MIDDELBURGSCHE COURANT. F 220. Dinsdag 1873. 16 September. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/ra., franco is f 3.ÖO, Middelburg 15 September. Dat de slaitingsrede van het zittingjaar 187273 iran de staten-generaal beknopt zou zijn verwachtte zeker ieder, die den loop der werkzaamheden gevolgd heeft. Daarom misschien zal menigeen verbaasd zijn dat het door den minister Geertsema Zaterdag voorge lezen stuk nog negen alineas kon bevattenen dat daarin aan niet minder dan acht min of meer belang rijke in de zitting tot stand gekomen maatregelen kon herinnerd worden, zonder dat de regeering hare toe vlucht behoefde te nemen tot de herinnering, dat de staten-generaal in de behoeften van 's lands dienst hadden voorzien, m. a. w. de begrootingswetten hadden aan genomen welke bijna de piece de resistance uitmaakten van de laatste sluitingsrede van den minister Thorbecke. De zitting is nu gesloten. Laat ons het voorbeeld volgen van den minister Geertsema en alleen' letten op de verkregen positieve resultaten, op den, zij het ook uiterst schralen, oogst welken het gemeen overleg tus- schen regeering en staten-generaal in het afgeloopen zittingjaar heelt opgeleverd. Van de negatieve resul taten zullen wij niet veel zeggen; alleen is het gepast de winst- en verliesrekening van het zittingjaar op te maken en dus te vermelden wat niet tot stand is ge komen; als zoodanig noemen wij de verbetering der rechterlijke inrichting en de verbetering van het gehalte des legers. Maar wij noemen er nog een derden post bij de verwerping van het wetsontwerp tot voltooiing van het werk waardoor Nederland in het bezit komt van eese wereldhaven. En een vierde, niet minder gewichtige post op de verliesrekening is de in het laatste zittingjaar uit gebarsten uit persoonlijke motieven voortvloeiende onee- nigheid onder de leden der liberale partij in de kamer, eene oneenigheid die, zij 'tdan ook op minder onmid dellijke wijze, maar al te lang en al te duidelijk sporen in het staatsblad en in onze maatschappelijke betrekkingen zal achterlaten. „De afgeloopen zitting zoo luidde 't in de sluitings rede heeft zeker niet die uitkomsten opgeleverd, die de regeering had gehoopt." Niet alleen de regeering, ook de natie heeft eene teleurstelling ondervonden. Het zon ons genoegen doen, maar niettemin zeer verwon deren, zoo zij de laatste was! Uit 'sGravenhage wordt ons gemeld, dat Z. M. de koning eervol ontslag heeft verleend, op verzoek, aan M. D. graat van Limburg Stirum als minister van oor log, onder dankbetuiging voor de door hem aan den lande bewezen diensten, en met het interim heeft belast den heer L. G. Brocx, minister van marine. Het korps officieren van het garnizoen alhier heeft heden namiddag ook zijne opwachting gemaakt bij den burgemeester dezer gemeente, om hem te complimen teeren wegens de hem door Z. M. den koning verleende onderscheiding. De Moniteur des intéréts matériels geeft in zijn jong ste nommer eene beknopte beschrijviDg van de nieuwe Ylissingsche havens, onderteekend door den heer Maurice H. van Lee. Aan het slot van zijn artikel, waarin het verrichte zeer geprezen wordt, wijst de schrijver op hetgeen tot voltooiing van het werk nog ontbreekt. „Waarisb.v. zoo vraagt hij het petroleum dok, waartoe het thans verlaten fort Admiraal de Ruijter ons voorkomt een uitstekend terrein aan te bieden? Gelooft men inder daad dat, wanneer slechts een deel der illusiën welke men zich van de nieuwe haven voorstelt werkelijkheid wordt, een enkele kraan voldoende zal wezen? Wat ons betreft, op gevaar at van aan eenige leden der Nederlandsche wetgevende macht, die wat al te zuinig met 's lands penningen zijnte mishagenhopen wij van ganscher harte dat de ondervinding weldra deze onvolkomenheid in het licht zal stellen, en dat nieuwe millioenen gevoegd zullen worden bij de 25 millioen [de juistheid der cijfers laten wij geheel ter verantwoor ding van den schrijver], welke reeds besteed zijn voor de vervaardiging der schoone werken waarmede Zee land begiftigd is, en bij de 5 millioen die men voorde voltooiing der Vlissingsche havens nog gelooft te zullen behoeven. „Want wij maken ons geene illusiën; ook al nemen wij aan dat er tijd noodig is om de internationale han delsbeweging te verplaatsengelooven wij toch dat de haven van Vlissingen een gevaarlijke concurrent voor die van Antwerpen zal kunnen worden. Een enkel voorbeeld kan dit bewijzen: de jaarboeken der Neder landsche zeevaart vermelden dat gedurende den winter van 1829 op 1830, toen de geheele kust der Noordzee ongenaakbaar en het meerendeel der havens onbruikbaar was, de schepen zonder eenige hindernis bij Vlissingen binnenvielen. De Charles van Guernsey met bestem ming naar Antwerpen was een dezer schepen. Hij loste te VlissiDgen, vertrok naar Mussina en kwam met nieuwe lading naar Antwerpen terug nog voordat de andere schepen, die te Antwerpen overwinterd hadden, in staat waren geweest om geheel te lossen. „Vermelden wij bovendien dat de haven van Vlis singen zich op een afstand bevindt van 355,5 kilometers van Hull, van 266,6 kilometers van Londen, van 181,4 kilometers van Harwich, van 166,6 van Dover, van 157,3 van Margate en van 153,6 van Ramegate. „Het is dus zeker niet zonder reden, dat de Ant- werpsche kamer van koophandel onlangs de aandacht der Belgische regeering vestigde op de veranderingen, welke door de opening der Vlissingsche haven in Ant werpen's positie teweeggebracht zullen worden. „Maar niet minder zijn wij van oordeel dat het alge meen belang, in de zuivere beteekenis van het woord, dat belang hetwelk zich ver over de grenzen des lands uitstrekt, bij deze concurrentie slechts winnen kan, en dat de zon voldoende licht voor allen geeft." De Staats-courant, die in de vorige maand zoo traag was met de raededeeling van het maandelijksch overzicht van de opbrengst der rijksmiddelen, heeft zich daaren tegen ditmaal bijzonder gehaast. Reeds in haar nommer van 12 September is het overzicht over de maand Augus tus opgenomen. Bedenkt mendat deze cijfers uit de maandstaten van alle ontvangerskantoren over het gansche rijk moeten worden samengesteld, dan kan men niet nalaten hulde te brengen aan de orde en de regelmaat welke in dezen tak van bestuur heerschen, en aan den ijver en de vlugheid, waarmede de ambtenaren bij finan ciën hunne taak vervullen. Welke verblijdende of teleurstellende mededeelingen in de volgende week de ministers aan de staten-generaal ook te doen zullen hebben, omtrent den stand van 's rijks geldmiddelen zullen zij de meest geruststellende berich ten kunnen geven. De inkomsten gaan voort rijkelijk in de schatkist te vloeien en, gelijk te voorzien was, in toenemende mate naar het jaar in maanden vordert. De raming dier middelen voor 8/12 van het jaar was f 51,100,000. De werkelijke opbrengst over Januari tot Augustus is geweest f 53,598,000 of 2£ millioen meer. Verleden jaar was in dezelfde 8 maanden ontvangen f 52,628,000. Deze ruime opbrengst verdeelt zich gelijkmatig over de verschillende bronnen van inkomst. De directe belastingen, die in de eerste maanden des jaars altijd verre bij de raming achterblijven, hebben deze nu eindelijk nagenoeg ingehaald, nu ook de betaling der personeele en der patentbelasting op ruime schaal begonnen is. De raming voor 8 maanden was 14,568,000, de opbrengst f 13,975,000. In September zal de opbrengst de raming hebben overtroffen. De inkomende rechten met de vuur-, ton- en baken gelden enz. waren geraamd op f 3,374,000. Zij hebben opgebracht 3,830,000 of bijna 5 ton meer. De accijnsen, geraamd op 18,920,000, hebben opge bracht f 19,770,000, of 8^ ton meer. Vooral die op het gedistilleerd heeft tot deze goede uitkomst bijgedragen, terwijl die op den wijn nog altijd in soujrance is. De indirecte belastingen brachten ruim li millioen meer op dan de raming, namelijk f 11,686,000 tegen f 9,979,000. Hier zijn het vooral de registratie-rechten, die de overwinst hebben geleverd, terwijl de suc cessierechten dit jaar op merkwaardige wijze achterlijk blijven. Van de posterijen, de akten voor jacht en visseherij, de loodsgelden en vooral de belasting op gouden en zilveren werken kan evenzoo gezegd worden, dat zij de ramingen met eenige tien- of honderdduizenden over schrijden. Alleen de telegraphie blijft tekort schieten. Al neemt haar opbrengst ook in vergelijking met het vorige jaar langzaam toe, die vermeerdering is niet sterk genoeg om te beantwoorden aan de goede verwachtin gen, welke de minister bij het opmaken der raming schijnt gekoesterd te hebben. (V. Bolt. cour.) De bestuurders der verschillende vakvereenigingen te Amsterdam hebben, om den zoo langdurigen strijd tusschen patroons en werklieden bij het sigarenmakers vak uit den weg te ruimen, eene commissie benoemd, teneinde tegen heden eene vergadering te beleggen, waartoe de patroons en het bestuur of afgevaardigden van de werklieden, benevens de advocaten, die als bemiddelaars werkzaam zijn, en notabelen der stad zijn uitgenoodigd om middelen te beramen, teneinde aan het conflict in beider belang en met behoud van beider eer, een einde te maken. BENOEMINGEN EN BESLUITEN. RIDDERORDEN. Benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen leeuw G. F. Lette, burgemeester der gemeente Brielle. Vergunning verleend aan den kapitein H. Beijerman, van het regiment rijdende artillerie, toegevoegd aan Z. K. H. prins Alexander der Nederlanden, tot het aan nemen en dragen der versierselen van ridder le klasse der orde van de Wurtembergsche kroon met de kroon, hem door Z. M. den koning van Wurtemberg geschon ken, en aan den majoor D. F. K. Hardeuberg, van het 4° regiment infanterie, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der Danebrogs-orde 3e klasse, hem door Z. M. den koning van Denemarken geschonken. REKENKAMER. Bevcrderd bij de algemeene reken kamer tot commies D. C. Hartman, thans adjunct-com mies; tot adjunct-commies C. Erkelens en J. Schlater, thans eerste klerken. CONSULATEN. Eervol ontslag verleend aan J. Stuart Day als Nederlandsch consul te Cowes. RECHTZAKEN. Het provinciaal gerechtshof in Overijsel heeft E. Beek man, te Heerde, schuldig verklaard aan manslag, ge pleegd op zijn huisvrouw, en hem veroordeeld tot 20 jaren tuchthuisstraf. De veroordeelde heeft zich in cassatie voorzien. GEMENGDE BERICHTEN. Gisteren avond te ongeveer half elf uur is eene 22jarige dienstbode alhier nabij de werf De volharding in het water gesprongen. Hoezeer zij spoedig daaruit werd gehaald en haar geneeskundige hulp werd ver leend, mocht het niet gelukken de reeds gevloden levensgeesten weder op te wekken. Jl. Vrijdag morgen is in de Lange Houtstraat te Amsterdam een l^jarig kind, dat door zijn moeder alleen was achter gelaten, dood in een tobbe met blauw- selwater ternggevonden. De hoofdadministratie van het telegraafwezen ia Duitschland heeft thans het stelsel van open depêches aangenomen, wanneer de afzender dit begeert. In vele gevallen is het wenschelijk, dat, zoo de geadresseerde afwezig is, diens huisgenooten of de eigenaar van het hotel, waar hij zich bevindt, kennis van de depêche bekomen. Wij gelooven dat deze nieuwheid ook in ons land van veel nut zou zijn. {Arrih. cour.) Het internationaal congres van rechtsgeleerden en publicisten te Gent heeft na herhaalde bijeenkomsten be sloten tot het oprichten van een permanent instituut voor internationaal recht, de statuten daarvan vastge steld en de volgende drie quaestiën als onderwerpen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 1