MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 219.
Maandag
1873.
15 September.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.50,
Middelburg 13 September.
De minister van binnenlandsche zaken heeft heden na
middag namens den koning de zitting der staten-gene-
raal gesloten.
In zijne rede constateerde de minister, dat het afge-
loopen zittingsjaar niet de uitkomsten heeft opgeleverd
welke de regeeriDg gehoopt had. Voorts herinnerde bij
aan hetgeen in het afgeloopen jaar tot stand kwam,
en wees er op dat docr de met België gesloten tracta-
ten de wederzijdsche vriendschappelijke verhouding
bevestigd en versterkt is.
Heden namiddag heeft het korps officieren van het
garnizoen zijne opwachting gemaakt bij den commissaris
des konings in deze provincie, teneinde hem te compli
menteeren bij gelegenheid van de onderscheidingen, hem
van wege Z. M. den koning dezer dagen te beurt ge
vallen.
Aan den tweeden pilaar der beurs naast de Wissel
bank alhier is ten gerieve van het publiek sedert heden
morgen een thermometer, waarop de drie schalen van
Fahrenheit, Celsius en Réaumur zijn aangebracht, be
nevens een barometer in bruinhouten kast met glazen
wanden geplaatst. Op de achterzijde staat geschreven:
Zeeuwsch genootschap der wetenschappen, geplaatst
1873 September. De houten kast is boven slechts
met ijzergaas afgesloten, zoodat de beide instrumenten
in aanhoudend contact met de buitenlucht blijven.
Eergisteren en gisteren is te Goes, vanwege de af-
deeling Heinkenszand der Maatschappij tot .bevordering
van landbouw en veeteelt in Zeeland, eene fraaie ten
toonstelling van bloemen, vruchten en gewassen gehou
den, die vrij druk bezocht werd. Het verwijl in het
lokaal waarin de tentoonstelling plaats had werd ver
aangenaamd door muziek van het muziekkorps der
Middelburg8che schutterij, hetwelk gisteren avond ook
een concert gaf, dat met een bal besloten werd.
Medailles zijn toegekend voor:
Landbouwproducten: aan M. deBokx, teGoes,
1 verguld zilveren, 1 zilveren en 1 bronzen; A. van
der Bliek, te Goes, 1 zilveren; J. P. Kakebeeke, te
Goes1 vergald zilveren en 1 bronzenJ. Koertte
Wolfaartsdijk1 zilveren; G. J. van den Bosch, te
Wilhelminadorp, 2 verguld zilveren, 2 zilveren en 1 bron
zen, alsmede een bestuursprijs; J. Woutersen, te's Gra
venpolder, 1 bronzen; C. Kaboort, te Kloetinge, 1 zil
veren; W. L. Kakebeeke, te Goes, 1 verguld zilveren,
1 zilveren en 1 bronzenH. Minnaardte 's Heer-Arends-
kerke, 1 verguld zilveren; J. J. van Weel, te Wol
faartsdijk, 1 zilveren en 1 bronzen; L. Platteeuw, te
Wilhelminadorp, 2 zilveren en een bestuursprijs; J. M.
Kakebeeke, te Goes, 1 verguld zilveren; C. der We
duwen te Kruiningen1 zilveren en een bestuursprijs
J. Louwerse Az., te Serooskerke (Walcheren), 1 zilve
ren; W. Reijnierse, te Middelburg ambacht1 zilveren;
J. de Jonge, te Goes, 1 zilveren; A. van Leersum, te
Middelburg, 1 bronzen.
Boter: aan J. Staal, to Kattendijke, 1 verguld zil
veren; J. Maters, te Wilhelminadorp, 1 zilveren.
Vruchten: aan jonkheer mr. C. van Citters, te
Heinkenszand, 1 vergold zilveren en 1 zilveren; C. van
de Putte Cz., te Middelburg, 2 zilveren; A. Cornells jr.,
te Biervliet, 2 verguld zilveren en 1 zilveren; A. Ka
kebeeke Jz., te Goes, 1 bronzen; P. de Witte, te Wol
faartsdijk, 1 verguld zilveren.
Bloemen: aan A. Blaas Ez., te Middelburg, 4ver
guld zilveren en f 25jonkheer mr. C. van Citterste
Heinkenszand2 zilveren en f 15C. van de Putte Cz.,
te Middelburg, 2 zilveren en een bestuursprijs; P. de
Witte, te Wolfaartsdijk, en A. Kakebeeke Jz., teGoes,
ieder een bestuursprijs.
Onze Ilaagsche correspondent schrijft ons het vol
gende
„Gisteren (Donderdag) avond liep hier op eens het
gerucht dat de samenstelling van een nieuw ministerie
aan den heer van Lijnden niet lukken wilde, dat de
jeugdige staatsman overal „niet thuis" had gekregen,
en dus maar weer naar zijne buitenplaats bij Ameron-
gen terug zou keerenheden wordt mij dit uit eene
goede bron bevestigd. Al mag het kinderachtig schijnen,
zoo kan ik toch de vraag niet inhoudenhad ik het
nietgezegd Ware de „Christen-staatsman" maar op zijne
buitenplaats gebleven, of hadde hij zich meer bepaald
tot de waterleiding en de belangen der vaderlandsche
kerk bij zijn bezoek aan de hofstad! hij zal zelf,
dunkt mij, thans van harte dezen wensch slaken.
„Twee dingen verwonderen mijdat de opdracht aan
den heer van Lijnden van Sandenburg gegeven is en
dat de opdracht door den heer van Lijnden is aange
nomen. Over het eerste schreef ik reeds; het begint
thans den schijn te krijgen alsof van den beginne af
het aanblijven der tegenwoordige ministers vaststond,
waarlijk niet hetgeen in de gegeven omstandigheden
met de belangen der liberale partij het best overeen
kwam. De haast waarmede de heer van Lijnden de
opdracht aannam bewijst echter niet voor 's mans poli
tiek inzicht. In de gegeven politieke desorganisatie is
niet iedereen die zich beschikbaar stelt de meest
geschikte man om de zaken te ontwarren en normale toe
standen te herstellen. De heer van Lijnden die èn we
gens zijn lidmaatschap van het ministerie-Heemskerk
èn wegens zijn heen- en weer slingeren tusschen anti
revolutie en conservatisme meer dan iemand anders ge
zegd kon worden eene beschadigde politieke reputatie
te bezittenwashoe volkomen beschikbaar ookdaar
voor nog veel minder de man dan iemand anders. Ik
weet niet wie van de tegenwoordige leden der kamers
op een genoegzaam zuiver standpunt staat dan dat men
eenig beter resultaat van zijne pogingen bij den tegen-
woordigen stand der partgen zou hebben kunnen ver
wachten; misschien van Reenen, maar niet zonder be-
teekenis was zijn uitstapje naar buitenslands juist toen
men de minister-crisis aan de orde stelde.
„Hoe dit zij, het échec is geleden en daar de heer
van Lijnden aan alle deuren schijnt aangeklopt te heb
ben, maar aan alle deuren werd afgewezen, zullen er
wel geen verdere pogingen om een nieuw anti-liberaal
ministerie te vormen worden gedaan. Het tegenwoor
dige kabinet blijft dus aanhetzij in zijn geheelhetzij
gewijzigd, hetzij naar Engelschen trant na eene omruiling
van portefeuilles; spoedig zullen wij hier meer van weten.
„De Haagsche politiekers hebben een paar dagen bijna
niet eens aan de ministerieele crisis gedacht, omdat alle
aandacht op de verkiezing voor den gemeenteraad moest
gevestigd worden. De belangstelling was zoo ontzet
tend groot dat op 300 na de helft van do kiezers op
kwam; met andere woorden: er bleven er maar
negentien honderd van de 3200 weg! De herstem
ming was tusschen een liberalen candidaat en een trouw
katholiek, alleen om die eigenschap geschat bij de
ultramontaan8che en de conservatieve kiesvereenigingen
en door het blad dat deze beide richtingeu hier ter
stede dient, doch verder bij ieder onbekend. In naam
had de anti-revolutionaire kiesvereeniging denzelfden
candidaat, maar de orthodox-protestanten stemden óf
niet, óf op den liberalen candidaat. Laatstgenoemde
werd gekozen met eene meerderheid van 113 stemmen
(Hij had er 721, de ultramontaan 608).
„Dat er over dezen uitslag groote tevredenheid onder
de liberalen heerscht kunt gij begrijpen. Toch geven
de cijfers nog aanleiding tot ongerustheid. De candi
daat der ultramontanen was een, misschien zeer bekwaam,
misschien zeer achtenswaardig burger, maar een bij de
groote meerderheid der kiezers volkomen onbekend
man, die nauwelijks een jaar in de residentie woont en,
als architect belast met het bouwen van katholieke
kerken en institutenzich meer buiten dan in den Haag
ophoudt; toch kon de geestelijkheid, bijgestaan door
de conservatieve kiesvereeniging met ultramontaansche
sympathiën en door een conservatief-ultramontaansch
blad met anti-revolutionaire relaties, aan dien onbekende
meer dan zes honderd stemmen verschaffen 1 Wat zou het
geweest zijn waaneer de liberale kiesvereeniging eens een
wel liberaal, maar minder aan de Haagsche behoeften
beantwoordend candidaat had gesteld zooals ze wel
eens gedaan beeft? Zelfs al ware de om zijne ultramon
taansche volgzaamheid aanbevolen candidaat meer be
kend geweest bij de burgerijhad men eenvoudig niet
behoeven te vragen, wie is die van den Brink? in
spijt van al de bekwaamheden, de humaniteit en den
ijver van den heer van Geuns, had de katholieke can
didaat stellig de overwinning behaald. Het is thans
geconstateerd dat de ultramontaansche partij in de hof
stad behalve over haar eigen 400 kiezers, over 200
andere uit het conservatieveen anti-revolutionaire kamp
te beschikken heelt, die haar door dik en dun volgen.
De lokale bekendheid van den candidaat geelt dan
den doorslag.
„In Juni is het gebleken dat bij verkiezingen voor
de tweede kamer die partij hier het gewicht in de
schaal legt; thans heeft zij haar macht in gemeente
raadsverkiezingen getoond en zij is te verstandig om
daar geen gebruik van te maken. Ziedaar hoever het
verbond tusschen de goed-conservatieven en ultramon-
tanen ons reeds in de residentie heeft gebrachtEn nu
spreekt men nog over Noord-Brabant en Limburg!"
De Staats courant van heden bevat een koninklijk be
sluit van den 4en dezer, tot vaststelling van een regle
ment betreffende de samenstelling, het onderzoek en
den ijk der weegwerktuigen.
Wij vernemen, dat het eerstdaags te opeuen internatio
naal land- en boschbouwcongres te Weenen door den
heer van den Bosch, directeur van den Wilhelmina-pol-
der, als afgevaardigde onzer regeering zal worden bij
gewoond. De Oostenrijksche minister van landbouw heeft
daarop uitgenoodigd tot het bijwonen der vergadering
de heeren: dr. Staring, te Laren; baron van Ittersum,
te Hattein; C. Reinders, te Warffum, en baron Sloet
tot Oldhuis, te Zwolle. Daar echter twee of drie van
dezen zich wegens hun gezondheidstoestand van het
aannemen dezer onderscheiding verschoond hebben,
heeft de minister buitendien uitgenoodigd de heeren
mr. Vis, te Grijpskerke, de Glercq, dijkgraaf van Rijn
land, den akkerbouw-scheikundige dr. van Bemmelen
te Arnhem, en om den Nederlandschen boschbouw te
vertegenwoordigen, m\ Six, te Breda. Welke van deze
heeren aan de uitnoodiging gehoor zullen geven, is nog
niet bekend. (Het Vaderland.)
Jl. Zondag en Maandag is te Leeuwarden de alge
meen© vergadering van het Nederlandsch rederijkers-
bond gehouden, onder leiding van den heer J. P.
Doressen te Utrecht.
Van de 30 personen die zich tot medewerking aan
den uitgeschreven wedstrijd in uiterlijke welsprekend
heid hadden aangemeld waren 22 opgekomen. De
voorgedragen stukken waren1° epische poëziefragment
uit het gedicht Ahasveros op den Grimselvan J. J. L.
ten Kate; 2° lyrische poëzie, Rey van Klaerissen, uit
het treurspel Gysbrecht van Amstel, van Joost van
den Vondel; 3° dramatische poëzie, Verhaal van Willem
van Holland, uit het treurspel Adel en Matilda, van
mr. S. J. Wieelius; 4° luimige poëzie, Een huiselijk
tooneeltje, van E. Laurillard. De eerste prijs bestond
telkens in eene zilveren medaille met diploma; de tweede
prijs in een diploma. De uitslag was als volgtVoor
n° 1, lc prijs de heer J. de Jager, van Zaandijk;
2e prijs de heer J. N. Mulder, van Utrecht; voor n°2,
le prijs de heer W. Neelmeijer; 2° prijs, de heer
J. Andriesse, beiden van Utrecht; voor n° 3, 1° prijs
de heer M. Bogaerdt, van Krimpen aan de Lek; 2® prijs,
de heer T. Konter, van Leeuwarden; voor n° 4,
le prijs, de heer Polak, van Deventer, 2e prijs de
heer Boogaardvan Amsterdam, met lot tegen den heer
Helleman, van Kinderdijk, aan wien toen echter een
3e prijs is toegekend. Na afloop van den wedstrijd
werd door de vier eerstbekroonden gedongen naar den
prijs van uitmuntendheid met de voordracht van de
alleenspraak van Achilles, uit het treurspel van dien
naamvan Balth Huydecoperdeze prijs viel ten deel
aan den heer M. Bogaerdt, van Krimpen aan de Lek.