0uitenlan&. tal neemt zelfs toe en men verwacht dat weldra ook in de fabriekenmeestal ijzergieterijen enz.te Darmstadt, Höchst, Bockenheim enz. bet werk zal worden gestaakt. thermometebstanb. 2 Juli'sav. 11 u.58gr. 3 'smorg. 7 u. 64 gr. 'smidd.lu.76gr. 'sav.6 u.75 gr. staten-genera al. TWEEDE KAMEB. Zilt'ng van Woensdag 2 Juli. Nader verslag.) Aan de orde is de interpellatie van den heer Nier- 8trasz betrekkelijk Atsji. De interpellant zegt dat zijn doel is om klaarheid to brengen in de nog altijd geheimzinnige zaak, waarin ook de berichten uit Indië niet meer licht geworpen hebbenterwijl de minister nog niet voldaan heeft aan zijne toezegging van 4 April tot overlegging van schrif telijke stukken. De berichten uit Indië moeten zijn ingekomen; waarom nu nog zooveel geheimzinnigheid nadat de verbalen van Amerikaansche schepen en al wat het buitenland ons in den weg zou gelegd hebben, gebleken zijn verdichtselen te wezen? Hij wijst er voorts op dat de minister indertijd, toen de vraag werd geopperd of do zending van den vice- president van den raad van Indië niet iu strijd was met art. 34 van het regeeringa reglementgeantwoord heeft op last van den gouverneur-generaal. Nu is ech ter gebleken dat de raad van Nederlandsch Indië er tegen geadviseerd, de gouverneur-generaal daarop om advies naar hier getelegrapheerd en de minister ge antwoord heeft dat de vice-president de aangewezen man was. Hij is van oordeel dat de toevoeging van zulk een burgerlijk commissaris bij legers te velde nu schadelijk heeft 'gewerkt, evenals "dat in de dagen der republiek altijd gebleken is. Hij vraagt voorts wat de regeeriugs-commissaris aan Atsji tot voorwaarde heeft gesteld en wat de reden tot den altocht is geweest. De geleden verliezen waren spoedig genoeg aan te vullen geweest en de berichten zeggen dat er op het oogenblik der retraite geen kwade mousson was. nij vraagt voorts inlichting omtrent de blokkade, zijn eigen berichten zeggen dat ze slechts pro forma is bevolen. Toen hij op 4 April zeide dat er slechts 3 of 4 schepen beschikbaar waren, noemde de minister dit onwaar. De Indische bladen hebben hem echter in 'tgelijk gesteld. Zijne persoonlijke information zeggen dat de blokkade zoo weinig effectief is dat prauwen met ammunitie ongehinderd hun weg vinden. Die be richten zijn echter niet officieel. Daarom vraagt hij der regeering wat daarvan is. Hij wijst voorts op den onvoldoenden toestand van het Indische leger. Hij heeft generaal Kroesen ge vraagd wat daarvan was en deze heeft' hem geant woord, dat hij het kommando had nedergelegd omdat de voorste Hing die spreker had van dezen toestand volko men juist was en des bevelhebbers voorstellen tot ver betering werden afgewezen. Denkt de regeering nu dat het uitzenden van een paar duizend man voldoende is Hij wijst voorts op den verontrusten den toestand op verschillende punteu op Java en vraagt of de regeering een genoegzaam leger en een voldoende vloot heeft voor eene goede expeditie zonder het overige Indië te veel te ontblooten. Eindelijk vraagt hij of er onderhandelingen zijn aan geknoopt', die hoop geven op een eervollen vrede. De minister van koloniën, den interpellant beant woordende, betwist dat de zencfiog van den vice-pre sident van den raad ongeoorloofd was, alsook dat deze eeD hinderpaal voor de expeditie zou zijn geweest. Wat uit de rapporten meldenswaardigs was, is broks gewijze in de Staats-courant opgenomen. De minister heeft dan ook, gelijk hij reeds in de eerste kamer zeideniets verder mede te deelen. De minister blijft volhoudendat het onwaar is dat er slechts 3 van de 21 schepen bruikbaar waren; dat hebben de feiten weersproken. Omtrent de blokkade kan de minister alleen mede- deelen dat men in Indië overtuigd is dat zij effectief is. Eene positieve verklaring kan de minister niet afleggen. Omtrent de noodzakelijkheid van den terugtocht be staat twijfel. Men zal de enquête moeten afwachten. Krijgsmacht is er voldoende. Reeds zijn 19C0 man vertrokken en de regeering blijft versterking uitzenden. Ten opzichte van het oordeel van generaal Kroesen, beroept de minister er zich op dat toch in 24 uren tij ds een geheel bataljon tot vertiek naar Deli gereed heeft kunnen zijn. Voorstellen van dien generaal zijn niet afgeslagen. Van eene minnelijke schikking bestaat niets; wel is het waarschijnlijk dat bevriende radjas den sultan wil len overhalen om onderhandelingen te openen. De minister van marine verzekerde dat de marine sterk genoeg is om zoo noodig in eene derde expeditie te voorzien. De heer Nierstrasz constateert dat hij geen voldoend antwoord heeft bekomen en blijft den oorlog ongerecht vaardigd achten. Hij oppert twijfel of de wijze waarop generaal van Swieten is benoemd geene aanleiding tot conflicten zal geven. Hierop volgde nog eene woordenwisseling waaraan verschillende leden deelnamen. Aan bet slot daarvan drong de heer van Zuylen meer bepaald aan op over legging der stukken betrekkelijk de aanvrage om ont slag yan generaal Kroesen, waaraan de minister van koloniën voldeed door voorlezing te doen van die aan vraag, welke geene beweegredenen behelst. Daarmeê liep deze interpellatie af. Zonder beraadslaging werclen voorts aangenomen de wetsontwerpen tot verevening van vorderingen ten laste der begrooting van Nederlandsch-ïndië van 1867 tot 1870, en tot bekrachtiging van onderhandschen verkoop van grond langs de staatsspoorwegen in de gemeenten Baarlo, Markelo en Goor. Daarna werd de beraadslaging geopend over het wetsontwerp tot herziening van de belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen. Het werd bestreden door de heeren C. van Nispen, van Beyma, die daarbij sterk aandrong op het doen van een nieuw voorstel tot invoering der inkomsten belasting, en van Loon. Het werd verdedigd door den heer van der Linden, die vooral aandrong op de ver booging der opbrengst van de grondbelasting, en ten slotte, omdat het waarschijnlijk de laatste maal zou wezen dat hij in de kamer fep reken zou, afscheid nam van zijue medeleden, onder betuiging dat hij liever heenging in de overtuiging van te veel dan te weinig onafhankelijkheid te hebben betoond. De heer de Bieberstein sprak een woord van leed wezen over het heengaan van den heer van der Linden. In de volgende zitting zal de beraadslaging worden voortgezet. Zitting van Donderdag 3 Juli. (Per telegraaf.) In de zitting van heden zijn de discussiën over het wetsontwerp tot herziening van de belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen voortgezet. De minister van fiuanciën verklaarde dat het beginsel der fixiteit van de grondbelasting onaangetast bleef. Een amende ment van de heeren van Kerkwijk en van Kuyk op artikel 1, strekkende tot het behoud der vrijstelling van landbouwschuren en stallen, werd met 34 tegen 30 stem men verworpen. ALGE HAGEN OVERZICHT. In de Fransche kamer heeft de heer Dufaure gisteren inderdaad het voorstel gedaan om de constitutïoneele ontwerpen aan de orde te stellen. De meerderheid heeft het verzoek geweigerd, waaruit blijkt dat de invloed van de legitimisten en Bouapartisten op het rechter-centrum grooter is dan die der voorstanders van de vereenïging der beide centra tot eene groote regeeringspartij. Le Francais heeft dus juist de meening van de meerderheid der gecoaliseerden van 24 Mei weergevengeen ver bond verbreken, alvorens men zeker is van de duur zaamheid en hechtheid van den nieuwen band. Het laat zich aanzien dat de mislukking dezer poging het plan van den heer Dufaure en zijne geestverwanten in linker- en rechter-centrum weder voor geruimen tijd naar den achtergrond zal schuiven. Aan de discussiën over het voorstel werd slechts deelge nomen door de heeren Leurent, Gambetta, de Broglie en de Léon Say. De oud-minister van justitie onder Thiers zeide niet te kunnen begrijpen waarom de bewuste ontwerpen nog niet onderzocht waren. Zij konden niet begraven worden omdat zij voortvloeien uit eene wet welke door deze kamer was aangenomen. Hij verwachtte den te genstand der uiterste linkerzijde, die aan de kamer het con3titueerend gezag ontzegt. De andere fraetiën kon den tegen zijn voorstel geen bezwaar hebben. Door de verandering van regeering was toch niet alles veranderd, zooals wel gezegd was. Hij herinnerde aan de verklarin gen der heeren Target en de Broglie omtrent deze ont werpen en de inaugureele boodschap van den president der republiek. Het rapport zou onmiddellijk na de hervatting der zittingen van de kamer kunnen worden ingediend; het onderzoek dezer wetten was een natio nale arbeid. Zij waren de waarborg voor de politieke stabiliteit en zouden der regeering kracht geven, want de uitoefening van het gezag was een zware taak. Namens de gecoaliseerde rechterzijde zeide de heer Leurent, dat door het voorstel van den heer Dufaure groote belangen van het land bedreigd werden. De meerderheid der natie deed niet aan politiek en wilde rustigen arbeid; de handels- en industrieele wereld had het vertrouwen verloren door de nieuwe handelstracta- ten de laatste verkiezingen hadden een grooten stil stand in de zaken veroorzaakt; thans was het vertrou wen hersteld en door de ontwerpen aan de orde te stellen zou weder eene huivering door de industrieele en commercieele wereld gaan, zonder dat de oplossing der groote quaestie bespoedigd werd. „Laten wij ons eerst onder onze kiezers begeven. Van hunne meenin gen zullen wij ons doordringen en wanneer wij terug komen, zullen wij over die wetten overeenkomstig hunne opvatting onze stemmen kunnen uitbrengen." De heer Leurent stelde daarom voor om in de eerste maand na do hervatting der zittingen de commissie te benoemen, die belast zal worden met het onderzoek der bewuste ont werpen. Gambetta zeide dat de heer Dufaure zich niet bedro gen had. Inderdaad konden de leden der uiterste linkerzijde over die wetten niet stemmen, hun mandaat verbood het. Het land verlangde de ontbinding der kamer, die door hare verdeeldheid niet iu staat was om eene grondwet voor Frankrijk te maken. Hij vraagt aan de regeering om ophelderingen in hoeverre hare politiek van die der vorige regeering verschilt. Verre van parlementair was het antwoord van den minister de Broglie, dat hij den heer Gambetta, die de rechten der kamer niet erkende, niet beantwoorden zou. Met het oog op hetgeen vóór het uitschrijven der alge- meene verkiezingen in Februari 1871 tusschen de regee ring te Parijs en de delegatie te Bordeaux, of liever tusschen Jules Favre en Gambetta is voorgevallen, zeide de heer de Broglie op hatelijken toon, dat de kamer de machtiging van den heer Gambetta niet van noode had gehad om in het leven geroepen te worden, en dat zij die evenmin behoefde om voort te leven of te sterven. Wat overigens bet voorstel van den heer Dufaure be treft, wilde de regeering niet op de kamer influenceeren of hare meening opdriogen. De motie van 24 Mei had de eonstitutioneele ontwerpen op het oog, en de bood schap van 26 Mei herhaalde de overneming dezer ont werpen door de nieuwe regeering. Oordeelde de kamer het uur der behandeling gekomen, dan zou de regeering hoegenaamd geen bezwaren hebben om aan hare toen afge legde belofte te voldoen. In het betoog van den heer Leurent zag de minister echter een juiste appreciatie van den toestand van het land en den staat der werk zaamheden van de kamer en daarom achtte hij het uitstel door den heer Leurent voorgesteld niet onraad zaam. De laatste opmerking van den heer Dufaure beant woordde de heer de Broglie blijkbaar op scherpen toon aldus, dat wanneer de regeering de eer had op de meerder heid der kamer te steunen en haar vertrouwen genoot, zij zonder verwaandheid kon zeggen dat zij den last van het gezag dragen zal zonder gevaar van daaronder te bezwijken. Na eene korte aanbeveling van het voorstel-Dufaure door den voorzitter van het linker-centrumden heer Léon Say, werd het voorstel-Lcurent door de kamer aangenomen. Het is moeilijk om uit de verte eenigszins met de intieme geschiedenis der Fransche kamer bekend te zijnmaar ook voor den oppervlakkigen opmerker moet het duidelijk zijndat de tusschenkomst van den onbekenden heer Leurent een ondergestoken kaart was, m. a. w. dat de regeering aan de coalitie van 24 Mei vasthoudt misschien wel daartoe door de meerderheid in den boezem van het kabinet gedwongen wordt en dat zij de verdaging der eonstitutioneele ontwerpen vurig wenschte maaron danks de voorstel ling die de heer Leurent van deu algemeenen toestand gaf, den moed miste om openlijk en ten aanschouwe van de natie deze verdaging te verlangen. Frankrijk zal dus voorloopig nog niet van de omarmingen van het ultramontanisme verlost worden. De particuliere berichten omtrent den toestand van Spanje, waaruit wij gisteren en eergisteren het een en ander mededeelden, werden heden door officieus© Reuter's en Havas-telegrammen in hoofdzaak bevestigd. Do toestand is daarin echter iets gunstiger gekleurd. The Daily News geeft heden geen telegrammen van zijn Spaanschen correspondent, daarentegen hebben the Times en the Daily Telegraph eenige berichten ontvangen. De correspondent van het laatste blad hangt een even treurig tafereel op van den politieken en socialen toestand als zijn collega van the Daily News, en als bewijs dat de voorstelling die zij geven niet te veel overdreven iskan dit strekken dat Cas- telar Zaterdag aan zijn vertrouwde vrienden mede deelde, dat hij weinig hoop op het behoud der repu bliek had, maar niettemin vast besloten was liever voor de verwezenlijking van zijn ideaal te sterven dan het land te vei laten. In de constituante is het voorstel, om de regeering met bijzondere volmachten te voorzien, m. a. w. om de eonstitutioneele waarborgen voor de individueele vrijheid op te heffen, met 139 tegen 18 stemmen aan genomen, nadat de minister Suner, een der vertegen woordigers van de uiterste linkerzijde, verzekerd had dat de maatregel uitsluitend tegen de Carlistenen niet tegen de republikeinen gericht was. Volgens een be richt aan the Times boezemt de minister van financiën Car vaj al groot vertrouwen aan de bankiers en den handel in en is hij vast voornemens om de coupon van Juli te betalen, waarvoor hij de noodige fondsen in gereed heid brengt. Bovendien komt eene kennisgeving van de administratie der publieke schuld in de officieele Gazeta van 30 Juni voor, dat van 1° Juli de op dien datum vervallende coupon bij de schatkist gedeponeerd kan worden, maar en dit „maar" doet de deur dicht dat later kennis gegeven zal worden van de wijze en deu tijd van betaling In de stand der Italiaansche ministerieele crisis is, althans voor het publiek, nog geene verandering geko men. Dat echter de onderhandelingen met ijver worden voortgezet blijkt hieruit, dat achtereenvolgens de oud ministers uit het kabinet-Manebrea en d8 leiders van de fraetiën der rechterzijde door den koning naar Flo rence ontboden zijn. Van verschillende zijden wordt met zekerheid gemeld dat Victor Emmanuel definitief van het voornemen heeft afgezien om Weenen en Berlijn te bezoeken. DeNeuefreie Presse meldt zelfs, dat de koning een eigenhandig schrijven van keizer Wilhelm ontvangen hadwaarin deze den wensch uitsprak om zijn bondgenoot van 1866 te

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 3