1° 194.
MIDDELBURGSCHE
Zaterdag
1873.
COURANT.
16 Augustus.
Dit "blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/lm.9 franco is 3.50,
Middelburg 15 Augustus.
Blijkens het bestek voor de op 28 dezer te 's Graven-
hage, ten behoeve der staatsspoorwegen, te houden aan
besteding van het verdiepen der buitenhaven te
Vlissingen tot 8.50 M. beneden Amsterdamsch peil,
overeenkomende met 10.30 M. beneden gewoon hoog-
waterpeil, moet het werk worden aangevangen, nadat
het proces-verbaal van aanbesteding is goedgekeurd,
op schriftelijk bevel van den eerstaanwezend ingenieur.
Vóór of op 1 October 1875 moet bet gereed zijn, in
dier voege dat alsdan de geheele buitenhaven, blijkens
de gedeeltelijke opnemingen, op de in het bestek be
paalde diepte geweest is en de aanslibbing op den dag
der volledige oplevering nergens meer dan 25 centimeter
bedraagt. Voor ie deren dag dat het werk later dan
het gencemde tijdstip voltooid is zal den aannemer
honderd gulden op zijne aannemingssom gekort worden.
Tijdverlies door vorst of ongunstige weersgesteldheid
komt niet als vertraging in aanmerking, en in geen
geval kan de aannemer bij vertraging recht op ver
goeding doen gelden.
Wij ontleenen het volgende aan de Goessche courant
van gisteren
De ellendige toestand waarin de 's Gravenpolder-
flche straatweg tot vóór korten tijd verkeerde, ligt nog
versch in het geheugen. Na opheffing van het verschil
over den onderhoudsplicht is die weg ten koste van
de provincie in orde gebracht, doch zou daarop tol
heffing moeten plaats hebben. De besturen der meest
belanghebbende gemeenten hebben zich echter verbon
den, om gezamenlijk het geraamde bedrag dier hef
fing te storten. Gedeputeerde staten namen daarmede
genoegen en wel voorloopig voor éen jaar, omdat
dan het contract met het rijk tot afkoop van de
tollen op den grootea weg door Zuid-Beveland ein
digde, en de beide afkoopen dan te gelijk konden
geregeld worden. Het gemeentebestuur van Goes werd
door gedeputeerde staten uitgenoodigd deze regeling
voor te bereiden en zco mogelijk tot stand te Jorengen.
Na veelvuldige correspondentie, zoo van gemeld bestuur als
van den burgemeester van 's Heer-Aren dskerke, die
evenals bij het sluiten van het nog loopende contract zich
met den minister van financiën in betrekking stelde, heeft
men de toezegging verkregen van den minister, dat bij
bereid is een contract voor 25 jaren te sluiten ten opzichte
van 's rijks grooten weg, doch voor geene mindere som
dan thans betaald wordt (f 2175 'sjaars), en van gede
puteerde stalen, dat, indien de regeling tot stand komt
en wel voor 25 jareD, zij een voorstel aan de provin
ciale staten zullen doen, om de jaarlijksche afkoopsom
voor den 's Gravenpolderschen straatweg van f 1153.47
op f 800 te brengen. Nadat eene repartitie voor al de
gemeenten door eene commissie van voorbereiding (be
staande uit het dagelij ksch bestuur der gemeente Goes
en de burgemeesters van 's Heer-Arendskerke, Wolfaarts-
dijk, 'a Heer-Abtskerke, Yerseke en Baarland) was
ontworpen, is die in eene Dinsdag gehouden vergadering
van burgemeesters en secretarissen, behoudens goedkeu
ring der gemeenteraden, vastgesteld."
Na bovenstaande mededeeling betuigt de Goessche cou
rant hare ingenomenheid met genoemde vaststel
ling, te meer daar deze repartitie geheel de billijkheid
aan hare zijde heeft. Zij vertrouwt dat geen der ge
meentebesturen om eenig klein verschil het slagen van
dezen afkoop in gevaar zal brengenvooral omdat
indien de nu voorgestelde afkoop niet tot stand komt,
het te voorzien is dat weldra weder tolboomen zullen
geplaatst worden op de wegen in Zuid-Beveland, eene
belemmering van het openbaar verkeer, en dus van den
bloei en de ontwikkeling van handellandbouw en
nijverheiddie gelukkig thans daar niet gevonden wordt.
Ten gevolge eener onlangs ontvangen uitnoodigirg
van den raad der Koninklijke Nederlandsche Yachtclub
is Z, K. H. prins Hendrik eergisteren voormiddag te
10 uren, vergezeld van zijnen adjudant jonkheer N. H.
Holmberg de Beckfelt, te Rotterdam aangekomen om
met de leden dezer vereeniging langs den nieuwen water
weg een tocht naar den Hoek van Holland te doen.
Wegens het ongunstige weder in den voormiddag kon
evenwel niet onmiddellijk na de aankomst van den prins
aan dat voornemen gevolg worden gegeven. Daarom
maakte Z. K. H. gebruik van de aangeboden gelegen
heid om het museum-Boymans te bezoeken en tevens
het archief der gemeente te bezichtigen. Intusschen was
het weder in zoover gunstiger geworden, dat naar den
nieuwen waterweg kon worden opgestoomd, en zoo
begaf het gezelschap zich te 1 uur aan boord, 's Avonds
te 8 uren was de stoomboot te Rotterdam terug en
eenige oogeublikken later werd in het Yachtclub-gebouw
eene vergadering gehouden, waarin de prins zijne ingeno
menheid met den vooruitgang van het groote werk te
kennen gaf.
In de bedoelde vergadering is besloten, dat voortaan
scbeepsgezagvoerders, die wegens hunne scheepsjournalen
driemalen bekroond zijn en alsdan volgens de statuten
geene aanspraak meer op medailles hadden indien zij
nog twee goede journalen inleveren, benoemd kunnen
worden tot lid van verdienste der vereeniging. Tevens
is bepaald, dat Nederlanders en vreemdelingen, die aan
Nederland's handel en scheepvaart buitengewone diensten
hebben bewezen, tot leden van verdienste kunnen worden
benoemd.
Het volgende wordt ons uit 's Gravenhage geschreven
„Over het algemeen geven de dagbladen zich geene
zuivere rekenschap van den toestand van het minis
terie. De koning komt over eenige dagen (23 dezer,
zooals het zeggen is) ',v.er terug, het kan dus weldra
bekend worden wat de ministers besloten hebbendaarom
is het goed de zaken van een onzijdig standpunt na te
gat'n en niet alleen aan eigen wenschen of aan het be
lang eener enkele partij recht te doen.
„Moet de regeering aftreden? Op deze vraag valt
een bevestigend antwoord niet moeilijk na hetgeen er
in de kamer gebeurde en niet gebeurde. Moet de
regeering aanblijven? Ook deze vraag kan met ja wor
den beantwoord met het oog op de verhouding der
partijen en op den staat van oorlog op Sumatra. Wan
neer het de leden van het ministerie alleen te doen mag
zijn om de bevrediging van eigene wenschen, dan ligt
het voor de hand dat zij bij hun verzoek om ontslag
volharden zullen. Zoo zij alleen naar het belang der
liberale partij vragen, evenzeer, vermits de liberale
partij een zelfmoord pleegt met in de minderheid te
regeeren. Wie stilstand achteruitgang noemt, mag de
teugels van bet bewind niet blijven voeren in omstan
digheden, waarin stilstand eerste levensvoorwaarde is.
De in de tweede kamer zelfs van eigen vrienden on
dervonden bejegening en de verminking van waarlijk
goede voorstellen maakt het aanblijven der ministers
thans tot een veel grooter offer dan het overgeven der
portefeuille voor aftredende ministers ooit kan geweest
zijn.
„Het gaat echter niet aan in een rapport aan den
koning blootelijk te zeggenwij gaan heen en willen
niet blijven. Eenmaal raadsman der kroon, moet men
persoonlijk belang ter zijde stellen, in eene crisis zoo
als deze zich zeiven voorbij weten te zien en, opgevende
waarom men zijnen post wenscht te verlaten, aan de
kroon den besten raad weten te geven om de crisis tot
eene oplossing te voeren.
„Wij missen in onze kamer eene eigenlijke conserva
tieve partij, een centrum. Waar die in het parlement
bestaat, zooals hier te lande na 1853, is de conservatieve
partij de veiligheidsklep in eene crisis. Klimt de span
ning der partijen zoo hoog dat er vrees voor uitbar
sting bestaat, dan ontlaadt zij zich door middel der
conservatieve partij. Deze treedt aan de regeering en
tijdens haar interregnum keert de normale toestand terug.
Die partij telt thans in de kamer hoogstens vijf of zes
leden; de anderen zijn, evenals in Pruisen, naar de
nltramontanen afgevallen. Een ministerie-van Reenen
mag in de tegenwoordige omstandigheden niet aan den
koning aangeraden worden; op de vraag bij wie dit in
de tweede kamer steun vinden zou, zou men het ant
woord schuldig moeten blijven. De val van den heer
van Yoorthuijsen te Utrecht bewijst bovendien dat de
natie den man eener uiterste partij boven een gematigd
conservatief verkiest.
„Bij de verkiezingen hebben alleen de katholieke en
de anti-revolutionaire partijen gewonneD. Echter zal
het niemand in de gedachten komen aan den koning
eene proeve aan te bevelen met een ministerie uit eene
dezer beide partijen, die bovendien in de vernieuwde
kamer nog zeer vele stemmen verder van de meerder
heid afstaan dan de liberalen.
„Zoo men dit alles wèl in het oog houdt, zal men
wel kunnen toestemmen dat misschien nog nooit een
Nederlandsch ministerie in zoo moeilijke omstandigheden
den koning heeft te raden gehad. Stellen de ministers
eigen wenschen, eigen gemak, eigen achting boven al
het andere, dan zouden zij zeer zeker verstandig doen
met den raad te volgen van hen die eenvoudig terug
treden aanprijzen. Bijaldien zij wilden luisteren naar
de inblazing van eene soort wraakzucht en aan de
kiezers de gevolgen laten ondervinden van de slechte
keuzen van Juni in dat geval hadden zij, met een
beroep op de cijfers dier verkiezingen, tot de optreding
van een gecombineerd clericaal ministerie (gesteld zulks
ware mogelijk) te adviseeren. Wanneer echter de
ministers te rade gaan met de belangen des lands en
de toekomst der natie, zoo zullen zij een ander besluit
moeten nemen.
„Welk besluit dit zijn zal kan vooraf niet worden
gezegd. Ook na de terugkomst des konings zal dit mis
schien nog niet zoo op staanden voet bekend worden;
licht mogelijk dat de regeering hare voornemens, wan
neer de koning die zal hebben goedgekeurdeerst bij
de troonrede doet kenneD. Het is echter nuttig dat
men zich tijdig in alle moeilijkheden van den bestaan-
den toestand indenkt; men kan zich dan gemakkelijk
tegen een voorbarig en lichtvaardig oordeel waarborgen."
OUDERWIJS.
De gemeenteraad van Warffnm heeft tot leeraren
aan de landbouwschool aldaar benoemd de heeren A. Hil-
debrand, leeraar aan de landbouwschool te Hildesheim,
en M. W. Beijerinck, candidaat in de wis- en natuur
kundige wetenschappen enz. en technoloog, te Eist bij
Arnhem.
KERKNIEUWS.
De heer J. G. Knottnerus, predikant bij deNeder-
duitsche hervormde gemeente te Dordrecht, heeft voor
het op hem uitgebracht beroep naar Utrecht bedankt.
MARINE EN DEGEB.
Omtrent de legerplaats bij Millingen wordt aan de
Nieuwe Rotterdamsche courant o. a. het volgende gemeld.
Verleden jaar mochten wij met genoegen vermelden
de belangrijke verbeteringen die aan de militaire keukens
waren aangebracht, waardoor bezuiniging en zindelyk-
heid werden verkregenthans heeft men ook de onoog
lijke en licht ontvlambare rieten daken vervangen door
bouten afdaken, die in zeer korten tijd ineengezet en uit
elkander genomen worden, stevig zijn, niet doordruipen
en meer netheid bijzetten. De afzichtelijke grondholeD,
die de vroegere keukens vertoonden, zijn verdwenen.
Het drinkwater, uit de vaste putten, is zuiverkoel
en aangenaam van smaak, waardoor men de moeite be
loond ziet, om het 20 meters diep op te haleD.
De gebrekkige, bekrompen tentjes voor de kleine sta
ven en sergeant-majoors zij a door gewone tenten ver
vangen.
Een en ander toont aan dat ook hier vooruitgang
merkbaar is.
De kampbezoekers vinden goede gelegenheid om onder
dak te komen, daar er vele flinke en ruime kantines
zijn opgericht en voor alle noodige behoeften en ver-
versching is gezorgd, terwijl voldoende stalling voer
paard en rijtuig aanwezig is.
Twee vaste bakovens voor brood en koek werken dag
en nacht; een spekslagerij, die vergroot is, levert het