pen beeft overgegeven en generaal Martinez de stad bezet heeft. Uit het noorden verneemt men daarentegen een nederlaag der regeering; het Carlisti- sche comité te Londen ontving van Biarritz een tele gram, dat Woensdag een groote slag geleverd werd bij Elgueta, waarin de Carlisten overwinnaars bleven. De republikeinache generaal Loma en 600 man werden gevaDgen genomen, de chef der Carlisten, Lizarraga, echter t-®„ig gewond. Uit Hendaye wordt gemeld dat dit bericht ook als gerucht aan de Franscho grens ver spreid was, maar wanneer men in het oog houdt dat bijna de geheele noordelijke grens van Spanje Carlis- tisch is, dan bewijst dit gerucht weinig voor de juistheid van het telegram nit Biarritz. Het Perzische leger. Nasr-eddin heeft de ontzaglijke legers van Rusland en Duitechland, de hoop van Frankrijk, de vloot van Engeland gezien en met de parade van de Oostenrijksehe troepen die hij onlangs bijwoonde, is de rij van revuën over Europeesche legers ten einde. Naar de tegenwoor dige Enropeesche begrippen, welke de beteekenis van de staten naar het aantal en de waarde der beschik bare bajonnetten berekenen, is Perzië alleen uit een geografisch oogpunt een strategische factor. Wat het leger van Perzië betreft, de volgende bijzonderheden kunnen doen zien dat dit al bijzonder weinig beteekent. De gezamenlijke krijgsmacht van Perzië, waarover ïn naam van den shah de taiz aman (grootvizier) het opperbevel voertbestaat bij eene bevolking van 5 mil- lioen zielen en eene oppervlakte van 26,450 vierkante mijlen uit ongeveer 60,000 mandie in geregelde troepen nisamen ongeregelde troepen (redif) verdeeld zijn. In strijd met de Europeesche instellingen zijn de redif3 de eigenlijke kerntroepen. Zij worden door de hoof den hunner stam, die tevens hunne bevelhebbers z^n, opgeroepen en bestaan meest uit ruiters die zich-zelven wapenen en equipeeren en slechts dan soldij krijgen wanneer zij in dienst zijD. De geregelde armée bestaat uit 75 naar de recruteeringsplaats genoemde regimenten, die in overeenstemming met het aantal provinciën in 12 korpsen verdeeld zijn. Gedurende de afwezigheid van den shah zijn deze troepen geconcentreerd en wel elf regimenten in Teheran en bij elke andere groote stad zes; in gewone tijden liggen zij zeer verspreid. De werving dezer troepen geschiedt geheel willekeurig en de arrondissementen hebben -slechts hun aantal man schappen te leveren, waarbij plaatsvervanging geoorloofd is, en evenmin op lichamelijke als moreele geschiktheid gelet wordt. De diensttijd is levenslang, doch na 3 tot 4 dienstjaren krijgen de manschappen een verlof van gelijken tijd, terwijl hun aantal reeds gedurende de eerste dienstjaren minstens gedecimeerd is bij het vol slagen gebrek aan hospitalen. Een regiment is voor het overige nooit sterker dan GOO a 700 man, en zelfs dit aantal wordt door willekeurig toegestaan verlof feitelijk nog belangrijk verminderd. De cavalerie telt 500 man in 4 eskadrons verdeeld, die eigenlijk de lijf garde van den shah zijn. Het best georganiseerd en nitgerust en nog met eenig esprit de corps bezield is de artillerie, die zonder bepaalde indeeling 600 man en 400 kanonnen met gladden loop sterk is, die echter voor den velddienst in zeer gebrekkigen toestand ver- keeren. Wel liggen er in het arsenaal te Teheran 36 La- hitte-kanonnen en 6000 chassepot-geweren, die echter slechts voor parade dienen, terwijl bewapening, ammu nitie en bekleeding ellendig zijn. Remontepaarden be staan slechts voor de artillerie, treinsoldaten zijn er volstrekt niet en de bagage wordt op kameelen en ezels getransporteerd. Genie-troepen bestaan evenmin en eerst in den laatsten tijd werden 300 artilleristen door generaal Gasteiger KhaD, een geboren Tyroler, met eenig succes als pioniers geoefend. Te Teheran bestaat sedert 1850 eene academie, waar volgens het programma wiskunde, natuurkunde, werk tuigkunde, geschiedenis, aardrijkskunde en eindelijk Fransch en Engelsch onderwezen wordt. De werkelijk heid blijit echter ver beneden dit uitvoerig programma. Daar evenwel de leerlingen die aan het einde van den cursus ontslagen worden niet verplicht zijn in het leger te dienen, worden zij bijna allen diplomaten en de kennis en ontwikkeling in het leger, zelfs in de hoogste rangen, zijn daardoor zoo goed als nul. Een generale staf be staat niet, maar des te meer generaals en oversten, wier graad echter meer een oeconomische dan militaire he teekenis heelt en gekocht of aan gunstelingen geschonken wordt. De betrekkelijk hooge soldij, waarvan de soldaat zelf echter zelden meer dan 1/4 te zien krijgt, de verplichte levering van levensmiddelen door de verschillende ge meenten en het toestaan van verlof tegen geldelijke vergoe ding zijn de bronnen, waarmede de gelddorst en hebzucht der officieren gestild worden. Van exerceeren en instructiën is geen sprake, en de soldaten moeten wegens de slechte uitbetaling der soldij gewoonlijk als daglooners veld arbeid verrichten. Het is duidelijk dat in zulk een toestand krijgstucht een onbekend begrip isen de Perzische troepen alle kracht missen. Ook de vestin gen welker wallen van klei zijn opgetrokken of nit half ingestorte muren bestaan en door éen 8ponder tot puin geschoten kunnen worden, bieden aan het land geene bescherming aan. Alleen de groote woestijnen zijn de eenige bezwaren voor een vijandelijken invalmaar te Khiva heeft men gezien dat de moderne krijgskunst ook die moeilijkheden te boven komt. Wil Perzië dus een beslissende rol spelen in de gebeurtenissen die nood zakelijk in Midden-Azië zullen plaats grijpendan zal het moeten beginnen met een radicale reorganisatie zijner weerbaarheid. JHrngcltocrK. EUROPEESCH—AZIATISCHE SPOORWEGEN. Met jaarlijks toenemende belangstelling zijn de oogen der groote handeldrijvende natiën van Europa op Azië, en in het bijzonder op Indië en Perzië gericht. Enge land, Frankrijk en Rusland betwisten elkander daar den voorrang; zij zien zeer goed in dat de uitvinding der spoorwegen een diep ingrijpende verandering ook aldaar in de handelsrelatiën zal teweeg brengeadie sedert de middeleeuwen op de zeevaart gebaseerd zijn, dat de weg dien de handel in de oudheid nam weldra weder zijne vroegere rechten hernemen zal en de oude landwegen met geringe wijzigingen opnieuw het groote verkeer der natiën en werelddeelen onderling tot zich zullen trekken. De geschiedenis leert dat de wereldhandel der oud heid zieh gedurende duizenden van jaren tusschen den Indus en de zuilen van Hercules concentreerde. Het oude Indië met zijn talryke en in 't algemeen nijvere bevolking, met zijne onschatbare producten van den grond en met zijne kostbare stoffen van allerlei aard was van oudsher de sleutel van den algemeenen wereld handel. De havens aan de Zwarte en Middellandsche zeeën waren de poorten van de drie groote rijken der zooge naamde oude wereld. Het groote haa delsver keer volgde bijna uitsluitend de landwegen, de zeehandel nam slechts een tweede en daarbij nog zeer ondergeschikte plaats in; hij werd slechts beschouwd als de voortzet ting van den grooten landhandel en bepaalde zich bij ca geheel tot de kusten van de Middellandsche zee, de Zwarte zee en de Perzische golf. Eerst in de middeleeuwen werd verandering in dezen toestand gebracht door de ontdekking van Amerika, die nagenoeg samenviel met de ontdekking van den waterweg naar Indië door omvaring van de Kaap de Goede hoop. Tegelijkertijd belette het voortdringen der Otfomannen aan de Itaiiaansche handeisstaten het gebruik van hunnen gewonen weg naar Azië over de Zwarte zee, Syrië en Egypte, en daardoor moest de handel een nieuwe richting nemen. De continentale handel werd betrekkelijk spoedig herschapen ia een verkeer ter zee op voor dien tijd ontzaglijk grooten schaal. De handel op Amerika was tot het begin dezer eeuw de bron van den grootsten rijkdom van de Europeesche zeemogendheden; die bron verloor echter baren onnatuurlijken overvloed toen de Amerikaansche koloniën allengs het juk harer Europeesche verove raars afschudden. Thans heeft Amerika niet alleen opgehouden de markt te zijn, waarop Europa zijne over-productie tegen ontzaglyke winsten kan afzetten» maar zelfs moet het laatste alle krachten inspannen om op de Europeesche markt met Amerikaansche produc ten te concurreerenwaardoor de Europeesche handel weder binnen zijn oude, natuurlijke grenzen terugge drongen is. Hoewel het handelsverkeer ter zee in den laatsten tijd door den stoom en vooral de handel met Indië door de doorgraving van de landengte van Suez groote voordeelen verkregen heeft, kan toch de stoomvaart zelfs langs dien verkorten weg op den duur, wat snel heid eu veiligheid betreft, niet met den spoorwegwed ijveren en de aanleg van spoorwegen tot verbinding van Europa met Azië kan daarom niet meer als eene quaestie van tijd beschouwd worden, maar zal zonder eenigen twijfel reeds door het thans levende geslacht ondernomen moeten worden. Reeds sedert jaren wordt het plan eener spoorweg- lijn van den oostelijken oever van den Bosporus door Kiein-Azië tot de Perzische golf bestudeerd en zoo wel door de Turksehe regeering als door ondernemende personen en maatschappijen bevorderd en aangeprezen, maar zonder tot heden eenig praktisch resultaat opge leverd te hebben. De aanleg van het spoorwegnet in Europeesch Turkije van Constantinopel tot de Save is door de bekende overeenkomst met de Société des chemins de fer Ottomans verzekerd en vordert geleide lijk, hoezeer dan ook bijzonder langzaam. De verwe zenlijking van het grootsche plan, verbinding van Eurcpa met Azië, rust voor een groot gedeelte ook op Oostenrijk. De geografische ligging der Oosten- rij ksch-Hongaarsche monarchie is van dien aarddat alle lijnen, die van noord, west of zuid naar Constan tinopel getrokken worden over haar gebied loopen; Belgrado en Novi zijn de natuurlijke aansluitingspunten der groote internationale handelslijnen. Naar deze pun ten loopt echter voor het oogenblik nog geen enkele spoorweg; wel zouden langs omwegen enkele HoDgaar- sche lijnen voor het beoogde doel bruikbaar gemaakt kunnen worden, maar slechts een rechte lijn Ween en OfenPesthSemlin kan in de behoefte voorzieD. Voor West-Europa en Midden-Duitschland is de aan sluiting aan de Turksch-Bosnische lijnen bij Novi van overwegend belaDg; aan deze aansluiting ontbreekt nog slechts de aanleg eener lijn KnittelfeldZapresic Novi, terwijl de verbinding tusschen Italië en Turkije tot stand gebracht kan worden door den aanleg eener lijn GörzRakekKarlstadt. Door den aanleg dezer lijnen zou geheel westelijk en zuidelijk Europa direct met Constantinopel verbonden zijn. In den laatsten tijd is een ander plan op den voor grond getreden, namelijk tot den aanleg van een Rus- sisch-Indischen spoorweg. De ontwerper van het Suez- kanaal, de heer de Lesseps, heeft het denkbeeld aan de hand gedaan om het Russische spoorwegnet tot Peschawar in Indië te verlengen. Dit plan is voor het niet-Russische Europa, vooral voor het zuiden, een des te gevaarlijker concurrent van het bovengenoemde ont werp, omdat aan de uitvoering inderdaad betrekkelijk weinig bezwaren verbonden zijn. De Russische regee ring heeft dit plan onmiddellijk in ernstige overweging genomen en den heer de Lesseps reeds terstond belang rijke materieele hulp toegezegddit plan kan dus zeker niet als een hersenschim beschouwd worden, vooral wan neer men in het oog houdt dat voor Rusland zoowel uit een politiek ais een oeconomisch oogpunt aan de verwezenlij king daarvan groote belangen verbonden zijn. De onderwerping der Khanaten in centraal-Azië zal in weinige jaren een fait accompli wezen en dan staat Rus land aan de Indische grens. Deze lijn zal aan den reeds tot Zaritzen en Saratow bestaanden spoorweg aansluiten en kan zonder noemens waardige technische bezwaren door het laad der Ural- kozakken gelegd worden om bij Saraitschik, aan den moDd van de rivier Ural aan de Kaspische zee de Europeesch-Aziatische grens te overschrijden. Vanhier zal zij langs de zuidelijke kust van het meer van Aral naar Jeni Uergendj8 mijlen noordelijk van Khiva, loopen, verder langs de Amou-Daria-rivier (Oxus) zon der groote moeilijkheden Bactra bereiken, van waar zij den natuurlijken weg door de vlakten, die in het Baba- en Surch-gebergte gevonden worden, volgen en over de grens van Afghanistan zal loopen. Het westelijk deel van het Blauwe gebergte levert den grootsten hinderpaal, maar eene doorboring dezer bergketen zal zeker niet met meer zoo niet met minder moeite gepaard gaan, dan die door de Alpen van Midden-Europa (Mont-Cénisen St. Gothard). Van de hoofdstad van Afghanistan, Kabul, biedt bat dal van den Indus een allergunstigst terrein tot Peschawar. Uit deze korte mededeelingen blijkt dat het plan van den heer de Lesseps niet slechts uitvoerbaar, maar ook van groot gewicht is. Men is in Europa, vooral in die landen welke in Azië geene bezittingen hebbeD, nog te veel gewoon zich omtrent Azië onverschillig te toonen en bedenkt niet dat de nauwste relatiën tusuchen Europa en Oost-la dië vooral voor het eerste van zoo groot ma terieel belang zijn. De volvoering van het plan van den heer de Lesseps zal zonder twijfel, al is het misschien met enkele wijzigingen, vols'oerd worden, en wanneer Rusland ten opzichte daarvan dezelfde belangstelling aan den dag blijft leggen als het nu reeds betoonde, zou het niet te verwonderen wezen dat de lijn reeds over ongeveer 10 jaren tot stand gekomen was, daar de afstand van de Wolga tot Peschawar slechts 390 Duitsche mijlen bedraagt. Door het ontwerp-de Lesseps is het oudste plan der verbinding over Oostenrijk^ Turkije, Kiein-Azië tot 'de Perzische golf opnieuw op het tapijt gekomen. Het is echter de vraag of de Oos- tenrijksch-Hongaarsche regeering Rusland's energie ten aanzien dezer quaestie navolgen en trachten zal voor het ontwerp dat aan haar grondgebied vele der voorrech ten schenken zal welke door het joDgste plan aan Rusland te beurt vallen, de prioriteit te verkrijgen. Wel heeft dit plan bij het verlichte deel der natie den nay ver tus schen de beide Oostersche keizerrijken weder opge wekt maar by de regeering is daarvan nog niets gebleken. Dat beide projecten tegelijk tot uitvoering gebracht zouden wordenis niet aan te nemenvoor een groot deel zal waarschijnlijk de diplomatie moeten beslissen welke van beiden den voorrang genieten zal. Beide plannen namelijk vereisehen den bijstand van westelijk Europa, en vooral op Engeiand's hulp doen de ont werpers hunne aanspraken gelden. Wanneer de Oosten rijksehe regeering thans de handen aan het werk slaat en Engelaud's ondersteuning weet te winnen, dan zou waarschijnlijk voor den eersten tijd aan Rusland's plan nen ten opzichte van centraal-Azië de bodem zijn ingeslagen. Rusland blijft niettemin een lastig concur rent, omdat het aan de Europeesche geldmarkt nog een

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 3