MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 230.
Zaterdag
1873.
27 September.
Bit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.50,
Middelburg 26 September.
Van het nieuwe tarief van haveDgeld en schutgeld op
het kanaal van Walcheren deelen wij hieronder eenige
der voornaamste artikelen mede.
Art. 1. Van de schepen, die van het kanaal van
Walcheren gebruik makenwordt als havengeld geheven
1° van zeeschepen:
a metende 200 ton of minder, per ton f 0.10
l 201 tot 300 ton, per ton 0.124
c 301 500 0.15
d 501 70O 0.174
e 701 of meer, 0.20
2° van binnenschepen, per ton0.02
3° van schepen, niet grooter dan tien ton,
in eens af0.10
Schepen, die voor de heffing der in- en uitgaande
rechten en accijneen als bijleggers worden aangemerkt,
betalen slechts de helft van het gewone havengeld.
Art. 2. Voor schepen die uitsluitend naar Middelburg
i)estemd zijn en rechtstreeks derwaarts varen zonder op
het kanaal te laden of te lossen, wordt het havengeld
verminderd: voor dezeeschepen, geen bijleggers zijnde,
met f 0.05 per ton en voor de binnenschepen met de
helft.
Wanneer echter zoodanig schip eene andere plaats
aan het kanaal dan Middelburg aandoet of, na op
het kanaal geschut of van Middelburg vertrokken te zijn,
langer dan drie uren op het kanaal verblijft, is het
havengeld verschuldigd.
Voor de toepassing van dit artikel wordt de ligplaats
in het kanaal aan de loskaai te Middelburg niet gere
kend tot het kanaal te behooreD.
Art. 3. Wanneer een zeesehip het kanaal meer dan
tweemaal in hetzelfde kalenderjaar bezoekt, wordt het
havengeld verminderdvoor de derde reis tot drie vierden,
voor de vierde reis tot de helft en voor de vijfde en vol
gende reizen tot twee vijfden van het bedrag, dat vol
gens art. 1 of volgens art. 2 verschuldigd zou zijn, als
de reis de eerste was.
Het havengeld der zeestoomschepen van een geregelden
dienst wordt verminderd voor de derde en volgende
leizeD, die ten behoeve van den dienst in hetzelfde kalen
derjaar worden gemaakt, tot de volgende onderdeelen
van het bedrag, dat volgens art. 1 of volgens art. 2
verschuldigd zou zijn, als de reis de eerste was:
voor de 3° reis totf 0.074
4° 0.05"
5e tot en met de 26° reizen 0.04
27" 52° 0.024
53' 104' 0.02
105e 156' 0.014
verdere reizen0.01
Artikel 4. Het havengeld kan voor al de reizen, die
een binnenschip in hetzelfde kalenderjaar op het kanaal
zal doenworden voldaan als het stoomschip is met
twintigvoud en als het een ander schip is met het tien
voud van het haveDgeld voor éene reis.
Hetgeen voor vroegere reizen reeds betaald is, wordt
niet teruggegeven.
Zoo dikwijls een schip, vallende in de termen van
art. 2, het havengeld voor al de reizen van een kalender
jaar betaald hebbende, eene andere plaats aan het ka
naal dan Middelburg aandoet of; na op het kanaal ge-
Schut of van Middelburg vertrokken te ziju langer
dan drie uren op het kanaal verblijft, is daarvoor ver
schuldigd de helft van het in art. 1 bepaalde havengeld.
Voor schepen, die het kanaal niet verlaten of buiten
het kanaal niet verder dan tot de reede varenmoet
het havengeld voor een geheel kalenderjaar worden
voldaan; het bedraagt:
voor een stoomschipf 0,40 per ton
a ander schip0,20
schip niet grooter dan tien ton,
in eens af1,00
en het moet worden betaald vóór den 15en Januari,
of als het schip eerst later op het kanaal wordt gebracht,
yóor dat zulks geschiedt. In dit laatste geval wordt
voor iedere reeds verloopen geheele maand f 0,03 per
ton gekort voor een stoomschip, f 0,014 per ton voor
een ander schip en f 0,08, als het schip niet grooter
dan tien ton is.
Bij de toepassing van het voorgaande lid wor-' bet
bezoeken van de haven van Middelburg niet t 1
als het verlaten van het kanaal.
Artikel 5. Na een verblijf van negentig dagen op
het kanaal, den dag van aankomst daaronder begrepen,
is voor een zeeschip, opnieuw voor iedere volgende
dertig dagen of gedeelte daarvan de helft van het in
art. 1 bepaalde bedrag voor havengeld verschuldigd en
op een binnenschip art. 4, alinea 4, toepasselijk.
Ieder zoodanig tijdvak van 30 dagen wordt als een
nieuwe reis beschouwd, zoodat art. 3 toepasselijk is.
Voor de toepassing van dat artikel wordt niet als
verblijf op het kanaal aangemerkt:
a. het verblijf in de haven van Middelburg of aan
de loskaai aldaar;
b. de tijd gedurende welken een schip in een droog
dok of op een werf hersteld wordt;
c. de tijd gedurende welken een schip door ijsgang,
storm of oorlogsgevaar belet wordt het kanaal te ver
laten, mits het schip het kanaal verlaat binnen 24 uren,
nadat volgens de verklaring van den havenmeester, het
beletsel heeft opgehouden.
Artikel 6. Voor iedere schutting, behalve voor die
door de keersluis te Vlissingen, is verschuldigd:
1°. van zeeschepen, per tonf 0,01
2°. binnenschepen, per ton0,005
3°. schepen niet grooter dan tien ton,
in eens af0,05
4°. een hontvlot2,50
5°. gedeelte daarvan van hoogstens
tien balken 1,00.
Artikel 7. Het schutgeld kan voor al de schuttingen,
die een binnenschip in hetzelfde kalenderjaar op het
kanaal zal ondergaan, worden voldaan: als het een
stoomschip is, met het twintigvoud, en als het een
ander schip is, met het tienvoud van het schutgeld voor
twee schuttingen.
Artikel 8. Schependie het kanaal uitsluitend door
varen, zonder te laden of te lossen, zijn bij het binnen
komen van het kanaal vrij van havengeld, wanneer de
schipper bij de eerste schutting zijn voornemen daartoe
schriftelijk aan den sluismeester te kennen geeft.
Het havengeld wordt echter verschuldigd:
1°. wanneer het schip het kanaal verlaat langs den
zelfden mond waarin het is binnengeloopenof langs den
anderen mond meer dan 24 uren na het tijdstip waarop
het blijkens de vergunning tot vrije doorvaart het ka
naal is binnengeloopen;
2°. wanneer het schip op het kanaal (de havens van
en de loskaai te Middelburg daaronder begrepen) laadt
of lost.
Bij de toepassing van n°. 1 der tweede alinea worden
de schutsluis van het kanaal te Vlissingen en die der
voormalige marinehaven aldaar als Óen en dezelfde mond
van het kanaal beschouwd.
Artikel 15. Van havengeld en schutgeld zijn vrij
1°. alle rijksschepen;
2°. vreemde oorlogsschepende vereischte onderschei
dingsteekenen voerende
3°. vreemde loodsvaartuigen mits als zoodanig wettig
toegelaten en genommerd;
4°. de vaartuigen van den dienst der in-en uitgaande
rechten en accijnsen;
5°. de schepen, die, blijkens aan de sluismeesters af
te geven certificaat van de rijks-, provinciale of gemeente
ambtenaren die met de directie der werken belast zijn,
niets anders bevatten dan bouwstoffen voor rijkswerken,
voor provinciale werkenvoor gemeentewerken en voor
werken ten behoeve van een calamiteuzen polderof op
eenige andere wijze uitsluitend voor die werken gebe
zigd worden;
6°. de schepen, gebezigd voor de kustvisscherij of
voor de visscherij op de Schelde en Zeeuwsche stroomen
7°. de booten tot een schip behoorende, tenzij zij
afzonderlijk geschut moeten worden, in welk geval zij
alleen schutgeld verschuldigd zijn;
8°. reddingbooten;
9°. lichters, die, blijkens eene door den havenmeester
afgegeven verklaring, uitsluitend geladen zijn met een
gedeelte der ladiüg van een binnen de sluizen komend
schip, waarvoor het haven- en schutgeld voldaan is en
dat, blijkens die verklaringwegens te grooten diepgang
n.. zonder gedeeltelijke lossing het kanaal zou kunnen
bevaren.
Yan havengeld zijn vrij de schependiena het kanaal
te hebben verlatenbinnen tweemaal vier en twintig ureB,
tengevolge van averij of van storm of om anderen nood
dwang, een en ander ter beoordeeling van den haven
meester, tot behoud van schip, lading of bemanning
weder op het kanaal komen. De tijd, dien zij daarna
weder op het kanaal verblijven, wordt geacht een on
afgebroken voortzetting te zijn van het vorig verblijf.
Gisteren middag te half zes uur is bij Z. M. den
koning ten gehoore toegelaten de commissie van de
tweede kamer der staten-generaalbelast met de aan
bieding van het adres van antwoord op de troonrede.
Den 228ten September jl. had te Utrecht de vergader
ring plaats der Vereeniging van gasfabrikanten in Ne
derlandwaarop het reglement der vereeniging, die
thans 32 leden telt, is vastgesteld. Het bestuur dat
voorloopig bestond uit de heeren Francois en van Erp
Taalman Kip, is thans aangevuld met de heeren de
Bruijn Kops, Breunissen Troost en Mulder, directeuren
der gasfabieken te DelftSneek en Gorinchem.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
eeseteekenen. Toegekend de bij koninklijk besluit
van 22 September 1855 ingestelde bronzen medaille,
alsmede een loffelijk getuigschrift, aan H. A. Bosdorp, te
Amsterdam, wegens de redding eener vrouw uit het
water aldaar op 13 September 1872, en aan L. Andersen,
zeeman, wegens de redding van een drenkeling uit het
water te Amsterdam in den nacht van 3 op 4 Augustus jl.
belastingen. Eervol ontslag verleend, op verzoek,
aan H. G. Hendriks, uit zijne betrekking van ontvanger
der directe belastingen en accijneen te Twellobehoudens
aanspraak op pensioen.
Benoemd tot controleur der directe belastingen, in- en
uitgaande rechten en accijnsen te Bedum (residentie
Warffum), J. M. Burgerhoudt, thans adjunct-controleur
derzelfde middelen, tijdelijk belast met de waarneming
der contröle Bedum; te Axel, J. van der Burch, thana
adjunct-controleur derzelfde middelen, tijdelijk belast
met de waarneming der controle Goevorden; te Sittard,
A. P. R. van Beusekom, thans adjunct-controleur der
zelfde middelen, tijdelijk belast met de waarneming der
contröle Sittard.
Verplaatst de controleurs der directe belastingen, in-
en uitgaande rechten en accijnsen W. Baerts, van Doetin-
chem naar Coevorden, en de tijdelijke waarneming van
de contröle der directe belastingen, in- en uitgaande
rechten en accijnsen te Doetinchem opgedragen aan
C. M. Bremer, thans commies ter inspectie voor de zelfde
middelen te Groningen.
leger. Eervol ontslag uit den militairen dienst
verleend, op verzoek, aan den officier van gezondheid
2e klasse L. E. Bachelier van het 2e regiment infanterie.
ONDER WIJS
Benoemd tot praeceptor aan het Erasmiaansch gym
nasium te Rotterdam dr. H. J. Polak.
KERKNIEUWS.
Bedankt voor het beroep tot predikant bij de
Nederduitsche hervormde gemeente te Zierikzee door den
heer O. Geerta, predikant te De Rijp.
MARINE EN LEGER.
Maandag en Dinsdag hadden te Hellevoetsluis, onder
leiding van den kapitein der artillerie Eyssonius de
Waalde eerste excercitiën plaats met het getrokken
geschut, lading van 20 kilogrammen prismatisch bus