F 140.
MIDDELBURGSCHE
Zaterdag
1873.
COURANT.
14 Juni.
Dit. blad verschijnt dagelijks met uitzondering van den Zondag, den 2ea Paasch- en Pinksterdag en een der Kerstdagen.
De prijs per 3/m., franco is f 3.50.
Middelburg 13 Juni.
De uitslag der vei kiezing van een lid voor de tweede
kamer in het kiesdistrict Alkmaar is, blijkens de heden
geopende biljetten, als volgt: Uitgebracht 2472 stem
men. Gekozen het aftredend conservatieve lid jonkheer
mr. C. van Foreest met 1270 stemmen. De liberale
candidaat W. van der Kaay verkreeg 1162; de candi-
daat der anti-revolutionaiien professor B. J. L. baron
de Geer van Jutphaas 27 stemmen.
De kolom a van den volgenden staat wijst het ge
tal kiezers aan die deze keer, de kolom b het getal
kiezers die bij de verkiezing op 8 Juni 1869 hun stem
hebben uitgebracht voor oen lid van de tweede kamer
der staten-generaal in het kiesdistrict
ZIERIKZEE.
Zierikzee
Haamstede
Noordwelle
Benesse
Serooskerke.
Bnrgh
Eiker zee.
Ellemeet.
Brouwersh.
Zonnemaire
Duivendijke.
Kerbwerve
Noordgouwe
Dreischor
Ooeterland
Bruinisse
Nieuwerkerk
Ouwerkerk
Biljetten.
a. b.
170 189
Biljetten.
a. b.
28
22
21
4
14
10
11
33
19
16
17
18
36
32
33! 23
35 30
201 27
Transport. 802|538j550
Transp. 802
Goedereede 35
Oud dorp. 56
Stellendam 18
Dirksland66
Melissant 31
Middelbarnis 97
Sommel8dijk 84
Oude Tonge. 74
Nieuwe 36
Herkingen. 14
Den Bommel 39
Ooltgecspinat 50
Stad aan 't
Haringvliet 21
Totaal 1423j
Van onwaarde.
538
27
49
15
48
23
75
73
46
35
8
23
35
550
26
54
13
45
18
58
64
49
14
9
26
36
14 16
10091 978
9| 21
Geldige stemineul 10001 957
Volstr. meerderh.' 501 479
Naar de Arnhemsche courant verneemt, zal de heer
Dullert als lid der tweede kamer voor Arnhem optreden.
In dit geval moet alzoo te Deventer een nieuwe verkie-
aing plaats hebben.
De minister van binneulandsche zaken beeft bepaald
dat de herstemming voor leden van de tweede kamer
der staten-generaal in de kiesdistricten Utrecht, Amster
dam, Leiden, Delft, Gouda, Gorinchem, Almelo en
Dokkura zullen plaats hebben op Dinsdag 24 dezer.
Onze Haagsche correspondent schrijft ons over den
uitslag der verkiezing daar ter plaatse Let volgende:
„Voor velen was de verkiezing van Schimmelpenninck,
bij eerste stemming reeds, eene groote teleurstelling,
aoomede het getal stemmen (£60) op den liberalen can
didaat, wien de politieke cijferaars er e?n vijftigtal
meer toegerekend hadden. Des avonds na de stemming
hoorde ik nog bestuurders der liberale kiesvereeniging
op de sociëteit voorspellen dat er stellig eene herstem
ming zou plaats hebben. Men berekende, nu er in
den naag ruim 1200 stemmen uitgebracht waren en
dus met de twee onderhoorige dorpen in het geheele
district ruim 1350 zouden uitgebracht zijndat de Jonge
er goed 600 zou hebben, Esser 200, de Casembrocten
van Gollstein saxnen een kleine honderd; en Schimmel
penninck het restje, of nog geen 500. Bij de herstem
ming was er dan wel niet veel kans voor den liberalen
candidaat, maar het feit dat er eene herstemming in
den Haag moest gehouden worden en dat de liberale
candidaat daarbij den couservatief-clericaal meer dan
100 stemmen vóór was, ware op zich-zelve reeds een
uitnemend succes.
„Die optimisten wisten echter niet wat er Maandag
avond gebeurd was.Tegeuover de pi ijzenswaardige moeite,
die de Ilaagsche liberalen zich voor hun uitstekenden
candidaat gaven, begrepen 's graven Schimmelpennicck's
dienaren dat de kansen van hun patroon slecht stonden
en spanden alle brachten in. In de hoogere kringen, dat wil
zeggen bij de aristocratie —patricische families telt den
Haag weinig is de heer Schimmelpenninck weinig ge
zien, van daar uit zou óf niet gestemd óf op van Goltstein,
de C'asembroot, ja zelfs op de Jonge gestemd worden;
de antirevolutionairen hadden Esser, en voor Schim
melpenninck bleef niets over dan de zeer getrouwe
ultramontaansche partij die hier ter stede over 200 a
300 stemmen voor de tweede kamer beschikt en de
conservatieven „door dik en dun", die van 186668.
Maandag avond is er echter in de hoogte en in de
laagte te gelijk gewerkt. De aristocratie is overgehaald
om Schimmelpenninck te stemmen, door er op te wij zen
dat het toch niet aanging dat een der grootmeesters
van 's konings huis door de schuld ook der aristocra
tie in de koninklijke residentie de vlag zou strijken
voor den „radicalen" candidaat. Om in de gelederen
der antirevolutionairen afval te bewerken heeft men
eene 3edert jaren rustende antirevolutionaire kiesvereeni
ging opgerakeld, die vroeger, door Elout en Maekay
opgericht, veel invloed gehad had, doch sedert die
mannen voor andere personen met sluike haken en
bleeke gezichten hadden plaats gemaakt, ingesluimerd
was en door iedereen dood gewaand werd. Er be
stond echter nog een president, althans een lid van het
bestuur, die ter elfder ure adverteerde dat de anti
revolutionaire kiesvereeniging Schimmelpeunick's can-
didatuur ondersteunde. „Het „overreden" door de
stem deed het overige, een aantal biljetten waarop de
naam van een anderen candidaat voor dien van Schim
melpenninck was doorgehaald werd in de bussen
gevonden. Eu zoo geschiedde het dat de graaf groot
meester voor eene herstemming bewaard werd, en de
meerderheid der Haagsche kiezers met gretigheid den
te Leiden gewogen en veel te licht bevonden candidaat
opraapte.
„Ai was dit resultaat toch bij eene herstemming te
verwachten geweest, outmoedigt deze uitslag toch vele
liberalen. Mij dunkt ten onrechte. Ware de stemming
zuiver geweest, hadden er vier candidaten in bet perk
gestaan, liberaal, conservatief, katholiek en anti-revo
lutionair en ware iedere partij aan haren candidaat
getrouw geblevendan zou er eeue herstemming noodig
zijn geweest tusschen de Jonge en den man van eene
der clericale partijen, niet tusschen de Jonge en den
conservatief. Doch alleen de liberalen zijn aan hunne
vlag trouw geblevenzij zijn rechtuit hunnen weg
gegaan en hebben noch rechts noch links stemmen en
steun gebedeld. Waar zij voor gezwicht hebben ziju
niet de bekwaamheden van den tegen-candidaat noch
de zwakheid of lauwheid hunner geestverwanten, die
trouw zijn opgekomen, maar het verbond tusschen de
goedconservatieven en ultramontanen, ter elfder ure na
eenige velleïteiten van wederspannigbeid, versterkt door
de aristocratie en door een groot deel der antirevo
lutionairen. Onder die omstandigheden mag men den
moed niet opgeien, vooral daar de cijfers dezer ver
kiezing hebben aangetoond dat de voorstanders der
liberale beginselen zelfs in den Haag toenemen."
Het Provinciaal blad n° 66 bevat eene mededeeling
van gedeputeerde staten van Zeeland naar aanleiding
van eene door hen tot den minister van biunenlandsche
zaken gerichte vraag of de zoogenaamde straat- of
werk-locomotieven zijn te rangschikken onder de stocm-
tuigen, tot plaatsing of gebruik waarvan volgens art, 2
van het koninklijk besluit van 31 Januari 1824 (Staats
blad n° 19), toestemming van gedeputeerde staten wordt
vereischt.
Daarop is door den minister geantwoorddat het
bedoelde voorschrift, uit den aard der zaak, evenmin
goacht kan worden van toepassing te zijn op zooge
naamde straat-locomotievenwelke niet op een vast
punt gebezigd worden, als dit het geval is met de
bcomotieven in gebruik bij de spoorwegen en met de
stoomtuigen in stoombooten. Derhalve wordt, ook naar
het oordeel der regeering, voor het gebruik der straat-
loccmotieven geene vergunning vereischt.
Echter hééft de minister opgemerkt, dat, zoo het
gebruik van locomotieven op openbare wegen maat
regelen tot behoud van den weg of voorzorgen tot
verzekering van de publieke veiligheid mocht noodig
maken daaromtrent voorschriften kunnen worden vast
gesteld door de collegiën ouder wier beheer die wegen
gesteld zijn.
De commissie uit de kamer van koophandel en fabrie
ken te 's Gravenhage, benoemd om pogingen aan te
wenden tot bemiddeling van het aldaar bestaande
geschil tusschen de sigarenfabrikanten en de sigaren
makers, heeft een rapport uitgebracht van hetgeen
door haar in deze zaak is geschied. Naar aanleiding
van de door haar nauwkeurig ingewonnen inlichtingen
spreekt zij over het algemeen een gunstig oordeel uit
over de houding der sigarenmakers, die tot ondersteu
ning van hun eisch tot loonsverhooging zich, op vol
komen wettige en geoorloofde wijze, in het openbaar
hebben aangesloten aan het Nederlandsch sigaren-
makersbond, en over de 's Graveuhaagsche afdeeling
van dat Bond zelf, in wier handelingen niets als
onwettig valt af te keuren of te veroordeelen, terwijl
hare bijeenkomsten zich tot nogtoe door orde en beza
digdheid hebben gekenmerkt. De commissie betreurt
de poging der patroons tot opheffing van het Bond, en
is tot de conclusie gekomen, dat een goed sigarenma
ker, als hij dagelijks 12 uren werkt, na aftrek van het
loon voor een bosjesmaker enz., f 7.50 a f 8.50 kan
verdienen, en dat loonsverhooging voor den sigaren--
maker gewenscht en in den tegenwoordigen tijd noodig
is, doch dat door het inwilligen van al de eischen der
sigarenmakers de industrie gevoelige verliezen zou
lijden.
De commissie heeft als schikking voorgesteld
a dat de patroons terugkomen van lrnn besluit, om
geen leden van het Nederlandsche sigarenmakersbond
als werklieden toe te laten;
b dat de patroons het bestuur der 's Gravenhaagsehe
afdeeling van het Bond uitnoodigen om in haar regle
ment zoodanige bepalingen op te nemen als strekken
kunnen tot bevordering der zedelijkheid en van gere-
gelden arbeid op alle werkdagen;
c dat de patroons met de werklieden in overleg
treden omtreut de mogelijkheid en de grenzen eener
loonsverhooging
d dat de werklieden van hunne zijde ernstig over
wegen, in hoeverre de inwilliging van hun eisch van
een loon minimum van ƒ4 a ƒ7 tot /"5 a f 8 zal kun
nen en moeten leiden tot vermindering van hun arbeid;
e dat beide partijen zich, na gebonden overleg, ver
staan omtreut de wijze, waarop, zoo noodig, do
bemiddeling der commissie tot vaststelling der loonen
zou kunnen worden ingeroepen, tot welke bemiddeling
de commissie zich, des verlangd, gaarne bereid ver
klaart."
De 's Gravenhaagsche afdeeling van het Nederlandsch
werkliedenverbond vereenigde zich met deze schikking,
doch de commissie ontving van het" Haagsche comitó
der Vereeniging van Nederlandsche sigaren- en tabaks
fabrikanten een meer uitvoerig schryven, waarin deze
verschillende punten van de nota trachten te weer
leggen en te kennen gever), dat zij niet willen terug
komen van hun besluit om geen leden van het Neder
landsche sigarenmakersbond in dienst te nemen, en dat
de reeds zoo hoog opgeveerde loonen geen verdere
verhooging gedoogen; te meer, daar gaandeweg de
veel voordeeliger aanbiedingen van buiten zich zoo
vermenigvuldigen, dat het te voorzien is dat weldra
de diensten van een groot deel der sigarenmakers ge
heel ontbeerd zul'en kunnen werden.
De commissie heeft echter in bet nader verslag der
sigarenfabrikanten geen aanleiding gevonden om terug
te komen van de zienswijze, in baar nota ontwikkeld.
Allerminst, zegt zij, kan zij in dat vertoog iets be
speuren, wat naar de zoo gewenschte zucht tot toena
dering zweemt. Zij heeft gemeend voorloopig van
verdere pogingen tot minnelijke schikking te moeten
afzien, doch heeft zich bereid verklaard daarloe gaarne
opnieuw mede te werkcü, wanneer haar van beide
zijden de ernstige wil mocht blijken om tot zoodanige
schikking te geraken.