kamer de mededeeling zou hebben gedaan van haar
verzoek om ontslag aan den koning, in afwachting
waarvan het ministerie inmiddels voortging spoedver-
eischende zaken te behandelen.
Die verwachting was gegrond op de feiten van den
laatsten tijd. De rechterlijke organisatie ia verw< 5'
de grondslagen, waarop eeue mil it ie wet muedterfwor den
gebouwdzijn gevallende tractatendie onze be- '<lt-
tingen op Sumatra en aan de kusten van Afrika lbe
treffen, hebben noodlottige gevolgen gehad. Eenministor
des konings heelt aan eeue kiesvereeniging mededeelingt
gedaan van zijn verzoek om ontslag. Een ander minister
heeft geweigerd verder met de tweede kamer in over
leg te tredeü. Leden van het kabioet en politieke
vrienden in de tweede kamer hebben gewedijverd in
bittere en scherpe verwijten. Onder die omstandigheden
zou de mededeeling geen bevreemding hebben gewekt
dat het ministerie zijn ontslag heeft genomen. Hij geloofde
zelfs, dat de eischen van den constitution selen regeerings-
vorm, de waardigheid der kamer en 'slands belang hadden
medegebracht, dat de regeering althans omtrent den
politieken toestand des lands eenige mededeelingen
aan de vertegenwoordiging en de natie had gedaan.
Nu dit niet geschied is, wenschte hij deze vragen aau
de regeering te stellen: 1° heeft het kabinet aan Z. M.
den koning zijn ontslag gevraagd, en zoo neen, 2° op
welke wijze ziet het kabinet den tegenwoordigen toe
stand in en welke zijn zijne voornemens?
Hij liet thans aan de regeering over de bepaling
van het tijdstip, waarop zij die vragen zou wenschen
te beantwoorden.
De minister van financiën merkte op dat uit die uit
eenzetting volgt, dat de heer van Goltstein ten onrechte
bij den aanvang zijner interpellatie van eenvoudige
vragen gesproken had. Vooral de tweede vraag zou
tot ver strekkende discussiën kunnen leiden. De regee
ring zou bereid worden gevonden te antwoorden, of
schoon de minister de opmerking niet mocht weerhouden,
waarom de heer van Goltstein met zijne interpellatie tot
den laatsten dag van het bijeenzijn der kamer had
gewacht. De minister zou van de gedane vragen
mededeeling deen aan den tijdelijken president van den
ministerraad en de regeering zou daarna het tijdstip
voor de beantwoording der interpellatie bepalen.
Aan het einde der zitting heeft de voorzitter mede
gedeeld van de regeering bericht te hebben ontvangen,
dat zij bereid was in eene avondzitting de interpellatie
te beantwoorden.
Daarna zijn de beraadslagingen gevoerd over het
wetsontwerp tot herziening van de belastbare opbrengst
der gebouwde eigendommen (grondbelasting.)
Dit ontwerp werd bestreden door de heeren Mes-
schert van Vollenhoven die bij deze gelegenheid tevens
afscheid nam van zijne medeleden, hen dankende voor
de vele blijken van welwillendheid, ook bij verschil
van gevoelen steeds van hen ondervonden Rijcke-
vorsel en Cremers, terwijl de heeren Hein en Fransen
van de Pntte verschillende ondergeschikte bedenkingen
maakten en de heeren Pincoffs en Smit het ontwerp
verdedigden. De minister van financiën, de verschil
lende sprekers beantwoordende op de bezwaren die
hoofdzakelijk betroffen de opheffing van de vrijstelling
voor de landbouwschuren en stallen, den maatstaf van
de onzuivere huurwaarde, de onzekerheid omtrent de
regeeringsplannen ten aanzien der herziening van de
belasting op de ongebouwde eigendommen en de vrees
voor verhooging der grondbelasting als uitvloeisel van
deze wet, gaf o. a. omtrent de twee laatste punten
te kennen: het vraagstuk der herziening van de belast
bare waarde der ongebouwde eigendommen hangt geheel
samen met het financieel stelsel. Onbillijk zou hij die
herziening achten als de inkomstenbelasting aangenomen
ware. Overigens erkende de ministerwat de heer
Pincoffs reeds had gezegd, dat onder de bestaande
politieke omstandigheden kwalijk eene toezegging van
den tegenwoordigen minister van financiën kon worden
verwacht. Voor eene herziening der belastbare op
brengst van de ongebouwde eigendommen is veel
voorbereiding noodig. In verband hiermede behandelde
de minister de vraag of deze wet zal leiden tot ver
hooging der belasting op de gebouwde eigendommen.
Wanneer men eene belasting wil verhoogen, is 't in elk
geval goed te zorgen voor eene gelijkmatige en evenredige
heffing. In dien zin wilde de minister niet ontkennen,
dat, in tijd van nood, de verhooging der grondbelas
ting in de eerste plaats in aanmerking zou komen. Dit
wetsontwerp bedoelt evenmin als de minister persoonlijk
eene verhooging der belasting. Wat er later zal ge
beuren, weet de minister natuurlijk niet. Maar de waar
schuwing tegen mogelijke gevolgen der verbetering van
de grondslagen eener belasting is toch wel overdreven,
daar in ieder geval de verhooging afhankelijk is van
de wetgevende macht.
Het wetsontwerp werd ten slotte aangenomen met
22 tegen 12 stemmen.
Tegen stemden de heeren BeerenbroekHengst, Mes-
schert van Vollenhoven, van Aylva vanPallandt, Vos
de;, Wael, Michiels van Kessenich, van Rijckevorsel,
VerschoofCremers, van Sasrje van IJsselt, Villers do
Pité en van Goltstein.
De vergadering werd d'aarua verdaagd tot des avonds
ten 8 ure.
Avondzittio g van Vrijdag 18 Juli.
De minister van justitie heeft namens de regeering
de interpellatie Van den heer van Goltstein ongeveer
als volgt beantwoord
De minister van ooi log heeft, na verwerping van
art. 3 van het ontwerp tot wijziging der militiewet,aan
Z. M. zijn on tslag gevraagd. Vóór weinige dagen ia
dat adres va.nwege Z. M. aan den ministerraad toege
zonden om consideratie en advies. De ministerraad
overweegt welken raad hij aan Z. M. zal geven, zoowel
•omtrent dit verzoek om ontslag, als over hetgeen daar
van, in de bestaande omstandigheden, het gevolg zal
moeten zijn.
De ministerraad beschouwt die omstandigheden als
hoogst ernstig, niet alleen met het oog op den afloop der
tegenwoordige zitting en den uitslag der jongste ver
kiezingen, maar ook lettende op de verschillende poli
tieke richtingen, die zich meer en meer beginnen af te
scheiden en vooral met 'toog op den nog niet ten einde
gebrachteu oorlog met Atsji.
Daarom overweegt de ministerraad wat het belang
des vaderlands, en dat belang alléén vordert.
Maar de kamer zal zelve erkennen, dat de ministerraad
de strekking zijner overwegingen zelfs niet aan deze
kamer kan mededeelen, vóórdat hij de uitkomsten daar
van aan het oordeel en do beslissing van het geëerbie
digd hoofd van den staat zal hebben kenbaar gemaakt.
De heer van Goltstein dankt de regeering en ver
ontschuldigt zich dat hij door zijn vraag de overwe
gingen van den ministerraad heeft gestoord, maar toch
is hij dankbaar zulks gedaan te hebben, omdat nu
licht verschaft is in den toestand, waaroverzco velerlei
geruchten waren verspreid. Hij hoopt, ook opdat de
volgende zitting niet onvruchtbaar zij, dat die over
wegingen tot een ge wenseht einde leiden.
De heer Cremers is ook dankbaar voor de verklaring
van den minister van justitie. De wensch van den heer
van Goltstein, dat de overwegingen van den minister
raad tot een gewenscht einde mogen leidenneemt hij
echter slechts aan geïsoleerd van de 'wenschen en
verklaringen, heden morgen door den spreker gefor
muleerd.
Daarna zijn de beraadslagingen gesloten en ging de
vergadering op reces uiteen.
GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG.
Zitting van Vrijdag 18 Juli.
Vervolg
De voorzitter deelt mededat de rekening van de
ontvangsten en uitgaven van den MiddelburgVlissing-
schen straatweg is onderzocht en in orde bevonden de
ontvangsten bedragen f 5,893.11, de uitgaven f 5,638.70,
het goed slot alzoo f 254.41waarvan de eene helft
in de gemeentekas van Middelburgde andere helft in
de gemeentekas van Vlissingen is gestort. Deze
mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
Vervolgens wordt, in overeenstemming met het ad
vies der linancieele commissie, zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd de rekening van het burgerlijk arm
bestuur over 1872bedragende in ontvang 43,114.33-i,
in uitgaaf f 42,963.614, goed slot alzoo 150.72.
Van het bestuur der godshuizen is ingekomen de
begrooting voor 1874, bedragende f 53,106.22^.
De financieele commissie adviseert tot goedkeuring
dier door baar onderzochte begrooting.
De voorzitter merkt op dat met deze begrooting
tevens de tarieven van verpleging worden vastgesteld.
Voor de beide weeshuizen worden die tarieven met
2 cent per dag verminderd, doch voor de andere ge
stichten blijven zij onveranderd.
Na deze opmerking wordt de begrooting zonder hoof
delijke stemming goedgekeurd.
Is ingekomen een brief van het bestuur der gods
huizen, houdende verzoek om inzending en ondersteu
ning van een bijgaand aan gedeputeerde staten van
Zeeland gericht adres, waarin machtiging wordt gevraagd
om 44 aren 10 centiaren weiland, aan het gasthuis in
eigendom toebehoorende en in 1861 voor f 25 's ja ars
verpacht aan nu wijlen A. de Landmeter, onderhands
in pacht over te dragen aan G. Jongepier voor f 40
's jaars.
Burgemeester en wethouders stellen voer het adres,
vergezeld van gunstig advies, aan gedeputeerde staten
loe te zenden, waartoe zonder hoofdelijke stemming
besloten wordt.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
mede goedgekeurd een voorstel van burgemeester en
wethouders tot aanschaffing van eenige schoolmeubelen
ten behoeve der school voer onvermogenden op de Bree,
waarvan de kosten op f 275 zijn begroot.
De voorzitter legt namens burgemeester en wethou
ders over de gemeenterekening over 1872, sluitende
met een goed saldo van f 74,73433. Volgens de door
hem gegeven toelichting, is de oorzaak van dit ruime
saldo grootendeels deze, dat een deel der werken
waarvoor de groote geldleening gesloten is nog niet zijn
betaald of uitgevoerd; voorts ook de verkoop van ver
schillende gemeenteeigendommen, en andere omstan
digheden. Zoo is bijvoorbeeld op den post voor onder
houd van openbare gebouwen enz. f 1579 overdaar
de bekramming van een stuk van bet havenkanaal
onnoodig is geblekenvoorts zijn f 800 a f 900 aan
rente van de gevestigde gemeenteschuld niet afgehaald
die alsnu zullen moeten overgebracht worden op het
volgende dienstjaar; aan het armbestuur is f 2000 min-
der besteed dan geraamd was, daar er weinig zieken
zijn geweest; de kosten der brandweer, de uitkeeriDg
van marktgeldenassurantiepenningen en teruggaaf van
hoofdelijken omslag hebben allen minder bedragen dan
de raming; de geprojecteerde goot in da Singelstraat
is niet uitgevoerd, terwijl eindelijk aan rente meer is
ontvangen, het dividend der Nederlandsche handel
maatschappij hooger is geweest, en voor een aanmer
kelijk bedrag aan boomen is verkocht.
Deze rekening en bijlagen worden gesteld in handen
der financieele commissie.
Vervolgens wordt zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld de door burgemeester
en wethouders voorgedragen suppletoire gemeentebe
groting voor 1873, waardoor de ontvangsten en uitgaven
van dit dienstjaar worden verhoogd met f 148,238.12^
de verhooging van het hoofdstuk onvoorziene uitgaven
bedraagt f 3,310.47.
Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling
des voorzitters, dat de opneming der boeken en kas
van den gemeente-ontvanger heeft plaats gehad en alles
in orde is bevonden, zijnde in kas eene waarde van
f 92,128.89 jf.
De voorzitter deelt mede, dat binnen kort eene afla
ting yan het kanaalpeil tot een aanmerkelijke laagte
zal plaats hebbeD, van welke gelegenheid burgemeester
en wethouders, in overleg met de commissie van fabri
cage, gebruik wenschen te maken om eenige werken te
doen onderzoeken en uitvoeren, namelijk het wegruimen
van eenige oude palen bij Maïsbaai en een steenrif voor
de Nederstraat, alsmede het vervangen van een ge
deelte beschoeiing hij de Langevielebrug door een muur.
Enkele dier werken zijn niet vatbaar voor eene begroo
ting van kosten; blijkt het echter bij onderzoek, dat
die kosten vrij aanmerkelijk zullen zijn, dan zullen
burgemeester en wethouders tot de uitvoering niet over
gaan zonder nader overleg met den raad. Voor het
oogenblik vragen zij echter een krediet om denoodige
werken te kunnen uitvoeren, teneinde bet vaarwater
van hindernissen te bevrijden. Hiertoe wordt zonder
hoofdelijke stemming besloten.
Namens burgemeester en wethouders legt de voorzit
ter thans over het rapport betreffende de zaak der
leenbank en stelt hij voor, om dit rapport benevens
het rapport der commissie van bestnur over de bank,
alsmede de bijlagen, voor de leden ter inzage te leg
gen en in de volgende vergadering te beslissen of de
zaak dadelijk behandeld zal worden, of wel eene spe
ciale commissie uit den raad zal worden benoemd tot
nader onderzoek dezer aangelegenheid. Zonder be
raadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt aldus
besloten.
De voorzitter legt over de aanbevelingslijst van bur
gemeester en wethoudersin overleg met den inspecteur
voor het middelbaar onderwijs opgemaakt, voor de
benoeming van een leeraar in de staathuishoudkunde
aan de burgeravondschool in de plaats van den opzijn
verzoek eervol ontslagen heer mT. A. J. van Deinse.
Op die aanbeveling zijn geplaatst de heeren mr. E. Fok
ker, advocaat, en mr. A. E. Dronkers, adjunct-commies
ter provinciale griffie van Zeeland, beiden alhier.
Tot de dadelijke benoeming overgegaau zijnde (waarbij
de heer Dronkers zich uithoofde vau bloedverwantschap
met een der aanbcvolenen van de stemming onthoudt),
wordt de heer Fokker benoemd met 7 stemmen, terwijl
4 stemmen op den heer Dronkers zijn uitgebracht.
Voor de aanstaande herstemming ter verkiezing van
een lid voor den gemeenteraad wordt het vroeger be
noemde stembureau aangevuld met de heeren Dronkers
en Damme als plaatsvervangende leden, aangezien een
paar der vroeger aangewezen leden zich buiten de
gemeente bevinden.
De beer Snijders vraagt verlof om tot burgemeester
en wethouders eene interpellatie te mogen richten be
treffende eene zeer belangrijke zaaknamelijk desluizen
aan de uitmonding van het kanaal door Walcheren bij
Veere.
Het gevraagd verlof wordt, op voorstel des voorzit
ters, zonder hoofdelijke omvraag toegestaan.
De heer Snijders herinnert, dat indertijdzonder dat
het gemeentebestuur van Middelburg daaromtrent, is
gehoord, door de regeering is afgeweken van het oor
spronkelijke plan voor den aanleg van het kanaal door
Walcheren, en de uitmonding meer in de richting van
Yeere is gebracht. Hij onderstelt dat het allen leden