den wensch des ministers, tot de ondernemers der stoombootdiensten te richten, deze bijzonderheden mede te deelen." De Brusselsche conferentie voor internationaal recht is uiteengegaan na het bureau permanent verklaard te hebben. Met algemeene stemmen heeft zij de volgende motie aangenomen „De conferentie verklaart dat zij de arbitrage be schouwt als een bij uit3tek billijk, redelijk en zelfs verplicht middel om de geschilien tusschen de natiën te vereffenenwanneer onderhandelingen tot geen resul taat leiden. Zij beweert echter niet, dat het middel in alle gevallen zonder uitzondering is aan te wenden, maar gelooft dat de uitzonderingen weinig in getal zijn, en is vast overtuigd dat geen geschil beschouwd kan werden niet voor schikking vatbaar te zijntenzij men het punt in quaestie juist gepreciseerd hebbe, een vol doende tijdsruimte hebbe laten verloopen en alle mid delen om langs minnelijken weg tot wederzijdsche bevrediging te geraken hebbe uitgeput." De motie is van het Engelsche lid van het bureau, den beer Montague-Bernard, behalve de woorden „en zelfs verplicht", welke daarin op voorstel van den Ita- liaanschen afgevaardigde Maneini gebracht zijn. In de Staats-courant van gisteren is opgenomen het koninklijk besluit van den 27en September jl., bepalende de plaatsing iu het Staatsblad van het op 6 Augustus jl. te 'Constantinopel geteekend protocol, houdende toe trading van Nederland tot de wetwaarbij aan vreem delingen het recht van grondeigendom in Turkije wordt verleend; alsmede het koninklijk besluit van den 6e" de zer, houdende wijziging van het koninklijk besluit van 2 Maart 1873 (Staatsblad n° 36), tot nadere aanvulling van dat van 8 December 1870 (Staatsblad n° 194), betrekkelijk het verbod van in- en doorvoer van buiten 's lands van rundveeenz. De Staats-courant van heden bevat de verslagen der commissiein 1873 belast met het atnemen der examens van leerling-apotheker. L'Iüdépendance beige bevat een belangrijk artikel van den hoogleeraar Emile de Laveleye over de munt- quaestie, waarin de schrijver betoogt, dat men bij de behandeling daarvan het meest belangrijke punt heelt vergeten, nl. den invloed van het verschil in de waarde der munt op de betrekkingen tusschen schnldeischers en schuldenaars. Allen die de invoering van den gou den standaard verlangengaan uit van de redeneering dat de dépiéeiatie van de mnnt a tout prix moet wor den voorkomenmaar zij schijnen er zelfs niet aan te hebben gedacht om zich af te vragen welk het gevolg zal wezen van de waardevermeerdering van het goud, die uit de betrekkelijke schaarschte van dit metaal zal voort vloeien. Dit puntdat van zeer groot belang is meet noodzakelijk alle staten doen aarzelen om het stelsel van den dubbelen standaard op te geven. De ontwikkeling van zijn onderwerp leidt den schrij ver tot de conclusie, dat staten die een grooten schul denlast hebben als Frankrijk, Oostenrijk en Italië een groote dwaasheid zouden begaan door alleen den gou den standaard aan te nemen, waardoor de waarde van het goud sterk zou toenemen. Terwijl zij afstand zou den doen van de vrijheid om hun schuldeischers in goud of zilver te betalenstellen zij zich aan het ge vaar bloot, dat hun schuld in eenige jaren verdubbelt, niet alleen nominaal, maar ook effectief, omdat twee maal meer producten of diensten geleverd zullen moeten worden voor dezelfde som. Indien alle staten den gouden standaard aannemen zou dit even noodlottig wezen als wanneer men het goud démonétiseerde. BENOEMINGEN" EN BESLUITEN. eebeteekenen. Vergunning verleend aan den officier van gezondheid 1° klasse B. G. L. A. de Ruiter en aan die van de 2e klasse J. K. Stakman Bosse, H. G. C. Heringa en H. E. Korndürffer, allen van het personeel van den geneeskundigen dienst der landmachttot het aannemen en dragen der Duitsche medaille voor niet- strijdenden, ingesteld ter belooning voor vrijwillig bewezen dienstenbij de verzorging van gewonden en zieken, tijdens den Fransch-Duitschen oorlog in 1870 en 1871. poldebbestuben. Benoemd tot raad van het polder bestuur van Walcheren, mr. N. C. Lambrechtsen van Ritthem; tot voorzitter van het polderbestuur van Schou wen mT. B. C. Cau; tot plaatsvervanger vao den dijk graaf van den polder Willem AdriaanS. Rademaker tot plaatsvervanger van den dijkgraaf van den polder Serlippens, J. Huyssens; in het bestuur van den pol der Noord bij Neuzen, tot dijkgraaf A. Dekker, en tot plaatsvervanger van den dijkgraaf F. Deesin het bestuur van den polder Nieuw Westenrijk, tot dijk graaf F. B. Cortvriendt, en tot plaatsvervanger van den dijkgraaf A. A. Haelst; tot lid van het bestuur der waterkeeriug van de calamiteuze polders Marga- retha, Kleine Huissens en Eendracht, J. de Putter Lz. begtstbatie. Benoemd tot inspecteur-generaal der registratie en loterijen bij het departement van financiën, W. Lee, thans directeur der registratie en domeinen in de provincie Zuid-Holland. belastingen. Benoemd tot ontvanger der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te Dokkum, W. Ruitinga, thans ontvanger der directe be lastingen en accijnsen te Bedum c. a. legeb. Benoemd bij het personeel van den genees kundigen dienst der landmacht tot officier van gezond heid 2e klasse (naar ouderdom van rang), de officieren van gezondheid 3C klasse J. H. Teeling en K. Hennes, beiden van genoemd personeel. Overgeplaatst in rang bij het wapen der infanterie van het leger in Oost-Indië de daarbij thans tijdelijk gedetacheerde lc laitenant der infanterie P. P. Sievers, van het leger hier te lande. Op nonactiviteit gesteld, in afwachting van nadere beschikking, de 2C luitenant J. F. H. Bolken van het regiment veldartillerie, onder bepaling dat bij gedurende zijn nonactiviteit zich buitenslands zal mogen ophouden. KERKNIEUWS. Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche her vormde gemeente te Sevooskerke (Walcheren) de heer W. Zegers, te Gorinchem, Door het kiescollege der Nederduitsche hervormde gemeente te Rotterdam is het volgende drietal van predikanten opgemaakt: C. J. Gr. van Hoogstraten, te Almelo; dr. F. L. Rutger, te Brammen, en dr. J. A. Gerth van Wijk, te Groningen. Door de stemgerechtigden der Waalsche gemeente te Groningen is ter vervalling der opengevallen predi kantsplaats het volgende drietal gemaaktdr. W. S. G. Deyll, candidaatte Leiden; F. P. J.Moquette, predikant te Sneek, en dr. J. J. P. Yaleton j'., predikant te Varik. MARINE EN LEGER. Het Utrechtsch dagblad verneemt, dat te Harderwijk geen Fransche of Belgische onderdanen meer te wach ten zijn, daar de regeeringen van beide lauden de werving ten strengste verboden hebben. Reeds zijn vervolgingen ingesteld tegen de geleiders van transporten naar Nederland. De drijvende batterijen Jupiter en Orkaan zullen naar men verneemt, als ongeschikt voor den dienst, voor slooping worden verkocht. De luitenants ter zee 2e klasse W. H. Tromp en J. A. Kloek, dienende aan boord van ZT. M*. wacht schip te Hellevoetsluis, worden met den laatsten dezer op nonactiviteit gesteld. KOLONIËN. De uit Nederlandsch-Indië ontvangen berichten loo- pen tot 30 Augustus jl. Sedert het vertrek der laatste mail is er weinig belang rijks voorgevallen. Den 30en Augustus kwam de gouver neur-generaal van Buitenzorg te Batavia aan, teneinde in den voormiddag den heer S. van Deventer Jz. op de gebruikelijke wijze als lid in den raad van Nederlandsch- Indië te installeeren. By besluit van den gonverneur-generaal is opge heven het onderdistrict Tjiherang, en met wijziging in zooverre van de door den toenmaligen gonvernements- commissaris voor de Preanger regentschappen O. van Rees vastgestelde, en bij besluit van 24 Mei 1871 goed gekeurde verdeeling der districten van dat gewest in on de-districten, te bepalen: a. dat het district Pasir- pandjang (afdeeling en regentschap Soekapoera, residen tie Preanger-regentsehappen) wordt verdeeld in drie onderdistricten, te weten: Nagri, Tembong-goenong, en Tjinean. Alle zoutpakhuizen zijn te Tjilatjap in brandgesto- ken en door het vuur vernield. Berichten uit de Straitsloopende tot 6 September, melden het volgende: Het Nederlandsche stoomschip Argus kwam den 25en Augustus te Penang en vertrok met de Soerabaija den volgenden dag naai Atsji. De Sunda, die evenzeer die haven had verlatenmoest wegens het slechte weder terugkeeren. De schooner Hydroose kwam den 30en Aagustus van Atsji te Penang aan met eene volle lading peper. Zes weken te voren was dit schip met een pas van den Nederlandechen consul te Penang naar Atsji gezeild. De kapitein rapporteert, dat hij geen molest hoege naamd ondervond van de officieren der Nederlandeche vloot. Het Nederlandsche stoomschip Banda wierp den SI00 Augustus het anker voor Penang. Volgens particulier bericht zou de tweede expeditie naar Atsji eerst in November vertrekken en de vijan delijkheden in December aanvangen. Uit Djokja meldt men dat den 21e* Augustus des namiddags in de kampong Sosronegaran een hevige brand ontstond. Niet minder dan zes en dertig Javaan^ sche huizen werden in de asch gelegd. De aanvragen om gronden nabij het havenkanaal te Samarang tot het oprichten van pakhuizen zijn nog niet toegestaan, maar eene beslissing te dier zake mag Bpoedig worden tegemoet gezien, daar dezer dagen eene commissie is benoemd, bestaande uit den hier aanwezigen hoofd-ingenieur van den waterstaat, den adsistent-resident voor de politie en den rooimeester, om de terreinen langs het kanaal op te nemen en te bepalen, welke gedeelten daarvan dienen te worden gereserveerd voor het plaatsen van gouvernements- pakhuizen, tolkantoren en andere gebouwen voor den openbaren dienst, alsmede voor de wegen naar en van die plaatsen. Daarna zullen de algemeene bepalingen definitief worden vastgesteld, naar welke de overbly- veude gronden aan particulieren zullen worden uitge geven. Men verwacht, dat de commissie zich spoedig vau hare taak zal kwijten en haar rapport aldra zal indienen. {Locomotief) RECHTZAKEN. Bij bevelschrift der arrondissementa-rechtbank te Zie- rikzee van 13 dezer is tegen den thans ontslagen boek houder der stads bank van leeniiig te Zierikzee tegen wien te dier zake den 6on October jl. door den rechter commissaris ter instructie van strafzaken bij genoemde rechtbank reeds een bevel van voortoopige aanhouding was verleend en welk 'bevel docr de rechtbank is be krachtigd rechtsingang met bevel tot gevangenhouding verleend, ter zake van: 1° valschheid in openbaar en authentiek geschrift, door hem in zijne hoedanigheid van boekhouder der genoemde bank gehouden, door daarin bedricgelijk onware feiten als geschied te vermelden en ware leiten, die daarin hadden behooren te zijn ver meld, daarin niet op te nemen, waardoor mogelykheid van nadeel is ontstaan; 2° opzettelijke brandstichting in dat gedeelte van genoemde bank, waarin de panden geborgen waren, en waarbij te voorzien was dat daar door eenig menschenleven in gevaar kon gebracht wor den, na op bedoelde plaats, ofschoon het daar niet be hoorde, met voorbedachten rade het loopende register van baleening der panden te hebben geborgen; 3° kne velarij, door van de lieden die weekpanden in de bank brachten, hocgere interessen te vorderen dan waartoe hij gerechtigd was, en de aldus onverschuldigd inge vorderde gelden ten eigen bate aan te wenden. Eenige maanden geleden verscheen te Maastricht het prospectus van eene brochure, met den titel: „Mr. P. J. A. M. van der Does de Willebois, commis saris des konings in het hertogdom Limburg, in zijne daden en handelingen ontmaskerd door een afgezet burgemeester." Dit gaf aanleiding tot eene huiszoeking by den heer Jos. Russel, drukker en uitgever van het dagblad l'Ami du Limbourg, te Maastricht, tengevolge waarvaa den 6en October jl. voor de arrondissements rechtbank aldaar hebben terecht gestaan: 1° J. M. Klaesaen, oud-burge- raeester der gemeenten Posterholt en Vlodrop, thans in het buitenland verblijvende, en 2° Jos.Russel, drukker en uitgever van bovengenoemd dagblad, te Maastricht, als beklaagd van hoonbeleediging en laster ten nadeele van den heer van der Does de Willebois gepleegd, te zsmen door het schrijven en uitgeven, en de tweede bovendien door het, met kennis van zaken, drukken of doen drukken van bedoeld prospectus en het ver- preiden of uitreiken daarvan ten getale van 2C00 stuks. Eergisteren heeft de bovenvermelde rechtbank in deze zaak uitspraak gedaan. Zij heeft den eersten be klaagde schuldig verklaard en den tweeden medeplichtig aan laster tegen 's konings commissaris in Lirabarg, en hen mitsdien veroordeeld tot eene cellulaire gevange nisstraf van drie maanden, eene geldboete van ƒ500 en de kosten van het geding. GEMENGDE BERICHTEN. Maandag avond werd door de Lemster nachtboot, ko mende van Amsterdam, te Lemmer aangebracht een schip per onderweg in een boot opgevischt, die eenige uren te voren zijn schip had verlorenwaarbij vrouw, kinderen en knecht moeten zijn omgekomen. De bedoelde schipper was een Groninger en dienzeltden morgen te 11 uren van de Lemmer met eene lading turf naar zee vertrokken. Eergisteren avond is bij het verwisselen van trei nen te Breda een wisselwachter onder een trein geraakt met het gevolg, dat hij letterlijk verpletterd werd. De verongelukte was gehuwd en laat 3 kinderen na. Tot majoor bij den geneeskundigen dienst in Indië werd voor eenigen tijd benoemd een Oostenrijker, wien 4500 als gratificatie werd uitgekeerd. Hij bestelde zijn uniform en begaf zich naar Utrecht, in afwachting dat hij naar Indië vertrekken moest. Vóór dit tijdstip ia aangebroken, heeft hij echter het land verlaten, en men vreest dat hij niet meer zal terugkomen. Behalve van zijne gratificatie, profiteert deze persoon ook nog van zijn titel, want niemand zal hem kunnen betwisten, dat hy tot majoor by den geneeskundigen dienst in Indië ia aangesteld.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 2