MIDDELBURGSCHE
COURANT.
1° 214.
Dinsdag
1873.
9. September.
De Ijaueit® kij ülubïiitgen.
ZFEZBSTTTITG-A-^VIE-
-."'i
i**.L
t/.A. vrni-JITietui/ertAover,
A. Buitenhaven.
B. Groote of dubbele schutsluis.
C. Sluismeestcrswoning.
D. Havenstation.
E. Goederenloodsen.
F. Sheds.
G. Eerste binnenhaven.
H. Tweede binnenhaven.
I. "Verbreed kanaal.
j. Bergingsdok voor sluisdeuren en bank-
plaats voor Rijnschepen.
K. Kanaal van Vlissingen naar Middelburg.
L. Locaalstation.
M. Weg van "Vlissingen naar de stations.
N. Middelburg.
O. Schelde.
Middelburg 8 September.
Het is een eclit Nederlandsch feest watthans
te Vlissingen gevierd wordt.
De opening van nieuwe havens en van den spoor
weg die tot den rechteroever van de Schelde,
in onmiddellijke verbinding met die havensdoor
loopt, stelt Nederland in het bezit van een handels
weg, voortreffelijker dan liet er ooiteen bezeten beeft.
Bijna acht jaren is het geleden dat de tweede
kamer, na langdurig debat, na heftige bestrijding,
de zoo krachtig door Tborbecke verdedigde onteige
ningswet aannam later ook door de eerste kamer
aangenomen en door den koning bekrachtigd
waardoor eerst do zekerheid verkregen werd dat
de werken waarop men zoo lang gehoopt had zou
den uitgevoerd worden.
Met de voorbereidende werkzaamheden werd nu
spoedig aangevangenmaar toch duurde het nog
eenige maanden alvorens de spade in den grond werd
gestoken. Sedert is echter onafgebroken gearbeid,
zonder dat groote tegenspoed, buitengewone ram
pen of onherstelbare misslagen, waardoor zoo me
nigmaal elders de uitvoering van groote plannen
vertraagd weid, zoo niet opgegeven moest worden,
tot teleurstelling aanleiding gaven. Wel is liet
gcheele werk nog niet voltooid, maar toch zoover
is liet gevorderd dat de schepen de nieuwe havens
kunnen bereiken en in de onmiddellijke nabijheid
der losplaats denspoortrein vinden, gereed om
hunne lasten over gansch Europa te verspreiden.
"Vele millioenen heeft het werk gekosteenige
millioenen zullen nog gevorderd worden om hot aan
het beoogde doel te doen beantwoorden. Maar dan,
wanneer met onbekrompenheid van inzicht liet
grootseh aangelegde werk grootscli voltooid wordt,
kan men ook verzekerd zijn een krachtig middel
tot verlevendiging van handelsverkeer te hebben tot
stand gebracht dat voor Nederland schatten zal j
afwerpen.
Om met een paar woorden een denkbeeld te
geven van de doelmatigheid van het omvangrijke
werk want tot eene uitvoerige beschrijving is
hier de plaats niet zij hier slechts vermeld, dat
aan een altijd bereikbaar punt van den Sclielde-
mond zich thans eene veilige haven opent welke,
hij eene lengte van 670 meters, eene wijdte heeft
aan den mond van 180 en over de grootste breedte
van 260 metersterwijl de diepte eerlang 8.50 me
ters onder Amsterdamsch peil zal hebben bereikt
dat deze buitenhavendoor een dubbele sluis, waar
van het eene gedeelte aan de grootste schepen
doortocht verleent, in verhand staat met binnen
havens waarin ruim 200 schepen van het aanzien
lijkste charter kunnen geborgen worden; dat liet
met deze havens verbonden kanaal tot Middelburg
leidt en verder doortocht geeft naar het noordelijk
deel der Zeeuwsche; stroomen.
Kunnen dus eensdeels de schepen die hunne las
ten te Vlissingen lossen dadelijk per spoorweg naar
alle oorden van Europa verzendenook tot vervoer
te water naar onze onschatbare rivieren is ander
deels zoowel door het kanaal van Walcheren als
door dat van Zuid-Beveland nu uitmuntende gele
genheid.
Een veel te Aanwen indruk geeft het aan het
hoofd van dit feestnommer geplaatste schetsje a vol
d'oiseau, en een dezer dagen verschenen, keurig
uitgevoerdekaart kan zeker met meer vrucht wor
den geraadpleegd om het werk beter te leeren
kénnen en waardeeren, maar toch kan liet moge
lijk eenigszins dienen om de beteekenis te doen
uitkomen van de vreugde die zoo veel Nederlanders,
in deze streken samengekomen, vervult. Die vreugde
wordt volkomen gerechtvaardigd door het belang dei-
gebeurtenis die wij lieden vieren en die schitterend
belooft te zijn in de gevolgen.
Spoorwegen, alom zoo begeerd uit liet oogpunt
van gemak voor binnenlandsch verkeermet
hoeveel overleg hun net ook over het geheele land
verspreid wordt, worden, op zichzelven staande,
geen bronnen waaraan voortdurend welvaart ont
springen kan. Eerst dan wanneer hunne lijnen
uitloopen op goede havens, wanneer zij voor het
internationaal handelsverkeer betere, kortere wegen
scheppen dan de nog bestaande, en aan de zich
steeds uitbreidende eischen van tijdbesparing van
lieverlede bevrediging schenken, eerst dan worden
zij voor een land van onberekenbaar voordeel.
In dien zin wordt door de opening van de nieuwe
rijkshavens de kroon gezet op het, na lange aarze
ling eindelijk opgetrokken gebouw onzer spoor
wegen. Onder de handeldrijvende volken komt
Nederland nu als het ware weder tot zijne vroegere
rechten. Op de materieele voordeelen die ons daar
door verzekerd worden wijzen wij alzoo in de eerste
plaats. Meer redenen zijn er echter die ons heden
stof tot blijdschap geven. Niet vermeerderde wel
vaart is liet waaraan Nederland op dit oogenblik
het allermeest behoefte heeftgemis aan veerkracht,
wantrouwen in of onbewustheid van eigen krachten,
onvoldoende opgewektheid tot handelentot het
voortstreven op de baan van ontwikkeling, zijn dit
niet gebreken waaraan onze natie lijdt, en moet men
hierin niet even zoovele oorzaken zoeken waardoor wij
eene minder eervolle plaats in de rij der volken
innemen dan waartoe wij ons zouden kunnen ver
heffen? Zoo ja, ligt dan ook in de gebeurtenis
van beden niet een grond te meer voor levendige
I feestvreugde? Het thans voltooide werk, dat wij
I voor een groot deel aan de volharding van enkelen
te danken hebben, moge ons dan aan de eene zijde
j doen zien dat de krachten niet ontbreken, maar
slechts opwekking behoeven, dat wij nog iets grootscli
I kunnen tot stand brengen wanneer slechts de vaste
I wil daartoe aanwezig is, en aan de andere zijde
moge dc aanschouwing van hetgeen reeds verricht