MIDDELBÜRGSCHE COURANT. F 172. Dinsdag 1873. 22 Juli. Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2cn Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3/m., franco is f 3.50. Middelburg 21 Juli, GEEN OORLOGEN MEER? III. Nadat de paus den alles vermogenden invloed op de wereldgeschiedenis verloren had, die hem voorheen toekwam zoolang de katholieke kerk de eenige uitdruk king van het Christendom was, werden er andere mid delen beproefd om den vrede op aarde te bestendigen en te waarborgen. Na het falen der theocratie was tot die proefneming het absolutisme het eerste aan de beurt en het aanvaardde die zending in 1814 op voorstel van keizer Alexander. Men zal niet ontkennen dat de akte van het heilige verbond overvloeide van edele gedach ten en sehoone woorden. Godsdienst, rechtvaardigheid, Christelijke liefde en broederschap stonden er in op den voorgrond, en evenzeer de bestendiging en de hand having van den vrede op aarde; in die akte schemerde het droombeeld van een politiek millennium even dui delijk door als in de bespiegelingen der moderne vrien den van den vrede. En toch behoeven wij niet te herinneren wat het heilige verbond ten nutte van den wereldvrede heeft uitgericht. Het heeft Europa gedu rende een twintigtal jaren gekromd onder het régime der congressen, onder de overheersching der diploma tie, die aan alle ontwikkeling en beschaving den kop indrukte, die de kleine mogendheden op de onrecht vaardigste wijze mishandeldeen onder den schijn van eene politiek van vrede en recht niets anders deed dan op de overoude wijze onbewimpeld het recht van den Bterkste in practijk te brengen. Geen jaar ging er ge durende den bloeitijd van het heilig verbond voorbij, of de politiemacht van de congressen voerde oorlog. Nu stuurde het congres Oostenrijk af op Napels en Piëmont, dan weder Frankrijk op Spanje, later op Nederlanden ons land weet evenals Denemarken bij ondervinding dat, al moge de praktijk van het heilig verbond oorlo gen voorkomen hebben door andere oorlogen te voeren (geen zeer vredelievend resultaat voorzekerde con gressen en conferentiën nooit hebben gezien naar het goed recht van de partijenwier geschillen zij moesten bijleggen, maar enkel naar de eischen van zeker droombeeld, dat zij het evenwicht van Europa noemden, en waarnaar op het Weener congres reeds de kaart van Europa op de vreemdsoortigste wijze verknipt was. Het zuiden van Europa kan bovendien getuigen hoe de diplomatieke politie van het heilig verbond niets anders was dan eene politie ten nutte van het absolu tisme en tegen het constitutionalisme, dat de edele ge dachten en sehoone woorden van de akte, hoe welge meend ze misschien werden geuit, in de toepassing uitsluitend dienden om de neigingen naar zelfregeering en goed bestuur te onderdrukken door geweld van wapenen. De geschiedenis van het heilig verbond heeft, naar onze meening, ten duidelijkste aangetoond dat ook van het absolutisme en van de diplomatie, tot eene internationale kracht geconcentreerdgeene handhaving van den wereldvrede te hopen is, dat zij daarentegen de vrijheid onderdrukken en vervolgen enzoo 't haar noodig voorkomt, te vuur en te zwaard verdelgen. Zullen deze gevolgen niet plaats hebben wanneer het permanente scheidsgerecht niet uitgaat van het abso lutisme, maar van het parlementair stelsel zelf, wanneer daartoe de eerste aanstoot gegeven wordt door votums der volksvertegenwoordigingen Ziedaar eene vraag die wij onmogelijk bevestigend kunnen beantwoorden. Een permanent scheidsgerecht kan nimmer een zuiver arbiter zijn. Wanneer twee regeeringeD, zooals Enge land en de Vereenigde staten onlangs gedaan hebben, de tusschen haar bestaande geschillen aan de uitspraak van andere regeeringen onderwerpen, dan kiest de tot arbiter gekozen regeering- een deskundigen adviseur, om baar voor te lichten voor dat speciale geval, en er bestaat alle kans dat de uitspraak waarlijk arbitrair, dat is flaar recht en behoorende zaak zal beslissen In concrete gevallen is het stelsel van internationale arbitrage voortreffelijk. Maar een permanent scheids gerecht draagt van nature een geheel ander karakter; eeu lichaam waarbij alle mogelijke geschillen tusschen alle natiën kunnen aangebracht worden is in zekeren zin een diplomatiek strijdperk, heden kan daarop het belang van den een, morgen het recht van den ander ter sprake komen. Bij die ongewisheid valt het moeilijk bij de samenstelling van het college op speciale kun digheden te letten; daarenboven is het noodig dat de mogendheden, vooral de greote mogendheden, daarin vertegenwoordigd worden door dienaren, geheel door drongen van den geest hunner regeeriog. Het interna tionale scheidsgerecht zal dus feitelijk niets atiders worden dan een permanent diplomatiek congres, en wij zien niet de minste reden waarom dat congres minder reactionair zou zijn, meer zou doen voor het behoud van den vrede en de handhaving van het recht dan hare voorgangsters van Troppau, van Laibach of van Verona, of van de beruchte Londensche conferentiën. In plaats van goeds, zonden wij niets dan kwaads verwachten van het verwezenlijkte droombeeld der vrede- vrienden. Het komt ons voor dat de zaak van den vrede wel langzaam, doch zonder twijfel zeker voortgaat door het betrachten eener gedragslijn, die de heer Gladstone in het lagerhuis afteekende: „eene vastberadene houding van die mogendheden, welke de rechtvaardigheid betrach ten en met overtuiging de beginselen naleven van in de eerste plaats zelve rechtvaardigheid en gematigdheid te oefenen en in de tweede plaats geene gelegenheid voorbij te laten gaan om aan bevriende natiën de minnelijke vereffening van geschillen aan te bevelen." In de internationale betrekkingen ligt er, meer nog dan in andere zaken, in generaliseeren gevaarnemen de groote mogendheden zich ernstig voor bij elk opgerezen geschil de gemoederen der partijen te stemmen tot het inroepen der scheidsrechterlijke tusschenkomst va neene ten aanzien van het onderwerp des geschils geheel on partijdige regeering, zoo bestaat er meer kans op behoud van den vrede dan wanneer men alle regeeringen wil doen toetreden tot een tractaat van eeuwige vriendschap, dat, wil het iets bijdragen tot het goede doel, alle de handen binden moet doch, zooals de ondervinding ge leerd heeft, op beslissende oogenblikken door de belang hebbenden eenvoudig op zijde wordt gezet. Men meene echter niet dat langs den eenen of anderen weg de oorlog onmogelijk gemaakt zal worden. Welke illusie men zich ook makehoe treurig men het ook vindehet moet geconstateerd worden dat sedert den aanvang der ge schiedenis het recht van den sterkste altijd is geweest de onverbiddelijke wet die ten slotte de betrekkingen der vol keren regelde. Internationaal en nationaal recht was bij alle natiën, in alle tijden, in alle werelddeelen op dat begin sel gebouwd, en het is het nog. Schijnt er nu en dan in de wereldgeschiedenis een ander beginsel gedurende een korten tijd door te schemeren, het was alleen omdat de sterke van het oogenblik van zijQe macht geen misbruik maakte. En het misbruik of althans ruim gebruik maken van kracht ligt zoo zeer in 's menschen natuur, dat alle vredebonden en vredevereenigiDgen, alle motiën en parlementen alle congressen en colleges van internationale arbitrage niet bij machte zullen zijn het uit te roeien en het onderling verkeer van men schen en volkeren op andere grondslagen te vestigen. Het is een treurig, maar een iederen dag waar te nemen verschijnsel, dat men niet mag voorbijzien, hoe groot vijand men ook van den oorlog is. Sluit men voor de gevaren van dit beginsel uit philantropische verblinding of economische bekrompenheid de oogen, dan mag men In overeenstemming met deze gevoelens behelsde het antwoord der koningin op het krachtens de motie tot haar gerichte adres, waarvan jl. Donderdag in het lagerhuis mededeé- ling gedaan werd, dan ook het volgende: „Ten allen tijde is het mijn streven geweest om door raadgevingen en door eigen voor beeld, naar gelang der omstandigheden, geschillen tusschen de regceringen te doen bijleggen door die ter beslissing op te dra gen aan het onpartijdig oordeel van bevriende natiën, alsmede om het algemeen aannemen van vaste regelen voor de interna tionale betrekkingen ten nutte van alle natiën te bevorderen. „Ik zal voortgaan op den ingeslagen weg, het oog houdende op tijd en gelegenheid, wanneer de omstandigheden aanleiding geven om een goeden uitslag te verwachten." door de legers af te schaffen en 'slands defensie te, verzuimen aan zijn volk jaarlijks eenige millioenen aan belastingen uitsparen, maar dan stelt men zich onver dedigd bloot aan den eersten den besten aanslag van een ander rijk en bewijst men, ten koste zijner natio naliteit, de waarheid der spreuk: qui se fait brebis, le loup le mange. We mogen niet vergeten dat de in het lagerhuis aangenomen motie tweeledig is: vestiging van een scheidsgerecht beoogde ze, maar ook vaststelling der beginselen van internationaal volkenrecht. Tegen dit laatste hebben wij geen bezwaar. Het congres van Parijs, waarop de kaapvaart afgeschaft werd en de blokkadewet gearresteerd, heeft getoond dat ten dien aanzien het overleg der mogendheden nuttig werken kan. Echter ontveinzen wij ons niet welk gevaar er voor de kleinere staten in ligt zoo de groote mogend heden, die op elk congres het overwicht hebben, onder anderen de verplichtingen der neutrale mogendheden en de wet van den casus belli, welker regeling hoogst wenschelijk ware, te zeer regelden in verband met de macht en de hulpmiddelen der groote mogendheden. Genoeg zij het voor ditmaal hieromtrent op te merken, dat de drie regelen van volkenrecht, die Engeland en de Vereenigde staten bij het tractaat van Washington hebben aangenomen en tot welker propageering zij zich hebben verbonden, ons vaderland met het oog op onze uitgestrekte koloniën en beperkte hulpmiddelenbij eiken oorlog bloot zouden stellen aan zeer groote schadewij zouden, wegens niet behoorlijke handhaving onzer neutraliteit, öf allicht in den oorlog worden mede- gesleept, óf na het sluiten van den vrede aan den over winnaar eene zeer lange rekening te betalen hebben. De Staats-courant van Zondag 20 en Maandag 21 dezer bevat het koninklijk besluit van den 9en dezer, waarbij wordt bepaald dat postzegels en briefkaarten, behalve op de postkantoren en op de hulpkantoren, voor een ieder, zonder prijsverhoogingverkrijgbaar kunnen worden gesteld bij daartoe door den minister van finan- ciëa aan te wijzen depothouders. Deze kunnen mede door genoemden minister worden belast met den verkoop of de uitgifte van postwissel-formulierenof andere dergelijke cp de postkantoren tegen betaling verkrijg baar gestelde formulier-drukwerken. De postzegels, briefkaarten en formulieren, die de depothouders zich in voorraad aanschaffen, worden door hen tegen gereede betaling bij de postkantoren ingekocht. Elk aangewezen depothouder geniet voor zijne bemoeiingen en tot scha deloosstelling voor zijne geldelijke voorschotten een bedrag van éen ten honderd van don prijs der postze gels, briefkaarten en formulieren, die door hem op de postkantoren worden ingekocht en welke hij verplicht is weder tegen denzelfden prijs aan het publiek te verkoopeu. De minister van financiën bepaalt in welke gemeenten een of meer depothouders zullen gevestigd zijn en regelt verder al hetgeen ter uitvoering van den maatregel, die het onderwerp van dit besluit uitmaakt, vereischt wordt. Bij koninklijk besluit van den 12cn dezer is de tweede zinsnede van art. 5 van het ia 1851 vastgestelde regle ment betreffende de kamers van koophandel en fabrie ken vervallen verklaardzoodat voortaan ook consuls van vreemde mogendheden tot leden der kamers van koophandel en fabrieken benoembaar zijn. Evenzeer vervallen de woorden „en insgelijks in de maand No vember" in de vierde zinsnede van het bepaalde onder 2° van het koninklijk besluit van 11 Augustus 1859, zoodat daar thans gelezen wordt„De verkiezing ter vervulling der plaatsen, die door ontslag, overlijden of om eeu andere redenopenvalleDgeschiedt binnen een jaar na dat openvallen." Naar het Utrechtsch dagblad verneemt, zijn de onder handelingen tusschen den directeur van de Noord-Bra- bantsch-Duitsche spoorwegmaatschappij ea die van de Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen om-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 1