mmmm
ÖuifcmlcmiX
MARINE EN LEGER.
Zaterdag a. wordt het kamp der pontonniers te
Rhenen opgebroken en vertrekken de troepen weder
naar Dordrecht. Gisteren had de laatste groote exerci
tie plaats, die door een menigte belangstellenden werd
bijgewoond. Vlak bij het veerhuis van Rhenen werd
binnen den tijd van éen uur een brug gebouwd ter
lengte van 190 meters, rustende op 27 pontons en éen
schraag, en dat zij stevig en flink was bleek, toen
drie artillerie-wagenste samen getrokken door 18 paar
den, haar met goed gevolg overreden. Nadat vele
inwoners van Rhenen en andere toeschouwers eveneens
de deugdelijkheid der brug hadden beproefd, was zij
weldra weder afgebroken.
Tengevolge van den uitslag van het onlangs ge
houden vergelijkend examen tusschen de adspiranten
naar eene plaatsing als kadet op de koninklijke mili
taire academie, zullen, met September a.aan die
inrichting als kadet worden geplaatst: voor de cavalerie
hier te lande: M. van Kuyk, J. V. Westenberg en
J. D. Canverling Helroolt voor de genie hier te
lande: W. G. L. Versteeg, C. A. Cikot. W. J. A.
Colthoff, L. C. van den Bran deler en C. P. L. Mathon
voor de infanterie in Oost IndiëG. P. de Neve, F. Nauta,
J. C. Soeters en J. Arendsen de Wolff; voor de cava
lerie in Oost-Indië: H. W. A. van Jeveren; en voor de
genie in Oost IndieE. B. E. Ruempol, H. R. de Vries,
J. Groothoff, F. A. E. Auffmorth en M. A. J. de Haan.
Volgens bij het departement van marine ontvan
gen telegrammen zijn Zr.M'. schroef&toomschepen Riouw,
Banda en Amboina, onder bevel van de luitenants ter
zee le klasse W. Steffens, C. F. T. van Woelderen en
jonkheer A. F. Meijer, den 27en Juli ji., op hunne reis
naar Oost-Indië, het eerste te Penang en de beide bot
sten te Aden aangekomen. Aan boord dier bodems
was alles wel.
Tot het in gereedheid brengen van de legerplaats
bij Millingen zijn aldaar aangekomen detachementen
der vier bataljons van het regiment grenadiers en jagers
onder do le luitenants jonkheer A. W. van Reigers
berg Versla}'3J. van der MeerH. J. Bergé en G. S. A
de Ronde; van het 3e regiment infanterie, onder den
2en luitenant H. C. Consemuller en de le luitenants
F. Cochius, J. H. Niemeijer en G. H. Veerman; van het
6e regiment infanterie onder den len luitenant J. J. de
Vos, 2en luitenant J. W. L. Vermeyde, len luitenant.
J. A. C. H. van Moll en den 2en luitenant J. J. G.
Schuit; van het 7e regiment infanterie onder den 2en luite
nant J. H. A. de Balbian van Doorn; van het 8e regi
ment infanterie onder den leB luitenant M. de Ras, en van
het bataljon mineurs en sappeurs onder den 2en luite
nant J. Meursinge.
Met de uitvoering der werkzaamheden voor de in
richting van het telegraafkantoor, op de legerplaats bij
Millingen, den 12en augustus a. in dienst te stellen, zijn
belast de heeren J. M. Coletfeinspecteur-chef van het
technisch bestuur van den rijkstelegraaf; Z. van der
Vegte, lijn inspecteur van den rijkstelegraaf te Arnhem,
en H. van Erkel, opzichter van den rijkstelegraaf te
Zutfen; terwijl voor den postdienst aldaarvan 22 juli jl.
tot 12 Augustus een tijdelijk hulpkantoor, en van 12 Au
gustus tot September een tijdelijk postkantoor in wer
king zal zijn.
GEMENGDE BERICHTEN.
Het Vaderland verneemt thans dat de stukken
in zake den dubbelen moord voor eenige dagen werke
lijk ter examinatie zijn gesteld in handen van den pro
cureur-generaal bij het provinciaal gerechtshof in Zuid-
Holland.
Nabij Haarlem worden dit jaar de aalbessen-strui
ken bijzonder geteisterd door een wormdie veel over
eenkomst heeft met den motworm. In eene groote
kweekerij waren de bessenstruiken geheel kaal gevreten,
zoodat men besloten heeft den geheelen gaard uit te
roeiende struiken te verbranden en nieuwe te planten.
Alleen de roode en witte bessen werden aangetast,
terwijl eenige rijen zwarte bessenmidden tusschen de
anderen staande, ongedeerd bleven.
Het onweder dat te Meppel en omstreken Zater
dag avond en nacht woedde, heeft verscheidene onge
lukken veroorzaakt. Te Zwartsluis zijn van vijf personen
die onder een boom stonden te zien naar een brand te
Genemuiden (alwaar 2 huizen in de aseh zijn gelegd)
drie personen doodelijk getrcffen, de twee anderen ge
wond. Te Nijeveen is een koe door den bliksem gedood,
efi te Rheebruggen onder Uffelte, een boerenwoning ge
troffen en verbrand. Te Zuidwolde werden in eene weide
vier koeien door den bliksem gedood.
De jury van den tooneelwedstrijd le Brussel heeft,
voor wat betreft de Nederlandsche mededingende maat
schappijen de drie te behalen prijzen toegekend als
volgtle prijsmet vier tegen drie stemmenaan het
dramatisch gezelschap van Roermond, met het stuk
„Een Fransch krijgsgevangene"; 2e prijs, metalgemeene
stemmen, aan de vereeniging V. U. O. G. van Amster
dam, met het stuk „Tooneelstudiën"; 3e prijs, met al-
gemeene stemmen, aan de Plet terij-vereeniging van
's Gravenhage, met het stuk „De bloedzuigers".
De burgemeester van Gent heeft van den Belgischen
vice-consul te Samarang ontvangen eene som van 651.02
als saldo van het bijeengebrachte ten behoeve van de
slachtoffers der jongste overstroomingen.
In de vorige week zijn te Oosterhout verscheidene
personen door zonnesteken getroffen; sommigen ver-
keeren in levensgevaar. Dergelijke gevallen worden
meerendeels waargenomen bij personen, die zich met
ongedekten hoofde in de felle zon begeven.
In den laatsten tijd is het verkeer op de Keulsche
vaart enorm toegenomen; van 1° Juli jl. tot gisteren
passeerden te Utrecht niet minder dan 700 vaartuigen,
die de rivier op en af gingen.
In de kolenmijn van Cracket-Picquery, nabij Bergen
in Henegouwen, heeft een ontploffing van grauwvuur
plaats gehad, waarbij vijf werklieden zijn doodgebleven
en twaalf vreeselijke brandwonden bekwamen.
Te Reuil (twee uren van Versailles) heeft in een
bergplaats van petroleum een ontploffing plaats gehad,
tengevolge waarvan 42 personen gewond zijnvan
welke 21 ernstig.
Pauline Doschoprichtster en directrice der tweede
woekerbank te Miinchen, is tot vijfjaren tuchthuisstraf
veroordeeld. Zij verklaarde in het vonnis niet te berusten,
omdat het in hare zaak slechts eenige honderdduizende
guldens betrof en het dus niet voegde haar twee jaren
langer in het tuchthuis te willen houden dan Adèle
Spitzeder, bij wier proces het ora eenige millioenen te
doen was. Naar men zegtheeft haar advocaat ook cassatie
van het vonnis aangevraagd.
De gemeenteraad te Belfort heeft besloten den
heer Thiers een gouden medaille aan te bieden, die de
volgende inscriptie zal dragen: „Belfort is Fransch geble
ven. Aan den heer Thiers."
In een steenkolengroeve te Frameries heeft tenge
volge van het springen van een aangelegde mijn eene
ontploffing plaats gehad, waardoor vijf personen gedood
en twaalf personen zwaar gewond werden.
Dezer dagen stond voor het kantongerecht van
Malbourough Street te Londen eeu artillerie-officier
terecht, wegens zijn onbehoorlijk gedrag in het Princess-
theatre. Hij had namelijk plaats genomen in eene stalk
zonder dat hij een witte das aan had. De magistraat
ontsloeg hem van rechtsvervolging en betuigde zijne-
verwon dering, dat aan het publiek eene bijzondere
kleederdracht werd voorgeschrevenwanneer men den
avond in den schouwburg wilde doorbrengen.
Omtrent de leeuwenjacht, die te Hal heeft plaats
gehad, verklaart een ooggetuige, dat zij indrukwekkend
was. De vijf leeuwen behooren aan den heer Hugues
Condael, dierentemmer van den Engelsch-Amerikaan-
schen circus Bell en Hulcharson, die den 20en dezer
te Hal was gekomen om er een enkele vertooning te
geven. Den 21en te 4£- uur 's morgens, reinigde de
knecht des dierentemmers de kooi, welke uit twee ge
deelten bestaat die door een deur ineen komen. Hij
verliet de kooi zonder zich te verzekeren of de deur
goed gesloten was, en deed de leeuwen ia het gedeelte
gaan, dat hij schoongemaakt had en waarvan de deur
was opengebleven. De leeuwen sprongen er uit. De
eerste wierp een paard van de renbaan op den grond.
Eenige bedienden van het cirque verschrikten den leeuw,
die zijn prooi losliet. Het paard, alhoewel erg gekwetst
liep spoedig weg. De vijfde leeuw die uit de kooi kwam,
liep er weder in, verschrikt door het geroep der bedien
den. De dierentemmer, die op bet punt stond om naar
Brussel te vertrekken, werd gelukkig intijds verwittigd.
Hij verzocht niet op de dieren te schieten, en verze
kerde dat hij ze zonder ongeval in hun kooi zou terug
brengen. Hij werkte tot 7 uren 's morgens om den eer
sten te vatten, die reeds verscheidene straten doorloopen
had. De tweede uam de richting van het veld, achter
volgd door eenige inwoners, gendarmen en bedienden
der renbaanen men slaagde er iu hem in een riool te
doen gaan, waarvan de twee uiteinden bewaakt werden.
Een sterke dosis morphine, op een stuk vleesch gespreid,
werd aan de twee leeuwen, die zich nog in vrijheid
bevonden, toegeworpen. Met groote moeite gelukte het
een strop over den hals van een der dieren te wer
pen. De andere werd ook omstreeks 9J- uur 's mor
gens gevangen. Men hield zich toen bezig met den leeuw
die in het riool zat. Men brandde verscheidene zelfstan
digheden om het dier er te doen uitkomen. Dal hielp
niet. De dierentemmer en een bediende gingen er toen
in met een breede plank voor zich en dreven het dier
langs den anderen kant naar buiten. De leeuw viel
in een gracht, en men kon zich van hem meester maken.
Verscheidene personen, vooral de dierentemmer, hebben
groot gevaar geloopen. De leeuwen maken zijn gansche
bezitting uit. Zij zijn elk 5000 francs waard.
THERMOMETERSTA ND.
28 Juli 's av. llu. 60 gr.
29 'smorg. 7 u. 62 gr. 'smidd. 1 u. 80 gr. 'sav. 6 u. 73 gr.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Toen vóór eenige dagen het bericht uit Madrid
kwam dat een van de schepen der Spaanscbe marine»
die zich bij de opstandelingen van Carthagena had
aangesloten door een Duitsch fregat opgebracht en
ter beschikking gesteld was van de republikeinsche
regeering, werden er terstond blinde bewonderaars van
het Duitsche rijk gevonden, die, als verdedigers van
deze onwettige daad van den kommandant van het
Duitsche fregat optraden. Hij had, dus heette het»
aan de handelswereld een onschatbaren dienst bewezen»
want zonder eenigen twijfel zouden de schepen der
opstandelingenzoodra zij vasten voet aan de wal
v erloren zouden hebbeninderdaad rooverschepen wor
den. Een schoon argument om zich bij voorbaat zon
der eenigen grond van die schepen mees'er te maken!
De Duitsche regeeriBg schijnt er dan ook zeer terecht
anders over te denken. De officieuse Norddeutsche
Allgemeine Zeitung schrijft in haar Dommer van giste
ren: „Het nemen en opbrengen van de Vigilante door
den Priuz Friedrich Carl is geschied zonder instructie of
machtiging van de zijde der keizerlijke regeering. De
kapitein Werner zal zich over zijn gedrag moeten verant
woorden; zijn rapport is nog niet onder de oogen der
keizerlijke regeering gekomen." Jammer slechts dat in
het bekende geval van kommandant Basch, die ook
zonder eenige instructie te Port au Prince met bombar
dement dreigde, tot dusverre nog niets van een onder
zoek gebleken is. Van eene verantwoording van den
kapitein van bet Duitsche fregat zal waarschijnlijk ook
wel niet veel meer kekend worden. Ter wille van het
beginsel is het echter reeds genoeg dat de Duitsche
regeering ten[minste den overmoed van den marine officier
afkeurt.
Wat den opstand der intransigentes zeiven betreft, de
laatste dagen schijnt het hun niet voor den wind te
gaan. Zoo hebben Se villa en Valencia reeds hunne
onderwerping aan de Madridsche regeering aangeboden,
maar deze, die vooral in de tegenwoordige moeilijke
omstandigheden slechts door een krachtige houding haar
prestige herwinnen kan, heeft geantwoord op geene
conditiën to kunnen ingaan; de onderwerping moest
onvoorwaardelijk wezen. Gelukkig schijnt de regeering
in staat geweest te zijn om aan dit hooghartig ant
woord terstond klem bij te zetten door generaal Pavia,
die het beleg voor Sevilla geslagen beeft. Wanneer
de opstandelingen van onderwerping spreken, dan is
het wel eeu bewijs dat zij zich zei ven te zwak gevoe
len om aan de regeering weerstand te bieden. Hieruit
zou men kunnen afleiden dat de deelneming aan deu
opstand in de zuidelijke en oostelijke provinciën verre
van algemeen is.
Ten aanzien van de Carlisten valt in de laatste dagen
weinig mede te deelen en, naar het schijnt, is aan
hun succes en hun onverwacht voortrukken der laatste
weken een einde gekomen. Trouwens éene zaak ont
breekt hun, namelijk een versterkte stad als operatie
basis. Alleen het platteland is onder leiding der pries
ters Carlistischin de steden daarentegen telt de legiti-
mistiache pretendent bijna uitsluitend vijanden. Vrij
willig geeft zich dus geen enkele stad over en zyn
leger is te zwak en te arm aan artillerie om de eeno
of andere plaats tot overgave te dwingen. Dat hun
tijdelgk succes echter weinig om het lijf beeft, kan
indirect blijken uit het antwoord van lord Enfield op
eene vraag, welke hem gisteren door den heer Callan in
het Engelsche lagerhuis gedaan werd. Do secretaris van
staat van buitenlandscbe zaken zeide, dat hoewel de Carlis
ten zich over het noorden van Spanje verspreidden,
nog volstrekt de tijd niet gekomen was om hen als
oorlogvoerenden te erkennen.
In het huis der lords heeft gisteren Atsji het onder
werp uitgemaakt van eene discussie. Lord Stanley,
de leider der conservatieven in het koogerhuis, vestigde
de aandacht op den gang van zaken in den Indischen
archipel en verzocht overlegging der correspondentie
tusschen Nederland en Engeland betreffende de intrek
king van het tractaat van 1824. T/ord Granville zeide
dat het tractaat opgeheven woest worden, omdat bet
meer en meer bleek onuitvoerbaar te wezen; tegen de
overlegging der correspondentie, zeide de minister,
maakte de Engelsche regeeriug volstrekt geen bezwaar.
De Fransche kamer zet met spoed hare werkzaam
heden voort. Gisteren nam zij verschillende kleinere
wetsontwerpen aan, waaronder ook het voorstel-Rouvier
betreffende de opheffing van den surtaxe de pavilion. De
minister van koophandel, de heer de la Bouillerie, sprak
in naam der regeering voor onvoorwaardelijke afschaf
fing dezer belasting en betoogde dat Fraukrijk's vrij
heid tot 1877 volstrekt niet daardoor belemmerd was.
Dit laatste zag op een amendement van den heer
Ancel om dit recht niet af te schaffen, maar slechts
tijdelijk buiten werking te stellen. Dit amendement
werd echter verworpen en het oorspronkelijk voorstel,
volgens hetwelk te beginnen met 1° October 1873 geen
