MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 279.
Maandag
1873.
24 November.
1 Paasch-
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en
De prijs per 3/m.„ franco is f 3.50
en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
Middelburg 22 November.
De gemeenteraad van 's Heer Abtskerke c. a. heeft
gisteren aan den heer Z. D. van der Bilt La Motthe,
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als ontvanger
dier gemeente, als zijnde die betrekking niet vereenig-
baar met die van ontvanger der gemeente Goes, met
bet oog op de bepaling van art. 3 der gemeentewet.
In zijne plaats is tot gemeente-ontvanger benoemd de
heer J- H. Jansen, te Goes.
l'n de te Leiden, onder het voorzitterschap van den
heer van Bemmelen uit Rotterdam, gehouden vergade
ring der Nederlandsche dierkundige vereeniging is
onder anderen besloten, het bestuur te machtigen tot
het oprichten van zoölogische stations, voornamelijk
langs onze kusten.
De volgende wetenschappelijke vergadering zal op
het laatst van Juni 1874 te Middelburg gehouden
worden.
De gemeenteraad van den Helder heeft besloten door
een adres aan den koning, waarvan afschrift zal worden
gezonden aan de ministers van oorlog en koloniën, en
door het zenden van eene commissie uit den raad aan
die ministers, er op aan te dringen, dat de Indische brigade
in den Helder, als garnizoensplaats, worde gevestigd.
Op de voordracht ter benoeming van een archivaris
voor de gemeente Utrecht zijn geplaatst de heeren
mr. S. Muller Fzn. te Amsterdam, en dr. W. B. J. van
Eyk, hoogleeraar, predikant en bibliothecaris te Deventer.
Door directeuren der Nederlandsche maatschappij ter
bevordering van nijverheid is, tengevolge van een be
sluit der algemeene vergaderingeen adres aan den
koning gericht met verzoek om zoo spoedig mogelijk
maatregelen te nemen tot algemeene, doelmatige beplan
ting der rijksduinen met helm en haar verdere cultuur,
en dat de proefnemingen met geschikte houtsoorten
op de met helm begroeide duingronden mogen worden
voortgezet.
Ook te Amsterdam, in Felix Meritis, heeft mevrouw
Lina Schneider eene voordracht gehouden, waarin zij
veel succes behaalde. Ditmaal had zij tot onderwerp
gekozen het drama Sappho, van den in het vorige jaar
gestorven Oostenrijkschen dichter Grillparzer. Na eerst
te hebben medegedeeld wat omtrent het leven van de
Grieksche dichteres Sappho, hoe weinig ook, bekend
is, en na eenige van hare gedichten, volgens het oor
spronkelijk metrum (Sapphische versmaat) vertaald, te
hebben medegedeeld, toonde zij aan hoe Grillparzer
Sappho geheel heeft gemoderniseerd, orn haar ons des
te beter te doen begrijpen. Vervolgens werd de inhoud
van het stuk nagegaan en de treffendste passages daaruit
Na de pause werden nog eenige eigen vertalingen
van Vondel voorgedragen, alsook eenige van den heer
A. E. Jansen, leeraar aan de Roomseh-katholieke hoo-
gere burgerschool te Amsterdam.
Aan de heeren E. en F. van Oppen, te Maastricht,
is door de Pruisische regeeriDg vergunning verleend,
voor zooveel Pruisisch grondgebied betreft, tot het
verrichten van eenige voorbereidende werkzaamheden
ten behoeve van een spoorweg van Kohlscheid over
Heerlen, Sittard, Maeseyck en Weert naar Eindhoven.
De gemeenteraad van Deventer heeft o. a. besloten
om de jaarwedde van den gemeente-ontvanger met
400 te verhoogen en dus op f 2200 te brengen, en
om in de voorstad eene waterleiding aan te leggen,
wat, met het oog op de dikwijls aldaar heerschende
epidemische ziekten, voor de bewoners van groot be
lang wordt geacht.
De Zatphensche courant, over „sehoolzaken" sprekende,
wijst op het gebrek aan hulponderwijzers, hetwelk zij,
niettegenstaande de traktementen zijn verhoogd, toe
schrijft aan te geringe bezoldiging, die nog niet in
overeenstemming is met de ingespannen studie, de
moeite en zorg die de betrekking vereischen, en aan
de moeilijkheid om het doel te bereiken. De kweeke-
ling verdient tot zijn 18e jaar niet noemenswaard; hij
geniet een kleine toelage van den hoofdonderwijzer of,
zoo hij als rykskweekeling wordt toegelateneen jaar
geld van 30 ter bestrijding zijner opleidingskosten,
en als hij van buiten komt eene som voor kost en
inwoning, waarvoor de hoofdonderwijzer hem ternau-
wernood-bghoorlijk voedsel en huisvesting kan verschaf
fen. Dan moet hij over dag onderwijs geven en in zijn
vrije uren de normaallessen bijwonen en studeeren;
aanhoudend arbeiden en ingespannen zijntotdat hij op
18jarigen leeftijd examen doet als hulponderwijzer en
een nederige plaats verkrijgt. Maar nu komt de studie
voor het zwaardere hoofdonderwijzers-examenen, als
hij ambitie heeft, voor de verschillende vakken van
het meer uitgebreid lager onderwijs. Slechts op enkele
plaatsen heeft hij gelegenheid om zoogenaamde oplei-
dingslessen bij te wonen, ma'ar over 'talgemeen staat
hij alléén, en moet zonder andere hulp of leiding dan
die hij zich voor eigen geld verschaft, den grooten
kring van wetenschappen beoefenen. Is het wonder,
dat hij dikwijls wordt afgeweken, en dat de arbeid
weinig uitlokkend is'?
Betere bezoldiging en betere opleiding zijn de middelen
tot verbetering. De bezoldiging van d«n hulponderwijzer
zou een geleidelijke verhooging moeten ondergaan bij
vermeerdering van dienstjaren; velen blijven hun leven
lang hulponderwyzer, die zoodanig beloond moesten
worden dat zij met een gezin van hunne betrekking
kunnen leven. Elke 3 jaren zon b. v. het traktement
van den hulponderwijzer moeten worden verhoogd tot
een bepaald maximumen een premie- moeten worden
toegekend aan het verkrijgen van de hoofdonderwijzers
akte en aanteekeningen. Maar ook de opleiding moet
anders worden, en dit kan het best geschieden door
uitbreiding van het aantal kweekscholea die zulke goede
resultaten opleveren.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
belastingen. Benoemd tot ontvanger der directe
belastingen en accijnsen te Twello c. a., A. Engelen
burg, thans ontvanger der directe belastingen, in- en
uitgaande rechten en accijnsen te Maassluis c. a.
Eervol ontslag verleend, op verzoek, aan jonkheer
J. C. F. Stern uit zijne betrekking van ontvanger der
directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen
te Scheveningen.
KOLONIËN. Eervol ontslag uit 's lands dienst ver
leend op verzoekaan den Oost-In dischen ambtenaar
A. F. van der Ven, laatstelijk algemeen ontvanger van
'b lands kas te Soerabaya, thans met verlof hier te
landemet ingang van 1 December a., met behoud van
recht op pensioen, bijaldien hg volgens de bestaande
bepalingendaarop aanspraak heeft.
leger. Overgeplaatst in rang en ancienneteit bij
het wapen der infanterie van het leger hier te lande,
de thans daarbij tijdelijk gedetacheerde le luitenant
W. L. van der Schalk, van het wapen der infanterie
van het leger in Oost-Indië.
ONDERWIJS.
Aan het Utrechtseh dagblad wordt medegedeeld,
dat de aanvragen om als onderwijzer in Nederlandsch
Oost-Indië geplaatst te worden bij de regeering zoo
talrijk zijn als in geen tijden het geval is geweest. Vele
ongehuwde personen, in het bezit van de hoofdonder
wijzers-akte, met aanteekening voor het Fransch of
Engelscb, melden zich aan, zoodat voor hen die gehuwd
zijn of vóór hun vertrek willen trouwen de kansen
steeds kleiner worden.
KERKNIEUWS.
Bedankt voor het beroep tot predikant bij de Neder-
duitsche hervormde gemeeDte te Oud-Loosdreeht door
den heer J. A. de Vlieger, te Oosterland.
Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche
hervormde gemeente te 's Heerenhoek de heer A. A.
Schouten, candidaat, en te Kruiningen de heer G. J.
HulsmaD, predikant te Hazerswoude.
MARINE EN LEGER.
Door den minister van oorlog is, op voordracht van
den opperbevelhebber van het laatstgehouden kamp bij
Millingen, aan den kommandant van het bataljon
mineurs en sappeurs eene dankbetuiging gericht voor
de goede orde en zorg bij het in gereedheid brengen
en opruimen van genoemd kamp, door een detachement
van het bataljon.
KOLONIËN.
Het gisteren reeds door ons medegedeelde regeerings-
telegram uit Nederlandsch-Indië, gedagteekend 20 No
vember 10 uren 50 minuten voormiddag, luidt woor
delijk als volgt:
„Cholera te Batavia afnemende. Expeditie gedurende
laatste dagen vertrokken; luitenant-generaal van Swieten
heden. Hoofdopstandelingen van Laïs allen dood of
gevangendie van ommelanden Benkoelen nog niet.
Overal elders rust."
In Groot-Edi is een kleine bezetting gelegd, ten
einde dit met ons gouvernement in vriendschappelijke
betrekking staande rijkje tegen de mogelijke vijandige
aanvallen zijner naburen te beschermen.
De redacteur van de Sumatra courant is tot eene
geldboete van ƒ1000 en de proceskosten veroordeeld,
wegens het openbaarmaken van eene circulaire, die reeds
sedert 1866 in de archieven rustte.
Aan een particulieren brief van Sibogha wordt
het volgende ontleend: „In Silindoeng is een oorlog
uitgebrokennaar men vermoedt op aanblazing van
hoofden uit Sibogha. Zooals bekeod is, is een groot,
zoo niet het grootste gedeelte van Silindoeng voor een
inly ving bij de Nederlandsch-Indische bezittingen ge
stemd, en wordt dit gedeelte mede vertegenwoordigd
door den bekenden Radja Poatas. Het anderveel
kleiner gedeelte denkt er echter anders over en wil
vooral van een inlijving niets hooren, doch wordt, naar
men met eenige zekerheid meent te weten, door hoofden
uit Sibogha in die meening aangezet of gesteund. Radja
Pontas, een Chri3ten Battahoofd in het anti-Mohamedaan-
sche Silindongeen man van veel energie en invloed,
vol genegenheid voor de Europeanen en zeer gehecht
aan het Nederlandsch gezag in deze gewestendoch
ook daarom het doelwit van vele Mohamedaansche
intriges uit Sibogha, is vast besloten den oorlog met
kracht te onderdrukken, om daarna bij het gouverne
ment de noodige klachten tegen de schuldigen van Si
bogha in te dienen." Sumatrascke cour.)
Uit Batavia wordt gemeld, dat na dertig dagen
werkens het eerste der voor Atsji bestemde veldhos
pitalen reeds nagenoeg gereed was; nog hoogstens twee
dagen zou het ontbrekende vorderen. Het tweede zou
over weinig dagen worden opgesteldeen derde, vierde
en vijfde zijn onder handen. Het eigenaardige van dit,
door den heer Breevoord geleverde timmerwerk is, dat
alles door elkander past, zoodat er niets genommerd
behoeft te worden. In elk hospitaal kunnen veertig
lijders plaats vinden, terwijl er d n tusschen hen nog
een flinke ruimte overblijft. Aan het overstek van het
dak worden zeilen gehangen; daardoor ontstaat vóór
en achter de patiënten een breede corridor. In het
midden zullen aan de kap nog hangende bergplaatsen
worden aangebracht, terwijl er beneden, onder het
bereik der lijders, planken zijn geconstrueerd, waarop
zij het een en ander kunnen neerleggen. De brancards
zijn alle verplaatsbaar. Voor deze bedden vindt men
ook overal door het geheele gebouw ruimte. Kortom:
de geheele constructie is allerdoelmatigst, en het werk