MIDDELBURGSCHE
COURANT.
1° 258.
Donderdag
1873.
30 October.
Dit blad verscbijnt dagelijks met uitzondering Tan den Zondag, den 2ea Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.50.
Middelburg 29 October.
In verschillende plaatsen van ons land maakt men
toebereidselen om den 25ca verjaardag van de grondwet
op 3 November feestelijk te vieren. Te Amsterdam zal
die dag worden herdacht met een centraal feest, i
feestrede en een algemeen feestmaalwaarin constitutio
neel gezinden uit alle oorden des lands zullen a
zitten. Tegen zoodanig grondwet-verbroederingsmaal
hebben wij niets; wij vinden het integendeel een zeer
eigenaardig slot voor eene feestviering, waarvan de
deelhebbers uit alle oorden des lands bijeen vloeien.
Maar de verschillende dergelijke feestmalen in andere
plaatsen, waartoe men zich voorbereidt, missen die
eigenaardigheid. Werden er andere openbare feeste
lijkheden ter eere van den grondwetsdag gehouden, dan
zouden wij dit „feest eten" (gelijk de Duitschers het
noemen) als een privatiasumum ter aanvulling van de
openbare feesten kunnen aaumerkenmaar het 25jarig
bestaan eener grondwet uitsluitend te berdenken door
eens met elkander te dineeien iavooral voor menschen
die eiken dag van het jaar met elkander kunnen gaan
dineeren, toch uiterst weinig eigenaardig.
Onze natie is niet zeer demonstratief, en niet, gelijk
onze Belgische naburen, tot naar buiten werkende volks
feesten genegentoch houden wij het van het grootste
gewicht dat de derde November 1873 niet onopgemerkt
en nergens elders dan aan den féestdisch herdacht
voorbijga. Kon het niet nuttig zijn dat men een school
feest organiseerde door geheel Nederland, dat op alle
scholen op dien dag aan de leerlingen verhaald werd
van de beteekenis eener grondwet van de in 1848 hier
te lande gehuldigde beginselen van vrijheid en orde, en
dat men hen de zegenrijke gevolgen in vastheid van be
stuur, in ontwikkeling en welvaart deed opmerken die
voor Nederland de grondwet van 1848 heeft gebaard
en gewaarborgd, gevolgen welke des te meer in het
oog springen bij den treurigen toestand, die in andere
landen bestaat. Dat men de kinderen er van verhale,
dan zal er wellicht ook aan de ouders iets van ter oore
komen, en langs dien weg zal Nederland beter over
tuigd worden van het nationale gewicht van den ge
denkdag van 3 November, dan zoo op alle sociëteiten
des lands alle met de grondwet ingenomen heeren tot
in den vroegen ochtend van den 4cn hun feestmaal voort-
zetteden.
Ons plan is niet kostbaar en komt niet te laat. Eene
kleine tractatie voor de leerlingen en een weinig mede
werking van de onderwijzers, en de zaak is in orde.
Bij besluit der provinciale staten van Zeeland van
1 Juli jl. werd in handen van gedeputeerde staten gesteld
een adres van de heeren Christie Nolet en de Kuijper,
fabrikanten van stoom- en andere werktuigen enz.
te Deltshaven, om kwijtschelding van de korting ten
bedrage van f 4440, wegens te late oplevering van de
stoomboot Zeelandia, bestemd voor den stoombootdienst
op do Wester-Schelde, tengevolge van oponthoud bij de
afzendiDg uit Engeland van het door hen in tijds be
stelde ijzer, werkstakingen onder hun fabrieksvolk, mis
lukte gieting van den condensor, waardoor de opstel
ling der machine vertraagd werd, ongunstig weer voor
de schildering der boot, en meer teleurstellingen en
tegenspoeden.
Hoewel de boot in vele opzichten volkomen aan de
verwachtingen voldoet, is dit wat bet kolenverbruik
betreft niet het geval, daar zij de bij het bestek bepaalde
hoeveelheid van 4£ hectoliter met 1 hectoliter in het
uur overschrijdt.
Gedeputeerde staten stellen daarom, in overeenstem
ming met de commissie uit de staten, belast met het
beheer en toezicht op genoemden stoombootdienst, aan
de provinciale staten voor hen te machtigen de door
de firma Christie Nolet en de Kuijper beloopen boete,
ad f 4440, wegens te late oplevering der stoomboot, als
het gevolg van niet te voorziene en van hunnen wil
geheel onafhankelijke, zelfs aan hunne belangen zeer
schadelijke omstandigheden, geheel terug te doen beta
len, zoodra de aannemers, ten genoege der staten, de
vereischte maatregelen zullen hebben genomen, om aan
bet bezwaar van kolenverbruik tegemoet te komenen
diensvolgens de laatste termijn betaalbaar kan worden
gesteld.
Nadat de afkoop der tolheffing op den grooten weg
der 2e klasse, loopende van den grooten weg der le
klasse nabij Goes te 's Gravenpoldervoor het jaar 1873
was verzekerd, hebben gedeputeerde staten van Zeeland
aan de betrokken besturen de aanbeveling gericht, om
den tijd, gedurende welken de tolheffing alzoo opge
schort is, zich ten nutte te maken, teneinde met ge
zamenlijk overleg den afkoop van deze tolrechten voor
het vervolg te regelen. Burgemeester en wethouders
van Goes werden door hen uitgenoodigd zich daartoe
met hunne ambtgenooten in betrekking te stellen.
Na een voorloopig gehouden overleg werd daarop
door hen inlichting geviaagdof de afkoopin velband
met dien der rijkstollen, niet voor een tijdvak van
25 jaren zou kunnen geschiedenen in dat geval, op
welk bedrag de gezamenlijk bij te dragen som zou moe
ten worden bepaald?
Het eerste gedeelte dezer vraag meenden gedeputeerde
staten toestemmend te moeten beantwoorden en, met het
oog op de herstellings- en de onderhoudskosten gedu
rende een zoodanig tijdvak, alsmede op de bijdrage vaD
het rijk, meenden zij de afkoopsom te moeten bepalen
op f 800 jaarlijks. De gemeenteraden, alleen die van
Fort Bath uitgezonderd, hebben daarop gemeenschappelijk
belotenzich te verbindenom gedurende 25 jaren,
in te gaan 1 Januari a.jaarlijks dat bedrag aau de
provincie als afkoopsom te betalen.
Gedeputeerde staten stellen alsnu aan de provinciale
staten voor, hiermede genoegen te nemen en gedurende
bovengenoemd tijdvak af te zien van tolheffing op ge-
melden weg.
Het comité ter bevordering van den aanleg van een
spoorweg DordrechtEist, samengesteld door de ge
meentebesturen van Arnhem, Nijmegen, Tiel, Gorinchem
en Dordrecht, heeft zich met een verzoekschrift tot den
minister vau binnenlandsche zaken gericht, ter onder
steuning van de concessie-aanvraag der Rotterdamsche
bank c. s.
In den gemeenteraad van Deventer vestigde de heer
Kronenberg de aandacht op deze onlangs tot stand
gekomen combinatie van bankiers voor den aanleg van
spoorwegen. Hij had tot zijne verwondering gezien, dat
zich noch financiers te Deventer, noch iemand anders
bij die beeren had aangesloten, terwijl het immers van
het grootste belang voor de gemeente was dat een lijn
AmersfoortAlmelo of ApeldoornAlmelo werd aan-
ONDERWIJS.
In de Staats courant van eergisteren is opgenomen het
aan den minister van binnen landsche zaken uitgebracht
verslag der commissie, in 1873 belast met het afnemen
van het examen van hen, die akten van bekwaamheid
verlangden voor middelbaar onderwijs in Nederlandsche
taal en letterkunde, vreemde talen en hare letterkunde,
geschiedkundige-, staats- en handelswetenschappen en
schoonschrijven.
Uit dat verslag blijkt dat zieh in 't geheel 162 can-
didaten hebben aangemeld tot het afleggen van 165
examens, namelijk 115 mannelijke en 47 vrouwelijke.
Van de 47 vrouwelijke candidaten zijn 6 niet opgeko
men. Van de 41 overigen verkregen 26 de akte; 3
trokken zich onder het examen terug; 12 werden afge
wezen. Van de 115 mannelijke candidaten, van welke
éen zich had aangegeven voor drie vakken (Nederlandsch,
geschiedenis en aardrijkskunde) en éen voor twee vak
ken (Nederlandsch en staatsinrichting) zijn 17 niet op
gekomen. Van de 101 examens, die dientengevolge
moesten worden afgenomen, hadden 48 een ganstigen
afloop; 7 candidaten trokken zich onder het examen
terug en 46 moesten worden afgewezen. In het geheel
waren dus van de examens 7 4 met gunatigen en 68 met
ongunstigen uitslag, terwijl 23 niet plaats hadden, omdat
de candidaten niet waren opgekomen.
„Wanneer men, zegt de commissie, den uitslag der
examens vergelijkt met die van vroegere jaren, dan kan
die niet ongunstig genoemd worden. In het geheel toch
werden voor dezelfde vakken, waarover zich thans het
examen uitstrekt, in 1870 slechts 32 ten honderd toe
gelaten; in 1871 41, in 1872 50 en in 1873 52 ten hon
derd. De vooruitgang is echter voor een groot deel
daaraan toe te schrijven, dat meer vrouwelijke candi
daten geëxamineerd werden. Immers werden in 1871
van de mannelijke candidaten slechts 41 ten honderd
toegelaten, van de vrouwelijke 59; in 1872 bedroegen
deze cijfers 50 en 51, in 1873 47 en 63 ten honderd.
In het jaar 1870 waren er nog weinig vrouwelijke can
didaten; in 1872 schijnt de uitslag vau dezen niet zoo
bijzonder gunstig te zijn geweest. Dit jaar echter was
de indruk, dien de exameos der vrouwelijke candidaten
maakten, over 't algemeen veel gunstiger dan die der
mannelijke. Voor sommige vakken liep dit sterk in het
oog; het allermeest bij geschiedenis, maar ook bij de
talen. Ouder de eerstgenoemde trof de commissie er
verscheidene aan, die bewijzen gaven van meer dan ge
wone verstandsontwikkeling en beschaving, evenzeer als
van degelijke, echt wetenschappelijke studie. De mees
ten bezaten dan ook reeds eene akte als hoofdonderwij
zeres met toelating voor lager onderwijs in drie vreemde
talen; de enkele, die nog geen akte bezaten, waren in
den regel meisjes uit een maatecbappelijken stand,
waarin van de opvoeding veel werk wordt gemaakt.
Bij de mannelijke candidaten daarentegen waren er nog
verscheidene, wien het niet alleen ontbrak aan kennis
van het vak, waarin zij examen afhaden, maar vooral
ook aan de beschaving en verstandsontwikkeling, die
in den leeraar aan eene middelbare school wel een eerste
vereischte mogen genoemd worden als bewijs hiervan
kan strekken, dat onder andeien een der candidaten
bij het examen in de Engelsche letterkunde beweerde,
dat de Noormannen uit Engeland waren verdreven door
de Romeinen. Zoolang hulponderwijzers der lagere
schoo', die wellicht opzien tegen het verkrijgen der akte
als hoofdonderwijzer, meenen dat zij, door zich op een
enkel vak, zooals Nederlandsche taal en letterkunde of
geschiedenis, toe te leggen, in hunne pogingen om eene
akte voor middelbaar onderwijs te verkrijgen zullen
slagen, zonder eerst die algemeene kennis te hebben
opgedaan, die aan andere vakstudie dient vooraf te
gaan, opdat zij vruchten zal kunnen dragen, zoolang
zal ook het getal der afgewezenen buiten verhouding
groot blijven. Het ware te wenschen dat meer jonge
lieden, die den cursus van eene boogere burgerschool
of van een goed gymnasium hebben ten einde gebracht,
zich voor het middelbaar onderwijs bestemden; wel is
dit, naar het schijnt, het geval voor wiskunde, maar
voor de letterkundige en geschiedkundige vakken ge
beurt het niet dan bij zeldzame uitzondering dat men de
zoodanigen onder de candidaten aantreft. Nochtans mag
niet verzwegen worden dat, wanneer men de candidaten
voor het boekhouden uitzon dert, de algemeene indruk wel
iets gunstiger was dan drie of vier jaren geleden, toen
de meeste leden der commissie eveneens de gelegenheid
hadden over deze zaak zich een oordeel te vormen. Zij
vleien zich dan ook, dat de candidaten ieder jaar als
't ware door de onverbiddelijke gestrengheid der examens
gewaarschuwd, dit meer en meer mogen inzien. De
commissie heeft daarom dan ook geen enkelen grond
gevonden om met meer toegevendheid dan hare voor
gangers te handelen, en zij hoopt in het belang van
het middelbaar onderwijs dat allen, die na haar moch
ten geroepen worden om de examens af te nemen, van
hetzelfde beginsel zullen uifgaan, als het eenige middel
om de scholen voor achteruitgang te behoeden, als ook
om op den duur van de examens zeiven betere uit
komsten te verkrijgen."
KERKNIEUWS.
Het kiescollege der Nederduitsche hervormde ge
meente te Zierikzee heeft uit het vroeger medege
deelde zestal predikanten op 28 dezer het volgende
drietal samengesteld: de heeren W.Bax, te Del den;