MIDDELBÜRGSCHE r 130. laandag 1873. COURANT. 2 Juni. Dit blad verschijnt dagelijks met. uitzondering van den Zondag, den 2** Paascli- en Pinksterdag en een der Kerstdagen. 33e prijs per 3/m., franco is f 3.550. Middelburg 31 Mei. Door de liberale kiesvereeniging te Deventer ia tot candidaat voor de tweede kamer met algemeene stem men geproclameerd mr. W. EL Dullert. Door de liberale kiesvereeniug Vooruitgang, voor bet kiesdistrict Amersfoort, ia met overgroote meerderheid van stemmen tot candidaat voor bet lidmaatschap der tweede kamer geproclameerd de heer Lodewijk Mulder, lid van den gemeenteraad te Utrecht, die zich bereid heeft verklaard die candidatuur te aanvaarden. De kiesvereenigiDg te Ingen beeft, met eenparige stemmen, tot candidaat voor de tweede kamer gesteld den heer mr. P. P. van Bosse, oud-minister van finan ciën en koloniën. De liberale kiesvereeniging Ontwikkelingte Nieuw- Appelscha, heeft tot candidaien voor de tweede kamer in het kiesdistrict Sueek geproclameerd de heeren dr. W. II. Idserda en mr. S. Wybenga (aftredende leden). De kiesvereeniging Noord-Brabant, te 'sHertogen bosch heeft mr. F. J. E. van Zinnincq Bergrcannaltre dend lid, met bijna algemeene stemmen als candidaat geproclameerd. De Belgische kamer beeft heden de ontwerp-wet tot goedkeuring van het tractaat, den 13en Januari dezes jaars tuaschen Nederland en België geslolenmet 56 tegen 82 stemmen aangenomenechter met een amendement van den heer Fière-Orban, bepalende dat paragraaf 2 van artikel 12 van het tractaat van 19 April 1839 van kracht blijft. Deze paragraaf bepaalt dat België het recht heeft om in gemeen overleg met Nederland het tarief op den weg (route) over het kanton S.ttard naai de Duitsche grens vast te stellen. De bedoeling van den heer Fière-Orban is derhalve waarschijnlijk deze, dat ook op den aan te leggen Bpoorweg Antwerpen Gladbachwat het gedeelte op Nederlandsch grondge bied betreft, deze bepaling van toepassing zal wezen. Eergisteren bad te Scherpenisse de installatie plaats van den nieuwbenoemdeu burgen)eester, den heer J. L. Luijk, tevens secretaris van die gemeente. Voor de feestelijke ontvangst van den nieuwen titularis, na zijne eedsaflegging in Middelburg, waren drie eerepoor ten opgericht, die met groen en bloemen waren versierd en van toepasselijke opschriften voorzien, terwijl de Nederlandscbe vlag uit de huizen wapperde. Een eerewacht te paard, gevormd door een 40tal jongelieden, had zich met de wethouders en eenige vlaggedragers naar de grens der gemeente begeven om den burgemeester, die tegen 6 uren in den namid dag aldaar aankwam, te verwelkomen en verder naar het dorp te begeleiden, alwaar hij in de versierde ra?dza&l van het gemeentehuis door den eersten wet houder werd toegesproken en in tegenwoordigheid van een aantal belangstellenden werd geïnstalleerd. De gansche avond werd verder in recht feestelijke stemming doorgebracht. Het verslag van bet verhandelde in de zitting van den geneeskundigen raad van Zeeland is in het bijvoeg- Bel van dit nommer opgenomen. Het slot daarvan laten wij hier volgen. Behalve de kosten werden door verschillende sprekers nog als bezwaren aangevoerd: de vele werkzaamheden die bij gratis onderzoek aan èjn in de proviLcie te benoemen scheikundige zouden zijn opgedragen; de afstand tusschen de verschillende gemeenten en de hoofdplaats der provincie, waar de scheikundige ver moedelijk zou gevestigd zijn, zoodat in bet onderzoek noodzakelijk vertraging zou ontstaan, ongeacht de kosten en andere bezwaren van vervoer. Nadat dT. A. P. Fokker herhaaldelijk getracht had de be zwaren te wem leggen, vooral de geldquaestie (waar omtrent bij onder anderen opmerkte, dat de quaestie alleen deze is of er noodzakelijkheid bes'aat, en dat de Btaat zooveel geld uitgeelt voor zaken waarvan het nut niet zoo evident, is), beriep hij zich op de afschaf fing van het dagbladzegel tengevolge van een vóór een tiental jaren door eenige Rotterdammers in het even geroepen agitatie, ofschoon die afschaffing aan vankelijk als eene utopie werd beschouwd. Wellicht zou eene gelijksoortige agitatie ten gunste der nu be sproken zaak met even gunstig gevolg worden be kroond. Ten slotte werd bij acclamatie de wensche- lijkheid aangenomen, om zich tot de regeering te wen den. Op het voorstel van dr. A, P. Fokker werden voorts de volgende amendementen voorgesteld: 1° door den voorzitter, om hot woord „gratis" weg te laten, hetwelk met 10 tegen 3 stemmen werd ver worpen; vóór stemden de heeren de Bruijne, Ver- hulst en de voorzitter; 2° door mr. Snijder, om voor „iedere" provincie te lezen „de" provincie, en het slot „belast met bet gratis onderzoeken van levensmiddelen, zoo voor gemeente besturen als voor particulieren" aldus te veranderen: „belast met het gratis onderzoeken van levensmiddelen voor gemeentebesturen eu andere corporatiënvolgens vast te stellen tarief voor particulieren," welk amen dement werd aangenomen met 10 tegen 3 stem men tegen stemden de heeren dl'. A. P. Fokker, Henrij en de voorzitter. Het alzoo geamendeerde voorBtel werd ten slotte met 8 tegen 5 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Snoep, Henrij, de Visser, dr. de Bruijne en Verhulst. Dr. de Bruijne vraagt van den voorzitter eenige iu- lichtingen omtrent het volgende hem heden morgen bekend geworden incident, hetwelk in den Goeschen gemeenteraad op jl. Dinsdag het ft plaats gehad. De heer dr. van Renterghem heeft namelijk den \oorzitler van den gemeenteraad geïnterpelleerd omtrent een door dezen gedane bekendmaking dat het roodvonk epide misch in Goes heeracht. Die bekendmaking noemde hij geheel in strijd met de waarheid en hij moest de epi demie pertinent negeeren. Er hebben z'ch eenige ge vallen sporadisch voorgedaan, doch van epidemie is'in de verste verte geen quaestie. Dergelijke publicatiën verontrusten de gemoederen nodeloos en de spreker wenschte gaarne te vernemen den burgemeester aanleiding daartoe gegeven heeft. De voorzitter van den gemeenteraad antwoordde daarop, dat die inlich tingen gemakkelijk te geven zijn. Hij heeft niets ge daan dan hetgeen de wet hem voorschrijft. De inspec teur van het geneeskundig staatstoezicht beeft verklaard, dat de ziekte te Goes epidemisch heerscht, en de bur gemeester is verplicht dit ter openbare kennis to reagen en wekelijks de opgaven te doen van het ge tal aangetasten en overledenen. De heer dr. van Renterghem hernamdatl de inspecteur gel eel verkeerd is te werk gegaan. De heer dr. Callenfels verklaarde het eens te zijn met zijn collega, dat men de ziekte niet als epidemisch kan' beschouwen. De voorzitter lus daarop den brief voor van den inspecteur van 21 Mei aan den burgemeester gericht, waarin deze mede deelde dat in Goes het roodvonk epidemisch heerscht, en wees verder op de bepalingen van artt. 21 en 22 der wet van 4 December 1872, Staatsblad n°. 134, De heer dr, van Renterghem vond het een groote dwaasheid van den inspecteur, om de ziekte, zooals die te Goes voorkomt, eene epidemie te noemen. Hij zegt dit in het openbaar en zou hem dit persoonlijk durven mededeelen. Omtrent bovenstaande quaestie, die hij heden morgen gelezen heeft in het verslag der raadszitting, wenscht dr. de Bruijne eenige inlichting. De voorzitter antwoorddedat hij niet voornemens was in het openbaar de onbeschofte handeling van dr. van Renterghem te bespreken, eene handeling vooral onbeschoft omdat hij, inspecteur, daarbij niet tegen woordig en alzoo niet in de gelegenheid was om zich te verdedigen. Nu hij evenwel in deze openbare zitting daartoe wordt aangezocht, is hij bereid inlichtingen te geven. Na verkregen kennisgeving van bet heerschen van roodvonk te Goes, heeft de burgemeester dier ge meente overeenkomstig de wet van 4 December 1872 gehandeld en den inspecteur geregeld op de hoogte ge houden van de door geneeskundigen gedane opgaven. Deze laatsten zijn verstrekt door de heeren dr Verschoor, dr. Goemans, dr Fokker en Koeman; van de heeren dr. Renterghemdr. Callenfels en Geill zijn geen opgaven ingekomen. Den 16en Mei jl schreef de burgemees ter den inspecteur andermaaldat 17 gevallen van roodvonk waren aangegeven en aan 17 woningen biljetten ter waarschuwing waren aangeplakt. Toen beeft bij iuspecteur zich naar Goes begeven en ge sproken met eenige der geneeskundigen die opgaven hadden gedaan, en den 2Tn Mei daaraanvolgende heeft hij in een brief aan den burgemeester bet bestaan eener epidemie geconstateerd. 11 ij heelt ook gemeend dat het eenigszius welvoegelgk zou zijn eene circulaire aan de geneeskuudigen van Goes te richtenom hen lot het doen van mededeelingen op te wekken. Ook hij heeft in de Guessche courant gelezen, dat d*. van Renterghem hem van dwaasheid heeft beschul digd. Hij heeft voor zich zei ven nog geen besluit ge nomen wat hij in dezen doen zal en of hij zich te dezer zake tot den minister van binnenlandcche zaken zal wendendaar hij eerst een antwoord wil afwachten op zijne tot den burgemeester van Goes gerichte vraag, of dr. van Renterghem ook opgaven betreffende lijders aan roodvonk gedaan heeft. Hij vindt het echter onbe schaamd van den heer van Renterghem, om te durven zeggen dat het groote dwaasheid is van den inspecteur eene epidemie te eoostateerenwanneer toch door den burgemeester 17 woningen als besmet zijn aangegeven. Dl'. de Bruijne bedankt voor de ontvangen inlichtingen en betreurt het dat dit incident in een openbare zitting van den Goesschen gemeenteraad is voorgevallen. De heer Snoep stelt voor, te besluiten dat de ge neeskundige raadmet den inspecteur aau het hoofd, zijne algemeene afkeuring uitspreke over dergelijke handeling van een collega. De voorzitter bedankt den heer Snoep voor zijne goede bedoeling, doch verklaart dat hij over het voor stel kieschheidshalve het woord niet zal voeren en ook persoonlijk geen afkeuring weDscht uit te spreken. Het voorstel van den heer Snoep wordt daarna zon der beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen. De voorzitter hield zich buiten stemming. Aan den secretaris werd opgedragen een extract uit de notulen van het nu gesprokene aan burgemeester en wethouders van Goes toe te zenden, met verzoek daarvan mede- deeling aan den gemeenteraad te willen doen. De openbare vergadering werd alsnu gesloten en veranderd in eene met gesloten deuren. BENOEMINGEN EN BESLUITEN. rechterlijke macht. Benoemd tot griffier bij het kantougerecht te Cortgene B. van der Vecn.candidaat- notaris te Haarlem. KOLONIËN. Eervol ontslag verleend uit 's lands dienst op verzoek, aan den Oosfc-Indisehen ambtenaar A. A. van Delden, laatstelijk tweeden commies bij het departement van financiën te Batavia, thans met verlof hier te lande. ONDERWIJS. Benoemd tot leeraar in de staatswetenschappen bij de hoogere burgerschool en het Erasmiaansch gymna sium te Rotterdam mr. J. Rombach advocaat aldaar. KOLONIËN. De gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië heeft de volgende beschikkingen genomen. civiel departement. Verleend: een tweejarig verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan den 2en com mies bij de algemeene rekenkamer J. J. II. Langenhoff. Benoemd: tot inspecteur van het boschwezen in Nederlandsch-Indië, de hoofdambtenaar op nonactiviteit E. von Roessler, laatstelijk die betrekking bekleed hebbende; tot officier van jastitie bij den raad van jus titie te Makassar, de griffier bij dien raad m1'. A. A. de Vries; lot hoofdonderwijzer aan de openbare lagere school te Klatten, de hoofdonderwijzer aan de openbare lagere schooi te Bezoeki D. Westboff; tot hoofdonder wijzer aan de openbare lagere school te Bezoeki, de hoofdonderwijzer aan de openbare lagere school te Pe- kaloogan J. A. Broos; tot hoofdonderwijzer aan de openbare lagere school te Pekalongande hoofdonder wijzer aan de openbare vierde lagere school te Batavia A. J. Gouka; tot hoofdonderwijzer aan de openbare vierde lagere school te Batavia, B. Andeweg, onlangs van verlof uit Nederland teruggekeerd; tot 2cn hulp onderwijzer aan de openbare lagere school te Bandjer- masin D. W. Lantermans. departement van oorlog. Ontslagen: op verzoek, eervol, uit Zr. M>. militairen dienst, wegens volbrachten diensttijd, met behoud van recht op pensioende luite nant-kolonel kommandant van het regiment Oost-Indi sche cavalerie P. van der Pat. Verleend: een tweejarig verlof naar Nederland,aan den lGn luitenant der infanterie H. A. Wijnmalen. Bevorderd: tot luitenant-kolonel kommandant van het regiment Oost-Indische cavalerie, de majoor A. Koenen. Geplaatst: artillerie, als chef van het wapen, de kolonel E. H. W. Ubbens, chef van het materieel. Overgeplaatst: infanterie, bij het 2* bataljon, de kapitein A. W. H. Perelaer en de le luitenant II. R. Beijeneerstgenoemde van bet 82 bataljondo laatst genoemde adjoint bij den staf der 2C militaire aldceling op Java. Hersteld: in activiteit, infanterie, de kolonel E. C. van Daaien, en ze.lks te rekenen van af den 5en April 1873.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1873 | | pagina 1