MIDDELBÜRGSCHE COURANT. mm r 23i. Maandag 1873. 29 September. Bit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2ea Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.50, Middelburg 27 September. Vóór eenigen tijd meenden wij ter wille van de zaak zelve en ook voor de eer van Middelburg een woord van aanbeveling te moeten zeggen voor de pogingen, welke door eene commissie uit de VereenigiDg tot bevordering der toonkunst en het muziekgezelschap Uit kunstliefde werden in het werk gesteld, om voor Middelburg de instandhouding der instrumentale muziekuitvoeringen te verzekeren. Het verheugt ons thans te kunnen mede- deelen, dat die pogiDgen geslaagd zijn, al beantwoordde de uitkomst niet volkomen aan de gekoesterde verwachtin gen. In eene heden namiddag te 2 uren door de commissie in de concertzaal belegde vergadering, werd door baar mededeeling gedaan van het resultaat harer pogingen. Bevredigend mag dit voorzeker niet genoemd worden, daar de inschrijvingen in stede van f 3300, welke door de commissie gevraagd werden, slechts een totaal van 2600 beloopen. Wij vertrouwen echter dat wel dra zal blijken, dat velen van Middelburg's ingezetenen zich slechts van deelneming, onthouden hebben wegens de gewone huivering voor „iets nieuws". De deel neming was evenwel van dien aard, dat de commissie meende met de toegezegde middelen althans een proef te moeten nemenal moest dan ook hier eu daar wat ingekrompen eu bezninigd worden, waar de commissie liever met wat ruimer en royaler maat gemeten had. De vergadering vereenigde zich bij acclamatie met deze meening der commissiewaarop het nieuwe gezelschap „De Middelburgsche muziekvereniging" door de ver gadering als geconstitueerd verklaard werd. Wij wen- schen het jeugdige gezelschap, vooral in het belang van Middelburg zelf, van ganseher harte eme bloeiende toekomst toe. Gisteren hebben wij een en ander medegedeeld uit het nieuwe tarief van haven- en schutgeld op het kanaal van Walcheren, thans handelen wij op gelijke wijze met het gewijzigde reglement van politie voor genoemd kanaal. Art. 1 luidt thans aldus: „Geen schip wordt op het kanaal toegelaten of mag daarop varen, indien: 1° het dieper gaat dan de waterstand in het kanaal, volgens het oordeel van den havenmeester of sluismeester, toelaat 2° de waterdichte bordenboorden of wanden, hetzij vaste of losse, niet minstens vijf en twintig centimeter boven water reiken 3° de daarvoor verschuldigde haven-, slnis- en scba- degelden niet betaald zijn. „Indien voor buitengewoon diepgaande schepen daar aan behoefte mccht zijn kan de havenmeester, met vergunning van den commissaris des konings, de water- Btand in het kanaal tijdelijk, zoo mogelijk, doen op zetten tot 17 decimeter, en in de binnenhavens van Vlissingen tot 2 meter boven het Amsterdamsch peil." Art. 3 is vervallen. Dit hield de bepaling in dat tusschen een uur na zonsondergang en een uur vóór zonsopgang de schepen niet geschut mochten worden en het varen in het kanaal verboden was. Art. 12 wordt gelezen als volgt: „Bij de vaart door de sluizen of bruggen moeten de schippeis of bevelvoerders zich gedragen naar de bevelea van de sluismeesterssluiswachters of brugwachters. „De overtocht voor rijtuigen over de bruggen te Vlis singen, Souburg, Middelburg eu in den Kleverskerkschen rijweg mag niet langer dan vijftien minuten gestremd zijn. „De bruggen te Vlissingen en te Middelburg mGeten gesloten zijn: a gedurende vijftien minuten vóór den voor het vertrek van eiken spoortrein bepaalden tijd, en b bij aankomst van eiken spoortreintot tien minuten na die aankomst. „De wipbrug in het noordelijk jaagpad bij Middelburg mag, tot het doorlaten van schepen in het rioolwater reservoir, tien minuten achtereenvolgende geopend zijn en moet daarna voor den jaagdienst weder gesloten worden. „Aan de langs het kanaal bestaande veeren mag met de pont niet overgevaren worden, wanneer bij het naderen van schepen gevaar voor aanvaren bestaat. De pont moet in dat geval aan den wal blijven liggen totdat de schepen voorbijgevaren zijn. „Dit oponthoud mag niet langer duren dan tien minuten. Na dat tijdsverloop hijscht de pontwachter des daags een roode vlag' en des nachts of bij mist een rood licht, ter waarschuwing dat het daderende schip moet stoppen." Artikel 13 luidt: „Bij het naderen van eene sluis of brug moeten de schippers of bevelvoerders bij de daartoe gestelde tee- kens of handwijzers de zeilen hunner schepen strijken of in de gei brengen en in het algemeen de vaart van het schip of van het houtvlot genoegzaam verminderen, om desnoods op ongeveer honderd meter afstand van de sluis of de brug te kunnen stilhouden. Zij stoppen des daags als de roode vlag en des nachts als de roode lantaarn op het sluishoofd of de brug staatin welk geval zij bet schip of houtvlot zooveel mogelijk aan de oostzijde van het kanaal vastleggen. „Niet vóórdat de roode* vlag of de roode lantaarn is weggenomen, mag het schip of houtvlot naar de sluis of de brug gestuurd worden. „Ook moeten de schippers of bevelvoerders bij het naderen van eene sluis of brug roepen, teneinde door de sluiswachters of brugwachters te worden opgemerkt." In de artt. 33 en 34 wordt bepaald dat geen met buskruit geladen schip op het kanaal mag overnachten en dus niet worden toegelaten wanneer de lading dien zelfden dag niet meer kan worden opgeborgen of het schip het kanaal niet meer voor den nacht verlaten kan, en dat bij mistig of duister weêr bij dag geen met buskruit gelaten schip in het kanaal varen mag wan neer zijne vlaggen of seinen niet op een afstand van minstens 1000 meter gemakkelijk in het oog kunnen vallen. Aan art. 34 is thans nog de volgende zinsnede toegevoegd: „De bepalingen in dit en in het voorgaande artikel zijn ook vau toepassing op schepen, geheel of gedeelte lijk geladen met slaghoedjes, vuurwerken nitro-glycerine en hare verbindingen schietkatoenphosphoruschloor- zuie potasch, naphta, aether en dergelijke licht ont vlambare of ontplofbare stoffen." Artikel 63 wordt aldus gelezen „Het gebruik van loodsen is voor zeeschepen ver plichtend bij het uit zee binnenkomen, in- of naar zee vertrekken nit de buiten- en binnenhavens te Vlissingen." Volgens bet Utrechtsch dagblad heeft de regeeriüg aan de meeste der voormalige ambtenaren ter kuste van Guinea de vraag gedaan of zij bereid zijn naar Nederc landsch Oost Indië te vertrekken, om daar ter beschik king te worden gesteld van den gouverneur-genera al en later in aclieven dienst te treden. Eeaige, die hiermede genoegen hebben genomen, heb ben het vereischte geneeskundig onderzoek ondergaan en verwachten spoedig het besluit, dat zij moeten ver trekken. Het weekblad Nederland, het eenige liberale orgaan dat te 's Hertogenbosch verschijntgeeft aan de regee ring den raad om de quaestie clericaal en anti-clericaal zuivq* te stelleu. Het meent dat dit niet beter kan geschieden dan door een wet op de keikgenootscbap- pen. Het wil eene regeling van de verhouding der kerkgenootschappen tot den staat, nedergelegd in een wet op de kerkelijke gemeenten en de samenstellingen bevoegdheid der kerkeraden, teneinde de scheiding van kerk en staat zoo consequent mcgelyk door te voe ren de bedienaren der kerkgenootschappen van de be zorging der tijdelijke belangen te ontheffen'en het lee- keu-element wettelijk in het beheer der kerkelijke goe deren een rechtmatig overwicht te verzekeren. Een dergelijke wet acht het noodzakelijk, omdat de kerke lijke gemeenten tot heden te vergeefs op de wettelijke regeling der rechtspersoonlijkheid harer stichtingen ge wacht hebben en tot heden de regeling van het beheer harer goederen het onderwerphetzij van willekeurige besluiten der regeering hetzij van eigendunkelijke han delingen der geestelijkheid was. Herhaalde opmerkingen, van bevoegde zijde tot de regeering gericht betreffende den toestand, waarin bij voortduring de gedenkteekens verkeeren van onze va- derlandsehe geschiedenis en kunst, hebben tot de over tuiging geleid dat de materieele hulp, die tot instand houding der monumenten verstrekt wordt, uit gebrek aan deskundige voorlichting niet leidt tot het gewenschte resultaat. Het is gebleken voor de regeering van groot belang te zijn, dat zij zich voortdarend het advies ver- zekere van bevoegd erkende beoefenaars der vaderland- scbe oudheidkunde. Restauratie der gedenkteekens op zichzelve is van luttele beteekeniszoolang zij geen waarborgen oplevert van juistheid, die alleen verkrijg baar is door kennis van hetgeen behoort gedaan ot na gelaten te worden. Door den minister van binnenland- sche zaken is thans van eene belangstellende en bevoegde hand eene memorie over dit onderwerp ontvangen. De taak en werkwijze der adviseurs zal gaandeweg defi nitief bepaald worden. Woensdag kwamen de leden van den gemeenteraad van Dordrecht in hunne raadzaal bijeen, om aldaar kennis te nemen van de figuurlijke voorstelling van de inrichting van het Liernur-stelBelzooals het te Leiden voor ongeveer twee jaren is toegepasten de toelichting van J. W. Schaeparchitect aldaaromtrent de toepassing en werking aan te hooien. Blijkens die toelichting mag de proef, aldaar genomenals gun stig geslaagd beschouwd worden. Had men soms hier en daar met tijdelijke belemmering in de goede werking te kampen gehad, de ondervinding had geleerd, dat deze niet zoo zeer het gevolg waren van de inrichting, als wel van onachtzaam gebruik van particulieren. BENOEMINGEN EN BESLUITEN. ridderorden. Vergunning verleend aan jonkheer mr. D. A. W. van Tets, secretaris van legatie te Wee- nen, tot het aannemen van het ridderkruis der Leopolds orde, hem door Z. M. den koning der Belgen geschonken. ministerieele departementen. Bevorderd bij het departement van marine, tot commies, de adjunct-com mies F. K. C. de Jongh van Arkel, en tot adjunct- commies, de eerste klerk J. A. Sillevie. schutterijen. Eervol ontslag verleend, op verzoek, aan den 2tu luitenant bij de dienstdoende schutterij te Goes J. J. Ochtman, onder gehoudenheid tot het vol brengen van de op hem nog ra3tende verplichtingen als gewoon lid der schutterij bij de reserve, met al de gevolgen daaraan bij de wet gehecht. LEGER. Benoemd tot officier van gezondheid 2e klasse bij den militairen geneeskundigen dienst van het leger in Nederlandsch-Indië E. R. Groth, medicinae doctor. ONDERWIJS. Benoemd tot leeraar aan de hoogere burgerschool te Venlo J. H. Houba, candidaat in de wis- en natuur kunde. MAKINE EN LEGEB. Bi) beschikking van den minister van marine is, met ingang van den len October a., bevorderd tot eersten klerk bij het departement van marine de tweede klerk bij dat departement T. Krnseman, en benoemd tot studenten voor den militairen geneeskundigen dienst bij de zeemacht de jongelingen P. Stolp en J. C. G. W. Roldanus. KOLONIËN. De minister van koloniën heeft bij beschikking van den 24tn dezer ontbonden, onder dankbetuiging voor de wijze waarop zij zich vau hare taak heeft gekweten, de commissie belast met het in het jaar 1873 in Neder land afnemen van het examen, bedoeld bij art. 4 van ■i

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 1