3laan." Wanneer er eenige leden van het rechter-cen- trum gevonden worden, die deze gezonde beginselen zijn toegedaan, wat blijft er dan over van de meer derheid van den 24en Mei ten getale van 14 stemmen, wanneer het geldt de monarchie te vestigen? Hoever de haat der coalitie jegens Thiers gaat, kan uit het laffe beweren van den legitimistisehen Francais blijken, die d9 ovaties die Thiers te Belfort en in den Elzas ontving toeschrijft aan een mol d'ordrehetwelk de radicalen van von Bismarck ontvingen. Le Francis schijnt geheel vergeten te hebben, wie in Maart 1871 de guerre a outrance wenschtende legitimisten of de radicalen? De Duitsche autoriteiten werkten deze manifestatiën zoo weinig iji de hand, dat te Mühlhau- sen uitdrukkelijk bevel gegeven was om niet alleen de toegang tot de wachtkamer 1° klasse, maar tot het geheele platform voor het publiek te sluiten. Alleen de stedelijke autoriteiten werden toegelaten om, zooals in het Duitsche officieuss blad gezegd werd, hun „de ge legenheid te geven om eer te bewijzen aan den staats man, die, ondanks de grootste moeilijkheden, met nauw gezette trouw en ijver de verplichtingen tegenover Duitschland nakwam." Naar aanleiding van het bezoek, hetwelk de Duitsche kroonprins cp dringend verzcek van den Deenschen kroonprins aan de koninklijke familie te Kopenhagen breDgt, schrijft de officieuss Faedrelandet„Dat de kroonprins van Denemarken den Duitschen kroonprins, wiens gast hij geweest is, heeft uitgenoodrgd naar Kopen hagen te gaan, getuigt van zijn politieken tact. Hoewel Denemarken zijae aanspraken op Noord Sleeswijk niet opgeeft, bestaat er toch geene aanleiding om zich tegen over den gast van het koningshuis, die door zijn bezoek zijne belangstelling voor het land aan den dag legt, on beleefd te gedragen." Na deze toelichting is het duide lijk, welke waarde men aan de officieele plichtplegingen en toasten moet hechten, waarvan in verdere berichten omtrent dit bezoek melding gemaakt wordt. Een telegram uit Bilbao van den 16cn dezer meldt dat de Fransche en Eagelsche eskaders zich gereed maken om wegens de schending huDner vlag handelend tegen de Carlisten op te treden. Waarin dit bestaan zal, wordt niet gemeld; maar veilig kan men aanne men dat niet dan in de uiterste noodzakelijkheid tot maatregelen van geweld zal worden overgegaan. Mis schien geeft dit bericht niets anders dan een wensch van de inwoners van Bilbao, die niets liever zouden zien dan dat de Carlisten door de vreemde marine ge dwongen werden om de insluiting der stad op te geven Uit Perpignan meldt een bericht uit Carlistische bron dat Saballs, don Alfonso en Tristany de republikeinen versloegen, 200 man buiten gevecht stelden en éen kanon buit maakten. Het heeft echter allen schijn alsof in dit bericht hetzelfde gevecht bedoeld wordt, waarin volgens het gisteren vermelde regeeringstele- gram de Carlisten op de vlucht gejaagd werden. Aan welke zijde de waarheid is, is moeilijk te zeggen, maar zeer waarschijnlijk is de geheele zaak niet belangrijk genoeg om dit te weten. De feesten te Antwerpen. Het is onmogelijk om bij de beschrijving der feesten te Antwerpen niet in herhalingen te vervallen. De groote beteekenis en het groote belang der feesten is de geest drift, waarmede de koning en de leden der koninklijke familie ontvangen werden. Die geestdrift openbaarde zich reeds bij de aankomst en was voortdurend klimmende, maar de wijze waarop zij geuit wordt is natuurlij k overal de zelfde, overal even luidruchtig en even meêslepend. Wilde men dus van de toejuichingen, bravo's en begroetingen spreken, die de koning op zijn ganschen weg en op iedere plaats ontvangt, men zou daarin geene afwisseling kunnen bieden. De hoofdzaak is dat alle feesten volgens progam- ma plaats hebben en uitstekend slagen behalve de verlichting van Maandag avond, die letterlijk uitre gende. Ook het landelijk feest in den Cercle artistique et littéraire viel wegens dezelfde reden in den waren zin des woords in het water, en alleen de gala-voorstelling in den koninklijken schouwburg had niet onder het slechte weder te lijden. De voorstelling van „le Roi Va ditdoor de artisten van de Parijsche Opéra comique was inderdaad schitterend. Tengevolge van het banket van den Antwerpschen handel woonden de koninklijke gasten de voorstelling slechts gedurende korten tijd bij, doch lang genoeg om ook hier de aan wezigen in de gelegenheid te stellen van hunne sym pathie voor den vorst en zijne familie te doen blijken. Me.t een enkel woord komen.wij nog op het banket terug om aan de volgende opmerkingen van den correspon dent der Indépendance beige plaats te geven. „Laai mij u nu zeggen dat hetuit een materieel oogpunt be schouwd, ook aan zijne moreele beteekenis beantwoordde, en tevens dat de tafel zeer eigenaardig geschikt was. „De Antwerpsche handel zeer liberaal zooals gij weet heeft op het gevoel der clericale ministers ge werkt. Hg had do handigheid gehad om de heeren Malou en Delcour elk tusschen twee schoone vrouwen te plaatsen. Het gelaat van den heer Delcour glinsterde, en hij droeg met fierheid het grootkruis van de orde van den heiligen Mauritius en Lazarus op de borst. Wat zal de gevangene van het Vaticaan van dit alles zeggen „De koning had ter rechter zijde de koningindaar naast den graaf van Vlaanderen; ter linkerzijde de gravin van Vlaanderen, daarnaast den beer Maquinay, president van de kamer van koophandel. Mevrouw de Wael, de echtgenoote van den burgemeester, zat aan de rechterhand van den graaf van Vlaanderen. „Eene bijzonderheid die niet onopgemerkt bleef was, dat drie mannen die zeer veel bijgedragen hebben tot de stichting van België, naast elkander zatende heeren Charles Rogier, generaal de Brialmont en generaal Renard." Gisteren was het weder opnieuw gunstigdaarentegen stonden op het programma van dezen dag kalmere feestelijkheden. De koning bezocht den grooten kathe draal, daarna de versierde haven, waar hij den nieuwen steamer St. Jago voor de lijn op Valparaiso in oogen- schouw nam, en woonde vervolgens het leggen van den eersten steen bij der gebouwen, bestemd voor de nieuwe haven-etablissementen. De burgemeester sprak bierbij den koning in eene uitvoerige rede aan, welke bij beant woordde door opnieuw de verzekering zijner belang stelling in den Antwerpschen handel en scheepvaart te geven. Des namiddags bezichtigde de koning in het museum de schilderijen van de Leys, den zoölogischen tuin, het genootschap voor gymnastiek en daarna was hij tegenwoordig bij de onthulling van het standbeeld van de Leys op den boulevard des Arts. De uitvoerige rede, welke de burgemeester ook hier weder tot den koning richtte, beantwoordde deze met de volgende woorden „Vooial op bet oogenblik waarop ik de schoone zaal verlaten heb, waar ik de meesterstukken van de Leys bewonderdewaardeer ik de hulde te meer die hier aan den Antwerpschen schilder gebracht wordt, die door niemand meer dan door mij bewonderd wordt." De Venetiaansche nacht op de Schelde overtrof aller verwachting. Een oogenblik dreigde bet weder het feest te bederven, maar gelukkig kwam geen regen opnieuw de vreugde verstoren. Eene beschrijving te geven van de zee van licht en vuur op de Schelde schijnt on mogelijk. Vooral van 9 tot 10 uren tijdens de tegen woordigheid der vorstelijke personen was het tafereel waarlijk tooverachtig en verblindend. Een schitterend vuurwerk, eindigende met een gouden vuurregen ron dom de woorden: Vive le Roi! vive la Reine! be sloot gisteren avond de feesten ter eere van den koning. ütmgcliucrk WANDELINGEN DOOR DE WEENSCÜE TENTOONSTELLING. Industrie en macb.ineriën I. Terwijl op de Parijsche tentoonstelling van het jaar 1867 een systeem was aangenomen, dat tegelijkertijd de geographische groepeering der natiën als het plaat sen van gelijksoortige voorwerpen onder éene rubriek mogelijk maakteis te Weenen alles verspreid. De man van het vak, die b. v. de leer-industrie der verschillende landen vergelijken wil, moet die minstens op twintig verschillende plaatsen zoeken. Door het te Parijs ge volgde stelsel werd dit bezwaar vermedenhet indus trie paleis bestond aldaar uit een groot aantal cirkels om hetzelfde middelpunt, welker stralen de geogra phische onderscheiding aanduidden en waarvan dekring de indeeling naar de soort aangaf. Daarbij bestond wel is waar dit bezwaar dat eene vergrooting van het gebouw volstrekt onmogelijk bleefen alles moest er dus in worden opgehoopt of buiten blijven. Nooit echter is het bij zulk een reusachtige onderneming als eene wereld tentoonstelling vau te voren zoo nauwkeurig te bereke nen, dat alles geborgen kan worden en op de bestemde plaats past; jaren van voorbereiding op de plaats zelve en in bijna alle plaatsen in het buitenland kunnen nog niet beletten dat er ten slotte gebrek aan plaats is- Daarom besloot de generale directie dezer tentoonstel ling een systeem aan te nemendat naar gelaDg der behoeften steeds voor uitbreiding vatbaar was. De uitkomst heeft bewezen dat dit systeem zeer juist was, want door het uitbouwen tusschc-n de verschillende galerijen is men er in geslaagd alles wat nog boven de eerste opgaven werd gezonden en dit is niet wei nig onder dak te brengen. Maar met dit alles blijft de fout bestaan dat alle gelijksoortige voorwerpen verspreid z£n en eene verge lijking van de voortbrengselen der verschillende landen hoogst moeilijk is. Slechts twee belangrijke groepen maken eene uitzondering; de machineriën en het land bouw-en boschwezen werden in twee reusachtige afzon derlijke gebouwen ondergebracht. De ontzaglijke om vang der tentoongestelde voorwerpen zou op zich zelf reeds een reden moeten wezen om de groote werktuigen van de fijnere en sierlijke voortbrengselen der industrie te scheiden. Wat deze beide groepen betreft is het dus mogelijk een vergelijkende studie te maken over hetgeen de verschillende volken op dit gebied tot stand brengen. Voor wij echter het gebouw der machineriën binnen treden, nemen wij eerst een kunstwerk in oegenschouw dat in onmiddellijk verband staat met de werktuig kunde, omdat het origineel, welks model wij niet ver van den ingang van het tentoonstellingspark zien, een belangrijk deel der nieuwe machineriën, die in de Maichinenliaüe gevonden worden, in het leven riep. Het reuzenwerk van den laatsten tijd, de doorboring van den Mont-Cénis, is ook te Weenen tentoongesteld, en men moet erkennen dat dit niet op eigenaardiger, op schooner wijze gedaan kon worden dan inderdaad ge schied is. Men heeft hier niet met een gewoon model te doenniet met een plattegrond en reliefofschoon dit laatste wellicht buitendien nog zeer dienstig had kunnen wezen om in het klein een denkbeeld te geven der volle lengte van den tunnelmaar men ziet den Mont Cénis-tunnel hier juist zóo voor zich als hij in de rotsen is uitgehouwen. De ingang van den tunnel is een massieve bouw die onmiddellijk de aandacht trekt. Twee onbeschrijfelijk zware en groote pijlers, welker djnkergrijze kleur en korrelachtige stof (in de nabootsing op cement gewerkt) graniet verraden, dragen den zwaar gewelfden boog, waaronder men in den tunnel gaat. Zoowel de groote bergmassa's als de natuurlijke lengte van den tunnel (3^ Duitsche mijl of ongeveer 25 kilometers) kon natuur lijk niet worden nagebootst; de lengte van den tunnel is dus slechts eenige meters, maar hierdoor wordt de grootsche indruk geenszins weggenomen. Want hier niet minder dan in het werkelijke reuzenwerk ziet men in een on doordringbaren nacht; hier wordt dit veroor zaakt door een vooi treffelijk aangebracht decoratief op den achtergrond en ginds door de ontzaglijke dimensiën, een afstand waarheen het menschelijk oog niet reikt. Aan buide pijlers is een reusachtige lantaarn aangebracht, welks licht, door reflecteurs versterkt, ongeveer eea kilometer ver in den tunnel waargenomen kan worden. Over het kiezelzand loopt een dubbel spoor, en op een dezer twee staat een trein waggons gereed, zooals die op den Mont Cenis-spoorweg gebruikt worden. De slank gebouwde locomotief Ariosto munt door buitengewone snelheid uit. Daarop volgt een waggon, waarin een gazometer gevonden wordtwaaruit pijpen naar alle andere waggons loopen, want op dezen spoorweg is de geheele trein met gas verlicht, iets wat de navolging van alle andere spoorwegmaatschappijen verdient. Eu eerst wanneer men een blik werpt in de helder verlichte coupés een blik in een paradijs vergeleken bij de kwellingen, die men vaak op andere spoortreinen moet doorstaan dan zou men alle directeuren van spoor wegmaatschappijen willen dwingen naar Weenen te gaan om hen te overtuigen dat men het publiek elders nog meer geriefelijkheden aanbiedt dan zij gewoon zijn te doen. Ia de tweede klasse zelfs ziet men met damast bekleede zittingen, van springveêren voorzien schoone voetkleedjesen in het plafond de helder brandende gaslamp. Doch een coupé eerste klasse is eene nauwkeurige bezichtiging waard. Het heeft drie zittingen, die door zijden gordijnen in drie afzonderlijke kabinetjes veranderd kunnen worden; tegenover elke zittiug is een console; men behoeft slechts even daarop te drukken en men ziet een onderbed te voorschijn springen, drukt men op een be paald punt van de zitting dan verschijnt een matras. Maar daarmede i3 de directie van den Mont-Cenisspoor- weg nog niet tevreden. Op de console bevindt zich naast een spiegel een volledige verzameling toilet-benoodigd- heden, van een handwaschkom, waarin men telkens door een kraan schoon water kan gieten, tot zelfs een flescbje eau de-Cologne. Ia alle behoeften wordt in éen woord in dit kabinetje voorzien. Na deze afwijking begeven wij ons in de MatcHnen- halle. Voor den leek maakt niet alleen een eerste bezoek, maar nog menig volgend een zeo verplette renden indruk, dat het bijna onmogelijk is om iets te zien. Zonder deskundige, die bovendien deze galerij reeds eenigen tijd bestudeerde, is het onmogelijk hierin te huis te geraken. Voor wij ons echter trachten te recht te vinden eenige opmerkingen, die hier ter plaatse zijn en waartoe het brommen, sissen en rollen in dit gebouw aanleiding geeft. Bijna alles wat men hiervoor zich ziet is de schepping van de 19e eeuw, ja bijna uitsluitend van de laatste 50 jarenen wat vroeger de een een misdaad tegen de goddelijke almacht, de ander een dwaasheid noemde, is tegenwoordig in den vollen zin der woorden waar: het doode ijzer werkt voorden mensch evenals een levend organisme. Deze nieuwe helper bezorgt ons tegenwoordig bijna alles; het brood wordt uit het graan gebakken, dat door eene machine gezaaid, geoogst, gedorscht en gemalen is; het klee- dingstuk dat wij dragen, de wagen waarin wij rijden,; alles wordt althans in zijne onderdeelen door da

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 3