Bcciijïimgm. i)itnöclsbcrif!)tcit. regeering wordt het blad kosteloos gezonden en buiten dezen zijn er slechts enkelen die het blad lezen. Behalve de Makayeb Mifriyeh bestaat in geheel Egypte nog een enkel in de Arabische taal geschreven blad, een weekblad, Wadi en Nil (Nyldal) genaamd. Zijn inhoud bestaat uiteen dorre politiekere»^ zondereeenige commentaar of kritiek. De gebeurtenissen der afgeloo- pen week worden dor en droog medegedeeld, zonder eenige inkleeding of toelichting; er wordt zelfs geen en kele poging gewaagd om haar eenigszins te illustreeren. Terwille van deze beide organen is natuurlijk het pers-bureau van den Khedive niet ingesteld. De door Europeanen geredigeerde bladen echter, wier aantal te Kaïro en Alexandrië vrij aanzienlijk is, maken het den vice-koning dikwijls lastig genoeg. Men moet vol strekt niet denkendat deze bladen zich ten doel stel len de Europeesche beschaving als pionniers te dienen. Een Franschman, Griek of Italiaan komt eensklaps met een nieuw dagblad voor den d^g; is bij slim genoeg om den onde!koning en zijne ministers in hun zwak te treffen, dan wordt hem van tijd tot tijd een bakscltisch ter hand gesteld, of hij krijgt door toezending van regeerings-aankondigingen een zijdelingsche ondersteu ning, terwijl bet ook wel gebeurt, dat hem een jaar lij ksche subsidie wordt toegekend, niet omdat de regeeriug bevreesd is voor een schadelijken invloed in het land, maar omdat zij hoopt op die wijze debuiten- landsche opinie te kunnen bewerken en ia haar belang te winnen. Twee in de Fransche taal verschijnende bladen en een Italiaanech kunnen getuigen hoe heilzaam bij gebrek aan. abonné's en advertentiën een flinke rijks subsidie werkt. Het is duidelijk, dat de staat niet iederen journalis- tischen gelukzoeker terstond een krachtige hulp kan verleenen; de regeeriug moet dus zorgen met haar eigen organen de stem van den gelukzoekenden schreeuwer te onderdrukken, opdat geen onaangenaam gerucht over de zee tot de Europeesche kusten doordringt. Hier begint de werkzaamheid van het officieele pers bureau. Een stroom van berichten en wederleggingen wordt aan de gesubsidieerde bladen toegezonden, die niet alleen volkomen tot de opname bereid zijnmaar dikwijls uit eigen beweging een lans voor de regeering breken. Comme journaliste trop sulventionnêcomme homme prudentwerd eens in het vuur der polemiek van den redacteur van een Egyptisch blad door een niet gesubsi dieerden collega gezegd. Inderdaad, op weinig uitzonderingen na, beweegt de kortstondige levensloop van deze bladen zich tusschen Blaafsche vleierij en verbitterde oppositie a tout priz. De Fransche bladen worden betrekkelijk nog op de meest geestige wijze geredigeerd; nu en dan flikkert in de bladen nog een vonkje geest en humor te midden van den vervelenden inhoud. In den regel echter zijn ook deze bladen het non plas ultra van vervelende lectuur. Zeker dagblad verweet eens een ander, dat de gewone bezigheid van zijne redactie daaruit heston d om uit de Europeesche bladen anecdoten uit te knip pen; het karakteriseerde echter daarmede zich zeiven volkomen juist. De hoofdinhoud van die bladen bestaat nl. uit excerpten van Europeesche bladen, die geheel stelselloos door elkander worden geworpen; als toegift wordt nu en dan eene oorspronkelijke correspondentie uit Frankrijk of Italië opgedischt. Van de wijze waarep het hofpersoneel tot nederige slaafsheid bewerkt wordt viadt men zells in de Russisch e bladen, wier .viijbeid zoozeer aan banden ligt, geen voorbeeld. De khedive zal b. v. een bal arrangeeren en onmiddellijk vertelt een berichtgever „dat dit feest in de herinnering van allen een der sprekendste getui genissen zal blijven voor den beschavenden invloed, die door den souverein van Egypte wordt uitgeoefend." De prins troonopvolger, wiens bjvenlip ternauwernood met een weinig dons is bedekt, treedt op eene wande ling twee Fransche winkels binnen om de inrichting te zien en de eigenaars eenige nietsbeduidende compli menten te maken; den volgenden dag bericht een der Fransche bladen, dat zij, wien deze eer te beurt viel, ,diep getroffen over dit doorluchtige bezoek, zich heb ben gehaast om den kroonprins hunne opwachting te maken en hem voor zijn bezoek te danken. De prins heeft door deze beide voorbeelden van diepe ver eering en opmerkzaamheid zich kunnen overtuigen, dat toch de Frauschen het best verstaan den vorsten overeenkomstig hunne waardigheid te bejegenen en hun de hulde te brengen, die men aan hun rang verschul digd is". Op zulk een walgelijken toon wordt dagelijks over de regeering gesproken; over de behoeften van het land zelf, de administratieve maatregelen en de belangen voor handel en verkeer wordt het diepste stilzwijgen bewaard, en slechts in geval van nood om een niet gesubsidieerden vitter te bestrijden worden dergelijke onderwerpen aangeroerd. Daarbij bomen soms kluch tige manoeuvres aan den dag. Een ia Europa in der tijd welbekend en gelezen blad, l'Orient, dat tusschen de jaren 1865 en 1867 te Brussel verscheen, kenmerkte sich door zijn heftige vijandschap tegen de Egyptische regeering; ternauwernood echter was een van zijn 1 hatelijke artikelen verschenen of een in Alexandrië uitgegeven blad belastte zich onmiddellijk met de be strijding. De aanval ginds was even scherp als de verde diging bier hartstochtelijk en energiek. Eenigen tijd werd dit tournooi voortgezet, doch eindelijk bleek, dat beide bladen zich met elkander hadden geassocieerd om van den khedive eene subsidie te verkrijgen. In Kaïro mislukte het plan, terwijl l'Orient door de Bel gische regeering wegens beleediging en leugenachtige berichten werd opgeheven. Daarenboven neemt de regeering dikwijls zeer vreemde en kostbare maatregelen om de vestiging van onafhan kelijke bladen binnen haar gebied te weren. In 1868 verscheen in Alexandrië zulk een witte raaf, Leprogrès Egyptien genaamd, die door twee Fransche advocaten werd geredigeerd, welke hun taak ernstig opnamen en de quaestie der hervorming van het consulaat-wezen tot onderwerp van hunne kritiek maakten. Dit was den khedive en zijnen raadslieden geweldig onaangenaam, te meer daar nu en dan een geestige schimpscheut andere instellingen van het land trof. Men begon daarom met schorsing en legde Le progrès voor een maand het stilzwijgen op. De slimme redacteurs waren intusschen niet verlegenzij kenden een drukker, die reeds sedert jaren concessie bezat voor de uitgave van een blad onder den naam l'lmpartial, zonder dat hij daarvan ooit gebruik had gemaakt; in weinige dagen verscheen in plaats van Le progrès, en met dezelfde tendenzen als deze, l'lmpartial. Nu werd ook het laatstgenoemde blad geschorst, doch daar intusschen de straftijd voor Le progrès was verstreken, kon de regeering tegen zijne wederverschij ning niets doen. Zij was nu echter slimmer, kocht l'lmpartial voor de som van 50,000 francs, en schorste Le progrès opnieuw, thans vour £0 dagen. Eenigen tijd bood het gehate blad nog tegenstand aan de plage rijen der autoriteiten, doch toen zijne artikelen over inwendige Egyptische toestanden al te dikwijls in de Parij8che bladen werden overgedrukt, zelfs een som van 2G0,0G0 francsdie namens den khedive, om dit te voorkomen, aan de Parijsche redactiën werd aangebo den, niet voldoende was, nam men in Kaïro zijn toe vlucht tot de ultima ratio. Men schonk n. 1. den hoofd redacteur van Le progrès een staatsbetrekking met een schitterende bezoldiging, die bij tegenwoordig nog heeft. Dat was het einde van het eenige onafhankelijke orgaan van de pers, dat ooit in Egypte heeft bestaan. Onwillekeurig zal de vraag zijn gerezen: bestaat in Egypte geen wet op de drukpers, of kan de auto craat op den troon der Pharao's door kortgeding geen einde aan de woelingen der schreeuwers maken, en moet hij zijn rust met een aanzienlijke som geld koo- pen? Jawel er is zulk een wet en wel een zier Dra- konische. Geen blad mag zonder toestemming der regeering worden opgericht, maar door de toepassing van deze wet zou de khedive in Europa spoedig de gedachte aan Aziatischen willekeur en vijandige gezind heid tegen de beschaving opwekken, en daarvoor gruwt hij. Hij wil, lot eiken prijs, vooral in Frank rijk voor een apostel van beschaving en ontwikke ling doorgaan, en daarom doodt hij de Europeesche pers in zijn land liever met goud dan met straf. Slechts als het al te erg wordt, zooals met Le phase d'Alexao- drie het geval was, die zich 25,000 francs voor zijne verdwijning liet betalen, doch den volgenden dag als vliegend blaadje in een anderen vorm weder verscheen, wordt de wet gehandhaafd. In den regel is de politiek van den khedive jegens de pers zeer vrijgevig. De moeilijkheden uit den weg te ruimen, die de regeering door de pers worden bereid is het werk van het pers-bureau, dat de onderkoning te Bulak heeft gevestigd. Den 22cn Juli jl. is van Hudicksvall vertrokken en den 27cn daaraanvolgende Kopenhagen gepasseerd het barkschip Luctor Emergo, gezagvoerder J. Haasnoot, qq bestemd naar Australië. Schip en equipage in goeden staat. Door den heer Oort, gezagvoerder van het stoom schip Priu8 Hendrik, is een rappor t uitgebracht betreffende de overname op zijn schip van het transport militairen en de lading specie afkomstig van het in de Roode zee gestrande stoomschip Tromp. De Prins Hendrik verliet den 30fn Jani dereede van Suez met het plan de Tromp op te zoeken en zooveel mogelijk te adsisteeren. Het laatste gedeelte van den nacht moest men lang zaam aanstoomen, daar de ware plek alwaar de Tromp zat niet bekend was. Met het aanbreken van den dag (1 Juli) bevond de Prins Hendrik zich nabj Ras Gharib en stuurde op plus minus éen Duitscbe mijl af stand langs de kust. Omstreeks 7 uren 's morgens be speurde men de Tromp, op de lengte van Ras Shu- khairzeer dicht onder den walop de klippen. Dichter bijhoudende kon men zien dat troepen en equipage ontscheept en aan wal onder opgeslagen tenten gehuis vest waren. Den geheelen dag had het zwaar gestormd uit het N.N.W., de zeeën sloegen over de Tromp been en de branding op het rif, nabij het strand, was geweldig. In den namiddag werden wind en zee kalmer en ging onmiddellijk een sloep naar wal, teneinde de communi catie met den wal aan te knoopen en zoodoende den brief van den agent te Suez aan den gezagvoerder van de Tromp te doen toekomen. Hoewel met veel gevaar go- lukte deze poging; daarna werd onmiddellijk nog eene „life-boat" algezonden, waarmede de heer Oort alsmede de kommandant van de troepen medegingen. Zij ontmoetten aan wal den kommandant van het transport van de Tromp (den kapitein Demmeni) die verzocht zijne man schappen aan boord te nemen, daar hij nog slechts 2 a 3 dagen drinkwater bad. Na r jp beraad met den beer Garlach werd hiertoe besloten, met het oog op den oorlog waarin wij gewikkeld zijn en omdat er geene andere middelen tot redding bestonden. Tegen donker kwamen beide sloepen weder aan boord mot een vijftigtal soldateu en zeven vaatjes specie. De kommandant van het transport, de heer Demmeni, was ook medegekomen, en nu werd in overleg met kapitein Gerlach en den dokter beslotenom de troepen en ver dere gouvernementsgoederen die van de Tromp gered warenop de Prins Hendrik over te nemen en onze reis voorloopig tot Aden te vervolgen. Door de duisternis werd des nachts niets meer onder nomen daarbij begen het weer harder te waaien. Des morgens van den 2en Juli woei het steeds bevig, zoodat landing onmogelijk was. Op den middag kalmeerde het weder, en ontdekte men door eenige prauwendat er verder om de N.W. eene opening tusschen de reven was, waardoor het mogelijk was te landen. Door middel van de sloepen werd onmiddellijk aange vangen in 'deze vaartuigen (die door hun diepgang en door de branding niet dicht bij het strand konden komen) de aan land zijnde troepen en specie in te schepen. Zoodra zij beladen waren vertrokken deze vaartuigen naar boord, zoodat 's avonds te 8 uren alle manschappen tot het transport van de Tromp behoorende, goed en wel aan boord van de Prins Hendrik waren ingescheept, zoo mede al de door het gouvernement per Tromp ver- zondene specie. Volgens telegram van Suez, van 25 dezer, kan het gestrande stcomschip Tromp, van het Nieuwediep naur Batavia, onmogelijk afgebracht worden; het ber gen der goederen wordt zeer moe iel ijk. GRAANMARKTEN" ENZ. Amsterdam 30 Juli. Raapolie op zes weken /38J. Lijnolie op Gwekeir f 384. PRIJZEN VAN EFFECTEN. Amsterdam 30 Juli 1873. Nederland *Certific. Werkelijke schuld. 2£ pet. 57 J ♦dito dito dito 3 68£ ♦dito dito dito .4 91^- ♦Aand. Handelmaatschappij 4£ 136 ♦dito exploitatie Ned. Staatssp. 109J Frankrijk, inschrijvingen3 *dito5 „85 Rusland. '-^Obligatiën 1798/1816 5 1001 ♦Certiflc. adm. Hamburg 5 *dito Hope C°. 1855 6e serie 5 871- ♦Cert. f 1000 1864 5 „981 *dito. f 1000 1866 5 984- ♦Loten 18665 ♦ObligJlope&C.Leening 1860 4£ 911 ♦Certifie. dito4 771 *In8cript.Stieglitz&C°.2ca4L. 4 771 ♦Obligatiën 1867—69 4 77£ ♦Certificaten6 *Aand. Spoorw. Gr. Maatsch. 5 229 ♦Oblig. dito4 Obi. spoorweg Poti-Tiflis 5 9P-J- dito dito Jelez Orel5 961 dito dito Chnrkow Azow. 5 94 Polen. *Schatkistobligatiën 4 75.L Oostenrijk. *Oblig.metall.in zilverJan./Juli. 5 641 ♦dito dito April/Oct. 5 64& ♦dito in papier Mei/Nov. 5 60 ♦dito dito Febr./Aug. 5 Italië. Leening 18615 574 Spanje. :,:Obligatiën Buitenl. 1867—71. 3 19£ dito Binnealandsche 3 154 Portugal. *Obl. 1856—69 3 „411 Turkije. dito (binnenl.)5 5ll Egypte. Obl. 1868 7 85-^ Amerika. ♦Obl. Vereenigde Staten (1874) 5 96£ ♦dito dito dito (1904) 5 ♦dito dito dito (1882) 6 98 J ♦dito dito dito (1885) 6 1004- ♦Obl. Illinois7 ♦dito dito Redemtion 6 Obl. Atl. Gr. W. Spw. Obiosec. (7p) dito dito geconsolideerde 7 dito dito debentures. 8 Obl. St. Paul Pac. Spw.lesec. 7 dito dito dito 2esec. 7 dito dito 1869 dito 7 29f

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 3