MIDDELBURGSCHE
r 257.
Woensdag
1873.
COURANT.
29 October.
Dit "blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2ea Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
£>e prijs per 3fin., franco is f 3.50,
Middelburg 28 October.
TRANSFORMATIEP
Heden komt de tweede kamer der staten-generaal
weder bijeen om hare werkzaamheden te hervatten
waarvan de budgetten van Indië en van het moeder
land voor 1874 het begin en het einde zijn. In spijt van
de in sommige dagbladen gedane voorspellingen van „zeer
gewichtige beraadslagingen" en „belangrijke politieke
debatten gelooven wij dat men wel zal doen met in dit
opzicht zijne verwachting niet te zeer te spannen, wil
men zich tegen teleurstellingen vrijwareD. Dat er zeer
veel zal worden geredevoerd over de aanhangige wetsont
werpen, dat er zeer wijdloopige en langdradige „ad
viezen" over zullen worden uitgesproken, gelooven wij
wel; de adres discussiën, waaruit bleek hoe krachtig
het element der wijdloopige en langdradige sprekers
door de laatste verkiez'ngen versterkt is, hebben daarvan
reeds een voorproefje gegeven. Maar wij hebben reden
om aan te nemen dat bet daarbij ook blijven zal, dat
er om eene triviale uitdrukking te bezigen tussehen
nu en Kerstmis meer geblaft dan gebeten zal worden
aan de zuidzijde van het Haagsche Binnenhof, en dat de
begrootings-discussiën voorbij zullen gaan zonder dat de
vrienden of tegenstanders de bres in het ministerie ge
schoten hebbeD, waarop de beide partijen zich nu en dan
met evenveel ijver schijnen te hebben toegelegd. Wij
kunnen ons zelfs voorstellen dat, wanneer de bevriende
oppositie zich weet te betoomen, de begrootingswetten
zonder noemenswaardig verzet worden aangenomen.
Onze verwachting is gegrond op den nog altoos ver
warden politieken toestand van ons land, waar de par
tijen dank aan eene coalitie van heterogene bestand
deelen tegen elkander opwegen en dus elkander
onschadelijk maken, een toestand waarover wij ons wel
eens geërgerd hebben, maar die ons toch niet met zooveel
kommer vervult als velen onzer tijdgenooten. Dat de loco
motief van den vooruitgang op het oogeublik ontspoord
is, ontkennen wij niet; de zieltogende of ontzielde slacht
offers, de beschadigde of vernielde politieke reputaties
die bet terrein van het ongeval bedekken verbieden het
ongeval te loochenen. Over de oorzaken van de ramp
kan men echter verschillend denken. Meermalen is het
denkbeeld geopperd dat de liberale partij door al te
lang te besturen hare levenskracht of althans hare re
geerkracht heeft verbruikt, en thans behoefte heeft aan
just en ontspanning om die kracht te herkrijgen. Wij
gelooven niet dat het daaraan hapert, maar houden het
er veeleer voor, wanneer wij zien wat elders gebeurt,
dat een soort van atmospherischen invloed, eene epide
mie ons politiek gestel heeft aangetast en dat bij de
moeilijkheid om voor den toch uit zijn aard oasterfe-
lijken patient een bekwaam geneesheer te vinden, men
beter doet het herstel over te laten aan den be-
kwaarasten en gelukkigsten arts van allen, de natuur.
In alle waarlijk constitutioneele landen wordt op het
oogenblik een malaiseeen stilstand waargenomen, welke
op zich zelve geene bekommering wekken zou, maar
hoogst ernstig is om de oorzaak, die zich alom ver
toont. In Engeland is de liberale partij, die sedert
Peei's dagen zoo veel groote dingen heeft gewrocht,
niet meer in staat ingrijpende verbeteringen en organi-
satiën op flinke wijze tot stand te brengen; in Italië
staat men voor een budget met een tekort, zonder dat
regeering en vertegenwoordiging bij machte zijn de finan
ciën op goeden voet te brengen; in België springt men
met de militaire quaestie om evenals wij in ons Neder
land; tout eomme ches vous! tout comme chez nous!!
Hoe het in Frankrijk er uit ziet behoeven wij niet te
vragen; maar toch moeten wij juist naar Frankrijk,
ook naar Duitschland en Zwitserland de oogen wenden
wanneer wij naar de oorzaken van dit algemeen malaise
in de politieke wereld, dat ook opons vaderland terug
werkt, rondzoekeD. De zaak is dat wij om zoo te zeg
gen leven op een vulkaan, dat er in de nieren der
maatschappij een strijd wordt voorbereid c~ 'even en
dood tussehen reactie on vooruitgang, waarvan de uit
barsting Diet kan uitbJijven. In Duitschland en Zwitser
land is het vuur reeds uitgebroken; aldaar heeft de
felle strijd om de wereldlijke macht tussehen kerk en
staat zich reeds openbaar gemaakt. In ons land en in Enge
land hooren wij de onderaardsche vlammen nu en dan
reeds loeien, en de uitslag der groote crisis in Frankrijk
zal beslissen of. er eene algemeene onmiddellijke uit
barsting plaats hebben zaldan of wij nog eenige jaren
zullen blijven voortleven op den tegenwoordigen voet
van status quo.
Do vraag of de kerk dan wel de staat het wereldlijk
gezag uitoefenen zalwordt langzamerhand de eenige
quaestie van den dag, ën de vraag is zoo hoogst ernstig en
hare oplossiDg van zoo ver strekkende gevolgen dat
het bijna noodzakelijk, doch zonder twijfel zeer begrij
pelijk is, dat men alle andere quaestiën, van hoeveel
gewicht ook, tijdelijk rusten laat. Wat bettekenen be
lastingstelsels, wat legerwetten of koloniale politiek bij
dit geschilpunt! Alles concentreert zich uit den aard
der zaak daarop; hetzij direct, zooals in Duitschland
en Zwitserland, waar de quaestie zuiver gesteld en
met eene somwijlen wat al te vergaande logica ont
wikkeld wordt, hetzij indirect op dat terrein waarop
de oplossing der quaestie hare ernstige gevolgen moet
doen gevoelen, het onderwijs der jeugd; in Nederland
bevinden wj ons in het laatste geval.
Wij hebben reeds vroeger volgehouden dat de onder
wij s-quaestie niet is eene politieke quaestie in den zin
welken men aan dat woord pleegt te hechten; zj is
geene quaestie van inwendige politiek, die de staatkun
dige partijen in een land verdeelen mag en door con
servatief en liberaal wederkeerig in het parlementair
goochelspel aan elkander toegeworpen en afgeslagen mag
worden. Daartoe staat de quaestie, waarmede de toe
komst der natie, de vaderlandsliefde en eendracht der
bevolking, de onafhankelijkheid des lands zelfs ge
moeid is, veel te hoog. Alleen de aanhangers van eene
politieke partij, welks streven ten nutte strekt van
andere belangen, geheel van die van het vaderland afge
scheiden en niet zelden aan die van het vaderland vijan
dig knnnen van de onderw js-quaestie een geschilpunt
maken van inwendige politiekeene basis van parlemen
taire en buiten parlementaire oppositie. Wij hebben het
daarom juist betreurd niet om den man zeiven, maar
om het vaderland dat de heer Heemskeik zich in
1868 van de onderwijs-quaestie heeft trachten te bedie
nen om een quasi-conservatief doch eigenlijk in den
waren zin subversief ministerie tegen de aanrollende
golven van den liberalen vloed te beschermen. De straf
is niet uitgeblevende verkiezingen van 1869 hebben
over die conservatieve onhandigheid, die de ontwikke
ling der natie op het spel zette om de slechte kans op
behoud vau de ministerieele portefeuilles te kunnen
wagenhet vonnis geveld.
Maar niettemin is de toen opgeworpen twistappel
in ons parlement bijven liggen en is hij geworden het
voorwerp dat onze geheele politiek beheerschte- Alles
is daardoor in verwarring gebracht; de oude partijen,
gevormd op den gemeenschappelijken grondslag van
bevordering der volksontwikkeling op den voet van
eensgezindheid en vaderlandsliefde, die grondslagen
voelende wankelen, zagen haar eigen leven bedreigd
en vertoonen de natuurlijke lusteloosheid en anaemie
van den man in de kracht zijns levensdie eene
kwaal in zich gevoelt welke hem den dood moet
doen. Zij weten niet waaraan zich te houdeDzij mis
sen den lust en juist daardoor ook de kracht om op den
ingeslagen weg voort te gaan; zij wankelen en bonden
zich met moeite staande zoo zj niet krachteloos ineen
zinken. In dien toestand verkeeren wij tbans, en, hoe
treurig die toestand op zichzelf zij, toch beangstigen
wij er ons niet over. Dat in de onderwijs-quaestie de
suprematie van de kerk tot het hoofdpunt van onze po
litiek is gemaakt kan betreurd worden, maar wij zullen
aan den wereldstrijd over die quaestie toch niet kunnen
ontsnappen, en wj vreezen den uitslag van den strjd
noch in Nederland noch ergenB ter wereld. Het is reeds
duizendmaal gezegd: elk volk heeft, evenals elk persoon,
het lot dat het verdient; alleen een voor kerkelijke over-
heer6ChiDg rijpe bevolking kan kerkelijk overheerscht
worden. En wanneer wij de teekenen en verschijnselen van
den tijd nagaan bij de zelfs intellectueel het minst ont
wikkelde volkeren van Europa, dan hebben wij geene
vrees dat de kerk anders dan voor een korten tjd eu
op zeer weinige plaatsen opnieuw de plaats zal inne
men, die zij voor eeuwen en eeuwen bekleedde.
In Frankrijk staat na het sein gegeven te worden
voor den strijd. Hoe weinig de monarchie der Bour
bons ook aantrektom deze reden zouden wij de troons
beklimming van Hendrik V bijoa met blijdschap kun
nen begroeten. De in de ingewanden onzer maatschappij
woelende strjd moet uitbarsten en in het vrije veld
worden uitgestreden, wij moeten niet schromen op te
komen voor de grondslagen van onzen staat, die in
den loop der laatste drie eeuwen altoos beantwoordden
aan de vrijzinnige eischen van elk tijdvak en den pas
houdende met den geest des tijds, in elk tijdvak rijpe
vruchten van ontwikkeling en welvaart hebben voort
gebracht. Die strijd moet gestreden worden nu een
maal die fundamenten van het moderne staatsleven in
twijfel zijn gesteld; eerst na het eindigen van den strjd
zal men de oude politiek weer kunnen hervattende
energie der ministers en de werkzaamheid der volks
vertegenwoordigers zullen dan van zelve terugkeeren.
De heer van Wassenaer zeide eens, waarschijnlijk
onder den indruk van een elders in anderen zin gebe
zigd woord, in de tweede kamer dat er eene transfor
matie der partijen op til was; wij gelooven dat die
spreker zich vergist. Er bestaat in onze oogen geene
redenalthans voor de liberale partjom lange eene
andere ladder omhoog te klimmen. Het eenige wat ons
thans noodig schijnt is dat men het klimmen naar het
hooger doel een oogenblik stake om de gevaarlijke
bende te verjagen die de ladder van onderen aangrijpt
en aan het wankelen tracht te brengen.
Met den op 1 November a. aanvangenden winterdienst
der staatsspoorwegen zullen in den loop der treinen
tussehen Roosendaal en Vlissingen v. v. de volgende ver
anderingen plaats hebben: de thans van Roosendaal
te 12.5 vertrekkende trein zal te 12 uren vertrekken
en te 2.11 te Middelburg aankomen; de trein die thans
te 12.51 van hier vertrekt zal te 12.41 vertrekken en
te 4 uren te Roosendaal arriveeren. De 's avonds te
6 en te 10.50 van Vlissingen naar Middelburg vertrek
kende treinen vervallen, evenals die welke 's avonds te
6.30 van hier naar Vlissingen vertrekt.
Bljkens het Provinciaal blad van Zeeland n°. 105
hebben gedeputeerde staten dezer provincie ter alge
meene kennis gebracht, dat aan den oever van de
Wester-Schel de, te Hoedekenskerke, door de zorg van
het gewesteljk bestuur is aangelegd een steiger of
aanlegplaats voor schepen en vaartuigen, tot het inne
men of aanzetten van reizigers en hot laden of lossen
van goederenen dat daaropte rekenen van Zaterdag
den ll'n November a., toepasselijk zal zijn het reglement
op het gebruik van de provinciale steigers in Zeeland
van 9 Juli 1852, behoudens de wijziging van het tarief
vervat in art. 2, zooals die is bekend gemaakt in het
Provinciaal blad n°. 21 van 1867.
Z. M. de koning, HH. KK. HH. de prinsen en de
ministers, zijn genoodigd op het diner dat a. Maan dag te
Amsterdam, bij gelegenheid der herdenking van de af
kondiging der grondwet vöor 25 jaren, zal gehouden
worden.
Volgens mededeeling van den minister van binnen-
laudsche zaken in de Staats courant van hedea zijn in
de week van 19 tot 25 October jl. aan Aziatische
cholera overleden: in Noord-Brabant 9personen, waar
van 7 te Breda en 2 te Oudenbosch; in Zuid-Holland
14 personen, waarvan 2 te Delfshaven, 3 te Dordrecht,