MIDDELBURGSCHE
F 225.
laandag
1873.
COURANT.
22 September.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 26n Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
ID e prijs per 3/m..» franco is f 3.50.
Middelburg 20 September.
Heden werd alhier, onder voorzitterschap van den
beer von Brücken Fockde gewone najaarsvergadering
van het polderbestuur van Walcheren gehouden.
Nadat de voorzitter had medegedeeld dat de com
missaris van de Putte bericht had ingezonden dat hij
wegens uitlandigheid verhinderd was deze vergadering
bij te wonen, stelde bij aan de orde het onderzoek der
geloofsbrieven van den tot commissaris gekozen heer
W. Cevaal. Tot leden der commissie van onderzoek
wees hij aan de heeren Boone, de Nood en Rooze.
Na afloop van het onderzoek bracht de commissie, bij
monde van den heer Boone, rapport uit, waaruit bleek
dat geen bezwaar bestond tegen de toelating van den
heer Cevaal, zoodat deze ter vergadering werd binnen
geleid en, na aflegging van den eed en gelukwensch
door den voorzitter, zitting nam.
De notulen van het verhandelde in de vergadering
van 39 April jl. werden na voorlezing goedgekeurd.
Blijkens mededeeling van den voorzitter is jl. Don
derdag bij het dagelijksch bestuur ingekomen een adres
van burgemeester en wethouders van Aagtekerkeuit
welks voorlezing bleek dat het bezwaren inhoudt tegen
de heffing van tol aan de linkerzijde van den Kloos-
terweg op den straatweg naar Msliskerkezoodat zij in
overweging geven die tolheffing te staken. Nadat tot
de dadelijke behandeling van dit onderwerp beslo
ten waB, gaf de voorzitter te kennen dat het adres bij
het dagelijksch bestuur van den polder geen sympathie
heeft gevonden, daar de inkomsten van den polder
niet kunnen opgeofferd worden aan het bijzonder be
lang eener gemeente, waarmede hij eigenlijk gezegd
weinig te maken heeft. Nadat de heer de Visser het
adres ondersteund had en de daarin geopperde bezwa
ren door den voorzitter en den heer Sprenger nader
wederlegd waren, werd het advies van het dagelijksch
bestuur, om afwijzend op het adres te beschikken,
aangenomen met 19 tegen 3 stemmen. Tegen stemden
de heeren Cevaal, de Visser en Koene.
Namens het dagelijksch bestuur werd door den voor
zitter overgelegd de polderrekening over 1872. Op
zijn verzoek bracht de heer van Berlekom namens de
met het onderzoek der rekening belaste commissierap
port uit, waaruit bleek dat geene bedenkingen zijn
gerezen, zoodat de commissie voorstelde haar goed te
keuren in ontvang op f 229,386.37^, in uitgaaf op
fZOOfiSA.blk', goed slot f 29,291.86, welk laatste als
eerste post van ontvaDg in de volgende rekening be
hoort te worden overgebracht. Zonder beraadslaging
werd overeenkomstig het advies der commissie met
algemeene stemmen besloten, terwijl de leden van het
dagelijksch bestuur zich van medestemming onthielden.
Voorts was aan de orde een door het dagelijksch
bestuur overgelegd en voor commissarissen ter inzage
gelegen hebbend overzicht van den geldelijken toestand
des polders, hetwelk niet werd voorgelezen, maar welks
conclusie door den voorzitter werd medegedeeld, name
lijk het voorstel om voor 1874 het gewoon dijkgeschot
weder te bepalen op f 12.50 per hectare schotbaar land
en op 4.30 per hectare vrij of vroonland. Nadat de
heer Loeff verklaard had dat hij voor dit voorstel
stemmen zou in het vertrouwen op de zuinigheid van
het dagelijksch bestuur en ook in de verwachting dat
het nu voorgedragen bedrag van de behoefte afhanke
lijk zal worden gesteld en geen vast cijfer worden zal,
is het voorstel met algemeene stemmen aangenomen en
zal alsnu de goedkeuring van gedeputeerde staten voor
deze heffing gevraagd worden.
In de jongste voorjaarsvergadering werd in handen
van het dagelijksch bestuur gesteld, tot onderzoek en
rapport in deze najaarsvergaderingeen adre3 van den
heer J. van den Houte Willems, commies ter griffie,
die, op grond zijner vele werkzaamheden, verzoekt
óf hem assistentie te verleenen door toevoeging van
een der zake kundig ambtenaar, óf zijne jaarwedde
zoodanig te verhoogen dat zij meer in overeenstemming
met zijne werkzaamheden worde gebracht en bij ook
in staat worde gesteld voor eigen rekening en verant
woording zich zoodanige hulp aan te schaffen als be
paald noodig is om alles ter bekwamer tijd bij te hou
den en in gereedheid te hebben.
De voorzitter gaf te kennen dat j!. Donderdag, na
dat het heden uit te brengen rapport was vastgesteld,
bij het dagelijksch bestuur een brief ia ingekomen waarin
omstandigheden worden medegedeeld, die een nader
nauwkeurig onderzoek vereischen daar zij van invloed
op het uit te brengen advies zouden kunnen zijn. Tot
dat onderzoek heeft natuurlijk nog geen gelegenheid
bestaan, zoodat het dagelijksch bestuur verzoekt dili
gent te worden verklaard en de behandeling dezer
zaak tot de volgende vergadering aan te houden.
De heer Yis betuigde aanvankelijk zijn leedwezen
over den loop dien deze zaak bij het dagelijksch bestuur
genomen heett, te meer daar de werkzaamheden van
den adressant werkelijk veel vermeerderd schijnen te
zijn, hetgeen onder anderen kan worden afgeleid uit
de grootere som welke reeds vroeger aan den hypo
theekbewaarder is moeten toegekend worden. Hij ver
klaarde zich echter voldaan nadat de voorzitter nader
had aangetoond dat het dagelijksch bestuur in dezen
geen schuld heeft, daar het rapport gereed was en het
verzoek om diligent te worden verklaard alleen berust
op de omstandigheid dat de jl. Donderdag ingekomen
brief bijzonderheden bevat die een nader nauwkeurig
onderzoek vereischen. Ook de heer Dronkers gat
zijn spijt te kennendat deze zaak thans niet kon
worden afgedaan, daar ook hij een onderzoek heeft
ingesteld, waarbij hem gebleken is dat de adressant
inderdaad zeer veel werk verrichten moet. Nu uitstel
van beslissing echter schijnt geboden te worden zou hij
in overweging willen geven om, bijaldien in de vol
gende vergadering tot verhocjing van het traktement
van den adressant mocht besloten worden, alsdan ook
in aanmerking te nemen dat het adres reeds een jaar
te voren is ingediend. Nadat de voorzitter heeft ge
antwoord, dat dit verlangen van den heer Dronkers
later een punt van overweging zal kunnen uitmaken,
wordt het voorstel om het dagelijksch bestuur diligent
te verklaren zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Namens het dagelijksch bestuur werd door den voor
zitter machtiging gevraagd, die door de vergadering
zonder hoofdelijke stemming verleend is, om de ver
pachting der tollen op de wegen opnieuw voor drie
jaren in het openbaar te doen plaats hebben.
Vervolgens deed de voorzitter mededeeling van een
voorstel van het dagelijksch bestuur, strekkende om het
onderhond der kunstwegen onder eigen beheer uit te
voeren, als zijnde goedkooper dan eene aanbesteding.
Over dit voorstel had eenige gedachtenwisseling
plaats. De heer Dronkers, hoezeer in den regel tegen
het geven van preferentie aan enkele personen, ver
klaarde voor het voorstel te zullen stemmen, doch gaf
in overweging om te zien of, behalve Douw, aan wien
het straatwerk in den regel wordt opgedragen, ook niet
andere geschikte personen daarvoor te vinden zijn, ten
einde allen schijn van voorkeur te vermijden. De
voorzitter verklaarde zich bereid den wenk van den
heer Dronkers in gedachten te houden," maar wees er
op dat in Walcheren zoo weinig straatmakers ziju.
De heer Schorer achtte het ook jammer dat zoo weinig
concurrentie voor het straatwerk bestaat, zonder even
wel aan de geschiktheid van Douw te kort te willen
doen. Daar het niet wenschelijk is altijd alles aan den-
zelfden persoon op te dragen, heeft de administratie
van den MiddelburgVeerschen straatweg eene aanbe
steding der bestrating beproefd, die niet gelukt is, maar
toen heeft zij elders pogingen aangewend, tengevolge
waarvan verschillende peisonen van elders begonnen
zijn mede te concurreeren. Spreker was van oordeel
dat eene onderhandsche inschrijving wellicht ook door
Walcheren zou kunnen beproefd worden en verklaarde
zich bereid later aan den voorzitter eenige namen van
gegadigden op te geven. De beer Melis vestigde
nog de aandacht op den te Souburg wonenden straat
maker Hubregtse, die onder anderen een als goed ge-
roemden nieuwen weg bestraat heeft. De slotsom
der discussie was, dat het voorstel van het dagelijksch
bestuur werd aangenomen.
Bij de bepaling der gemeenten waar in 1874, behalve
te Middelburg, de verkiezingen zullen plaats hebben,
werden weder Oostkapelle en Westkapelle aangewezen.
Voor het stembureau gedurende 1874 werden benoemd
tot voorzitter de heer Fock; tot plaatsvervangende
voorzitters de heeren Sprenger en Melistot leden de
heeren Louwerse en Liebert, en tot plaatsvervangende
leden de heeren Maljaars, Minderhoud, Schorer en van
Berlekom. Al de benoemden laten zich de keuze wel
gevallen.
De voorzitter gaf namens het dagelijksch bestuur in
overwegingom voortaan de leverantie van een gedeelte
der houtwaren, ijzer en spijkers voor de Noord watering,
die voor een volgend jaar noodig gerekend wordeD,
vóór den winter aan te besteden.
Bij de hieromtrent gevoerde beraadslaging gaf de
heer Dronkers als zijne meening te kennen dat het
voorstel in het belang van den polder is, niet alleen
omdat de aanneming daarvan goedkooper zal zijn, maar
ook omdat men dan bet^r hout zal kunnen verkrijgen.
Hij gaf echter in overweging om niet een gedeelte,
maar al de noodige hout-en ijzerwaren voor de paal
werken der Noordwatering vóór den winter aan te be
steden, maar die voor de overige drie wateringen eerst
in het voorjaar, omdat men dan minder aan de artikelen
der begrooting gebonden is. De voorzitter had hier
tegen persoonlijk geen bezwaar, maar wees er op dat
de algemeene vergadering zich binden zal door een be
sluit om de groote massa hout voor de paalwerken in
eens op te doen. De heer Dronkers vreesde zooda-
nigen band nietdaar hij al de voor de Noord watering
voorgedragen werken nuttig achtte, en zoo zich buiten
gewone stormschade mocht voordoenbuitengewone
maatregelen kunnen genomen worden. De heer van
Berlekom was het met den heer Dronkers eens, doch
alleen voor zooveel de Noordwateriag betreft, hetgeen
ook de strekking was van het voorstel van het dage
lijksch bestuur. De heer Schorer wees er op, dat de
polder tot dusver met flinke aannemers heeft te doen
gehad; hij vreesde dat men bij aanneming van het
voorstel wellicht in handen van minder flinke aannemers
vallen zal, hetgeen natuurlijk eerst later zal kunnen
blijken. De heer Vis achtte den voorgestelden maat
regel nuttig, maar zou daaruit niet willen zien voort
vloeien dat dringend noodige werken niet uitgevoerd
worden. De voorzitter verklaarde de zienswijze van
den heer Vis te deelen, waarna het voorstel van het
dagelijksch bestuur, in overeenstemming met het denk
beeld van den heer Dronkers, zonder hoofdelijke stem
ming werd goedgekeurd.
Vervolgens bracht de heer Dronkers de wenschelijk-
heid ter sprakeom de perceelen der aan te besteden
werken kleiner te maken, ter vergemakkeling der con
currentie daar nu alleen groote aannemers kunnen
mededingen. De voorzitter kon niet ontkennen dat de
perceelen groot zijn, maar noemde het twijfelachtig of
kleinere perceelen goedkooper zullen wezen. Hij was
echter niet tegen eene splitsing der perceelen, mits deze
aan het dagelijksch bestuur overgelaten worde.
De heer Sprenger opperde een paar bezwaren tegen de
verlangde splitsing. Vooreerst wordt als er meer aanne
mers zijn ook meer toezicht vereisebt, en ten anderen
zal voor de arbeiders te Westkapelle concurrentie ten
aanzien van loon ontstaan; het is wel niet zeker, maar
toch te vreezen dat loonsverhoogiug daardoor noodig
zal worden en de aannemers aan de werklieden onder
geschikt zullen geraken. De heer Dronkers was van
oordeel, dat althans eene proef kan genomen worden,
terwijl de heer Minderhoud verklaarde de vrees van
den heer Sprenger niet te deelen. - De heer de Nood
gaf een nieuw denkbeeld aan de hand, namelijk om bij
de aanbestedingen te handelen als bij sommige verkoo-
pingeneerst afzonderlijke perceelen en dan vereenigd.
De heer Dronkers meende dat dit juist ten gevolge zou
hebben, dat alles in banden van groote aannemers
kwam. Ten slotte werd zonder hoofdelijke stemming
aan het dagelijksch bestuur opgedragen, om eene split
sing der aan te besteden perceelen te beproeven.
De heer Dronkers deelde nog mede, dat hij bij een
aan de Zuidwatering gebracht bezoek gezien heeft, dat