MIDDELBURGSCHE
COURANT.
F 216.
Donderdag
1873.
11 September.
cfmtimnnfi te flissinpn.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasck- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per S/m.9 franco is f 3.50.
Middelburg 10 September.
Nadat gisteren namiddag de volksvermakelijkbeden
geëindigd waren, had te 6 uren op het raadhuis de
receptie plaats van commissiën uit de eerewacht en uit
deelnemers aan den Maandag gehouden allegorischen
optochtdie de gebruikte vaandels en banieren aan het
gemeentebestuur ter bewaring op het raadhuis kwamen
aanbieden. De burgemeester, eenige leden van den
gemeenteraad en de gemeente-secretaris waren daartoe
in een der benedenlokalen vereenigd. Het muziek
gezelschap Ons genoegen was mede tegenwoordig.
De heeren J. P. Dutilh, onder-kommandant van de
eerewacht, M. Pot namens de commissie voor den
koophandel en T. C. Dommisse namens de commissie
voor den optocht richtten achtereenvolgens tot den
burgemeester eece korte toespraakom hem dank te
betuigen voor de leiding der teestviering en tevens het
geheele gemeentebestuur voor de verleende medewer
king. Daarna werden de hoofden van den optocht
voorgesteld, die de vaandels en banieren kwamen over
brengen.
De burgemeester verklaarde dat het hem aangenaam
was de hoofden van den optocht te mogen begroeten,
te meer daar die met gunstigen uitslag is bekroond.
Hij betuigde wederkeerig zijn dank voor de ondervon
den medewerking en deelde voorts mede, dat de koning
den optocht met genoegen had gezien en hem had op
gedragen aan de geheele bevolking van Vlissingen
's konings dank te betuigen voor het hem geschonken
onthaal, eene opdracht die hem evenzeer door prins
Hendrik was gedaan en waarvan hij zich thans kweet.
Gaarne nam hij namens het gemeentebestuur de vaan
dels in ontvangst, om die zoo hij hoopte later wellicht
nogmaals te gebruiken en in allen gevalle als een aan
gename herinnering aan dit feest te bewaren.
Nadat deze toespraak met fanfares en vivats was
begroet, noodigde de burgemeester de hoofden van den
optccht uit, om voor ieder der medewerkers eene her-
inneringsmedailledoor den gemeenteraad aangebo
den, in ontvangst te nemen, waaraan onder luide toe
juiching werd voldaan.
Was het ruwe weer weinig geschikt voor de aange
kondigde muziekuitvoeringen van de muziekkorpsen der
veldartillerie en van het 8e regiment infanterie op de
Pottekaai en de Groote markt, en nog veel minder
voor de opstijging van luchtballons met vuurwerk, het
concert in de zaal op de voormalige werf had daarvan
niette lijden. De opkomst van het publiek, waaronder
vele vreemdelingenwas zeer talrijkzoodat de ruime
zaal ditmaal geheel gevuld was. Dit was echter niet
te verwonderen, daar het hier een kunstgenot gold
hetwelk Zeeland slechts zelden genieten kan, namelijk
een concert door het muziekkorps van het regiment
grenadiers en jagers, onder directie van den kapitein
F. Dunkier. De uitvoering van het programma was
zooals men die van dat muziekkorps gewoon is.
Een eerste vermelding verdient als zoodanig de
bekende Turksehe marsch uit de „Ruinen von Athen"
van van Beethoven, waarmede de uitstekende kapel
reeds zoo vaak lauweren behaalde. De geleidelijke
ontwikkeling van het pianissimo tot het fortissimo en om
gekeerd, en vooral het langzaam verminderen der tonen
als van een wegtrekkend muziekkorps was ook gis
teren weder meesterlijk. Terecht verzocht het publiek
door aanhoudende bravo's eene herhaling van dit
meesterstuk. Minder recht liet het wedervaren aan het
derde nommer van het programma: „Meditatie op het
eerste praeludium van S. Bach" door Gounod, dat wat
fijnheid en juistheid van uitvoering en zuiverheid van toon
betreft zeker voor de „Turksehe marsch" niet behoefde
onder te doenja zelfs dien nog overtrof door het liefe
lijk melodieuse dezer compositie. Dit nommer had naar
onze meening grooter waardeering van de zijde van het
publiek verdiend. Hetzelfde was het geval met de
ouverture „Obéron", de heerlijke compositie van von We
ber, waarmede de kapel der grenadiers en jagers tijdens de
wereldtentoonstelling van 1867 te Parijs op het interna
tionaal concours het eeremetaal verwierf, en de fantasie
uit het meesterstuk van opera-muziek, den „Guillaume
Tell" van Rossini. Ook de Lie der-fantasie van Schubert,
vooral het „Ave Maria" aan het slot, was heerlijk schoon.
De overige stukken van het piogramma gaven aan de
verschillende krachten, waaruit de kapel is samengesteld,
ruimschoots gelegenheid om van hunne talenten afzon
derlijk te doen blijken; om van andere soWs te zwijgen,
wijzen wij slechts op de uitstekend voorgedrageae pas
sages voor klarinet, hoboë, fluit en cornet k piston in
„La Parisienne" en „Le carnaval de Venise", beiden
gecomponeerd door den verdienstelijken kapelmeester.
Aan het slot van het concert voerde hot muziekkorps
het „Wien Neêrlandsch bloed" en het „Wilhelmus" met
volle kracht en tonen uit, hetwelk door het publiek
met levendige toejuichingen begroet werd. Een luide kreet
van „leve Dunkier!" weergalmde door de zaal, toen de
burgemeester van Vlissingen het orkest beklom en den
beroemden directeur de hand schudde. Daardoor be
wees het publiek dat de heer Winkelman aller tolk
was, toen hij zijn dank voor het gesmaakte kunstgenot
uitbracht.
Het bal na afloop van het concert was druk bezocht
en zeer geanimeerd. Het orcliest was bezet door de
vereenigde muziekkorpsen van het 8e regiment infan
terie en het regiment veld-artillerie; het bal werd ge
dirigeerd door den heer J. F. Liesoy uit Middelburg.
Heden worden de feestelijkheden besloten met de uit
voering van zangstukken in de concertzaal door kinderen
van de sehool voor on- en minvermogendenonder
leiding van den hoofdonderwijzer W. van Kamerdoor
kinderen van de zangschool van de Maatschappij tot nut
van 'talgemeen, van de weezen en leerlingen van de
openbare lagere scholen van de hoofdonderwijzers P. Fret
en H. A. Sitsen, en door kinderen van de school voor
Christelijk nationaal onderwijs, hoofdonderwijzer P. J.
Kloppers; voorts eene muziekuitvoering op de Markt en
een heden avond te houden volksbal in de concertzaal.
De commissaris des konings in Zeeland heeft heden
morgen een telegram van Z. M. den koning ontvangen,
naar wij vernemen van den volgenden inhoud:
„Het strekt mij tot bijzonder genoegen Uhoogwel-
geboren te berichten dat ik goedgevonden heb de heeren
burgemeesters van de steden Veere, Middelburg en
Vlissingen te benoemen tot ridders der orde van den
Nederlandschen leeuwen den heer hoofdingenieur der
waterwerken, Simon, tot ridder der orde van den
gouden leeuw van Nassau, Uhoogwelgeborenals per
soonlijk blijk van bijzondere hoogschatting voor alles
wat Uhoogwelgeboren in zake der calamiteuze polders
van Zeeland zoowel als in zake der grootsche kanaal-
en havenwerken, gisteren door mij geopend, heeft ver
richt, te benoemen tot ridder 2*ê klasse van den gouden
leeuw van het huis van Nassau, daar elke dienst aan
de provincie Zeeland bewezen onafscheidelijk verbon
den is aan het welzijn van het huis van Oranje-Nassau.
„Willem."
Heden avond te 9 uren wordt eene serenade gebracht
aan den commissaris des konings in Zeeland en den
burgemeester van Middelburg.
De gemeenteraad van Vlissingen heeft zich heden
tot den burgemeester begeven, om hem geluk te wen-
Bchen met de onderscheiding hem te beurt gevallen.
Men leest in Het Vaderland
„Met zekerheid vernemen wij, dat de heer van den
Bossche geweigerd heeft de portefeuille van koloniën
aan te nemen, en dat de heer van Lijnden er tot nogtoe
niet in geslaagd is een nieuwen minister van koloniën
te vinden."
De minister van binnenlandsche zaken heeft bepaald,
dat de verkiezing van een lid van de tweede kamer
der staten-generaal in het hoofdkiesdistrict Rotterdam,
ia de plaats van den heer 0. van Ree3, zal plaats heb
ben op Dinsdag 30 September a. en de herstemming,
zoo die noodig mocht wezenop Dinsdag 14 October a.
De Staats-courant van heden bevat een koninklijk
besluit waarbij wordt bepaalddat de tegenwoordige
vergadering van de staten-generaal zal worden gesloten
op Zaterdag den 13tn September a., des namiddags te
2 uren, en waarbij de minister van binnenlandsche za
ken wordt gemachtigd, om zich op bovengemeld tijdstip
te begeven in de vergadering der staten-generaal, ten
einde in vereenigde zitting der beide kamers in naam
des konings de vergadering te sluiten.
Door den Nederlandschen consul te Emden is de heer
A. F. Brons aangesteld als zijn vice-consul aldaar.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
ridderorden. Benoemd tot ridders der orde van
den Nederlandschen leeuw J. Fransen van de Putte,
lid van de eerste kamer der staten-generaal; jonkheer
mr. J. W. M. Sehorer, burgemeester van Middelburg;
H. P. Winkelman, burgemeester van Vlissingen, en
mr. J. Snijderburgemeester van Veere.
eereteekenen. Vergunning verleend aan den voor
den dienst in Oost-Indië bestemden soldaat M. graaf von
Tattenbach, van het koloniaal werfdepottot het
dragen van het Beiersche herinueringsteeken voor het
deelnemen aan den veldtocht tegen Pruisen in 1SÜ6.
rechterlijke macht. Benoemd tot kantonrechter
te Naaldwijk mr. C. Krabbe, thans griffier bij hel kan
tongerecht aldaar.
notariaat. Benoemd tot notaris binnen het arron
dissement 's Hertogenboschter standplaats de ge
meente Drunen, P. G. A. Kuypers, candidaat-notaris
aldaar.
belasting-en. Opgeheven het ontvangkantoor der
directe belastingen en accijnsen te Hattem c. a., zooals
het thans bestaat, en zijn de gemeenten Hattem en
Oldebroek toegevoegd aan het ontvangkantoor derzelfde
middelen te Elburg c. a. onder voortdurend beheer van
den tegenwoordigen titularisjonkheer C. W. von Wei-
Ier tot Poelwijk.
telegraphie. Benoemd, op verzoek, tot telegrafist
3e klasse A. van Pesch, thans directeur van een der
rijkstelegraaf-kantoren, en tot direeteu van een der
rijkstelegraaf-kantoren G. M. de Bloeme, thans telegra
fist 2'" klasse.
marine. Bevorderd tot kapitein-luitenant ter zee,
de luitenant ter zee le klasse J. A. E. Dinaux; tot
luitenant ter zee le klassede luitenants ter zee 2e klasse
M. A. Medenbach en R. Wij mans, en tot luitenant
ter zee 2e klasse, de adelborsten lc klasse A. Voor
molen en W. Römer.
leger. Benoemd bij het personeel van den genees
kundigen dienst der landmacht, tot officier van gezond
heid le klasse (naar ouderdom van rang), de officier
van gezondheid 2e klasse F. S. W. de Ronde, van ge
meld personeel; tot officier van gezondheid 2e klasse
(naar ouderdom van rang), de officier van gezondheid
3e klasse C. G. Luytmede van genoemd personeel
bij het wapen der infanteriebij het le regiment, tot
kapitein 3C kla38e (naar ouderdom van rang), delclui-
teuant jonkheer A. W. van Reigersberg Verslmjs, van
het regiment grenadiers en jagers; tot leu luitenant
(naar ouderdom van rang), de 2e luitenant P. P. J. Lig-
nac, van het korpsbij den plaatselijken staf tot 2en
luitenant plaatselijken adjudant: te 's Hertogenbosch,
de sergeant B. R. de Breuk, van het 6e regiment in
fanterie, te Dordrecht; de sergeant H. L. Loots, van
het algemeen depot van disciplinegedetacheerd bij het
departement van oorlog.