N ENZ.
Rotterdam, 24 November. Tarwe met ruimen aan
voer 20 cent lager, nieuwe 25 cent lager; rogge met
tame) ij ken aanvoer onveranderd; wintergorst met kleinen
aanvoer prijshoudend; zomergerst met ruimeren aan
voer 10 cent lager; haver met grooten aanvoer 10 cent