MIDDELBURGSCHE C 0 U R A N T. 1° 171. laandag 1873. 21 Juli. Dit bind verscliijnt dagelijks met uitzondering Tan den Zondag, den 2" Pauseb- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. De prijs per 3lm., franco is f 3.SO. Middelburg 19 Juli. GEEN OORLOGEN MEERP II. Hoewel onwaarschijnlijk, is het echter denkbaar dat een voorstel tot de oprichting van een permanent internationaal scheidsgerecht niet door alle mogend heden met tegenzin zou worden bejegend. Zijn er staten in ons werelddeel, die tegenwoordig meer dan ooit de handen vrij willen houden en derhalve onge zind zullen zijn zich eenige verbintenis op te leggen, anderen zijn er voor wie handhaving van den buiten- landschen vrede alles waard is bij de moeilijkheden, die zij in eigen boezem ondervinden en welke hunne krachtige werking naar buiten belemmeren. Wij be hoeven Pruisen en Italië slechts te noemen. Om deze reden is het denkbaar dat de voorstellen van Engeland te Berlijn en te Rome (niet echter op het Vaticaan) een goed onthaal zullen vindendit is altoos iets gewonnen, schoon niet veel, want een internationaal scheidsge recht kan. alleen dan afdoende waarde en practisch nut hebben, wanneer het bestemd is om alle opgerezen geschillen tusschen alle beschaafde mogendheden te beslechten. Maar zou, afgescheiden hiervan, het ver kregen resultaat werkelijk strekken om aan de wen- schen der vrienden van den vrede tegemoet to komen? Naar onze meening in het geheel niet. De beweging der vredebonden is tweeledig; zij draagt een philantropisch en een economisch karakter. Een men schel gke afschuw voor de materieele en moreele rampen die de oorlog na zich sleept, en eene staathuishoudkun dige ergernis over de improductieve telken jare stijgende oorlogsuitgaven der natiën, terwijl zoo vele hoogere be hoeften der volkeren onvervuld blijven, vormen de hoek- steenen van den modernen tempel des vredes, en men kan zeggen dat hart en verstand tegelijkertijd en even warm pleiten voor die echoone zaak. Maar ongelukkig zijn deze heide advocaten niet geheel eenstemmig; zij slaan verschillende wegen in naar hetzelfde doel, maar de gekozen wegen loopen evenwijdig of verder uiteen, zoodat zij ten slotte tegenover elkander komen te staan. Stel immers dat men de inspraak van het hart volge, dat de eene of andere goede fee op eens de gemoederen der regeeriDgen van Europa toegankelijk stelde voor de aandoeningen der vredelievendheid en der phi- lantropie, stel dat er een permanent internationaal scheidsgerecht te Genève, te Brussel of te Luxemburg want natuurlijk zal een bij tractaat neutraal verklaard land aan dat hooge college eene standplaats moeten verstrekkenstel dat er een zoodanig bof tot stand komt en de regeeringen van Europa verlichter en vrede lievender dan in 1856 zich verbinden tot de nakoming der door dat scheidsgerecht te wijzen uitspraken welke waarborg bestaat er echter dat allen zich aan die verbintenis zullen houden? Wie zal er voor instaan dat niet, bij het oprijzen van een geschil waarbij groote nationale naijver of wederzijdsche haat in het spel komt, de betrokken regeeringen zich met evenveel nadruk aan de bemoeiingen van hei scheidsgerecht zullen ont trekken, als Pruisen en Frankrijk zich in 1870 afmaak ten van de, op grond van het tractaat van 1856, zeer bescheiden aangeboden bemiddeling van Engeland Men kan eene zeer fraaie justitie organiseerenzon der daarom nog de minste rechtszekerheid of veiligheid van persoon en goederen aan zijne landgenooten te verschaffen. De beste vonnissen baten niet, wanneer de middelen om ze ten uitvoer te leggen ontbreken. Die regel zal voor het internationale hof van arbitrage evenzeer gelden als voor elk burgerlijk gerecht. Maar hoe zal men de uitspraken van dat internationaal hof kunnen ten uitvoer leggen Niet anders dan door het organiseeren van eene wapenmacht, door het aanstellen van een soort internationale gerechtsdienaars, tot het oprichten van een staand leger van eenige honderd duizenden mannen, waartegen geene enkele regeering van Europa zal opgewassen kunnen zijn. Alleen met eene zoo krachtige politiemacht onder hare bevelen zal het internationale hof de orde en het recht in Europa kunnen handhaven, oorlogen voorkomen en vergrijpen tegen den algemeenen vrede straften. Wanneer Portu gal en Nederland bij voorbeeld geschil hebben over een Portugeesch schip, dat wederrechtelijk in de haven van Vlissingen opgehouden wordt, dan moet het scheids gerecht, na de loslating van bet schip te hebben be volen, wanneer Nederland in gebreke blijft of weigert aan die uitspraak te voldoen, bij machte zijn het schip uit de haven van Vlissingen naar Lissabon te doen overbrengen en de kosten van de uitspraak en de ten uitvoerlegging op Nederland te verhalen, desnoods door een deel zijner gerechtsdienaars als garnisaires in Amsterdam of den Haag in te legeren. Een eerste gevolg van de oprichting van een algemeen scheidsgerecht, eea noodwendig en onvermijdelijk ge volg, wil de gansche zaak geen fiasco maken, is de consequente toepassing van den tegenwoordig zoo gemïn- achten regel si vis pacempara leïlum. Al die improduc tieve uitgaven moeten bij het stelsel van arbitrage even goed worden gemaakt als bij den tegenwoordigen staat van zaken; het neutrale internationale leger zal even goed duizenden handen aan productieve werkzaamheden onttrekken en miilioenen verslinden, die met meer nut tot verbetering van den stoffelijken en zedelijken toe stand der bevolkingen konden besteed worden; het eenige wat door de concentratie van krachten mogelijk geworden ware, zou zijn eene vermindering der totaal uitgaven, gelijk de instelling eener goede politie, hoe kostbaar ook, voor hen die voorbeen doorindividueele voorzorgen in eigen veiligheid moesten voorzien altoos eene bezuiniging medebrengt. Ook met deze illusie mag men zich echter niet vleien. De instelling van een praetorianen-korps, van inter nationale gardiens de lapaix moge men zich een oogenblik kunnen voorstellen; geene enkele mogendheid zal bij de oprichting van zoodanig korps hare wapening, haar staand leger, hare defensiemiddelen laten varen. De krijgstoerustingen van onzen tijd, hoe betreurenswaardig ook, hebben althans dit voordeel (een voordeel dat ten bate der kleine staten komt), dat de groote mogendheden elkander eenigermate opwegen en er aldus een, zij 't dan ook elk oogenblik verbreekbaar, evenwicht aanwezig is; de wenschen van velen kunnen den toeleg van elk hunner voorkomen. Maar hoe zou het gaan, wanneer er slechts öene enkele wel toegeruste wapenmacht in Europa be stond? De willekeur der toongevers in het scheidsge recht zou Europa regeeren, en die overheersehing zou te ondragelijker en te onzedelijker zijn, omdat zij geheel vreemd zou zijn aan dat besef van verantwoordelijkheid, dat elke werkelijk georganiseerde regeering althans eeni germate bezit. Geen enkele mogendheid van Europa zcu daarom de instelling van een vredeleger kunnen toe laten zij zouden, traden zij tot een „tractaat van eeuwi gen vrede" toe, waarbij zoodanig leger niet ingesteld werd, hare wapeningen even min geheel kunnen of mogen opgeveD, vooreerst omdat lijfsbehoud haar dwingt gewa pend te zijn tegen een onverhoedschen aanval, in de tweede plaats omdat eene der mogendheden door het scheids gerecht in dat geval zou moeten verkozen worden tot verdediger van den vrede, tot uitvoerder van de geno men beslissingen. Hetzij men daartoe bestendig dezelfde regeering kiezen wil, hetzij men dien last op hare beurt aan alle regeeringen opdraagt, zooveel is zeker dat door dien maatregel alle mogendheden evenzeer gedwongen worden zich ten oorlog uit te rusten, willen zij den vrede handhaven. Aan het toenemen der improductieve oorlogsuitga ven zal dus de instelling van een scheidsgerecht, al kan men alle schijnbaar onoverkomelijke hinderpalen, welke die instelling belemmeren, overwinnengeen paal en perk stellen. Er moet eene wapenmacht zijn, hetzij een permanente hetzij eene afwisselende om de beslui ten van het gerecht te doen eerbiedigen; eene plicht matige voorzichtigheid en een natuurlijk wantrouwen brengt mede dat de andere natiën voorzorgen nemen tegen uitspattingen en aanslagen van die macht; in éen opzicht zal het doel der vredevrienden dus niet be reikt zijn. Of hun doel in een ander opzicht bereikt zal worden, of inderdaad de oorlogen er door voorko men zullen worden, dit betwijfelen wij op grond der geschiedenis. Het is geea nieuw denkbeelddat eene boven de regeeringen en vorsten bestaande machtde beslechter der geschillen en de bewaarder en beschermer is van recht en billijkheid tegen iedere aanranding. In verschillende vormen heeft men aan dat denkbeeld gevolg trachten te geven, doch in die verschillende vormen heeft het gefaald. Gedurende de middeleenwen en de eerste tijd perken der nieuwere geschiedenis was die schoone rol op het wereldtooneel uit den aard der zaken weggelegd voor de macht, waarvoor alle volkeren cn potentaten der beschaafde maatschappij bogen, voor den stedehou der Gods op aarde, den opperste aller koningenvoor den paus. De paus had (theoretisch gesproken) de macht, het zedelijk overwicht, de onpartijdigheid vereischtom die zending van vrede onder de volkeren naar behooren te vervullen. In den geest dier tijden was de paus onein dig beter geschikt om als permanent internationaal scheidsrechter op te treden, dan, in evenredigheid der omstandigheden in onze dagen eenig scheidsgerecht bij mogelijkheid wezen kan. En heeft nu het pausdom ooit naar waarheid die roeping vervuld Is het niet bij voort during geweest de aanleiding tot de meest bloedige oorlo gen, de meest gruwelijke rechtsverkrachtingen, de diepste vernedering der volkerenin wier belang dan toch elke maatschappelijke internationale instelling ten slotte strek ken moet? "Wij zullen geene vergelijking maken tusschen de middeleeuwen en onzen tijd, evenmin tusschen het pausdom van vóór vele eeuwen en een eventueel inter nationaal scheidsgerecht in het einde der negentiende eeuwmaar wij meeuen toch veilig aldus te kunnen redeneerenwaar eene zoo machtige instelling als het pausdom in de middeleeuwen was, door in- en uitwendige oorzaken krachteloos bleek om hare bij uitstek vrede lievende zending in de wereld te vervullen, zal men geen beter resultaat te verwachten hebben van een zeker college dat, hoeveel invloed van zedelijken aard het bezitten mag, door den naijver der mogendheden ontbloot zal zijn van eiken schijn van materieele macht. Nu hebben wij nog te zien hoe hetzelfde denkbeeld in den nieuwen tijd tot teleurstelling leidde. Met de onderstaande opgave is de lijst van den uit slag der gemeenteraadsverkiezingen in deze provincie voltallig. Haamstede. Getal kiezers 55. Ingeleverde geldige biljetten 84. Gekozen het aftredend lid A. Blom met 19, en als nieuw lid M. Bolle met 23 stemmen. Noordwelle. Getal kiezers 29. Ingeleverde geldige biljetten 25. Gekozen de aftredende leden J. J. Ho- gerland en J. J. Hoogenboom. Uit die voltallige lijst blijktdat in 24 gemeenten eene herstemming moet plaats hebben, te weten in de volgendeAagtekerkeArnemuidenCatsGoesGrijps- kerke, Hoedekenskerke, Hoek, Hontenisse, Kapelle, Kerkwerve, Krabbendijke, Middelburg, Neuzen,Oudè- lande, St. Annaland, St. Maartensdijk, Vlissingen, Vrouwepolder, Waarde, Westkapelle, Wissenkerke, Wolf aartsdijk, Yerseke en Zonnemaire. Eenige dagen geleden is de sectie Boxtel—Goch van de Noord-Brabantsch-Duitscbe spoowegmaatschappij voor het publiek verkeer geopend en evenwel werd gemeld, dat de rails nabij het station Boxtel door een balk, voorzien van ijzeren kettingen en sloten, waren af gesloten en dat om ongelukken te voorkomen op dat punt des daags een roode vlag woei en des nachts een roode lantaarn brandde. Het bleek echter volstrekt niet waaraan deze handelwijze was toe ta schrijven, zoodat men niet wist wat daarvan te moeten denken. Thans is de zaak opgehelderd. De directie van de Noord-Brabantsch-Duitsche spoorwegmaatschappij name lijk heeft niet tijdig een richtige uitvoering gegeven aan de overeenkomst, die zij met de Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen heeft gesloten, omtrent het ge meenschappelijk gebruik van het station te Boxtel, spe-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 1