m
du Temple, Frauclieu en een tiental hunner geestver
wanten bezwaar maken om voor het voorstel te stem
men. In elk geval stellen zij als voorwaarde dat de
heeren Ernoul en de la Bouillerie hunne portefeuilles
behouden „als waarborg der monarchale belangen in
het gouvernement, wanneer gunstige omstandigheden
zich voordoen". Welke naïeve bekentenis eenerzijds
en welk een afdoend bewijs anderzijds voor de juist
heid van opvatting der geheele linkerzijde, die onmid
dellijk in het voorstel-Changarnier den adder ontdekte
die onder de bloemen verborgen lag. De verlenging
der volmachten van Mac-Mahon is geene republiek,
maar de dictatuur voor 10 jaren. De volbloed-Cham-
bordisien zullen wel niet tegen het voorstel stemmen,
maar zich dan toch van stemming onthouden, waar
door de meerderheid van 14 reeds onmiddellijk ver
vlogen is. L'Uniondie natuurlijk vol goeden moed
blijft voor de restauratie van Chambord, schreef gisteren
overigens van haar standpunt zeer juist:
„De koning houdt aan zijne eenmaal afgelegde ver
klaringen vast.
„De nationale vergadering voldoet aan geene harer
beloften.
„De koning neemt in aanzien toe.
„De nationale vergadering verzwakt en zakt ineen.
„De dictatuur is het einde van het parlementarisme
met de driekleur.
„De monarchie met de witte vlag zal het einde der
dictalnur zijn."
Ondubbelzinniger kan de uiterste rechterzijde waarlijk
niet haar voornemen aan den dag leggen, om morgen
omver te werpen wat zij heden helpt oprichten, ten
einde aan de regeering stabiliteit en gezag te verschaf
fen, zooals de precidiale boodschap zegt!
Onder de berichten uit Spanje komen er verscheidene
voor uit Carlistische bron, die allen betrekking hebben
op eene voor de republikeinsche regeering zeer be
droevende gebeurtenis. Bij Oteiza in de nabijheid van
Estella heelt Vrijdag een belangrijk gevecht tusschen
de Carlisten en de regeeringstroepen plaats gehad, het-
welk geëindigd is met de totale nederlaag dezer laat-
sten. Over Bordeaux, Bayonne en Miranda is dit bericht
in de wereld gezonden, en de verschillende lezingen
komen vrij wel overeen,- slechts is het de vraag of men
daarin eene bevestiging van den inhoud dezer verschil
lende berichten moet zien, of dat zij zoo overeenstemmen
omdat zij uit dezelfde, wellicht minder onbetrouwbare,
bron vloeien. Eene nadere officieele bevestiging dezer
berichten zal men dus nog moeten afwachten alvorens
volkomen vertrouwen daaraan te schenken. Volgens
die verschillende Carlistische mededeelingen nu zijn de
republikeinsche troepen op de vlucht geslagen, de opper
bevelhebber Moriones gewond en gevangen, de brigade
generaal Rivero de Primera gedood, 135 manschappen
gevangen en 4 kanonnen buit gemaakt. Men erkent
echter ook van Carlistische zijde groote verliezen ge
leden te hebben.
Een groote waarschijnlijkheid voor de juistheid dezer
berichten is de vreemde mededeeling in de officieele
Gaceta van Zaterdag, dat alle bijzonderheden omtrent
het gevecht van den vorigen dag ontbreken, waarschijn
lijk omdat het naaste telegraaf station ver van het slag
veld gelegen is. Verschillende reizigers echter zeggen
dat de republikeinen voordeelen op de Carlisten be
haalden; de een beweerde dat de Carlisten uit hunne
jjositiën verdreven waren, de ander dat zij 4 kanon
nen verloren, de cahecilla Rada gevangen genomen werd
enz. Eene mededeeling in het officieele blad op derge
lijke vage geruchten steunende in zeer apocrief, vooral
wanneer daartegenover positieve berichten van den
vijand staan.
In het zuiden schijnt het er beter voor de republi
keinsche regeering uit te zien. De hevige oneenigheden
onder de hoofden van den opstand mogen thans wel
als een onloochenbaar feit worden aangenomen. Blij
kens een officieuse mededeeling in de Norddeutsche
AHgemeine Zeitung heeft de revolutionaire junta te Car-
thagena groot gevaar geloopen om ook door Duitschland
als vijand behandeld te zullen worden. Op bevel der
Duitsche regeering heeft de Duitsche gezant te Madrid
over het Duitsche eskader in de Middellandsche zee
beschikt, om zijne vorderingen tot vrijlating der Duit
sche onderdanen on tot teruggave van aan hen toebe-
hoorende goederen te ondersteunen. Dit beeft gebaat,
en aan de Duitsche wenschen is voldaan. Ondanks het
Chauvinisme van de meeste Duitsche bladen ten aanzien
der quaestie van de Vigilante en de Almansa en Vit-
toriaheeft de Duitsche regeering in de Spaansche vet-
wikkelingen den rechten weg blijven bewandelen. Ge
heel Europa en bovenal de kleine staten moeten met
ingenomenheid en vreugde bespeuren, dat Duitschland
in zijn buitenlandsche politiek niet naar de overdreven
eischen zijner burgers, mpar uitsluitend naar recht en
beginselen tracht te handelen. Het best blijkt dit uit
de opmerking aan het slot van de mededeeling in het
officieuse orgaan. De Duitsche belangen schrijft het
blad zullen daar evenals elders met krachtige hand
beschermd worden, maar men moet erkennen dat vijan
delijkheden tegen Duitschers in Carthagena een nood
zakelijk gevolg zijn van de door de regeering overigens
afgekeurde houding van den vroegeren bevelhebber van
het eskader.
Proces-Bazaine.
Met het incident-Stoffel hebben wij verreweg het be
langrijkste medegedeeld omtrent het getuigenverhoor
betreffende het derde onderdeel van het groote proces,
communications et dépêches. Een tweede plaats in dit
gedeelte neemt het verhoor in van de getuigendie be-
angrijke depêches in Metz brachten. Onder hen verdienen
een eerste vermelding de kleerenkooper Marcherez, Fla-
haut en de jeugdige vrouw Imbert, die in mannen-
kleêren gehuld tot driemalen toe door de Pruisische
lioiën in en uit Metz ging. Dezen drie vooral bracht
de hertog van Aumale hulde voor hunne zelfopofferende
vaderlandsliefde, moed en doodsverachtingeigenschap
pen die in deze eenvoudige lieden, zooals le Temps schrijft,
zoo gunstig afsteken bij de zorgeloosheid der meeste
officieren en militaire ambtenaren, die geroepen waren
voor de middelen van communicatie zorg te dragen en
inlichtingen omtrent den vijand in te winnen. Door
verschillende personendie in dit gedeelte gehoord
worden, is hetzij direct of indirect verklaard, dat de
bekende depêche van Mac-Mahon, waarin hij van zijn
marsch op Montmédy kennis geeft, reeds den 22en en
uiterlijk den 28cn 's morgens in het hoofdkwartier voor
Metz is aangekomen. Hoewel er nauwelijks aan te
twijfelen valt of deze depêche moet, wanneer men dit
feit als bewezen kan aannemenook ter kennisse van
Bazaine gekomen zijn, zal dit punt nauwkeuriger nage
gaan worden en meer opzettelijk een punt van onder
zoek uitmaken bij het verhoor omtrent het onderdeel,
de operatiën van 19 Augustus tot 1 September betref
fende, hetwelk Zaterdag is aangevangen.
Een paar punten uit het verhoor, hetwelk thans af-
geloopen is, zijn echter nog een kleine vermelding
waardig. In de eerste plaats het verhoor van generaal
Palikao, minister van oorlog in het laatste keizerlijk
kabinet van 24 dagen. Hij heeft getracht de regeering
waarvan bij deel uitmaakte te verdedigen, omdat zij
bovenal uit politieke consideration den marsch van Mac-
Mahon naar het noorden voorgesteld, zoo niet bevolen
heeft. Het is echter zeer de vraag of de generaal in
deze bewijsvoering geslaagd is. Doch afgescheiden hier
van moest hij de regeering nog van den blaam zuiveren,
dat zij ondaDks de depêche van Bazaine, die blijkens het
verhoor omtrent het incident-Stoffel en bovendien volgens
de eigen erkentenis van generaal Palikao, te Parijs ont
vangen is, Mac-Mabon de beweging naar het noorden
liet voortzetten, die zonder de hulp van het Rijn-leger
en met de gedeeltelijk jeugdige troepen, welke de maar
schalk te Cbalons onder zijne bevelen kreeg, noodzake
lijk met den ondergang van zijn leger moest eindigen.
Oischoon het zeer goed te begrijpen is, dat de keizer
lijke regeering in het belang der dynastie het leger van
Mac-Mahon, en d us den keizer, niet naar Parijs,wilde doen
terugkeeren en zij daarom naar aanleiding van Bazaine's
depêche eene staking van den tocht niet beval, is het
minder te rechtvaardigen dat zij zich er niet van over
tuigde of deze depêche, die voor Mac Mahon van zoo
overwegend belang was, wel in zijne handen gekomen
was. Generaal Palikao zegt eenvoudigdat daaraan
geen oogenblik gedacht is, omdat de depêche aan Mac-
Mahon geadresseerd wasen hij die beschouwde als
een afschrift der origineele depêche, zooals er een van
elke andere depêche steeds naar het ministerie van
oorlog gezonden werd. Tegen deze rechtvaardiging
valt in abstracta weinig in te brengen, maar zij is eene
der vele verklaringendie door tal van officieren in
dit proces zijn afgelegd, waaruit blijkt dat bijna elk
verantwoordelij k persoon de meest elementaire en drin
gende plichten verzuimde, om dat men meende dat een
ander daarvoor wel zou zorgdragen, met het treurig
gevolg dat vele noodzakelijke maatregelen geheel ver
zuimd werden. De telegrafische gemeenschap tusschen
Parijs en het leger van Mac-Mahon was bij de
ontvangst der veelbesproken depêche niet verbroken,
zoodat het een zeer lichte moeite geweest ware, wan
neer de regeering in plaats van te vertrouwen zich
overtuigd badde van de juistheid van baar vertrouwen.
De verklaring van generaal Palikao is ook uit een an
der oogpunt merkwaardig, omdat zij de zeer gezochte
bewijsvoering van den inspecteur der telegraaflijnen
Amiot, dat de verzending dezer depêche naar Parijs
en Diet naar den geadresseerde volkomen regelmatig
was, geheel omverwerpt.
Het tweede punt, dat ook in verband met het ge
beurde ten aanzien van kolonel Stoffel van eenig belang
is en vooral in den tegenwoordigen politieken toestand,
waarin Mac-Mahon's naam zoo bij uitstek betrokken is,
veel opzien gebaard heeft, betreft de getuigenis van
Lallement, oud-keizerlijk procureur te Saargemünd, van
Alfred Brun, sous-prefect te Sédan en bovenal van
zekeren Hulme, wever te Mouzon. Uit hunne verkla
ringen blijkt dat de derde depêche van Bazaine, waarin
gemeld werd: „Wij zijn ingesloten, maar slechts zwak
wij kunnen door de liniën breken wanneer wij willen;
wij wachten u," daar Mac-Mahon in persoon ontvangen
is. Hulme verklaart dat hij die aan den keizer en
daarop aan Mac-Mahon in persoon heeft ter hand gesteld.
In de instructie verklaarde Mac-Mahon hieromtrent
het volgende: „Ik herinner mij niet, dat mij te Ran-
court eene depêche ter hand gesteld is. De zaak kan
mij ontgaan zijn, maar in elk geval weet ik zeker dat
ik geene depêche gekregen heb, waarvan de inhoud
met het bewuste stuk overeenkomt. Te Chêne-Popu-
leux had ik, ondanks de tegenkanting van dea keizer,
het besluit genomen om in de richting van Metz te
marcheerenhad ik die depêche ontvangen, die geheel
in den geest was van de operatiën die ik op het oog
had, dan zou mij die zeker opgevallen zijn." Hulme
verklaarde bij na confrontatie nooit gezien te hebben.
Van deze zaak wordt zeer veel ophef gemaakt. Het
is echter niet zeer duidelijk, waarom Mac-Mahon met
opzet verzwijgen zou, dat hij van deze depêche kennis
gedragen heeft. Juist deze derde depêche van Bazaine
moest Mae-MahoD, die onder zijne bevelen stond, den
marsch naar het noorden doen voortzetten. „Wij wach
ten u", was een ondubbelzinnig bevel voor hem, om
zich met hot leger van Bazaine te trachten te vereeni
gen. Overigens is van deze quaestie slechts zooveel
werk gemaakt, omdat het voor de verdediging van
belang is te doen constateeren dat deze depêche door
Bazaine verzonden is. Afgezien van politieke conside-
ratiën, die aan dit proces geheel vreemd behoorden te
blijven, moeten wij overigens verklaren niet te vatten
waarom door enkele Fransche dagbladen over deze ver
geetachtigheid van Mac-Mahon zooveel misbaar wordt
Scetijöragm.
.Heden is te Ylissingen binnengekomen de Nederland-
sche brik Nella, gezagvoerder Andreassen, met hout
van Riga, bestemd naar Middelburg.
üjattt>cl$bmcl)tm.
GRAANMARKTEN ENZ.
Rotterdam, 10 November. Tarwe met middelma-
tigen aanvoer 25 cent lager; rogge met kleinen aanvoer
onveranderd; win tergerst met schaarschen aanvoer het
zelfde, zomer- met grooten aanvoer 50 cent lagerhaver
met goeden aanvoer 20 cent lager; paardenboonen met
goeden aanvoer 20 cent lagerwitte boonen met kleinen
aanvoer 50 cent hooger; kanarieraad met schaarschen
aanvoer 25 cent hooger; overigens onveranderd.
Amsterdam, 10 November. Raapolie op zes weken
36£. Lijnolie op 6 weken f 361.
PRIJZEN VAN EFFECTEN
Amsterdam 10 November 1873.
Nederland *Certific. Werkelijke schuld. 24
*dito dito dito 3
*dito dito dito 4
*Aand. Handelmaatschappij 44
*dito exploitatie Ned. Staatssp.
Belgie. *Certificaten bij Rothschild
Frankrijk. *Inschrij vingen
^dito
Rusland. *Obligatiën 1798/1816
*Certific. adm. Hamburg
*dito Hope C°. 1855 6e serie
*Cert. f 1000 1864
*dito. f 1000 1866
*Loten 1866
^Oblig.Hope O.Leening 1860
*Cer fcific. dito
*Inscript. Stieglitz C°.2e a 4 L.
*Obligatiën 186769
^Certificaten
*Aand. Spoorw. Gr. Maatsch.
*Oblig. dito
Obl. spoorweg Poti-Tiflis
dito dito Jelez Orel.
dito dito Charkow Azow.
*SchatkistobIigatiën
*Oblig.metall.m zilverJan./Juli.
*dito dito April/Oct.
*dito in papier Mei/Nov.
*dito dito Febr./Aug.
Leening 1861
^Obligation Buitenl. 186771.
dito Binneslandsche
Portugal. *Obl. 1856—69
Turkije. dito (binnenl.).
Egypte. Obl. 1868
Amerika. *Obl. Vereenigde Staten (1874)
pet. 57
68i
924
131|
103
2* -
Polen.
Oostenrijk.
Italië.
*dito dito
*dito dito
*difco dito
*Obl. Illinois
*dito dito
dito (1904)
dito (1882)
dito (1885)
Redemtion
84f
99£
75
874
984
99
2464
894
230
181
9 54
954
754
62^
624
58^
- 57$
I644
144
394
424
1 74§
97
1004
100
S*
804
Obl. Atl. Gr. W. Spw. Ohiosec. (7p)
dito dito geconsolideerde ,7
dito dito debentures. 8
Obl. St. Paul Pac. Spw. lesec. 7
dito dito dito 2esec. 7
dito dito 1869 dito 7 19