MIDDELBURGSCHË
F 224.
Zaterdag
1873.
COURANT.
20 September.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2*n Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/ro.., franco is f 3.50,
Middelburg 19 September.
Merkwaardig is het de verontwaardiging gade te slaan
van de conservatieve dagbladen over de zeer natuur
lijke schraalheid der troonrede, waarin geen enkele
belofte wordt gedaan, geen enkele mededeeling gege
ven van wetsontwerpen die in bewerking of bij den
raad van state in overweging zijn en „aan uwe beraad
slagingen zullen onderworpen worden."
Wij hebben over de troonrede gezwegenniet omdat
wij verbaasd waren over hare schraalheid en magerheid
op het punt van toezeggingenmaar omdat wij niets
anders verwachtten dan schraalheid en magerheid. De
politieke omstandigheden lieten, dacht ons, niet anders
toe. Men gelieve zich de omstandigheden voor te stel
len, waaronder de troonrede werd opgemaakt. Het mi
nisterie had zijn ontslag verzocht, zoodra de koning,
na eene langdurige afwezigheid buitenslands, dit ver
zoek in overweging zou kunnen nemenaan een staats
man van de oppositie werd daarop de opdracht om een
nieuw ministerie samen te stellen gegeven. Inmiddels
naderde de bij de grondwet voor de opening der ka
mers aangewezen dag met rassche schredende kamer
heer-ceremoniemeester kondigde officieel het programma
voor de opening af, terwijl niemand wist welke ministers
de troonrede zouden samenstellen, waaronder die opening
zou geschieden. Een dag of vier vóór den bepaalden
dag blijkt de oppositie-staatsman zijne taak te hebben op
gegeven. Wat nu? Collectief aanblyven van het ministerie
ligt-natuurlijk voor de hand; maar de minister van oor
log weigert op de meest stellige wijze en er moet dus
naar een nieuwen minister van oorlog worden gezocht. Uit
de dagteekening van het ontslag van den generaal van
Stirum blijkt dat er tot het aanblijven van bet ministerie,
althans van de andere ministers, eerst Zondag besloten
is, dus daags vóór de opening der kamers. En nu zal
men zich niet veel hebben in te spannen om te erkennen
dat de ministers tusschen Zondag en Maandag geene
gelegenheid hebben gehad om een programma van parle
mentaire werkzaamheden op te stellen, aangenomen dat zij
zonder minister van oorlog daartoe in de gegeven om
standigheden konden zijn overgegaan. Bovendien zullen
de ministers sedert de maand Juni, toen de verwerping
der gewichtigste maatregelen van het vorige zittingjaar
een feit was geworden, wel geen verdere plannen meer heb
ben gemaakt. Zooals wij reeds opmerkten, de uitlandig-
heid des konings belette toen reeds terstond eene op
lossing der partieele crisis, welke daar was zoodra de
formeerder van het kabinetde heer de Vries, na de
afstemming zijner rechterlijke organisatie, zijn ontslag
had gevraagd.
Men behoeft dus van zijn hersenen geene bovenmatige
inspanning te vergen om te erkennen dat het voor de
regeering onmogelijk was, daags na hare reconstructie
terstond tot het mededeelen van nieuwe plannen over
te gaan. Maar er is nog eene andere, eene politieke
reden waarom de regeering, al hadde zij overvloe
dig den tijd daartoe gehad, naar ons oordeel geene
toezeggingen behoorde te doen. Elke partij die zich
met de tegenwoordige samenstelling der tweede kamer
beklaagt dat de regeering geen hervormingsvoorstel
len indient, brengt ons het juffertje in herinnering
waarvan van Lennep placht te vertellen die, in een
spoorwaggon van de derde klasse klagende over het
schelle gefluit der locomotief, van een medereiziger in
antwoord kreeg: „je kunt toch voor je negen stuivertjes
niet vergen dat ze Jenny Lind voor den trein span
nen!" 'tls waarlijk meer dan indiscreet te eischen dat
er werk verschaft worde, wanneer men niet anders van
zins is dan om dat werk te vernielen.
In de liberale kringen schijnt dit te worden ingezien,
in de meeste liberale dagbladen althans wordt er wei
nig over de schraalheid der troonrede en de schrielheid
ten opzichte van regeeringstcezeggingen geklaagd.
Maar van de zijde der conservatieven is die klacht in
de hoogste mate ongepast. Zij toch waren het die de
gewichtige maatregelen van de laatste jaren, de inkom
stenbelasting, de rechterlijke reorganisatie, de afschaf
fing der plaa-ts ver van ging deden mislukken door dat
zij bij al deze quaestiën niet letteden op de vooigestelde
regeling, maar enkel en alleen op de politieke richting
der voorstellers. Een partij die, enkel en alleen uit
partijzucht, de ontwikkeling van 'slands welzijn, de
bevestiging op vaste grondslagen van 's lands onafhan
kelijkheid moedwillig tegenhoudt, heeft wel het aller
minste recht om te eischen dat de regeering maar altoos
door aan het ontwerpen en voordragen blijft, met het
bewustzijn dat de werklustige partyen toch eindigen
met afstemmen.
Werk is er bovendien Vooreerst voorhanden; de
Indische begrooting ligt ter behandeling gereed en
daarbij worden zeer belangrijke en ingrijpende voor
stellen door de regeering gedaan, die wij later zullen
bespreken. Bij die begrooting zullen de partijen in de
tweede kamer ruimschoots gelegenheid hebben om aan
do natie en aan de regeering te toonen hoe hunne be
tuiging van werklust gemeend is en tot hoever de
regeering daarop rekenen kan.
Eergisteren is te Amsterdam, na afgelegd examen,
tot arts bevorderd de heer J. Coronel, militair student,
geboren te Paramaribo.
In de Staats-courant van heden is opgenomen het
koninklijk besluit van den I2en dezer, houdende verbe
tering van eene misstelling in de laatste zinsnede van
art. 12 van het koninklijk besluit van 24 September
1869 (Staatsblad nc 154), tot uitvoering der wet van
28 Mei 1869 (Staatsblad n°'9ï), regelende het toezicht
op het gebruik van stoomtoestellen.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
STATEN-GENERAAL. Benoemd tot voorzitter van
de tweede kamer der staten-geueraal, voer het tijdperk
der tegenwoordige zitting, mr. W. H. Dnllert, lid dier
kamer.
MINISTERIEELE DEPARTEMENTEN. Eervol ontslag
verleend, op verzoek, aan den hoofdcommies bij het
departement van marine E. de Kanter, uithoofde van
gevorderden ouderdom en langdurigen dienst, onder
toekenning van zoodanig pensioenals waarop hij zal
bevonden worden aanspraak te hebben.
BELASTINGEN. Benoemd tot ontvanger van deaccijnseD
op den wijn, het gedistilleerd, het zout, de bieren en
azijnen en de zeep te Amsterdam, J. I. Greidanus,
thans ontvanger der directe belastingenin- en uitgaande
rechten en accijnsen te Harlingen.
RECHTZAKEN.
Heden is voor het provinciaal gerechtshof in Zeeland
behandeld de zaak van de 32jarige dienstbode Eugenia
de Weerdt, wonende te Water land kerkje, thans alhier
gedetineerd. Zoowel uit de verklaringen der getuigen
als uit de bekentenis der beschuldigde bleek, dat zij
in den middag van den 28en Mei jl. haar kindhetwelk
twee maanden oud was, heeft gehaald uit het huis van
vrouw Kogiers onder IJzendijke, bij wie het besteed
was. Daar zij, ongehuwd en arm zijnde, het kostgeld
niet langer kon betalen, nam zij bet kind met zich.
In den avond van dienzelfden dag nabij de herberg Rond
uit onder de gemeente Heille gekomen zijnde, heeft
zij haar kind uitgekleed en daarna met een dun touw
geworgd en het lijkje vervolgens, gewikkeld in een
blauwen doek, in een aan de nabijgelegen waterleiding
grenzenden put geworpen, nadat zij vooraf een daartoe
opgeraapt en medegenomen stuk steen in dien doek
had gedaan, teneinde het lijkje beter te doen zinken.
Deze voorzorg ter voorkoming van ontdekking heeft
echter niet gebaat, want den anderen worgen was bet
water in den put, wegens de schuins invallende zonne
stralen, zöo doorzichtig dat voorbijgangers het kinder
lijkje op den bodem zagen liggen.
Het openbaar ministerie heeft schuldigverklaring der
beschuldigde geëischt aan moedwilligen doodslag, ge
pleegd met voorbedachten rade, en hare veroordeeling
tot levenslange tuchthuisstraf, het aan de beoordeeling
van het hof overlatende of er termen zijn tot toepassing
der verzachtende bepaling van art. 4 der wet van 17 Sep
tember 1870,.. volgens hetwelk de levenslange tucht
huisstraf kan vervangen worden door tuchthuisstraf van
minstens vijf jaren; voorts veroordeeling in de ko3ten
van het geding, met bevel tot teruggaaf der overtui
gingstukken voor zoover die aanwezig zijn aan de eige
naren of rechthebbenden, en aanplakking van een ge
drukt extract uit 'shofs uit te spreken veroordeelend
arrest te Middelburg, te Heille en te Waterlandkerkje
op de daartoe gebruikelijke plaatsen.
De verdediger, wr. F. M. C. van Deinse, der beschul
digde ambtshalve toegevoegd, gaf als zijne meening te
kennen, dat het door de beschuldigde gepleegde feit
zóo afschuwelijk is dat het alleen door een krankzin
nige volvoerd kan zijn. H^ beriep zich op den Bel
gischen kunstschilder Wiertz, die zoodanig feit als het
hier gepleegde op het doek heeft gebrachtmaar daarbij
niet verzuimd heeft de moeder die haar kind vermoordt
als eene krankzinnige voor te stellen. Alles wat ten
laste van deze beschuldigde is Aangevoerd is ten volle
bewezen, maar juist daardoor wordt dan ook, volgens
pleiter, het bewijs geleverd dat het gepleegde feit der
beschuldigde niet toerekenbaar is. Uit den aard der
zaak kan nu geen onderzoek ingesteld worden naar den
zielstoestand der beschuldigde tijdens zij de misdaad
volvoerde, maar uit het monstrueuee van het feit dateene
moeder haar kind, hetwelk zij heeft gebaard en ge
zoogd, vermoordt, blijkt op zich zelf reeds dat het haar
niet kan worden toegerekend. Hij concludeerde daarom
tot ontslag van rechtsvervolging.
Voor het getal dat het hof zijne zienswijze niet
deelen mocht, wees de verdediger op verschillende
verzachtende omstandigheden. De beschuldigde was
reeds vroeg ouderloos, genoot geen opvoeding, stond
verlaten bezat geen geld, geen broodden nacht vóór
dien waarin het feit gepleegd is bracht zij in de open
lucht dooren den nacht waarin zij de daad volvoerde
zou zij cp dezelfde wijze met haar kind doorbrengen,
doch in hare radeloosheid sloeg zij de hand aan haar
kind. Men noemt dit moord gepleegd met voorbedach
ten rade, doch dien voorbedachten raad een daad
in koelen bloede achtte pleiter, in strijd met de ziens
wijze van het openbaar ministerie, onaannemelijk en
niet bewezen. Ten slotte beval hij deze ongelukkige
beschuldigde, het slachtoffer van kommer, ellende en
onwetendheid, in 'shofs clementie aan, doch nogmaals
gaf hij zijn vertrouwen te kennendat het hof met hem
overtuigd zal zijn dat de beschuldigde tijdens het ple
gen van het feit in een staat van krankzinnigheid heeft
verkeerd.
Daar de advocaat-generaal niet verlangde tereplicee-
ren en de beschuldigde die zeer ontroerd was, zelve
niets meer wenschte te zeggen, is het onderzoek ge
sloten verklaard en de uitspraak bepaald op a. Maandag,
des voormiddags te elf uren.
GEMENGDE BERICHTEN.
In de gisteren gehouden zitting van den gemeen
teraad van Amsterdam is de voordracht van burge
meester en wethouders, tot uitbreiding van bet perso
neel der agenten van politie met 50 man, aangenomen
met 23 tegen 6 stemmen nadat een amendement van
den heer Wildschut, om het personeel te vermeerderen
met 100 manwas verworpen met 20 tegen 9 stemme» J
De bouwplannen tot uitbreiding der stad zijn goeds
gekeurd.
Met zekerheid wordt gemeld, dat Keulen, zoo zegt
de Külnische Zeitung, door niet minder dan 22 gede
tacheerde forten zal worden omringd. Buitendien zul
len 7 lunetten worden opgeworpen. Van de groote
werken zullen 3 elk op 600,000 Thc.ler komen, 5 elk op
450,000 Thaler, 7 elk op 300,000 Thaler, 7 elk op 180,000
Thalerelk der 7 lunetten zal ko3ten 60,000 Thaler, zoadat
het totale bedrag zal zijn 7,830,000 Thaler. Merfvö
neemt vooits, dat met drie van de grootste forten
weldra een aanvang zal worden gemaakt.
Op het congres van de oud katholieken te Constanz