STATEN-GENERAAL. tweede kamer. De minister van justitie had, in zijn astwoord op het verslag der tweede kamer over het wetsontwerp tot aanvulling van art. 96 van het wetboek van strafvor dering, omtrent twee punten nadere inlichtingen toe gezegd. Het eerste punt betrof de vraag ot Engeland in die gevallen, waarin een getuige volgens onze wetten op grond zijner godsdienstige gezindte in plaats van den eed, eene belofte aflegt, met eene zoodanige onder ver band der belofte afgelegde verklaring genoegen zal nemen. De vraag kan thans bevestigend worden beantwoord, op grond van te dier zake langs diplomatieken weg ingewonnen inlichtingen. Door de Engelsche regeering wordt medegedeeld, dat volgens de bepalingen van verschillende Acts of parliament, bij het afleggen van getuigenis in strafzaken de eed ban worden vervangen door de belofte, zoo dikwijls bij den getuige godsdien stige bezwaren tegen de eedsaflegging bestaan, terwijl eene zoodanige onder verband der belofte afgelegde verklaring alsdan even geldig en verbindend is, alsof zij onder eede was afgelegd, en dat derhalve, voor zooverre door de Nederlandsche wetten aan de getuigen in zoodanig geval de bevoegdheid wordt verleend den eed te vervangen door de belofte, daaraan met betrek king tot de uitlevering gelijke kracht zal worden toe gekend als aan een beëedigd getuigenis. In verband hiermede is een wetsontwerp tot wijziging van n° 14 der Extradition-Act van 1870 den 21 Juli jl. bij tweede lezing in het Britsche lagerhuis aangenomen. Het tweede punt betrof de vraag of de Amerikaan- sche regeering wel zoo sterk vasthoudt aan het begin sel, waarop tot dusver de onderhandeling met Enge land is afgestuit. Door den minister is, naar aanleiding dier vraag, een onderzoek ingesteld naar de bepalingen die in de verschillende uitleverings-tractaten, door deVereenigde staten na 1857 gesloten, te dier zake voorkomen, en daaruit is gebleken, dat bij al die Iractaten, voor zoo verre zij den minister bekend zijn gewordende uitle vering alleen dan wordt toegeataan, wanneer het mis drijf aanvankelijk in die mate is bewezen, als noodig zou zijn voor de aanhouding en de terechtstelling van den beklaagde, ware het misdrijf gepleegd in het land waar hij gevonden wordt. Uit de bepalingen daaromtrent in het tractaat met Hayti van 3 November 1864 en in het tractaat me.t Vene zuela van 27 Augustus 1860 voorkomende, moet worden afgeleid, dat ook, al schijnt de Amerikaansehe regeering in 1857 van bovengemeld beginsel te zijn afgeweken, er alleszins grond bestaat om te vermoeden, dat deze mogendheid tbans, evenzeer ais Engeland, bezwaar zal maken zonder overlegging van beëedigde getuigenissen uitlevering toe te staan. GEMEENTERAAD VAN GOES. Zitting van Donderdag 4 September. Voorzitter de heer Blaaubeen. Afwezig de heeren de Meulemeester, Quist en Pompe van Meerdervoort. Na goedkeuring der notulen, wordt medegedeeld, dat de hoveniering aan den Oosthavendijk jl. Zaterdag is verpacht aan J. J. van den Broeke voor f 131 'sjaars; dat de rekening en begrooting van den schuttersraad is ingekomen en verzonden naar de fiancieele commis sie; dat de heer Fransen van de Putte opnieuw is ge delegeerd als voorzitter der directie van de bank van leening; dat het 1° suppletoir kohier vandenhoof- delijken omslag is goedgekeurd; dat van de directie der leenbank bericht is ingekomen, dat mr. Liebert, op zijn verzoek, tegen 1 Januari 1874 eervol is ontslagen als boekhouder, en in zijn plaats benoemd A. Schraver Kz. tot dusverre adsistent-boekhouderen dat de benoemde eene opgave zijner borgen heeft ingediend, welke naar de directie wordt verzonden om bericht en raad. De rekening der gemeente over 1872 wordt goedge keurd en voorloopig vastgesteld in ontvangst op f 91,735.374- en uitgaaf op 87,629.984, dus met een goed slot Van f 4105.39. Daarna worden benoemd: a tot lid en voorzitter der financieele commissie de heer J. G. de Witt Hamer, beide keeren met 8 stemmen b tot voorzitter van het burgerlijk armbestuur de heer J. A. A. Fransen van de Putte met 7 stemmen, (de beeren Del Baere, de Witt Hamer en Busing ver kregen ieder 1 stem); c tot leden van het armbestuur de heeren N. J. F. Ver hoeve en C. E. Massee, beiden met algemeene stemmeu d tot leden der commissie van kaserneering de heeren T. Callenfels met 8, C. L. de Meulemeester met 8 en M. J. de Marees van Swinderen met 7 stemmen. e tot leden der commissie van clasificaiie van de min- en onvermogende schoolkinderen jonkheer de Marees van Swinderen met 6 stemmen 2 stemmen op den heer de Witt Hamer, 1 op den heer C. A. van Renterghem en 1 op den heer de Meulemeester); f tot lid der commissie voor het ontwerpen der straf verordeningen mr. J. Gr. de Witt Hamer met 9 stem men (1 op den heer de Marees van Swinderen). Eindelijk wordt aan den heer P. J. F. van Voorst Vader, op diens verzoek, wegens vertrek, eervol ont slag verleend als lid van het burgerlijk armbestuur. Öuitmtcmö. ALGEMEEN OVERZICHT. Het Journal officiel van gisteren bevat vier regels, die ondanks den lakonieken stijl ongetwijfeld in geheel Frankrijk een indruk zullen maken als zelfs niet het hoste artikel van John Lemoinne in staat zou wezen I teweeg te brengen. Zij zijn van den volgenden inhoud: „Alle maatregelen zijn genomen voor de betaling op 5 September van den laaf sten termijn der oorlogsver goeding, verschuldigd aan bet Duitsche rijk." Heden dus zal Frankrijk al zijne verplichtingen tegenover Duitschland vervuld hebben niet alleen, maar ook gerui- men tijd vroeger dan het tijdstip, hetwelk daarvoor in het vredestractaat van Frankfort bepaald was. Weldra zullen de uiterlijke kenteekenen der grooto nederlagen van het Fransche gebied verdwenen zijn en alleen het verlies van Elzas Lotharingen blijft als zichtbaar teeken over om de herinnering aan den noodlottigen oorlog van 1870/71 levendig te honden. Reeds den 30en Au gustus is de eerste trein met Duitsche kantonnements- stukken en oorlogsmaterieel uit Verdun vertrokken, en sedert dien datum loopen dagelijks zulke treinen naar het Duitsche rijksland. Do uiterste termijn, binnen welken de geheele ontruiming moet plaats hebben, is volgens de laat6te overeenkomst te Berlijn gesloten op den 20L'n dezer maand vastgesteld. Een bericht uit Verdun aan de Agence Havas zeide vóór een paar dagen „wij kennen de Pruisen te goed om te gelooven dat zij tot den laatsten dag van het voorrecht der overwinning gebruik zouden maken." Die goede verwachting wordt niet beschaamd; in een artikel van de officieuse Pro- vincial-Correspondenz van gisteren wordt gezegddat Verdun den 8on of 9cn dezer maand geheel ontruimd zal wordenMaandag of Dinsdag a. verlaat dus de laatste Duitsche soldaat het Fransche grondgebied. „Op zulk een dag zegt le Temps kan er in Frankrijk slechts éen gevoel bestaan, namelijk dat van een patriotisehe vreugde die alle Fransche harten vereenigt, zonder nevengedachten, zonder en boven partijbedoelingen en belangen." Dat gevoel zal zeker op dien dag der verlossing niet outbreKen, maar zal het langer dan dien éenen dag aanhouden? Of liever zal die dag van algemeene patriotisehe vreugde niet de aanvang zijn van heftiger partijtwisten? Het is maar al te zeer te vreezen, vooral wanneer de monarchalen hun dwaze plan tot restauratie van het koningschap onder Chambord niet laten varen, m. a. w. wanneer de partij der „moreele orde" tegen de materieele orde blijft samenspannen. De niet rechtschapene Frauschen volgens de klassificatie van den hertog de Brogliede republikeinen in éen woordhebben gisteren opnieuw blijken gegeven van bezadigdheid en ingetogenheid. De derde gedenkdag van de proclamatie der republiek door de Parijsche afgevaardigden van het Wetgevend lichaam op het Hotel de Yille te Parijs is in geheel Frankrijk in de beste orde voorbijgegaan. Hier en daar hebben banketten met een streng privaat karakter plaats gehad, maar politieke manifestatiën die eenigs- zius naar buiten werken zijn nergens voorgekomen. Het vertrouwen op de bezadigdheid der republikeinen moet zelfs zeer groot geweest zijn tenzij de rede in den overmoed der regeering gezocht meet wordenwant nergens werden militaire voorzorgsmaatregelen genomen of zelfs de troepen in de kazernen geconsigneerd Een andere vraag is het, ot de tijd er trouwens wel naar is om de republikeinen zeer feestelijk te stemmen, terwijl de machthebbende partij de troonsbestijging van Henri V voorbereidt? Ongetwijfeld kan de repu bliek deze donkere wolkendie Frankrijk's toekomst verduisteren, nog zeer goed wegvagenkrakende wagens loopen vaak het langst en niet zelden hebben troon pretendenten de ondervinding opgedaan, dat zij nooit verder van de vervulling hunner wenschen verwijderd waren dan juist op het oogenblik, waarop hun schijn baar niets anders overbleef dan den voet op de treden van den troon te plaatsen; maar men moet erkennen datvergeleken bij den tweeden gedenkdag van de stichting der republiek, de monarchalen ontzaglijke vorderingen gemaakt hebben. Zooals de zaken thans staan, is het zeer wel mogelijk, dat bij een luidruch tige viering van den 4cn September cp veler lippen de vraag zou zwevenof het geboorte- of het lijkfeest der republiek gevierd werd? De benoeming van den markies d' Harcourt als Fransch gezant te Weenen is on$erteekenddie van den hertog de Decazes te Londen ^al morgen of Woensdag a. vol gen. De nieuwe gezan.t aan het Weensche hof zal zich spoedig naar zijn pos^ begeven, waarschijnlijk reeds den 15eu dezer maand, teneinde aldaar tegenwoordig te zijn tijdens het bezoek/van Victor Emmanuel. De heer de Chaudordy, die eerst tot Fransch gezant te Weenen be stemd was, werd door de Oostenrijksche regeering als persona ingrata geweigerd, omdat zijne richting wat al te clericaal way, zooals door een Parijsch correspon dent der Kölniéche Zeitung gezegd wordt. In de Oostfcnrijksch-Hongaarsche monarchie is men echter in dit' opzicht niet verwend, en de feodalen en Czechen sptren geene moeite om de ultramontaansche plant door nieuwen toevoer van water en lucht voor verdorring fof afsterving te behoeden. Tot bevordering van harenbloei is te Praag een groot clericaal feest op het getouw gezet, dat den l™ dezer maand aangevan gen nietc minder dan vijf w.eken zal duren.- Het geldt het negende eeuwfeest der stichting van het bisdom van Praag. Behalve de priesters van het geheele bisdom wordt ook door kerkvorsten van andere natiën aan de reeks van feesten deelgenomen. Onder deze laatsten be hoort de bisschop van Mainz, de bekende ultramontaan von Ketteler, die als tweede redenaar optrad en van dit feest een politieke demonstratie tegen het Duitsche rijk maakte. Zijne redevoering handelde over de kerk en het pausdom gaf natuurlijk ruimschoots gelegenheid tot afwijkingen op politiek gebied. „De kerk is vrij van dwalingen, want zij is geen werk van menschenhanden, maar een werk Gods. De kerk heeft een eeuwige le venskracht haar taak is de bestrijding van bare vier vijanden: de dwalingen van den mensehelijken geest [in niet-ultramontaanscben stijl: de wetenschap], de hartstochten van den zinnelijken mensch, het ruwe ge weld en de misbruiken van den staat [mlgode moderne staat, de vrijheid en het liberalisme]. Op deze vijanden is het woord van Christus toepasselijk„„de wereld zal u haten." enz. Dat bij de uitwerking van dit thema Duitschland, de keizer en de rijkskanselier niet gespaard werden, behoeft nauwelijks gezegd te worden. Het Wiener Tageblatt is over het optreden van bis schop von Ketteler verre van gesticht en vraagt, waarom het aan een vreemd priester geoorloofd is om op zoo onbeschaamde wijze de Oostenrijksche gastvrij heid te schenden, dat hij in eene Oostenrijksche kerk ongehoorzaamheid aan de wetten, onderlinge haat der burgers en opstand tegen de wettige regeeriDg durft prediken? Had de Mainzer bisschop in zijn diocees zulk een heftige taal doen hooren, dan zou de zaak nauwelijks de aandacht waard zijn, want vorm en inhoud wijken hoegenaamd niets af van hetgeen men gewoon is van de leiders der ultramontaansche partij te hooren. Dat hij Praag voor zijne demonstratie koos, maakt de zaak ernstiger en lokt waarschijnlijk eene waarschuwing van Berlijn aan het kabinet te Weenen uit, om in het vervolg een wakend oog op deze heeren te vestigen. Het verstandigst in deze geheele zaak is zeker het orgaan der zoogenaamde joDg-Czechische partij, de NarodDi Listy, die van het geheele ultramontaansche feest te Praag volstrekt geen notitie neemt. Mag men de inlichtingen der Neue freie Presse gelooven, dan legt ook de bevolking in het algemeen groote onver schilligheid aan den dag. Te Madrid is de ministerieele crisis dan toch tot uitbarsting gekomen. Het bemiddelingsvoorstel, om de toepassing der doodstraf in elk speciaal geval aan het oordeel der Cortes over te laten, is met 88 tegen 82 stemmen verworpende meerderheid was van oordeel, dat deze bepaling elke poging der bevelhebbers tot herstel der discipline geheel verlammen moest. Salmerou is met zijne ambtgenooten afgetreden en Castelar zal waarschijnlijk een nieuw kabinet vormen. Dat de geheele inrichting der Spaansche republiek in de hoogste krin gen ook nog veel te wenschen overlaat blijkt opnieuw uit deze gebeurtenis. Terwijl het noorden en zuiden in opstand zijn en de burgeroorlog op Cuba voortwoedt, treedt een kabinet at op de onder zulke omstandighe den cnbeteekenende quaestie der afschaffing van de doodstraf, terwijl de vertegenwoordiging twee dagen te voren met groote meerderheid het grootste blijk van vertrouwen in zijn beleid en van goedkeuring zijner politiek gat, hetwelk een parlement kan geven, name lijk de toestemming tot schorsing der zittingen en de toekenning van bijna dictatoriale macht gedurende het reces. Dit zijn voor niet-Spznjaarden ondoorgrondelijke cosas spana Éjattïrclsbmcljtm. GRAANMARKTEN ENZ. Geet, 5 September. Nieuwe roode en witte tarwe ad 100 kilo ff. 40.rogge op staal ff. 18.75; gerst fr. haver fr. 17.25 a fr. 21.boekweit fr. 21. paardenboonen fr. 20.50; koolzaad fr. 40.25; lijnzaad fr. 39.50; lijnkoeken fr. 27.koolzaadkoeken fr. 21. boter fr. 3.per kilogram eieren ff. 2.45 per 26 stuks. Amsterdam 5 September. Raapolie op zes weken 38. Lijnolie op 6 weken 39 PRIJZEN VAN EFFECTEN. Amsterdam 5 September 1873. Nederland *Certific. Werkelijke schuld. ♦dito dito dito ♦dito dito dito ♦Aand. Handelmaatschappij ♦dito exploitatie Ned. Staatssp. Belgie. ^Certificaten bij Rothschild Frankrijk. ♦Inschrijvingen dito Rusland. ♦Obligatiën 1798/1816 ♦Certific. adm. Hamburg *dito Hope C°. 1855 6e serie ♦Cert. f 1000 1864 *dito. f 1000 1866 ♦Loten 1866 ♦Oblig.Hope C°.Leening 1860 *Certific. dito ♦Inscript. Stieglitz C°.2ea 4L. ♦Obligatiën 1867—69 ♦Certificaten ♦Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. 24 pet 574-4 3 69 4 92 44 1354 109 24 3 54 5 5 5 l 771 5 S8£ 5 99A 5 991 5 2571 4 76A 4 761 4 78| 6 5 l 2311

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 3