m l 90* neer de koning en Frankrijk vereenigd zijn. Het koninklijk initiatief blijf top alle punten intact. Het werk des konings vangt eerst aan op den dag volgende op dien zijner restauratie, en tot dien dag kan dejgraaf van Chambord niet anders dan een programma geven. Het programma van den erfprins onzer koningen is overigens bekend, hij heeft er geen woord bij te voegen en ook geen woord terug te trekken." En teneinde terstond een bewijs te geven van de juistheid harer opvattinggeeft l'Union in hetzelfde nommer eene rectificatie van de modedeelingen van den heer Chesnelong. De belang rijkste betreft de quaestie der vlag. Volgens het pro ces-verbaal van de bijeenkomst der rechterzijde zou de heer Chesnelong gezegd hebben dat, „omdat de drie kleur de wettige vlag was, de koning, aan wisn de troepen bij zijne komst in Frankrijk natuurlijk hunne hulde zouden aanbieden, met vreugde de vlag begroe ten zou, welke gekleurd is door het bloed onzer solda ten." la de rectificatie van l'Uaion is van een „wettige vlag" geen sprake en volgens haar heeft Chambord gezegd dat „hij niet zou vragen dat iets aan de vlag veranderd werd alvorens hij van het gezag bezit geno men zou hebben." In zijne eerste verontwaardiging maakte le Frangais er de liberale dagbladen een verwijt van, dat zij de ver klaringen „van mannen als de hceren Lucien Brun en Chesnelong" in twijfel durfden trekken. Niet alleen is l'Union ook zoo goddeloos, marr ook in bet nommer van denzelfden dag verzekert zijn geestverwant, 1'Assem- blée nationale, dat „blijkbaar eenige onwillekeurige onnauwkeurigheden in het proces-verbaal omtrent de mededeelingen van den heer Chesnelong zijn ingeslopen, vooral wat de quaestie der vlag betreft. Men verwacht weldra de mededeeling van eenige verbeteringen in dit proceB-verbaal." Daarentegen meldt een bericht van Hava8 dat men een brief van dankbetuiging van den graaf van Chambord aan den heer Chesnelong ver wacht, die onmiddellijk openbaar gemaakt zal worden. Do bedoeling van dit bericht is duidelijk. Men gevoelt dat de verschillende lezingen omtrent de beloften van Chambord aan de zaak zelve geen goed doen, daarom moeten de oorspronkelijke verklaringen gehandhaafd wor den, hetgeen natuurlijk niet beter zal kunnen geschieden dan door een brief van Chambord. Hetzij die brief waarlijk geschreven of slechts gefingeerd wordt, een formeele tegenspraak van l'Union zal hij natuurlijk niet bevat ten; eenige onbeteekenende dankbetuigingen zijn trou wens voldoende om de domme gemeente te doen geloo- vcn, dat Chambord inderdaad de constitutioneele koning zal zijn. Ook de „onpartijdige" regeering van 24 Mei, die optrad om het verdrag van Bordeaux te herstellen het welk door Thiers verbroken was, geeft blijken van te leurstelling en wrevel over het mislukken van het restau ratie-plan. L'Avenir national wordt opgeheven omdat hare redactie zich een minder gunstig oordeel over Chambord veroorloofde, en aan le Phare de la Loire wordt, de verkoop op den openbaren weg verboden, om dat dit blad het waagt het constitueerend gezag der nationale vergadering in twijfel te trekken! Maar wel het sterkste bewijs dat de kansen der monarchie hope loos etaan is het bericht uit Parijs aan the Times, dat „de monarchalen wel een groot vertrouwen aan den dag leggen, maar nog niet geheel zeker zijn van het aantal stemmen om de monarchie te constitueeren. Ik Leb goede gronden meldt de correspondent te ge- looven, dat hun nog 20 stemmen ontbreken om eene meerderheid bijeen te krijgen gelijk aan die, waardoor de heer Thier3 werd omvergeworpen." Die meerder heid was 16, dus zijn de monarchalen op hetoogenblik 4 stemmen in de minderheid, zooals althans de bericht gever van the Times meldt. Het is echter bewezen, en verscheidene Franscke dagbladen hebben het openlijk medegedeeld, dat die berichtgever uitstekend cp de hoogte kan zijn, omdat de berichten aan the Times direct verzonden worden uit het kabinet van den minister de Broglie! Het troetelkind der regeering en harer partij, het radicale Lyon, is weder het slachtoffer van eene dier weldaden, waarmede de reactionairen de afgedoolde schapen weder op het rechte spoor willen brengen. De aanhoudende strijd van den model-prefect Ducros met den liberalen gemeenteraad is geëindigd met een maat regel, waarvan het keizerrijk, hoewel volmaakt in over eenstemming met zijn systeemzich niet dan hoogst zelden bediende, de schorsing van den raad voor 2 maan den en de benoeming eener gemeentelijke commissie van 40 leden. De partij die na den oorlog het hardst schreeuwde naar decentralisatie en autonomie der gemeenten, waagt het zich van zulk een middel te bedienen net eskader der insurgenten is weder te Carthagena teruggekeerd. La Discussion, een republikeinsch blad der hoofdstad, verneemt dat de Tetuan belangrijke averij bekomen heeft en daardoor niet meer zee kan bouwen. Het blad verwacht dat tengevolge van deze omstandigheid en het verlies van de Fernando Catolico het eskader der insurgenten ontbonden zal worden. Vrijdag namiddag was het eskader onder bevel van den minister van marine reeds weder op een afstand van 9 kilometers Carthagena genaderd, zoodat de stad weldra aan de zeezijde opnieuw geblokkeerd zal zijn. La Correspondencia verzekert dat de regeering papieren in beslag genomen heeft, waaruit blijkt dat tussehen de Carlisten der provincie Valencia en de opstandelingen van Carthagena overeengekomen was om gelijktijdig de stad Valencia aan te vallen. De eisch van de bevel hebbers der vreemde eskaders, om vier dagen tusschen do bedreiging met een bombardement en de uitvoering te laten verloopen, was een streep door de rekening» Wel had men onder de Carlisten van de provincie Valencia eenige beweging waargenomendoch van hunne zijde behoefden de regeeringstroepen volgens het oordeel der bevolking niets te vreezenzoodat het schoone plan wellicht toch mislukt was. De heer Moncheur, minister van openbare werken in België, is eindelijk onder de talrijke klachten, vooral wat den dienst op de spoorwegen en den toestand van het materieel betreft, bezweken en heeft vrijwillig zijn plaats voor een meer bevoegden opvolger geruimd. De regeering meent dien gevonden te hebben in den heer Beernaert, een uitstekend rechtsgeleerde en advo caat volgens den Antwerpschen Piécurseur. Reeds Zaterdag heeft hij den eed in handen des konings af gelegd en onmiddellijk i3 hij in functie getreden. Proces-Bazaine. Reeds vroeger deelden wij mede dat de president van den krijgsraad op Trianon het onderzoek der om vattende zaak in negen onderdeelen splitste volgens de chronologische orde der voornaamste punten van be schuldiging. Deze verdeeling wordt door don hertog van Auraale bij het hooren der getuigen even streng in acht genomen als in bet verhoor van maarschalk Bazaine. Het getuigenverhoor van het eerste dezer onderdeelen is in de afgeloopen week ten einde gebracht, terwijl sedert Vrijdag morgen het tweede deel aan de orde is. Van het geëindigde getuigenverhoor betref fende het eerste punt van beschuldiging laten wij een kort overzicht volgen. Het gold de vraag, óf en in hoeverre de maarschalk vóór zijne benoeming tot opperbevelhebber aansprakelijk was voor de slechte maatregelen waardoor de aftocht naar Verdun vertraagd werd, en of hij zijnerzijds pogin gen aanwendde om den keizer te verwijderen en zelf met het kommandement bekleed te worden. Wat het laatste punt betreft staat men tegenover geheel tegen strijdige verklaringen. De heer de Kératry verzekert dat hij vóór den 4cn September een bezoek van de eclitgenoote van den maarschalk ontving, die hem een onderhoud zonder getuigen verzoeht en daarin namens haar man mededeelde, dat hij zich terugtrekken zou wanneer de keizer het opperbevel behield. De heer de Kératry zou van dit onderhoud mededeeling gedaan hebben aan zijne ambtgenooten der linkerzijde,waarop de heeren Favre, Picard en de Kératrynaar den minister Palikao waren gegaan, om de benoeming van Bazaine te verzoeken, welke echter toen reeds had plaats gehad. Mevrouw Bazaine spreekt in een brief aan den krijgsraad dit verhaal omtrent haar bezoek tegen; het plan was niet van haar, maar van den heer de Kératry zeiven uitgegaan. Ook Bazaine ontkent zijnerzijds ooit daar toe eene opdracht aan zijne vrouw gegeven te hebben. Generaal Palikao zegt dat de drie heeren van den maar schalk slechts spraken als dea man op wien de open bare meening het oog gericht had. De heer Favre zegt dat zijne collega's en hij slechts een algemeen uitge sproken wensch aan den minister kenbaar maakten, dat hij maarschalk Bazaine zelfs persoonlijk volstrekt niet kende; hij weet zich overigens niets anders met zeker heid te herinneren dan dat de heer de Kératry hem gezegd heeft, dat de echtgenoote van den maarschalk namens haar man verzekerd had, dat hij de benoeming zou aanvaarden. De heer Rouher verklaarde omtrent de benoeming van den maarschalk niets te wetenter wijl de heer Schneider, oud-voorzitter van het wetge vend lichaam, het betwijfelde dat Bazaine, die den oorlog van den aanvang zeer zwart inzag, het opper bevel gezocht zou hebben nadat de veldtocht reeds zoo ongelukkig was aangevangen. Over de vraag der overname van het opperbevel zelve is in het getuigenverhoor daarentegen geen tegenspraak merkbaar. Uit al betgeen daaromtrent getuigd werd blijkt zonneklaar, dat behalve andere verzuimen en ge breken een onbeschrijfelijke verwarring heerBchte in den generalen staf, die blijkbaar allertreurigst samengesteld en geenszins op de hoogte was van zijn taak. Welke waren de plannen en denkbeelden van den keizer op den dag der overgave van het opperbevel, den 12en Augustus? Welke maatregelen waren toen genomen voor de retraite op Verdun? Welke maatregelen nam de nieuwe kom man dan t om dezen tocht te bespoedigen Op al deze vragen geeft het getuigenverhoor ten ant woord: Weinigen, of eigenlijk liever geene. Wanneer men al deze bijzonderhedenen zelfs met zekere naïeve- teit uit den mond der verantwoordelijke personen zei ven boort, wanneer wen het bewijs geleverd ziet dat de keizer steeds besluiteloos was en slechts plannen maakte en bevelen gaf, om vroegere plannen en bevelen te her roepen, wanneer duidelijk blijkt, dat noch aan Bazaine noch aan zijn chef van den staf zelfs de positie der legerkorpsen medegedeeld werd, waarschijnlijk omdat hunne voorgangers dit en nog veel andere zaken zelf niet met juistheid wisten, dan kan men zich niet ver wonderen, dat het Rijnleger geen voorspoed kon hebben en dan mag men er Bazaine geen zwaar verwijt van maken dat de retraite op Verdun, den 12ïn ondernomen, den 19cn eindigde met eene insluiting rondom Metz. Grooter verwarring dan in den generalen staf heerschte is nauwelijks denkbaar. Een bepaald stelsel bestond er niet, niemand's functiën waren gepreciseerd, en de officieren van dien staf spreken nu nog van de noodza kelijkste plichten en eischen als van geheel vreemde zaken. Zoo verklaarde generaal Lebrun, de eerste aide- major general van het leger, d. i. de man die in den staf onmiddellijk op maarschalk Leboeuf volgde, alsof het de natuurlijkste zaak ter wereld gold, dat hij „aan het bestudeeren der verbindingswegen tussehen den rechter oever der Moezel en Verdun geheel vreemd is geble ven." De nieuwe chef van den stat, generaal Jarras, laat zich van zijne benoeming tot het einde van het beleg eene positie tegenover maarschalk Bazaine welge vallen, die vrij wel overeenkomt met die van een on dergeschikt klerk. Thans beklaagt hij zich erg over den maarschalk, maar tijdens zijn ambt vergenoegt bij er zich mede Bazaine een paar maal daarop opmerkzaam te makendie zijne aanmerking eenvoudig ongegrond noemt en alles bij het oude laat. Zekeren dag komen de generaals van den staf op het denkbeeld, om toch eens eene kaart, van de omstreken van Metz te raadple gen; zij laten er eene van de prefectuur balen. „Vau welken datum was deze kaart vraagt de hertog van Aumale, en in deze vraag karakteriseert de voorzitter volkomen de lichtzinnige wijze, waarop de geheele veld tocht ondernomen was. Terwijl bijna elk Duitsch on derofficier voorzien was van een kaart van het vijande lijk land, waarin het leger manoeuvreerde, ziet men de Fransche generaals zonder eenig hulpmiddel om althans met hun eigen land bekend te worden. Is het wonder dat het, wanneer er onder de officieren van den staf al bekwame mannen waren, dezen onder zulke omstan- standigheden zelfs onmogelijk was om nuttig werkzaam te zijn? Beetijöingen- Gisteren is van de reede van Veere naar zee ver trokken het barkschip Walcheren, gezagvoerder M. Th. Larsenin ballast naar Noorwegenen de schooner Jonian, gezagvoerder J. Spence, van Middelburg in ballast naar New-Castle. Heden namiddag is te "V lissingen in de haven gekomen, met bestemming voor die plaats, de Engel- sche stoomboot Iron Era, gezagvoerder A. P. Rebder, van Blyth. Volgens brief van den gezagvoerder Ph. Hoek, voerende het barkschip Burgemeester van Middelburg, was hij, na den 24en Augustus jl. van Batavia te zijn vertrokken, den 3eu September iu goeden staat te Soerabaya gearriveerd. Het stoomschip Borneo, van Nieuwediep naar Ba tavia, is 24 dezer Aden gepasseerd. Alles wel. £jand£l?.bmcl)tra- GRAANMARKTEN ENZ. Rotterdam, 27 October. Tarwe met grooteren aan voer 50 cent lager; rogge met grooteren aanvoer 25 cent lager; wintergerst met geringen aanvoer ruim prijs houdend; zomergerst met kleinen aanvoer flauwer; haver met kleinen aanvoer 20 cent hoogerwitte boonen 25 cent hooger; bruine boonen 50 cent lager; koolzaad 20 cent hooger; overigens onveranderd. Amsterdam, 27 October. Raapolie op zes weken/35|. Lijnolie op 6 weken f 374. PRIJZEN VAN EFFECTEN, Amsterdam 27 October 1873. Nederland *Certifie. Werkelijke schuld. *dito dito dito ♦dito dito dito ♦Aand. Handelmaatschappij ♦dito exploitatie Ned. Staatssp. Belgie. Certificaten bij Rothschild Frankrijk, inschrijvingen *dito Rusland. *Obligatiën 1798/1816 ♦Certific. adm. Hamburg ♦dito Hope C°. 1855 6e serie ♦Cert. f 1000 1864 ♦dito. f 1000 1866 ♦Loten 1866 ♦Oblig.Hope C°.Leening 1860 ♦Certific. dito 24 pet. 57-A- 3 684 4 4* V 1314 106 24 3 n 5 T) 5 100 5 16 5 871 5 99 5 v 5 4* 4 0

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 3