MIDDELBURGSCHE
COURANT.
ï0 192.
Donderdag
1873.
14 Augustus.
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.50.
Middelburg 13 Augustus.
Wij gevoelen ons verplicht een woord van ophelde
ring te geven aan de Arnhemsche courant. Zij vraagt:
1° Welke partij we bedoelen behalve de ultramontaan-
sche en de anti-revolutionaire met de dezer dagen door
ons gebezigde uitdrukking „de drie clericale partyen"?
Antwoord: de goed-conservatievepartijderegeerings-
partij van 18661868die zich beurtelings of liefst
tegelijkertijd aan de twee genoemde partijen aansluit.
2° Wie zijn de ultramontaansch goe d-conservatie-
ven? Antwoord: de heeren Schimmelpenninckvan
Kuyk, Nierstrasz en anderen, die zich tot de gedien
stige handlangers van het ultramontanisme maken.
Ook vraagt het blad m. a. w.meent gij dat de optre
ding van een ultramontaansch ministerie het land niet
in rep en roer zal brengenterwijl gij eene ontbinding
der kamer door het tegenwoordige ministerie wraakt,
omdat daardoor het land in rep en roer zou worden
gebracht? Wij antwoorden: dit is de vraag niet.
De vraag kan alleen zijn wie de verantwoordelijkheid
voor eene, door de omstandigheden niet gebiedend ge
vorderde, daad van geweld wil op zich nemen. Ziet
de tegenpartij daar niet tegen op, zij moet het zelve
weten. Wij wenschen echter niet dat onze geestver
wanten zich met die zware verantwoordelijkheid be
lasten.
Gisteren morgen is in het kerkgebouw der Doops
gezinde gemeente te Amsterdam de 88e algemeene ver
gadering der Maatschappij tot nut van 't algemeen
geopend. Dr. H. F. R. Hubrecht, door het hoofdbe
stuur tot voorzitter gekozen, hield eene openingsrede,
waarin hij de stelling ontwikkelde: buigzaamheid der
vormen, onwrikbaarheid der beginselen, als de alge
meene wet voor al wat leeft, als eene wet waaraan ook
de Maatschappij zich niet kan onttrekken.
Aan het vervolgens voorgelezen algemeen verslag
van het hoofdbestuur ontleenen wij het volgende. Ge
durende het dienstjaar 1872/73 telde de Maatschappij
15,819 contribueerende leden, d. i. 466 meer dan in het
vorige jaar. Opgeheven waren om verschillende redenen
de departementen Avereest. (met 10 leden), Oostermeer
(10), Woudricbem (9), Overschie (14) en Wieringen (12)$
te zamen 55 ledendaarentegen won de Maatschappij
8 departementen met 203 leden, als: Zoutkamp (18),
Eenrum (28), Zweeloo-Oosterhesselen (16), Frederiks-
oord en omstreken (37), HilJegom (40), Ellecom en de
Steeg (25), Winsum (24), Steenbergen (15). In 't geheel
321 afdeelingen en 15,819 leden.
Hoewel de rekening over het afgeloopen jaar een be
langrijk batig saldo aanwijst, is om verschillende rede
nen het quotum der leden voor 't aanstaande jaar be
paald op f 2. Het verslag herdenkt het overlijden van
mr. E. A. Berkhout, vervangen als lid van het hoofd
bestuur door den heer A. Beeloo; overigens onderging
het hoofdbestuur deze wijziging dat bij de periodieke
aftreding van de heeren mr. A. Philips en mr. H. J.
Kist, gekozen werden do heeren mr. M. J. de Lange
en H. de Veer. Aan de heeren H. C. Mees en J. Fock
werd de taak van algemeene penningmeesters opgedragen.
Wat de verrichtingen der Maatschappij betreft, deelt
het verslag mede dat het hoofdbestuur nog geen ant
woord ontviDg op het adres aan Z. M. den koning en
aan den minister van binnenlandsche zaken, strekkende
om, door eene wijziging van de Bchoolwet van 1857,
de verhooging van onderwijzersjaarwedden te bevor
deren.
De commissie van onderzoek naar de gesteldheid der
spaarbanken had haar rapport bijna gereed. Het zou
aan de afdeelingen worden toegezonden en op de vol
gende algemeene vergadering kunnen behandeld worden.
Inmiddels was de commissie diligent verklaard.
Ten aanzien van de bezorging der uitgave van de
schetsen en tafereelenGodsdienstig leerboekwordt
door het hoofdbestuur machtiging tot voortzetting ge-
Ieen door enkele departementen verlangde ver
bodsbepaling tot de voortzetting kwam het bestuur al-
zoo geheel onnoodig voor, daarom is deze quaestie niet
opgenomen onder de punten van beschrijving. De uit
gave van een geschrift! over het cultuurstelsel ging met
verschillende moeilijkheden gepaardevenwel zal het
binnenkort uitgegeven worden. Aan drukwerk is in
'tgeheel besteed eene som van fll,763.79£.
De Maatschappij tot nut van den Javaan heeft nog niet
gebruik gemaakt van de haar toegedachte geldelijke on
dersteuning; inmiddels is zij ijverig bezig met het ge
reedmaken van hulpmiddelen voor het onderwijs der
Javaansche jeugd. Ook het tooneel ver bond, zegt het
verslag, heeft nog geen uitvoering aan zijne plannen
gegeven. Inmiddels heeft de commissie, namens de
Maatschappij belast met de taak om enkele jongelieden
bij hunne opleiding tot het tooneel behulpzaam te zijn,
bare bemoeiingen voortgezet. Een der meest gevor
derde leerlingen is door Z. M. den koning op het con
servatoire te Brussel geplaatst.
Van de verder verrichte werkzaamheden deelen wij
het voornaamste in een volgend nommer mede.
Naar men verneemt, zijn de ministers van binnen
landsche zaken en van financiën, de heeren Geertsema
en van Delden, door Z. M. den koning van België
benoemd tot ridder-grootkruis der Leopoldsorde.
(Het Vaderland
De Vereeniging ter bevordering der belangen van den
boekhandel hield gisteren te Amsterdam, onder voorzitting
van den heer J. H. Gebhard, hare jaarlijksche alge
meene vergadering. Rui00 boekbandelaren uit alle
oorden des lands waren daartoe saamgekomen. In plaats
van de aftredende bestuursleden, de heeren G. van
Kesteren en H. A. Tjeenk Willink, zijn benoemd de
heeren C. L. Brinkman en S. C. van Doesburgh. Tot
eerelid der Vereeniging werd benoemd de heer dr. A. M.
Ledeboer te Deventer, wegens zijne verdienstelijke stu
diën betreffende de geschiedenis van den Nederlandschen
boekhandel.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
PROCUREURS. Benoemd tot procureur bij het provin
ciaal gerechtshof in Zeeland en de arrondissements-recht-
bank te Middelburg mr. F. M. C. van Deinse, advocaat
te Middelburg.
posterijen. Ingetrokken, op verzoek, de benoeming
van P. J. van Santen, tot directeur van het postkantoor
te Sas van Gent, met toekenning van eervol ontslag
als directeur van het postkantoor te Breskens en aan
spraak op wachtgeld.
MARINE EN LEGER.
Het nieuwe getrokken belegeringsgeschut, dat onder
de leiding van den kapitein der artillerie Borel voor
het eerst tegen Atsji gebruikt zal worden, is te 's Gra-
venhage gegoten en ontworpen door den majoor direc
teur Sluiter. Als model voor deze 12 centimeter-stuk-
ken heeft gediend het 8.4 centimeter geschut van Zwit-
sersche vinding. De stukken zijn licht, kort en werken
uitstekendzooals herhaalde proeven aan het strand
hebben bewezen. Behalve 8 van deze stukken zijn 18
lange achterladers reeds naar Indië verzonden.
KOLONIËN.
De per mail uit Nederlandsch-Indië aangebrachte
berichten loopen tot 2 Juli.
Aan het algemeen overzicht van de Indiër ontleenen
wij het volgende:
Gebeurtenissen van eenig belang kunnen wij sedert
ons laatste overzicht niet melden.
De enquête over de Atsjineesche expeditie looptnaar
men verzekert, ten einde. Men verneemt daaromtrent
geruchten, maar wij kunnen er niets stelligs vanmede-
deelen.
De stoomschepen Singapore en Hertog Bernhard zijn
mede naar Atsji vertrokken. Het eerste is voor f 1200
per dag ingehuurd van de Nederlandgch-Indische stoom
vaartmaatschappij om als communicatie-vaartuig tus-
schen Penang en Atsji te dienen. De officier van ad
ministratie Canneel is aan boordter overbrenging van
depêches en tot proviandeering van de vloot.
De blokkade schijnt thans gestreng in acht te wor
den genomen. De bladen uit the Straits deelen mede,
dat onderscheidene vaartuigen zouden zijn opgebracht.
De handel te Pinang is uiterst ontevreden over de
blokkade, in strijd, zeggen zij, met vroegere toezeg
gingen. De toon van de pers in the Straits is heftig
tegen ons gouvernement; en terwijl in de nota van den
minister van koloniën juist op die bladen wordt gewezen
om de beschuldiging van zeeroof te staven, ontkennen
zij nu om strijd dat feit.
De heer Read, consul-generaal te Singapore, heeft
ontkend dat de Nederlandsch-Indische regeering verboden
heeft in de moskeën voor den sultan van Turkije te
bidden.
Twee compagniën van het 3e bataljon, te Samarang,
zijn thans ook met de Beaumont-geweren gewapend.
Men is ijverig bezig met het spannen van den tele
graafdraad naar Sing kei.
De opbrengst van het vervoer op den spoorweg Sama
rang-Vorstenlanden over de maand April jl, is geweest
f 79,722.19 en op den spoorweg Batavia-Bnitenzorg
f 34,037.74.
Den 22cn September a. zal het examen tot het ver
krijgen van het radicaal van candidaat-Indisch ambte
naar alhier aanvangen.
Te Ambarawa circuleert een adres, door den kapi
tein der artillerie Romswinckel ontworpen, strekkende
om den generaal-majoor Verspijck te verzoeken de ge
lederen niet te verlaten. Tot nog toe schijnt dit adres niet
veel bijval te vinden.
Te Padang vervolgt men onophoudelijk den redacteur
van de Sumatra-courant en maakt hem het verblijf
aldaar bijna onmogelijk. Een nieuw proces bedreigt
hem, terwijl dat is doorgezet wegens het openbaar
maken, 18 maanden vroeger, van een dood onnoozel stuk
van 1866 uit de archieven. De eisch van het openbaar
ministerie is het maximum der boete, f 3000.
GEMENGDE BERICHTEN.
Een Amsterdammer had op de tentoonstelling van
oudheden in Arti een zeer klein gouden penningske uit
de veertiende eeuw ter bezichtiging gezonden. Naar de
Rotterdamsche courant verneemt, heeft hij dit aan een lief
hebber verkccht voor den waarlijk niet geringen prijs
van f 2500.
Zondag namiddag te 2 uren volgde een groote
dolle hond een omnibus te Parijs van de Porte de
Neuiliy tot het Rond-point des Ternes. De vrouwen die
in den omnibus gezeten waren schreeuwden en bedek
ten het gelaat met de handen en verwachtten in doods
angst elk oogenblik dat het woedende dier op haar
zou losspringen. De conducteur was bleek en bevend
van schrik op de imperiale gevlucht. De koetsier zette
zijne paarden in galop en het zware voortuig rolde
onder de verwarde angstkreten der passagiers met
bliksemsnelheid over de avenue des Ternes. Het dier
volgde hijgend en brullend, vertoonde telkens zijne
vreeselijke tanden en hield onafgebroken zijne vlam
mende oogen op de passagiers gevestigd. Eindelijk
werd het aan den hoek van den faubourg St. Honoró
door een politie-agent met zijn sabel doodelijk gewond
en spoedig afgemaakt.
In een rapport mondeling gedaan, en schriftelijk
overgeleverd aan de Hoog Mog. Heeren S taten-generaal
der vereenigde Nederlanden, door Johan Thijssen, „ge-
wesene Raad extraordiuaris, en voor Commandeur der
Retourvloot, in December van Batavia vertrokken, en
in het laatst van Junij deses jaars 1669 in dese Landen
gearriveert," welk stuk voorkomt in het „Tooneel des
Oorlogs opgerecht in de Vereenigde Nederlanden", van
Lambert van den Bosch, deel 1 bladzijde55 en 59 leest
men reeds het volgende over Atsji. „Met Atsji stonden de
saken so maar in middelmatigen doen, en wierd
het contract met de Koningin aldaar, rakenden den Win-
handel in Pera, niet na behooren onderhoudenwaaruit
dan ontstont dat men de Penasche rivierjmet een Jacht
en twee Chaloupen beslooten hield; doch evenwel soo