MIDDELBURGSCIIE COURANT. 1 11° 250. Dinsdag 1873. 21 October. Dit blad verschynt dagelijks met uitsondering van den Zondag, den 2®* Paasch- en Pinksterdag X>e prijs per 3/m., franco is f 3.50. en een der Kerstdagen. Middelburg 20 October. De gemeenteraad van Middelburg zal op Woensdag a., des voormiddags te half elf uur, een openbare zitting houden ter behandeling der volgende zaken: missives gedeputeerde staten goedkeuring raadsbesluiten; voor stel burgemeester en wethouders tot wijziging verordening bestuur godshuizen; idem tot uitgift in eripacht van gemeentegrond in den Dievengang aan C. E. Pelle; re kening en begrooting concertzaal; voorwaarden tolver- pachting Vlis9ingschen straatweg; staat van onwaarde plaatselijke directe belastingen 1873; gemijentebegroo- tiag 1874. In de aanstaande zitting der provinciale staten van Friesland moet de verkiezing plaats hebben van een lid voor de eerste kamer der staten-generaal, in plaats van jonkheer mT. F. J. J. van Eysinga, die, wegens de aanvaarding zijner benoeming tot raadsheer in het provinciaal gerechtshof in Frieslaud, beeft opgehouden lid der kamer te zijn. Eergisteren heeft de hooge raad der Nederlanden eene openbare zitting gehouden ter installatie van den heer mr. J. Heemskerk Azn., nieuw benoemd raadsheer in dat college, ter vervanging van wijlen den heer H. U. Huguenin. De voorzitter, mr. de Greve, herdacht in de eerste plaats den overledene en richtte vervolgens eene toe spraak tot den heer Heemskerk, wiens benoeming bij als een uitnemende aanwinst voor den hoogen raad beschouwde, en wel op grond der uitstekende studiën van dien heer, de door hem vroeger bekleede rechter lijke betrekkingen en uitgegeven geschriften, en de waarneming der betrekkingen vaa lid dei tweede kamer en van minister van binnenlandsche zaken. De voor zitter deed het verschil uitkomen, dat tusschen het woelig staatkundig tooneel en de oneindig kalmere en aan geene wisselvalligheden van buiten blootgestelde rechtsbedeeling bestaat. Hij vertrouwde dat het den heer Heemskerk niet te veel zou kosten zich los te maken van al wat eigen is aan het staatkundig leven en geheel vreemd aan de onbevangen rechtzaal en de rustige rechterlijke raadkamer; de nieuw benoemde zou zich echter niet behoeven te gewennen aan het onpar tijdig onderzoek, waarbij het alleen te doen is om waarheid, en aan de bezadigde beraadslagingen, waarbij niemand zijn gevoelen zoekt door te drijven. De spre ker eindigde zijne rede met den wensch, dat de heer Heemskerk lang moge medewerken tot handhaving der wet en het doen zegevieren van rechten gerechtigheid. Den geïnstalleerde is de kamer van strafzaken als werkkring Woensdag en Donderdag werd te Monnikendam het feest gevierd ter herinnering aan den slag op de Zui derzee, waarin vóór 300 jaren Cornells Dirkszooo, bur gemeester van Monnikendam, een schitterende zegepraal op de Spanjaarden behaalde. WoenBdag avond werd als inleiding op de eigenlijke feestviering door het letterlievend genootschap Con cordia een gelegenheidsstuk „De slag op de Zuiderzee" opgevoerd, en Donderdag morgen prijkte geheel het stedeke in feestelijken dos, met vlaggen en wimpels, bloemen en groen. Eerst werd onder begunstiging van fraai weder eene voorstelling gegeven van den slag op de Zuiderzee, door de schepen van de Markervloot en een jacht van den heer Schol, van Amsterdam; daarna is een histo risch gecostumeerde optocht gehouden, voorstellende den zegepralenden intocht van C. Dirkszoon na zijne roem rijke overwinning, aan welken optocht mede is deelge nomen door de leden van het Metalen kruis, afdeelingen Monnikendam, Amsterdam en andere omliggende plaat sen, en door eenige oud-strijders, uit naburige gemeenten daartoe overgekomen. Deze optocht, die zeer luisterrijk was, is 's avonds onder verlichting van lampions en vuur herhaald, en heeft, evenals de sierlijke illuminatie van zeer vele woningen, bijzonder voldaan. In de Groote kerk werd Vrijdag morgen een concert gegeven. Na afloop daarvan hadden volksspelen plaats en 'savonds is het feest besloten met een vuurwerk. Mr. A. Kerdijk heeft in Het Vaderland twee hoofd artikelen geschreven over „Een oude grief"de staats loterij die men geene .belasting kan noemendaar zij niet door eene wet is gesanctioneerden die niets anders is dan „een groote industrieele onderneming tot winst bejag." De staat is dus ondernemer en speculeert op het winstbejag van het volk. „De staat is vóór alles een wezen dat geld noodig heeft, en indien de staats loterij hem jaarlijks ettelijke tonnen gouds af werptdan wil hij zelf wel de rol van volksverleider spelen en aan de loterij kantoren de plaats gunnendie van mensche- lijkheidswege toekomt aan de spaarbanken." In plaats van de arbeidende klasse tot werkzaamheid en spaar zaamheid aan te zetten, zooveel in zijn vermogen is, predikt bij van de daken: „niet arbeiden, maar spelen; niet sparen, maar wagen! En hij doet al het mogelijke om zijne prediking ingang te doen vinden, want hij maakt de verleiding zoo makkelijk mogelijk. Da mid delen daartoe zijn de verhuring en splitsiDg der loten De verhuring is afgeschaftmaar de splitsing bestaat nog en berust toch op hetzelfde beginsel om de loterij onder het bereik van den minvermogende te brengen een toeleg onzedelijk in zichzelf en opwekkende tot onzedelijkheid, de roeping van den modernen staat onwaardig. Men heett meer dan eens beproefd de handhaving der loterij te verdedigen met de bewering, dat zij een behoedmiddel is tegen de zwendelarij van bijzondere ondernemingen van gelijken aard; dat de zucht tot het spel nu eenmaal tot het karakter van ons volk behoort? en dat bet dus vrij wat beter is die zucht te leiden? dan aan haar exploitatie door particulieren vrij spel te laten. Zou het wel een noodwendig gevolg van de afschaffing der staatsloterij moeten zijn het veld vrij te laten voor de even onzedelijke ondernemingen van particulieren? Waarom niet het eene gedaan zonder het andere te laten Waarom niet van den kant van het openbaar ministerie een krachtiger strijd dan tot nutoe is gevoerd en waarom geen wetten gemaakt om het kwaad te keeren? De hoofdreden voor de instandhouding der staatslo terij zoekt de schrijver echter in niets anders dan in de bate van 4 ton die de loterij jaarlijks zoo gemakkelijk aan den staat doet toevloeien, en het is wat veel gevergd, dat deze daarvan afstand zou doen. Een aantal offi- cieele stukken leveren het bewijs, dat het belang der schatkist het eenige of een voornaam motief is om de afschaffing der door allen afgekeurde instelliDg voor onbepaalden tijd te verschuiven. „Hoelang zal zij nog op zulk een grond haar bestaan mogen rekken?" De belangen der huisgezinnen die door de staatsloterij hun brood verdienen behoeven niet uit het oog te wor den verloren, maar men offsre niet langer het algemeen welzijn op aan het belang van enkelen. Zoo heeft men ook elders gedaan. „In Zweden werd in 1829 besloten, dat de staatsloterij in 1835 zou ophouden. In Frankrijk verkondigde de wet van 11 April 1832 haar opheffing tegen 1 Januari 1836. In Beieren werd haar afschaffing in 1861 besloten, maar eerst in 1867 voldongen. Zoo is het ook in Duitschland en België met de speelban ken gegaan, en zoo moge het ook gaan met de Neder- landsche staatsloterij." Men veroordeelt hier de speel banken. „Zij tellen zelden andere slachtoffers dan uit de hoogere standen der maatschappij; de loterij richt haar verwoestingen bij voorkeur aan in de huisgezinnen der minvermogenden. De speelbanken in België en Duitschland zijn gesloten; maar de loterij zal hier te lande haar lokzang blijven zingen en ook voortaan het ongeluk van menigen Nederlander brengen ter verant woordelijkheid van den staat! „Hoe men de zaak ook wendeer valt geen houdbare pleitgrond te vinden tegen het vonnis, eonmaal door een beroemd Duitscher geveld„„Het is een zondegeld, waarover beschaafde staten zich moesten schamen."" Wanneer zal dat vonnis ophouden toepasselijk te zijn ook op ons?" BENOEMINGEN EN BESLUITEN. eeketeekenen. Vergunning verleend aan H. N. C. baron van Tuijll van Serooskeike, kolonel militie-com missaris ia Zuid-Holland, M. Booghmans en P. J.Boogh- mans, allen te 's Gravenbage, alsmede aan den officier van gezondheid le klasse J. Baum, van het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht, tot het aan nemen en dragen der Duitsche medaille voor niet-strij- dendeningesteld ter belooning van vrijwillig bewezen diensten bij de verzorgiug van gewonden en zieken tijdens den Franscb-Duitschen oorlog van 1870. leöeb. Eervol ontslag uit den militairen dienst verleend, op verzoek, aan den officier van gezondheid 2e klasse T. W. Beukema, van het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht, thans tijdelijk in Japanschen dienst, met vergunning om voortdurend de activiteits-uniform te blijven dragen, gewijzigd in den zien van het bepaalde bij koninklijk besluit van 14 Augustas 1856, n° 60. KERKNIEUWS. Bedankt voor het beroep tot predikant bij de Nedcr- duitsche hervormde gemeente te Ond-Loosdrecht door den heer J. C. Eijckman jr.te Koudekerke. MARINE EN LEGER. Het tent-materieel uit de kampen te Millingen en Soesterbergdat anders in de rijksmagazijnen te Delft wordt bewaard, is dit jaar naar het magazijn te Waar den opgezonden. Het nieuwe rijksmagazijn aldaar biedt een ruime en goede gelegenheid aan tot berging van verschillende equipementstukken. KOLONIËN. Aan het algemeen overzicht van de Indiër ontleenen wij het volgende: Het ontslag van den heer Nieuwenhuyzen, als vice- president van den raad van Iodië, is hier des te drukker besproken, omdat het bericht samentrof met het treurig overlijden van de echtgenoote desheeren Nieuwenhuys. Men ziet in de aftreding van dezen hooggeplaatsten amb tenaar een nieuw gevolg van de Alsjineesche expeditie daar de heer Nieuwenhuyzen zou ontkennen dat de gouverneur-generaal recht heeft gehad om bij de dagorder aan de teruggekeerde expeditionaire troepen te verkon digen, dat ook hij als vroegere regeerings-commissaris tot de terugroeping aanleiding heeft gegeven. Vandaar eene zeer gespannen verhouding tusschen de twee voor naamste rsgeeringspersonen. In elk geval zou de heer Nieuwenhuyzen nochtans in de laatste dagen voor zijn ontslag naar Europa hebben willen gaan, indien hij zijne echtgenoote had behouden. De benoeming van den heer O. vau Rees is hier met verschillende gewaarwordingen opgenomen. De heer Taunaij, eervol ontslagen resident van BaDjoe- wangie, heeft het verzoek aan de regeering gedaan eenige officieele bescheiden betreffende zijn ontslag te mogen publiceeren, hetgeen geweigerd is. De pachter van het recht van verkoop van amficen te Batavia en Buitenzorg, kapitein-titulair der Chineezen alhier, is gegijzeld en zijne goederen worden geëxecu teerd, wegens achterstallige pachtpenningen over Febru ari tot Juli van dit jaar, tot een bedrag met de boeten van f 294,000. In de Preanger-regentschappen is bij besluit van den gouverneur-generaal het onderdistrict Tjiberang opge heven en eenige wijziging gebracht in de verdeeling van het district Pasir-Pandjacg. Ook voor Soerakarta is eene nadere grensregeling der vier afdeelingen afgekondigd. De Java-Bode meldt Van Benkoelen is per telegraaf den 3cn dezer bericht ontvangen, dat, volgens mededeeling van den posthouder te Ketaun, de adsistent-resident H. van Amstel en de controleur E. E. W. Castens den 2tn dezer te Bentoehan, J

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 1