het personeel en de leermiddelen eener inrichting voor
middelbaar onderwijs. Zonder dat in iets aan de zelf
standigheid der landbouwschool wordt tekort gedaan,
kan veel in hare kosten tegemoetgekomen worden, door
een lokaal in de nabijheid der hoogere burgerschool
voor landbouwschool in te richten en eenige lessen aan
laatstgemelde inrichting op te dragen aan leeraren van
eerstgenoemde school. Die gedachte heeft ten grondslag
gelegen bij de vorming van het programma, dat als bij
lage bij het plan is overgelegd. Het onderwijs in de
staathuishoudkunde en staatsinrichting, het teekenen,
de Nederlandsche, Fransche, Engelsche en Hoogduitsche
talen (de beide laatste facultatief) de geschiedenis, aard
rijkskunde, gymnastiek en practische scheikunde, be
nevens een gedeelte van dat in de wiskunde zou ver
strekt worden door de leeraren aan de hoogere burger
school. Tengevolge hiervan zouden voor de landbouw
school benoodigd zijn vier leeraren, waaronder een direc
teur,wier jaarwedden gezamenlijk /"7000 zullen bedragen.
Bij dit bedrag van f 7000 komt nog voor hulpmiddelen
bij het onderwijs, voor vuur en licht en schoonhouden
der lokalen met onderhoud van het gebouw en voor
onvoorziene uitgaven 3000; zoodat, ondanks de ver
binding der landbouwschool aan de inrichting voor
middelbaar onderwijs, de jaarlijksche uitgaven approxi
matief zullen beloopen 10,000.
Dat zelfs deze uitgaven nog te drukkend voor eene
gemeente mogen heeten, zal, volgens burgemeester en
wethouders, wel geen betoog behoeven en dat zij dit
vooral voor Goes zouden zijn, blijkt duidelijk als men
weet dat daar, bij eene bevolking van 6000 zielen, een
hoofdelijke omslag van f 28,000 geheven wordt. Daarom
wordt gerekend op een subsidie van het rijk ad f 5000
en een van de provincie ad f 3000, wanneer voor de ge
meente nog overblijft een bedrag van f 2000 aan jaar
lijksche uitgaven (waartegen de eventueele schoolgelden
komen, die echter nog niet in raming kunnen gebracht
worden) plus de kosten van op- en inrichting van een
geheel nieuw gebouw.
De heer van der Have brengt het algemeen ver
slag uit.
Aan de beraadslagingen in de afdeelingen namen 32
ledenmet inbegrip van 6 leden van gedeputeerde sta
ten deel.
Terwijl eene afdeeling zich geheel vereenigde met
het voorstel van gedeputeerde staten en de meerderheid
in twee afdeelingen het maken eener inrichting tot het
verkrijgen van meer wetenschappelijk onderwijs den
landbouw betreffende, wenschelijk achtte, zoodat ook
zij daaraan hare adhaesie kan schenkenwas de 'min
derheid in eene andere niet genegen daaraan hare stem
te geven. Zij toch, ziende op het kleine getal leerlin
gen uit den landbouwenden stand dat de hoogere bur
gerscholen bezoekt en oordeelende dat de op te richten
landbouwschool in vele opzichten zeer daarmede over
eenkomt, vreest datmet enkele gunstige uitzonderin
gen bij de landbouwers zeer weinig lust zal worden
gevonden tot gebruik maken der aangeboden gelegen
heid, en meent daarom dat er op dit oogenblik nog zoo
geen directe behoefte aan dergelijke inrichting bestaat,
zoodat zij met het oog op den drukkenden geldelijken
last waaronder de provincie door verschillende oorzaken
gebukt gaat, bezwaar maakt deze door een aanzienlijke,
niet zoo dringend gevraagde subsidie te vergrooten.
Een lid in diezelfde afdeeling was zeer voor elke ont
wikkeling van den landbouw op wetenschappelijk ge
bied, doch kon zich niet vereenigen met de wijze, tot
bereiking van dat doel thans voorgesteld. Hij achtte
den overgang te groot en zag liever de beginselen der
landbouwkunde meer in elke gemeente op de lagere
school gedoceerd, opdat daardoor bij de jeugdige land
bouwers de lust zou aangroeien tot het verkrijgen der
hoogere kennis op dat gebied, en in dat geval die ge
meenten vanwege de provincie door geldelijke bijdragen
te ondersteunen.
Verder achtte in een andere afdeeling de meerderheid
het min wenschelijk vooralsnog de plaats der oprichting
te bepalen, aangezien de eene der solliciteerende ge
meenten de preferentie scheen te hebben door de ont
wikkelde landbouwbevolking in hare naaste omge
ving en de andere zich meer leende als centrum voor
een eventueel bezoek en de nabijheid der plaats waar
de meer ontwikkelde practische landbouw wordt ge
dreven, terwijl eindelijk in diezelfde afdeeling nog op
de wenschelijkheid werd gewezen der bereiking van dat
zelfde doel, op zoo mogelijk min kostbare wijze, ware
het door vereenvoudiging der inrichtingovertuigd als
zij was van het offer dat opnieuw der reeds genoeg gel
delijk gedrnkte provincie werd opgelegd.
De voorzitter deelt mede, dat de in het verslag
voorkomende bedenkingen aan gedeputeerde staten geen
aanleiding hebben gegeven tot wijziging van hun voor
stel. Op zijn voorstel wordt voorts besloten, het verslag
voor de leden op de griffie ter inzage te leggen, om nader
aan de orde te worden gesteld.
V. Voorstel tot het verleenen van eene subsidie ad
f 1000 aan de gemeente Goes, als tegemoetkoming in de
kosten van het aldaar in 1874 te houden 28e landhuis-
houdkundig congres.
Blijkens het door den heer Bybau uitgebracht ver
slag, hebben aan de beraadslaging in de afdeelingen,
met inbegrip van 6 leden van gedeputeerde staten, 32
leden deelgenomen, en zijn in geen der afdeelingen be
denkingen tegen dat voorstel gemaakt, zoodat men zich
algemeen daarmede heeft vereenigd.
De voorzitter deelt mede, dat dit verslag aan ge
deputeerde staten geen aanleiding heeft gegeven tot
wijziging van hun voorstel, en stelt voor dit onderwerp
dadelijk in behandeling te nemen, waartoe wordt besloten.
Daar geen der leden het woord wenscht te voeren
wordt het voorstel zonder beraadslaging en zonder hoof
delijke stemming goedgekeurd.
VI. Voorstel, naar aanleiding van een verzoek van
den gemeenteraad van Westkapelle tot het erlangen der
toepassing van art. 36 der wet op het lager onderwijs,
om als het gevoelen der staten aan de regeering te ken
nen te geven, dat er redenen bestaan om thans te ver
klaren datmochten de kosten voor de jaarwedden der
onderwijzers van het lager onderwijs der gemeente West
kapelle het noodig maken om de jaarlijksche uitgaven
voor die jaarwedden booger op te voeren dan tot /"2300,
in dat geval de meerdere uitgaven voor het onderwijzers
personeel zullen komen voor rekening van het rijk en
de provincie.
Het algemeen verslag wordt door den heer van Eek
uitgebracht.
Aan het onderzoek in de afdeelingen hebben deelge
nomen 32 leden, waaronder 6 leden van gedeputeerde
staten.
In eene der afdeelingen verklaarde zich de meerder
heid niet te kunnen vereenigen met het voorstel van
gedeputeerde statenop grond dat zij van oordeel was
dat het niet gebleken was, dat de gemeente Westkapelle
geen hoogere som in den hoofdelijken omslag zou kun
nen opbrengendaar het cijfer van gemiddeld 80 cents
per hoofd in vergelijking tot andere gemeenten haar zeer
gering voorkwam. De minderheid sloot zich aan het
voorstel van gedeputeerde staten aanmet het oog op
den bijzonderen toestand van die gemeente, waar, vol
gens de gegeven inlichtingen, geene bijzondere fortuinen
worden aangetroffen. In eene andere afdeeling had da
grootste meerderheid geene bedenkingen tegen het voor-