r 162.
MIDDELBÜRGSCHE
Donderdag
1873.
C O U R A i\ T.
10 Juli,
Dit blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2en Paasei- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco i6 f 8-50.
BIJ DEZE COURANT BEHOORT EEN BIJVOEGSEL.
Middelburg 9 Juli.
In de heden gehouden vergadering van het departe
ment Middelburg der Maatschappij tot nut van 't alge
meen werd in de eerste plaats door den waarnemenden
voorzitter, mr. P. Romeijn, een woord van dank gebracht
aan den afgetreden voorzitter, jonkheer mr. J. W. M.
Schorer, voor de door hem in het departement steeds
betoonde belangstelling.
Na de behandeling der punten van beschrijving voor
de algemeene vergadering van 1873 vastgesteld, werd
tot afgevaardigde voor het departement Middelburg op
die vergadering beneem d de heer J. C. Altorffer en tot
plaatsvervanger mr. J. W. Tb. S waters van Schaumburg.
De benoeming van een lid van het bestuur van bet
departement werd aangehouden tot de eerste winter
vergadering, terwijl tot leden van de commissie tot
uitspanning en nut van dea ambachtsman werden be
noemd de heeren P. M. de Ligoyen E.K. Boudewijnse.
Gisteren werd te Delft de eerste algemeene vergade
ring gehouden van het 27e Landbuishoudkundig con
gres, onder voorzitterschap van den heer mr. M. A.M.
3s Gravesande Guicheritdie bij afwezigheid van den
voorzitter diens functie waarnam, en in zijne openings
rede o. a. de wenschelijkheid betoogde, dat door de
regeering een afzonderlijk departement van algemeen
bestuur zou worden in het leven geroepen, waaraan de
behartiging van alles wat met de volkswelvaart, zoowel
op intellectueel als op stoffelijk gebied, in verband staat
zou worden toevertrouwd. Zijne bedoeling was niet
een afzonderlijk ministerie van landbouw, maar eene
vereeniging van alle zco zeer met elkander samenhan
gende takken van volkswelvaart in éene hand.
Nadat de behandeling van verschillende ingekomen
stukken en uitgebrachte rapporten tot later was aange
houden, werd door den heer J. n. Roemeling uitge
bracht het rapport van de commissie tot onderzoek naar
de mogelijkheid om de klei uit de rivieren en rivier
mondingen aan te wenden tot verbetering van slechte
gronden.
Dit rapport luidt in hooge mate gunstig voor beslib-
bing en hcr-beslibbing, en toont aan hoe enorm de
voordeelen van grondvermenging zijn voor den landbouw
in het algemeeD.
Verschillende sprekers voerden het woord om aan
te tooneu dat beslibbing en grondvermengiDg geacht
moeten worden eene levensquaestie voor Nederland te
zijnomdat daardoorzonder eigenlijke bemesting, de
onvruchtbaarste gronden in de vruchtbaarste worden
herschapen, betgeen met vele voorbeelden werd gestaafd.
Er werd ook op gewezen dat de vette klei, die thans
door den nieuwen waterweg doelloos langs den hoek
van Holland naar zee wordt gevoerd, ten bate van
den landbouw kon worden aangewend.
In het algemeen ging slechts éene stem op om het
groote nut van beslibbing en grondvermengiDg te roe
men en het te betreuren dat te weinige bekendheid
met dat nut tot dusver de groote schatten, die de
landbouw in zijn bereik heeft, ongebruikt heeft doen
blijven.
De vergadering vcreenigde zich bij acclamatie met
de conclusiën van het rapport.
Als plaats van het volgend congres, werd na eenige
discussie de keus op Zierikzee bepaaldterwijl aan
Goes het leedwezen van het congres te kennen zal
worden gegeven dat, ditmaal van zijne aanbieding geen
gebruik kon gemaakt worden. Een voorstel om het
leedwezen te kennen te geven, dat de Zeeuwsche afge
vaardigden niet ter vergadering aanwezig waren, werd,
ook met het oog op bijzondere omstandigheden, met
bijna algemeene stemmen verworpen.
Te Utrecht werd gisteren de 96e algemeene vergade
ring geopend van de Nederlandscbe maatschappij ter
bevordering van nijverheid, met een uitvoerige rede
van den voorzitter dr. A. Vrolik.
Uit eene mededeeliDg van den secretaris bleek, dat
door de 24 vertegenwoordigde departementen 280
stemmen werden uitgebracht.
Sedert de vorige algemeene vergadering is het aan
tal leden-donateurs van 52 tot 63 geklommen; twee
nieuwe departementen werden opgericht, zoodat er thans
31 bestaan met 2012 leden.
De commissie voor het hulpapothekers-examen heeft
in haar zitting van 5 Juli jl. de bevoegdheid van hulp
apotheker verleend aan de heeren H. J. de Grient Dreux,
geboren te Witmarsum, M. J. van der Plaats, geboren
te Goënga, en H. van Ringh, geboren te Sneek.
In de Staats-courant van heden brengt de minister
van koloniën met vermelding der voorwaarden
ter kennis van belanghebbenden, dat in de maand
Augustus van de jaren 1873 en 1874, zoo noodig, een
vergelijkend onderzoek zal worden gehouden voor de
plaatsing van twee adspirant-iDgenieurs voor het vak
van scheepsbouw in Nederlandsch-Indië.
BENOEMINGEN EN BESLUITEN.
polderbesturen. Benoemd, in de provincie Zeeiand,
tot gezworen van den polder Adriaan, H. Roelof;
tot dijkgraaf van den polder ICruiningen, M. de
Jongetot gezworen van den polder Nieuwland, J. Ver-
lare; tot gezworen van den polder Noord Kraaijert,
W. Karelsetot gezworen van den polder Westerland
A. van Weel; in het bestuur van den polder Emanuel,
tot dijkgraaf L. van Doorn, en tot plaatsvervanger van
den dijkgraaf P. Kakebeeke; tot dijkgraaf van den
pol deer Nieuw Sabbinge, J. van Damme; tot gezworen
van den polder Maags, J. Butijntot gezworen van
den polder Oost (Krabbendijke), J. van Liere; tot
gezworen van den polder Krabbendijke, A. de Kok;
tot lid der commisssie voor de uitwatering der polders
Stoppeldijk c. s., E. D. Sergeant; tot dijkgraaf van
den polder Oude Kraaijert, Ml. Meulenberg.
schutterijen. Benoemd bij ,de rustende schutterij,
in Zeeland, le bataljon, tot kapitein H. J. Boogaert,
thans le luitenant; tot lc" luitenant H. L. Boogaert,
J. Dormaar en A. L. Iiaringmau, allen thans 2e luite
nant; tot 2cn luitenant J. Ph. Boddaert, G. Braams,
beiden thans schutter, en H. Schreuder.
belastingen. Benoemd tot ontvanger der directe
belastingen, in- en uitgaande rechten en accijnsen te
Delfzijl, P. C. L. Swaan, thans ontvanger der directe
belastingen en accijnsen te Sexbierum c. atot ont
vanger der directe belastingen en accijnsen te Daifsen,
W. M. S. Junius, thans ontvanger derzelfde middelen
te Scherpen zeeltot ontvanger der directe belastingen
en accijnsen te Emmen c. a. D. Folkersma, thans ont
vanger der directe belastingeo, in- eu uitgaande rechten
en accijnsen te Wielingen.
Opgeheven het ontvangkantoor der directe belastin
gen en accijnsen gevestigd te IJselmonde, bestaande
uit de gemeenten IJselmonde en Barecdrecht, welke
gevoegd zijn bij het ontvangkantoor derzelfde middelen
gevestigd te Ridderkerk, onder voortdurend beheer
van den tegenwoordigen titularis H. J. Ente.
Benoemd tot ontvanger der directe belastingen, in-
en uitgaande rechten en accijnsen te Kerkrade, R. F.
Schmiedeman, thans surnumerair bij de administratie
der directe belastingen, in- en uitgaande rechten eu
accijnsen, werkzaam in de inspectie Zutfen.
ONDERWIJS.
Benoemd tot leeraar in de wiskunde aan de hoogere
burgerschool te Arnhem dr. G. J. Micbaeïis, leeraar te
Zutfen.
KERKNIEUWS.
Bedankt voor het beroep als predikant bij deNeder-
duitsche hervormde gemeente te Zierikzee, door den
heer F. Lieftinck, predikant te Kimswerd.
MARINE EN LEGER.
Volgens bij het departement van maririe ontvangen
telegrammen, zijn Zr. M8. scbroefstoomschepen Bandaen
Amboina, onder bevel van de luitenants ter zee ic klasse
C. F. T. van Woelderen en jonkheer A. F. Meijer, den
7cn dezer te Malta binnengekomen, en zouden, na kolen
ingenomen te hebben, de reis naar Oost-Indië verder
voortzetten. Aan boord dier bodems was alles wel.
KOLONIËN.
De uit Nederlandsch-Indië ontvangen berichten loo-
pen tot 24 Mei jl.
Aan het algemeen overzicht van de Indiër is het
volgende ontleend:
Zr. M8. stoomschepen Djambi en Sumatra liggen thans
hier ter reede. De eerste bracht kolonel Koopman aan.
Wij vernemen betreffende de blokkade, dato.a.eene
biik onder Engelsche vlag, die bij onderzoek bleek
geschut tnsschen peper te hebben geborgenvoor de
hoofdplaats van Atsji bestemd, naar Pinang is opge
bracht.
Van Sumatra ontving de Indiër het volgende tele
gram, dat, voor zoo veel het eerste gedeelte betreft,
echter officieel werd verklaard van grond te zijn ontbloot.
Padang, 21 Mei, des namiddags. Ruim honderd
inlandsche hoofden uit de bovenlanden zijn hier aange
komen. Zij komen den gouverneur der westkust ver
zoeken de badat beter te eerbiedigendaar zij anders
voor de gevolgen niet instaan.
Het voorloopige rechterlijk onderzoek tegen den adsis-
tent-resident van Priaman is aangevangen.
Het garnizoen van Singkel is versterkt door troepen
uit de bovenlanden en artillerie van Padang.
Uit Pinang wordt gemeld:
Een schoener van de Westkust rapporteert, dat een
Nedcrlaudsche stoomboot met vier prauwen onder Atsji-
neesche vlag op sleeptouw gepasseerd is. Het bericht
vereischt bevestiging. De invoer van rijst naar de
havens is verboden, en ons gouvernement weigert pas
sen voor het transport van opium naar Atsji af te
geven. Dea Nederlanders echter is toegestaan, vee,
pluimgedierte enz. uit te voeren. De kooplieden van
Pinang vinden dat eenigszins onbillijk.
Den l'2en Mei ontving de regeering berichtzegt
de Javasche courantdat de invoering van de land
rente in de residentie Banjoewangi misnoegen onder
een deel der bevolking had teweeggebracht, eu dat
dientengevolge op de hoofdplaats Banjoewangi samen
scholingen plaats vonden, welke meer en meer een
dreigend aanzien bekwamen.
Onmiddellijk werd den leger komman dant opgedragen
de noodige troepen van Soerabaija naar Banjoewangi,
te zenden, en werd de hoof d-inspecteur Zoetelief in com
missie gesteld om de zaak plaatselijk te onderzoeken.
In overleg met laatstgenoemde werd besloten de troe
penmacht niet terstond te laten vertrekken, maar tot
zijne komst te Soerabaya, waarheen hij 13 Mei vertrok,
gereed te houden.
Een verzoek van den resident van Banjoewangi om
onmiddellijke hulp deed echter bevel geven tot iusche-
ping van twee compagniën ven het zesde bataljon, die
daarop 14 Mei naar Banjoewangi vertrokkeu. Esne
derde compagnie vertrok nog den volgenden dag met
den hoofd-inspecteur Zoetelief. Bij aankomst der troe
pen was de toestand reeds minder gespannen.
De hoofd-inspeetenr kwam in den avond van 16 Mei
te Banjoewangi en telegrafeerde den volgenden dag,
dat uit de binnenlanden gunstige berichten waren ont
vangen en hij niet vreesde voor verder verzet van de
bevolking.
De vier hoofdaanvoerders der oproerige beweging
zijn daarop door het Inlandsch bestuur gearresteerd,
zonder dat iemand van de bevolking zich daartegen
verzette. Zij werden den 21en dezer overgebracht naar
Soerabaya. Volgens den hoofd-inspecteur Zoetelief kan
de rust geacht worden nergens meer bedreigd te worden.
Het aanhouden van troepen wordt onnoodig en hunne