het doorvaren der bruggen minder zullen blijken te
bedragen gedurende den lagen waterstand dan in den
zelfden tijd van het vorige jaar. Het andere deel van
het verzoek komt hen niet voor inwilliging vatbaar
voor, zoodat zij voorstellen dit van de hand te wijzen.
De voorzitter deelt mede dat het bedrag der voorge
stelde tegemoetkoming f 37.42 zou zijn.
De financieele commissie is over het algemeen met
dit voorstel niet ingenomen. Sommige barer leden zagen
in de aanneming daarvan een gevaarlijk antecedent;
anderen daarentegen deelden die vrees niet en achtten
de aanneming van het voorstel billijk; het kwam hun
echter niet geraden voor de tegemoetkoming thans bij
het einde des jaars te verleenen; het geven eener som
in eens, zonder met juistheid die te bepalen naar het
verschil tusschen de maanden Augustus van 1872 en
1873 verdiende naar hunne meening de voorkeur boven
het voorstel.
De voorzitter deelt mede dat burgemeester en wet
houders zich casu quo vereenigen zullen met een amen
dement van een der leden der financieele commissie in
bovenbedoelden geest.
Daar geen amendement wordt ingediend, wordt het
voorstel van burgemeester en wethouders in stemming
gebracht en aangenomen met 8 tegen 7 stemmen. Tegen
stemden de heeren Lnteijn, Fokker, van Visvliet, Snij
ders, Jeras, Dronkers en van Eekelen.
(iVervolg in een volgend mmmer.)
ALGEMEEN OVERZICHT.
Bij het hardnekkig zwijgen dat ter eenre zijde wordt
in acht genomen en de tegenstrijdige berichten die ter
andere zijde worden uitgestrooid, is het moeilijk te
weten waaraan men zich ten aanzien van de quaestie
van het koningschap in Frankrijk te houden heeft. Een
uitvoerig telegram van den Parijschen correspondent
aan the Times mag echter niet onopgemerkt blijven,
al wordt ook de zaak zelve daardoor nog volstrekt niet
nader tot eene oplossing gebracht. De heeren Merveil-
leux-Duviguaux en do Sugny, leden van het rechter-
centrum, die hetzij deel uitmaakten van de commissie
welke door de rechterzijde naar Frohsdorf gezonden
werd, hetzij te zamen die commissie vormden, hebben
twee samenkomsten met den legitiemen pretendent ge
had. In de eerste hebben zij alleen het woord gevoerd
om een exposé van den bestaanden toestand te geven
en de resultaten mede te deelen van de conferentiën,
welke te Versailles gehouden zijn. Den volgenden dag
heeft de sphynx, aan wiens lippen blijkbaar Frankrijk's
toekomst hangt, gesproken.
Ten aanzien van de godsdienstige quaestie, m. a. w.
een oorlog met Italië, heeft Chambordgezegd, dat hij
smartelijk aangedaan was tengevolge van de pogingen
zijner tegenstanders om te doen gelooven dat zijn
troonsbestijging het signaal voor een godsdienstoorlog
zou wezen. Hij was van meening dat Frankrijk 's
politiek eene politiek van vrede en herstel van krach -
ten moest zijn, en dat hij, niettegenstaande hij uit
overtuiging goed katholiek was, niet het recht had om
Frankrijk's lot aan eene bepaalde zaak te verbinden,
hoe heilig die zaak in zijn oogen ook was.
Daarna kwam de quaestie der constitutie aan de
beurt. Daaromtrent verklaarde hij, dat hij er nooit aan
gedacht had een charter te octrooieeren evenmin als
hij zich genoodzaakt zag om eene bestaande constitutie
aan te nemen. Het charter van 1814, gewijzigd naar
de tegenwoordige eischen des tijds en met de nationale
vergadering vastgesteld, zou iedereen kunnen voldoen.
Omtrent het algemeen stemrecht en de decentralisatie
was hij echter beginselen toegedaan, die hij moeilijk
zou opgeven.
Eindelijk was het de quaestie der vlag waaromtrent
ophelderingen gegeven werden. Den afgevaardigden
kwam het echter voor dat de graaf het groote gewicbi de
zer quaestie niet wilde inzien, en zij kunnen niet anders
zeggen dan dat zij ook op dit punt een vergelijk moge -
lijk achten. Chambord zeide hun, dat deze nationale
vergadering en geene andere de monarchie herstellen
moest, waarop z;j antwoordden„Maar deze vergade -
ring zal nooit de monarchie uitroepen dan met de drie -
kleurige vlag." De graaf van Chambord gaf hierop
droogweg te kennen: „Ik weet het."
Wanneer men aan den inhoud dezer mededeeling ge
loof mag hechten, dan blijkt opnieuw dat de kleingees
tige quaestie der vlag inderdaad ten slotte het grootste
struikelblok voor de monarchie zal wezen. Hoe men
in „welonderrichte kringen", zooals de correspondent
er bij voegt, „uit deze mededeelingen afleidt, dat de
graaf van Chambord vóór de hervatting der zittingen
van de nationale vergadering een conciliant en liberaal
manifest zal uitvaardigen", erkennen wij volmondig dat
voor ons een raadsel is. En gesteld al dat dit eens
geschiedde, wat allerminst uit zijne stijfhoofdigheid ten
aanzien der witte vlag schijnt voort te vloeien, welke
waarborgen biedt dan nog zulk een manifest van een
man, dien men uit zijne handelingen en woorden kent
als de incarnatie der reactie op maatschappelijk en
godsdienstig gebied? Treffend juist in dit opzicht zijn
de woorden die the Times in zijn nommer, vooraf
gaande aan dat waarin het bovenvermelde bericht is
opgenomenschreef
„Er is nauwelijks éene quaestie van politiek, van
regeeringsbeleid of van wetgeving, welke de graaf van
Chambord en de groote massa niet gewoon zijn uit een
geheel verschillend oogpunt te beschouwen. Zal dé
graaf zijn geheele manier van redeneeren plotseling in
tegenovergestelden zin kunnen wijzigen en de wetten der
optica van het verstand kunnen omverwerpen Wanneer
hij al zijne berusting in de eischen van het constitu-
tioneele stelsel beloofde, wanneer hij al die belofte met
al de wilskracht dio hij bezit trachtte gestand te doeD,
zou hij toch weldra bespeurendat zijn mond eene zaak
gezegd had, dat zijn verstand een andere gedacht had
en dat zijn verstand tenslotte overwinnaar blijft. Een
man, bestemd om een post, welken ook, te vervullen,
moet daarvoor eene opvoeding genoten hebben of al)B
thans niet opgeleid zijn voor een geheel andere betrek
king. Zoo is het ook met den graaf van Chambord.
Hij zal er misschien in toestemmen om zijn lot geheel in
de handen te leggen van zijne constitutioneele raads
lieden, en, met voorbehoud zijuer particuliere meening,
toestaan dat Frankrijk in zijn naam geregeerd wordt.
Maar wanneer hij niets meer dan een naam moet wezen,
dan kan hij die rol met dezelfde waardigheid en met
dezelfde getrouwheid aan beginselen te Frohsdorf kun
nen vervullen als te Parijs; zeker loopt hij dan minder
gevaar voor zijn persoon, zijn rusten zijn goeden naam."
Mochten Chambord en zijne verblinde aanhangers,
maar vooial de constitutioneele monarchalen van het
rechter-centrum zich ter wille van het welzijn van
Frankrijk deze gepaste waarschuwing van the Times
ter harte nemen! Morgen na afloop der zitting van de
permanente commissie zal de Frohsdorfer commissie
rapport uitbrengen aan hare mandatarissen van de rech-
terzijde en het rechter-centrum. Rationeeler conclusie
dan die, waartoe the Times besluit, kunnen zij na het
jongste onderhoud met den legitiemen pretendent niet
nemen. Maar zal in deze vergadering van door partij-
hartstochten verblinde monarchalen ook zelfs eenoogen-
blik de stem des verstands vernomen worden?
Von Bismarck biedt den ultramontanen een heerlijke
gelegenheid om uit te bazuinen dat het „Iets meer
licht!" van generaal Lamarmora doel getroffen heeft,
dat de Duitsche rijkskanselier door die onthullingen óf
gepiqueerd is óf inderdaad in de achting van het Prui
sische hof gedaald is. Maandag namiddag is de koning
van Italië reeds te Berlijn aangekomen en gisteren werd
von Bismarck nog steeds te vergeefs van Varzin terug-
gewacht. In elk geval zal hij nog gedurende het ver
blijf van den koning van Italië te Berlijn komen, zoo
luidt een telegram uit de Duitsche keizerstad. Wan
neer dit waar is, waarom kwam hij dan niet Zondag
om aan de ontvangst van Victor Emmanuel deel te
nemen? Zijne afwezigheid juist nu, niettegenstaande
de zekerste berichten omtrent zijne komst te Berlijn,
is te veel iu het oogloopend om die aan eene onschul
dige oorzaak toe te schrijven. De Italiaansche minister
van buitenland8che zaken zal zonder eenigen twijfel de
portée van het feit vatten, dat hij zijn koning op
een zuiver politieke reis vergezellende, den minister van
buitenlandsche zaken te Berlijn niet ontmoet.
Te Rome heeft een deel der bevolking den dag, waar
op de koning te Berlijn aankwam, doGr manifestatiën
voor de gezantsehaps-hotels van het Duitsche rijk en
Oostenrijk van hare sympathie voor deze reis doen
blijken. Ongeveer 500 personen namen aau deze mani
festatie deel. Eene deputatie werd door den Duitschen
secretaris van legatie ontvangen en toegesprokenhij ried
de manifestanten aan rustig uiteen te gaan. Aan dezen
wijzen raad werd eerst gevolg gegeven, nadat de politie
harerzijds de waarschuwing herhaald had. Geen enkel
incident is daarbij voorgekomen.
Pius IX heeft op den gedenkdag van de inneming
van Rome weder schitterende bewijzen van Christelijke
verdraagzaamheid gegeven. Tot de leerlingen van het
genootschap van St. Pieter en de congregatie van den
heiligen Lodewijk van Gonzagues, allen dus jeugdige bur
gers van het koninkrijK Italië, zeide hy o.a. dat „God bij
het laatste oordeel de afgevaardigden en ministers van
Italië vernietigen zal en nog anderen, die hooger geplaatst
zijn dan zij, dat zij wanhoopskreten zullen slaken, maar
dat er geen barmhartigheid voor hen zal zijn." Tot ee-
nige deputation van godsdienstige stichtingen zeide hij
„De kanonschoten die ik heden morgen hoorde, kwamen
mij als eene goddeloosheid van kinderen voor, en ik heb
God gebeden om licht te zenden in de ziel van deze
ellendigen.
Belgische brieven.
Brussel 23 September.
Zaterdag avond was de zaal van het Tkéatre de
St. Hubert eivol. De heer Coquelin opende de serie
zijner voorstellingen met eene comedie van Molière
„l'Etonrdi," die men te Brussel nog niet in de gelegen
heid geweest was te zien opvoeren.
Deze eerste opvoering komt waarlijk laat genoeg.
L'Etonrdi werd in Frankrijk voor het eerst gespeeld
in 1653 en wel, wanneer ik mij niet vergis, te Blois.
Het is een der eerste comedies van Molière. De
handeling heeft hij ontleend, voor zooveel er eene in
is, aan l'Inavvertito, dien Nicolo Barberigenaamd Bel-
trame, in 1629 in Italië had doen spelen.
Maar wanneer de handeling een afgietsel van het
Italiaansche stuk is, de levendige, vroolijke, schitte
rende en van vernuft tintelende dialoog is van den
onsterfelijken schrijver van den Tartufe, de Femmes
savantcs enz.
Hier en daar stnit men op slordigheden in enkele
verzen, die spreekwoordelijk zijn gewordenDe titel
l'Etourdi ou le Contre-temps beantwoordt zeer slecht
aan den inhoud van het stukl'Ecervelé zou beter ge
past hebben. Maar destijds hechtte men zeer weinig
aan den titel; wat de titel zeide dat het stuk inhield
was onverschillig, men vroeg slechts naar den inhoudS
Tegenwoordig is het wel eens anders.
L'Etourdi is nog een comedie der oude school; het
is een stuk met intrige of liever eene opvolging vaa
intriges. Mascarille is aanhoudend op het tooneel. Hij
verveelvoudigt zich en geeft zich alle denkbare moeite
om voor zijn meester eene slavin te krijgen, waarnaar
deze reeds zoo lang vurig verlangde, en telkens wan
neer deze geslepen en looze knecht op het punt staat
zijn doel te bereikenkomt zijn meester zich onbe
dachtzaam daartusschen werpen en doet den toeleg
mislukken.
Mascarille zweert bij alle goden dat bij geen nieuwe
pogingen zal aanwenden; van nature goedhartig, maar
door ondeugd en kwade praktijken bedorven, zich
bovendien weinig bekommerende om de wetten van het
mijn en dijn, en geloovende dat wanneer men slechts
geestig is alle list geoorloofd isgaat toch bij hem de
natuur boven de leer en opnieuw begint hij den sluijer
van Penelope te weven, dien de hand zijns onbesuisden
en minzieken meesters telkens weder vernielt.
Niets amusanter inderdaad dan de humor van Mas
carille. Hij noodzaakt u te lachen, en wel tot die
soort van lachen welke wij helaas! verleerd hebben,
want au fond vergeleken met elke andere moderne
comedie is l'Etourdi een volkomen moreel stak.
Het is moreel omdat ten slotte niet de listen van den
knecht maar de aangeboren edelmoedigheid van den
meester tot een resultaat leidt. Hij krijgt, dank zijne
onwillekeurige edelmoedigheidde slavin die hij bemint
en die later blijkt een dochter te zijn van een aanzien
lijk man.
Er is meer. Mascarille, hoe schurkachtig, ruw en
beschonken hij als knecht ook zij, heeft nu en dan
oogenblikken dat zijn gemoed zichtbaar in tegenstand
komt, maar onmiddellijk weder door zijn voorzichtig
heid en zijn gewoonten tot zwijgen gebracht wordt.
Zoo roept Mascarille in een der eerste scenes, wan
neer zijn meester hem vleit omdat hij hem met zijn
raadgevingen en zijne diensten ter zijde staat om te
verhinderen dat zijn verfoeide medeminnaar Leander
de overwinning behale, b. v. uit:
Hé, trêve de douceurs!
Quand nous faisons besoin, nous autres misérables.
Nous sommes les chéris et les incomparables;
Et dans un autre temps, dès le moiudrc courroux,
Nous sommes les coquins, qu'il fant rover de coups.
Mascarille is, gij ziet het uit deze verzen, de voor-
looper van Figaro, meer uitgeslapen en meer bedreven
in intriges, maar scherper, bijtender en kwetsender,
wanneer hij aan de grooten waarheden zegt die Beau-
marcbais onsterfelijk gemaakt en een rechtmatige ver
maardheid geschonken hebben.
Coquelin speelt den Mascarille met onvergelijkelijk
talent. Het is Mascarille zooals hij is, zooals hij gaat,
spreekt en denkt. Daar hij altijd op het tooneel is komt
zijn spel uitsluitend op het gelaat aan en tengevolge
van de levendige actie is hij geen enkel oogenblik daar
van bevrijd.
Hij reciteert de verzen met die juistheid en die sier
lijkheid, welke bijzonder eigen zijn aan de leden der
Société du thóatre francais. En welke vlugheid in het
spreken en toch welke duidelijkheid tevens; men mist
geen enkele syllabe
Voeg daarbij eene vroolijkheid van zeer gepast ges
halte, een spel vol vuur en levendigheid, dat de spo
ren van aanhoudende studie en van scherpzinnigheid
draagt, en gy zult begrijpen hoe wij hier Zaterdag
avond konden genieteneen genot zoo groot dat ik
meende er u iets van te moeteD mededeelen.
Ik heb slechts éene aanmerking, namelyk dat de heer
Coquelin niet beter gesecondeerd wordt in het théatre-
royal de St. Hubert. Maar Zaterdag was dit bezwaar
nog gering, omdat zijn Mascarille zoo boeide, dat men
de personen vergat die naast hem optraden.
Laatste berichten.
Brussel 24 September.
De graaf van Chambord wordt tegen den 4<n Oct<>
ber a. op het kasteel van Gesves (provincie Namen)
bij den graaf de Liminges verwacht.